Gemeenteblad van Oirschot
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oirschot | Gemeenteblad 2024, 372022 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oirschot | Gemeenteblad 2024, 372022 | beleidsregel |
Nota reserves en voorzieningen 2022
Het beleid van de gemeente met betrekking tot reserves en voorzieningen is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen. In deze nota geeft de gemeente aan hoe we de komende jaren met de reserves en voorzieningen omgaan. Ze vormen een belangrijk onderdeel van de financiële huishouding.
Vanuit het wettelijk kader is één van de uitgangspunten dat het financiële beleid met betrekking tot reserves en voorzieningen transparant is. Voor de reserves en voorzieningen betekent dit onder andere dat het college de raad eens in de vier jaar ter vaststelling een nota reserves en voorzieningen aanbiedt. Dit is ook vastgelegd in de Financiële verordening 2017.
De laatste nota reserves en voorzieningen is door de raad vastgesteld op 19 juni 2018. Met uw raad is de afspraak gemaakt dat de nota reserves en voorzieningen aan de (nieuwe) raad wordt voorgelegd in de besluitvormende raadsvergadering 28 juni 2022.
Wij bieden u hierbij de nota reserves en voorzieningen 2022 aan. Voor zover dit nodig is doen we bij de afzonderlijke reserves concrete voorstellen. Het resultaat kan leiden tot instellen, wijzigen of vervallen van een reserve en/of voorziening. Na vaststelling van deze nota door de raad in de besluitvormende vergadering van 28 juni 2022 verwerken we deze aanpassingen in een begrotingswijziging 2022. Vervolgens kan uw raad bij de behandeling van de conceptbegroting 2023-2026 op 1 november 2022 besluiten nemen over het inzetten van de vrijvallende middelen.
In de wet- en regelgeving zijn verschillende voorschriften opgenomen die samen het kader vormen voor het omgaan met de reserves en voorzieningen. Daarnaast is er ruimte voor een aantal autonome keuzes. Bij het formuleren van het financieel beleid gaat het niet slechts om keuzes gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten. Bij de gemeente bepaalt uiteraard ook de politieke dimensie de invulling van het reserve- en voorzieningenbeleid.
Een periodieke herziening van het nut, de noodzaak en de omvang van de reserves en voorzieningen is daarom zowel vanuit bestuurlijk als bedrijfseconomisch oogpunt bezien noodzakelijk. Omdat de omstandigheden kunnen wijzigen moet het altijd mogelijk zijn het reserve- en voorzieningenbeleid aan de gewijzigde omstandigheden te toetsen en eventueel aan te passen.
Alle reserves en voorzieningen zijn bij de actualisatie van deze nota doorgelicht, waarbij ook is bekeken of ze in stand moeten blijven of opgeheven kunnen worden. Het streven hierbij is om het aantal reserves zoveel mogelijk te beperken. Dit bevordert de transparantie en maakt voor de gemeenteraad een betere integrale afweging mogelijk.
In de nota geven we een totaaloverzicht van de stand van de reserves per 31-12-2021 (jaarrekening 2021) met een doorrekening naar 31-12-2026 op basis van besluitvorming. Een overzicht met de verwachte saldi voor de jaren 2023-2026 nemen we ook op in de conceptbegroting 2023-2026.
In onderstaande tabel (tabel 1) zijn de totalen van de reserves weergegeven vóór en ná deze nota. Voor de specificatie van de uitkomsten van de actualisatie van de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar hoofdstuk 3.1.
N.B.: In deze tabel is nog geen rekening gehouden met mutaties in de Algemene reserve en de Reserve weerstandsvermogen en risicobeheersing als gevolg van de jaarrekening 2021.
De hoofdpunten die voortkomen uit de actualisatie van de reserves en voorzieningen 2022 zijn de volgende:
In de nota hebben we de onderbouwing van bovenstaande wijzigingen nader toegelicht.
