Besluit wijziging GR Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers – 2024

De raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk;

 

overwegende dat de Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011 aanpassing behoeft als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 (Stb 2022, 18);

 

gelezen het advies van het algemeen bestuur van het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers d.d. 4 april 2024;

 

gelet op artikel 1, lid 1 en lid 5, Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 32 lid 1 Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011;

 

B E S L U I T E N:

 

De Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011 als volgt te wijzigen:

Artikel 1  

Ingevoegd wordt Hoofdstuk 5a dat als volgt luidt:

 

5A. ZIENSWIJZEN, PARTICIPATIE EN EVALUATIE

 

Artikel 20a

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan andere voorgenomen besluiten van het dagelijks dan wel algemeen bestuur dan die waarvoor de wet of deze regeling dat voorschrijft om een zienswijze voorleggen aan de gemeenteraden. Het dagelijks bestuur biedt de raden dan een termijn van minimaal acht weken voor het naar voren brengen van een zienswijze.

  • 2.

    Tegelijkertijd met de toezending van het definitieve bestuursvoorstel stelt het dagelijks bestuur de raden van de gemeenten schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

Artikel 20b

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan bepalen dat voorgenomen besluiten van het algemeen bestuur voor participatie worden opengesteld.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt een participatieprotocol vast en stuurt dit ter kennisneming aan het algemeen bestuur.

Artikel 20c

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan besluiten om de regeling of één of meer onderdelen daarvan te evalueren.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zal dan een evaluatievoorstel aan de deelnemende colleges voorleggen. Daarbij wordt de deelnemende colleges een termijn van 8 weken geboden voor het ter kennis van het dagelijks bestuur brengen van een zienswijze.

Artikel 2  

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 31

  • 1.

    Elk der deelnemers kan uit de gemeenschappelijke regeling treden met ingang van een begrotingsjaar, mits de opzeggende deelnemer het besluit daartoe tenminste 1 jaar voordien ter kennis heeft gebracht van de overige deelnemers.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur inventariseert de gevolgen van de uittreding, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan en de voorwaarden voor uittreding, welke worden vastgelegd in een door het algemeen bestuur vast te stellen uittredingsplan.

  • 3.

    Het uittredingsplan bevat in ieder geval de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende gemeente.

  • 4.

    De kosten voor het uittredingsplan komen voor rekening van de uittredende gemeente.

  • 5.

    Voor het opstellen van het uittredingsplan wijst het algemeen bestuur een onafhankelijke adviseur aan die in opdracht van het dagelijks bestuur het concept-uittredingsplan voorbereidt. Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke adviseur aan op basis van een gezamenlijke voordracht van het college van de uittredende gemeente en het dagelijks bestuur. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke adviseur aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van het college dat voornemens is uit te treden.

  • 6.

    De onafhankelijke adviseur neemt bij het bepalen van de uittreedsom het bepaalde in dit artikel in acht en baseert zich daarbij op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van het kenbaar maken van het voornemen van uittreding. Tevens kan de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van maximaal 5% op de uittreedsom toepassen om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende gemeente van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.

  • 7.

    Het college dat voornemens is uit te treden wordt gedurende een termijn van twaalf weken in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op het concept-uittredingsplan.

  • 8.

    Uiterlijk twaalf maanden nadat het gemeentebestuur zijn voornemen tot uittreding overeenkomstig het eerste lid bekend heeft gemaakt stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan vast.

  • 9.

    Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het algemeen bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende gemeente de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het college-besluit tot uittreding.

  • 10.

    Nadat het uittredingsplan is vastgesteld en het college definitief heeft besloten uit te treden,

    • a.

      geldt voor de uittreding uit de regeling een opzegtermijn van 1 jaar, ingaande op 1 januari van het eerstvolgende kalenderjaar,

    • b.

      is de uittredende gemeente gehouden om binnen 6 maanden de voor haar vastgestelde financiële verplichtingen aan de regeling te voldoen, tenzij het algemeen bestuur unaniem tot het hanteren van een andere termijn besluit.

Artikel 3  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.

Aldus vastgesteld door de raden van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk

Naar boven