Beleidsregel Bibob Boxtel 2024

 

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders bij besluit van 16 juli 2024.

 

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Boxtel;

 

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

overwegende dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester discretionaire bevoegdheden geeft;

 

gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten:

 

vast te stellen de Beleidsregel Bibob Boxtel 2024

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De definities in paragraaf 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;

    • c.

      Landelijk Bureau Bibob (verder LBB): het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet.

    • d.

      Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

    • e.

      Waar in deze beleidsregel “de gemeente” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

    • f.

      De gemeente: de gemeente Boxtel

    • g.

      Milieubelastende activiteit: zoals bedoeld in artikel 2.5 Besluit Activiteit Leefomgeving.

Hoofdstuk 2 - Alcoholwet- en exploitatievergunningen

Artikel 2.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning

Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij elke aanvraag voor een:

  • a.

    Alcoholwetvergunning;

  • b.

    exploitatievergunning voor een openbare inrichting;

  • c.

    exploitatievergunning voor een speelautomatenhal;

  • d.

    exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf;

  • e.

    vergunning huisvesting arbeidsmigranten

  • f.

    ‘Exploitatievergunning voor een evenement in het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2:2.1 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor zover het organiseren van evenementen voor vechtsportgala’s met betrekking tot vecht- dan wel zelfverdedigingsporten, zoals onder andere free fight (het vrije gevecht), MMA (Mixed Martial Arts), cage fight (kooigevecht), kickboksen en Muay Thai (Thaiboksen) in al hun varianten. Voor andere evenementen blijft de toepassing van de Bibob-toets beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementenvergunningen.’

Artikel 2.2 Uitzonderingen

  • 1.

    Wanneer een Alcoholwet exploitatievergunning wordt aangevraagd door een slijtersbedrijf of een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, vindt er in principe geen Bibob-onderzoek plaats.

  • 2.

    Bij het bijschrijven van leidinggevenden op het aanhangsel (art. 30 a Alcoholwet) vindt er in principe geen Bibob-onderzoek plaats.

Hoofdstuk 3 - Omgevingsactiviteit Bouw

Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit

Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5.1 lid 2 onder a Omgevingswet, mits daar aanleiding voor bestaat zoals benoemd in Hoofdstuk 8.

A. Risico-categorieën

Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 50.000,- (exclusief btw) én waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën zoals aangegeven in bijlage 1 van deze Beleidsregel.

B. Risicogebied

Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 50.000,- (excl. btw) en waarbij het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied zoals bepaald in bijlage 2 van deze Beleidsregel.

Artikel 3.2 Uitzonderingen

Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1 zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie;

  • c.

    een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is

  • toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet;

  • d.

    (rechts-) personen die bouwactiviteiten namens of in opdracht van een toegelaten woningcorporatie verrichten én worden gefinancierd uit de eigen middelen van de toegelaten woningcorporatie.

Hoofdstuk 4 Omgevingsactiviteit Milieu

Artikel 4.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een milieubelastende activiteit (MBA)

Uitvoering van het Bibob-onderzoek vindt plaats bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit (artikel 5.1 lid 2 onder b Omgevingswet) waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën genoemd in bijlage 1.

Artikel 4.2 Uitzonderingen

Bij een aanvraag of een reeds verleende omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit (artikelen 5.1 Omgevingswet) zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie.

Hoofdstuk 5 - Bibob-onderzoek bij reeds verleende vergunningen

Artikel 5.1 Bibob-onderzoek bij verleende vergunningen

De Wet Bibob zal worden toegepast bij alle verleende vergunningen waarop deze Beleidsregel van toepassing is, indien:

  • a.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

  • b.

    er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in artikel 11 van de Wet;

  • c.

    er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze Wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

  • d.

    er sprake is van een melding als bedoeld in artikel 5.37 van de Omgevingswet (wijziging tenaamstelling) en de activiteit(en) waar deze vergunning op ziet in bijlage 1 zijn aangewezen als een risicocategorie en/of vallen binnen een aangewezen risicogebied.

Artikel 5.2  

De gemeente kan een eigen onderzoek starten bij een verleende vergunning indien de verstrekte vergunning betrekking heeft op een activiteit en/of gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente Boxtel na de verstrekking van de vergunning, in bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en/of valt binnen een aangewezen risicogebied.

Hoofdstuk 6 - Toepassingsbereik bij subsidies

Artikel 6.1 Bibob-onderzoek bij subsidies

De gemeente kan een onderzoek verrichten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening.