Bij het vrij inzetbaar gedeelte van de Algemene reserve hebben we rekening gehouden met de ondergrens van € 1.000.000 als buffer voor de Algemene reserve. Deze buffer is bedoeld voor het opvangen van tegenvallers uit de exploitatie en voor het opvangen van schommelingen in de reserve Weerstandsvermogen en risicobeheersing (gebaseerd op ervaringscijfers). Daarnaast is rekening gehouden met de geraamde onttrekkingen op basis van de tot op heden genomen raadsbesluiten (t/m raad 22 februari 2022). In onderstaande tabel (tabel 2) is de berekening uitgewerkt.
Het vrij besteedbaar deel van de Algemene reserve ná de nota reserves en voorzieningen 2022 komt hiermee uit op een saldo van afgerond € 1,6 miljoen.
2.1 Doel nota reserves en voorzieningen
De belangrijkste doelstelling van deze nota is het herijken van de reserves en voorzieningen binnen de gemeente Oirschot waarbij we:
De nieuwe raad aan het begin van de bestuursperiode goed willen informeren over dit onderwerp. Dit doen we door inzicht te geven in welke reserves en voorzieningen we hebben en de beschrijving van het doel, de omvang en de looptijd hiervan. Daarnaast verschaffen we inzicht in hoe we omgaan met de Algemene reserve en de reserve Weerstandsvermogen en risicobeheersing en welke vrije ruimte er is in de Algemene reserve.
Tenslotte is het van belang de nota periodiek te actualiseren. Deze voorwaarden moeten er toe leiden dat de raad een duidelijk beeld heeft van het doel van de reserves en voorzieningen en hier ook op kan sturen en controleren.
In deze paragraaf wordt een nadere toelichting gegeven op de begrippen reserves en voorzieningen, waarbij het formele onderscheid tussen reserves en voorzieningen aan de orde komt.
Wat zijn reserves en voorzieningen?
Simpel gesteld zijn reserves en voorzieningen in feite “spaarpotten” met een bepaalde bestemming. Deze spaarpotten zijn afgezonderde vermogensbestanddelen die voor een bepaald doel worden gevormd ten laste van de exploitatie.
Reserves en voorzieningen van de Algemene Dienst en de Grondexploitatie
Bij de herijking van de reserves en voorzieningen is het van belang of deze behoren tot de Algemene Dienst of de Grondexploitatie. Uitgangspunt bij de Grondexploitatie (Grex) is dat dit een gesloten systeem is binnen de totale gemeentelijke administratie. Winsten of verliezen worden verrekend c.q. opgevangen door reserves of voorzieningen die specifiek bestemd zijn voor de grondexploitatie. De sluitpost hiervan is de risicoreserve, ofwel de algemene reserve binnen de grondexploitatie. Het voordeel van deze werkwijze is dat de algemene dienst gevrijwaard blijft van effecten van de grondexploitatie, zowel in positieve als negatieve zin.
In het BBV worden de reserves onderscheiden in:
Tot de Algemene reserve behoren alle reserves behalve de bestemmingsreserves. De Algemene reserve is dan ook de reserve zonder specifieke bestemming ofwel “het appeltje voor de dorst”. De Algemene reserve is bedoeld voor het opvangen van risico’s, waarvoor geen verzekering is afgesloten, geen bestemmingsreserve of voorziening is gevormd maar ook voor het opvangen van incidentele begrotings- en rekeningtekorten.
Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de gemeenteraad een bepaalde bestemming is gegeven, om bepaalde doelen te kunnen realiseren. Zolang de bestemming kan worden veranderd spreken we van een (bestemmings)reserve.
Voorzieningen worden ingesteld voor onvermijdelijke uitgaven (bijvoorbeeld onderhoud gebouwen). Met andere woorden: aan voorzieningen kleeft een verplichting. De raad kan de bestemming van een voorziening en de besteding ten laste van de voorziening niet wijzigen. Voorzieningen worden door het college ingesteld. De gemeenteraad besluit daarvoor uiterlijk bij de vaststelling van de jaarreke-ning budget beschikbaar te stellen. Dat geldt ook voor de mutaties in de noodzakelijke stortingen. Uit de aard van de voorzieningen blijkt dat de vorming ervan dwingender is dan bij reserves en minder ruimte geeft voor het wijzigen daarvan. Van een voorziening is dus sprake als het gaat om te kwantificeren verplichtingen of risico’s. Elke voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of risico. Mutaties in voorzieningen wegens toevoegingen of door vrijval, vloeien dus uitsluitend voort uit het aanpassen aan een nieuw noodzakelijk niveau. De overige mutaties bestaan alleen uit verminderingen wegens aanwending voor het doel waarvoor de voorziening is ingesteld. Toevoegingen aan voorzieningen komen als last in de begroting en de jaarrekening. De aanwending van de voorziening wordt rechtstreeks ten laste van de voorziening geboekt.
