Overwegingen ten aanzien van het besluit
Onderwerp:
Verkeersbesluit voor het intrekken van de aanwijzing van een kenteken gebonden gehandicaptenparkeerplaats aan Noorder Koeslag 62 te Wijhe.
Aanleiding:
Bij de gemeente is een aanvraag ingediend tot het instellen van een kenteken gebonden gehandicaptenparkeerplaats. De gehandicaptenparkeerplaats die nu is aangewezen voor dit kenteken komt daarmee te vervallen.
Overwegende dat:
- De genoemde parkeervakken zijn gelegen binnen de grenzen van de gemeente Olst-Wijhe en in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Olst-Wijhe;
- Na afweging gekozen is voor het intrekken van een kenteken gebonden gehandicaptenparkeerplaats aan Noorder Koeslag 62 te Wijhe.;
- Overeenkomstig artikel 24 van het BABW heeft overleg plaatsgevonden met de gemandateerde verkeersadviseur van de politie in de eenheid Oost-Nederland.’
- het dan ook noodzakelijk is om, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:19 van de Awb, dit verkeersbesluit met zaaknummer: 2177-2023, betreffende aanwijzen van één openbare parkeerplaats als gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan Noorder Koeslag 62 te Wijhe., in te trekken;
Wettelijk kader:
Artikel 2, eerste lid, onder a. van de Wegenverkeerswet 1994, bevat de verkeersbelangen die minimaal afgewogen dienen te worden bij een verkeerbesluit.
In artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, is bepaald dat voor de plaatsing en verwijdering van bepaalde verkeerstekens en onderborden een verkeersbesluit is vereist.
In artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is bepaald welk bestuursorgaan bevoegd is een verkeersbesluit te nemen.
Artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer geeft aan voor welke verkeerstekens het plaatsen en verwijderden een verkeersbesluit is vereist.