Samenvatting onderscheid reserves en voorzieningen
Voor een duidelijk overzicht hebben we de hierboven genoemde verschillen tussen reserves en voorzieningen in onderstaande tabel samengevat. Zoals uit deze tabel (tabel 3) blijkt is de raad het bevoegde orgaan als het gaat om de reserves en het college als het gaat om de voorzieningen. Hierbij moet worden vermeld dat de raad wel over het bepalen van onderhoudsniveau’s gaat en daarnaast budgetrecht heeft.
Het wettelijke kader voor de reserves en voorzieningen is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de (gemeentelijke) Financiële verordening 2017.
Beide beleidsstukken bevatten richtlijnen over de wijze waarop de gemeente met reserves omgaat. Zo is in art. 9 van de Financiële verordening 2017 bepaald dat het college de raad eens in de vier jaar ter vaststelling een nota reserves en voorzieningen aanbiedt. Verder is het instellen van een reserve of voorziening aan voorwaarden verbonden, welke in art. 9 van de Financiële verordening 2017 zijn opgenomen.
Vorming en opheffing van reserves kan alleen met goedkeuring van de raad plaatsvinden. Bij het instellen van voorzieningen is het college het bevoegde orgaan (voorzieningen hebben een verplichtend karakter).
Financiële verordening 2017: Artikel 9. Reserves en voorzieningen
In bijlage 1 is per reserve/voorziening het specifieke doel van de reserve, de voeding van de reserve/voorziening en de maximale looptijd benoemd.
2.4 Uitgangspunten reserves en voorzieningen
Bij de actualisatie in deze nota hanteren we de volgende uitgangspunten:
1. Een duidelijke en overzichtelijke indeling van de reserves en voorzieningen.
Vanuit het oogpunt van eenvoud en beheersbaarheid is het wenselijk om een beperkt aantal reserves en voorzieningen te hanteren. Het afsplitsen van de algemene reserves in een groot aantal bestemmingsreserves of “geblokkeerde” algemene reserves maakt het moeilijker om integraal tot een goede afweging te komen. Dit betekent dat we het aantal reserves en voorzieningen beperkt willen houden. Reserves en voorzieningen moeten onderbouwd zijn. De doelstelling, de noodzakelijke omvang en de wijze (en omvang) van stortingen en beschikkingen moeten helder zijn. Als er teveel “potjes” ontstaan (en tot een te grote omvang), bestaat het gevaar dat er onnodig beslag wordt gelegd op gemeenschapsgelden.
2. Instellen nieuwe reserves en voorzieningen.
Als zich de noodzaak voordoet om een nieuwe reserve of voorziening in te stellen, gebeurt dit bij besluit van de gemeenteraad (reserves) respectievelijk college (voorzieningen).
3. Toevoeging en aanwending reserves.
In de begroting geven we een zo reëel mogelijk beeld van de toevoegingen en beschikkingen over de reserves in een bepaald jaar. Nieuwe toevoegingen en onttrekkingen gebeuren alleen via raadsbesluit en/of tussentijdse rapportages (in de huidige situatie: de Burap).
4. Toevoeging en aanwending voorzieningen.
Een voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting (of risico). De voeding van de voorzieningen vindt plaats via de exploitatie, maar de onttrekkingen geschieden rechtstreeks ten laste van de voorziening. Zoals eerder vermeld is het college het bevoegde orgaan als het gaat om besluiten ten aanzien van voorzieningen. Hierbij moet worden vermeld dat de raad wel over het bepalen van onderhoudsniveau’s gaat en daarnaast budgetrecht heeft.
5. Het reservebeleid dient regelmatig te worden geëvalueerd.
Dit moet in ieder geval gebeuren aan het begin van een nieuwe raadsperiode. Ook tussentijds kan hiertoe aanleiding bestaan (bijvoorbeeld door aanpassing van regelgeving). Bij de jaarlijkse begroting en in de jaarrekening wordt verder aandacht besteed aan het reservebeleid in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
2.5 Beleid reserves en voorzieningen gemeente Oirschot
In deze paragraaf wordt een nadere toelichting gegeven op het beleid van de gemeente Oirschot met betrekking tot reserves en voorzieningen. Onderstaand hebben we op basis van de huidige indeling het beleid (inclusief de voorstellen uit deze nota) van de gemeente Oirschot op het gebied van reserves en voorzieningen weergegeven.
A) Algemene reserves gemeente Oirschot
2. Reserve weerstandsvermogen en risicobeheersing:
B) Bestemmingsreserves gemeente Oirschot
De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de gemeenteraad een bepaalde bestemming is gegeven, om bepaalde doelen te kunnen realiseren. De raad kan de bestemming wijzigen. Stortingen in en onttrekkingen uit bestemmingsreserves vereisen altijd de goedkeuring van de raad. Uitgangspunt is dat we éénmalige lasten dekken door éénmalige middelen.
Daarnaast gebruiken we een bestemmingsreserve dekking kapitaallasten ter dekking van kapitaallasten van specifiek daarvoor aangewezen investeringen. Door het gebruik van een dekkingsreserve wordt de exploitatie ontzien: de kapitaallasten komen niet ten laste van de exploitatie, maar ten laste van de dekkingsreserve. Dat betekent dat de dekkingsreserve niet zonder financiële gevolgen voor de exploitatie vrij besteedbaar meer is. De dekkingsreserve moet de omvang hebben van de kapitaallasten en blijven bestaan voor de duur van de looptijd van de investeringen die gedekt worden met de dekkingsreserve.
2. Risicoreserve grondexploitatie:
C) Voorzieningen gemeente Oirschot
Voorzieningen worden ingesteld voor onvermijdelijke uitgaven. Voorzieningen zijn veelal gekoppeld aan voorzienbare en kwantificeerbare risico’s. Voor de algemene dienst bestaan deze uit verplichtingen (bijvoorbeeld wachtgeld) en groot onderhoud kapitaalgoederen op basis van onderhoudsplannen (bijvoorbeeld onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen).
Met betrekking tot voorzieningen handhaven we het huidige beleid.
2.6 Weerstandsvermogen/risicobeheersing
Risico’s en het beheersen van deze risico’s hebben een prominente plek in de Planning & control cyclus van de gemeente Oirschot. Daarom is in 2012 een beleidsnotitie gemaakt over hoe binnen de gemeente om te gaan met risicomanagement en de bepaling van het bijbehorende weerstandsvermogen.
Het beleid op het gebied van risicomanagement en weerstandsvermogen is opgenomen in de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vastgesteld op 18 december 2012. Op 21 oktober 2014 is bij de vaststelling van de “nota reserves en voorzieningen 2014” de ratio van het weerstandsvermogen bepaald op 1.4. Dat wil zeggen dat de omvang van de reserve om risico’s op te vangen (de reserve Weerstandsvermogen en risicobeheersing) wordt bepaald op 1,4 maal de omvang in euro’s van de in enig jaar bij begroting of jaarrekening geïdentificeerde risico’s. Ook bij deze nota handhaven we deze ratio.
Hierbij willen we vermelden dat Oirschot op basis van de begroting 2022 (zie tabel op blz. 19 van de Begroting 2022) een ratio heeft van 7,26 terwijl een ratio van >2 al de kwalificatie uitstekend heeft.
3. Uitkomsten actualisatie reserves en voorzieningen
In onderstaande tabel (tabel 4) wordt een overzicht gegeven van het verloop van de reserves en voorzieningen over de jaren 2021 tot en met 2026 (telkens per 31-12). Dit is de situatie vóór de mutaties die uit deze nota volgen.
N.B.: In deze tabel is nog geen rekening gehouden met mutaties in de Algemene reserve en de Reserve weerstandsvermogen en risicobeheersing als gevolg van de jaarrekening 2021.
3.1 Totaaloverzicht uitkomsten actualisatie reserves en voorzieningen
Uit de actualisatie van de reserves en voorzieningen volgt:
In bijlage 1 zijn de voorstellen per reserve/voorziening nader toegelicht.
In tabel 5 zijn de financiële consequenties van de voorstellen voor de Algemene reserve gespecificeerd:
In tabel 6 zijn de financiële consequenties van de voorstellen voor de overige reserves gespecificeerd:
In tabel 7 is het vrij besteedbaar deel van de Algemene reserve ná de nota reserves en voorzieningen 2022 gespecificeerd:
BIJLAGE 1: BESCHRIJVING VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN EN VOORSTELLEN MET BETREKKING TOT HET TOEKOMSTIG GEBRUIK.
In deze bijlage beschrijven we de huidige reserves en voorzieningen en doen we voorstellen voor het toekomstig gebruik van de reserves en voorzieningen.
De genoemde saldi betreffen het werkelijke saldo per 31 december 2021 (laatst vastgestelde jaarrekening) en het verwachte saldo per 31 december 2026 o.b.v. de besluitvorming tot deze nota.
In het verwachte saldo per 31 december 2026 is rekening gehouden met de zogenaamde “beslagen” (verplichtingen), die nog op de reserves en voorzieningen rusten. Hierbij is rekening gehouden met:
a. Bestemmingsreserves Algemene Dienst
|
Deze reserve is bedoeld om tegenvallers binnen sociaal domein op te kunnen vangen en om transformatie te realiseren. |
|
|
Jaarlijks overschotten sociaal domein (tot maximum van 1 miljoen). |
|
|
|
b. bestemmingsreserves Grondexploitatie
Nieuw in te stellen bestemmingsreserves:
In deze nota stellen we voor de volgende nieuwe reserve in te stellen:
Zoals toegelicht in hoofdstuk 2.2 is een van de verschillen tussen reserves en voorzieningen het gegeven dat de raad het bevoegde orgaan is met betrekking tot de reserves en het college dit is met betrekking tot de voorzieningen. Dit is ook de reden dat we u als raad bij de voorzieningen geen voorstellen doen maar u informeren over het betreffende besluit van het college.
a. Voorzieningen Algemene dienst
b. Voorzieningen Grondexploitatie
Op dit moment zijn er geen voorzieningen binnen de grondexploitatie
Bijlage 2: Gevolgen mutaties nota reserves en voorzieningen 2022 voor begroting 2022
In onderstaande tabel (tabel 8) zijn de voorgestelde mutaties in de reserves verwerkt en zijn de aangepaste saldo’s per 31-12-2022 vermeld (uitgangspunt in dit overzicht zijn de saldi van de reserves en voorzieningen per 31-12-2021 volgens de jaarrekening 2021). De mutaties uit onderstaande tabel worden in een begrotingswijziging 2022 verwerkt (onderdeel besluitvorming bij behandeling nota). De mutaties hebben geen gevolgen voor de exploitatiebegroting 2022.
Zoals uit onderstaande tabel (tabel 8) blijkt lopen de reserves terug van € 40.188.597 per 31-12-2021 naar € 31.329.938 per 31-12-2022. We kunnen ons voorstellen dat het forse verschil vragen oproept en lichten dit daarom toe. De teruggang is het gevolg van concrete besluitvorming over de reserves tot op heden. Bij diverse reserves zijn besluiten genomen tot inzet voor concrete doeleinden. Voor zover de uitgaven hiervan nog niet hebben plaatsgevonden per 31-12-2021 gaan we er in deze tabel van uit dat de beschikbaar gestelde bedragen per 31-12-2022 in zijn geheel zijn uitgegeven.
We lichten de reserves waar dit me name speelt toe met tussen haakjes vermelding van de grootste (in euro’s) posten die in 2022 nog ten laste van deze reserve komen:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-372022.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.