Artikel 6.2  

De gemeente zal een eigen onderzoek starten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds vastgestelde of verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening, indien:

  • a.

    uit ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe geeft;

  • b.

    er een tip van het Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet is ontvangen;

  • c.

    er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

Hoofdstuk 7 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 7.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente kan de wet toepassen bij vastgoedtransacties, als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Wet, waarbij de gemeente partij is. Bij de start van de onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij schriftelijk in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

  • 2.

    In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot het niet sluiten, ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

  • 3.

    De gemeente zal een Bibob-onderzoek starten indien:

    • a.

      het vastgoedobject gebruikt wordt of gebruikt gaat worden voor één of meerdere activiteiten die genoemd zijn in bijlage 1 van deze beleidsregel en/of het object gesitueerd is in een in bijlage 2 bij deze beleidsregel genoemd risicogebied;

    • b.

      het een beeldbepalend en/of monumentaal vastgoedobject betreft, zoals vastgesteld in de gemeente Boxtel;

    • c.

      wanneer in de toekomst een aanvraag voor een beschikking zoals genoemd in deze beleidsregel nodig is;

Artikel 7.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De gemeente kan de wet toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel een zorgovereenkomst vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, conform inkoop- en aanbestedingsbeleid van de Gemeente Boxtel.

  • 2.

    In (aanbestedings-) documenten wordt opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een Bibob- onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet. Dit onderzoek kan zich ook richten op eventuele onderaannemers.

  • 3.

    In de uiteindelijke overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot uitsluiting van de inschrijvende partij indien zich een van de situaties zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet zich voordoet dan wel een situatie zoals bedoeld in artikel 9.3 van deze beleidsregel.

  • 4.

    De gemeente zal een eigen onderzoek starten indien de activiteit(en) waarop de overheidsopdracht ziet genoemd zijn in bijlage 1 van deze beleidsregel en/ of de opdracht wordt uitgevoerd in een aangewezen risicogebied.

Hoofdstuk 8 Algemene uitzonderingen

 

In dit beleid staan een aantal gevallen genoemd waarin de gemeente de Wet kan toepassen dan wel in beginsel geen Bibob-onderzoek zal verrichten. Echter, kan de gemeente toch overgaan tot het starten van een Bibob-onderzoek indien:

  • a.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of er is aanvullende informatie vanuit het Bibob-register.

  • b.

    er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in art. 11 van de Wet;

  • c.

    er door de Officier van Justitie gebruik wordt gemaakt van zijn tipfunctie bedoeld in art. 26 van de Wet.

  • d.

    er door een bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van de Wet, gebruik wordt gemaakt van zijn tipfunctie bedoeld in art. 26 van de Wet.

Hoofdstuk 9 Weigeren volledig invullen Bibob-vragenformulieren

Artikel 9.1  

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren (en/of de gevraagde documenten aan te leveren) volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden toegepast. Bij weigering kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb;

Artikel 9.2  

Bij verleende beschikkingen zal een weigering op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet. De verstrekte beschikking kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 9.3.  

Bij een weigering om de formulieren (dan wel de gevraagde documenten) in te vullen dan wel onvolledig in te vullen en te retourneren of een weigering om aanvullende gegevens te verstrekken zal dit leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst of het niet gunnen van de overheidsopdracht.

Hoofdstuk 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 10.1: Intrekken oude beleidsregel

De beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Beleidsregel Bibob Boxtel 2019, vastgesteld op 04-07-2019, wordt ingetrokken.

Artikel 10.2: Invoeringsdatum

Deze beleidsregel is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 16-07-2024 en treedt in werking op 1 september 2024.

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Bibob Boxtel 2024”. 

Aldus vastgesteld op 16-07-2024 ,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Secretaris

V.C. Fijneman

Burgemeester

R.S. van Meygaarden

Aldus vastgesteld op 20-08-2024,

De burgemeester

R.S. van Meygaarden

Bijlage 1 risicocategorieën

Risicocategorieën waarbij de gemeente Boxtel de Wet kan toepassen:

• Afvalbewerkings, -recycling en –verwerkingsbedrijven

• Autodemontagebedrijven

• Autohandel (verkoop en verhuur)

• Belwinkels

• Beauty-, wellness- en saunabedrijven

• Coffeeshops

• Darkrooms

• Energiemaatschappijen/ producenten (w.o. vergisters, windmolens etc.)

• Erotische massagesalons

• Escortbedrijven

• Gamecenters (artikel 30c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de kansspelen)

• Horecabedrijven (inrichtingen waar dranken worden geschonken)

• Hotels

• Huisvesting arbeidsmigranten

• Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers

• Inrichtingen voor:

o het bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van dierlijke of overige organische meststoffen

o het vervaardigen, bewerken, opslaan of overslaan van anorganische nitraathoudende meststoffen

• Import en exportbedrijven

• Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/ of logiespanden waarbij sprake is van vijf of meer kamers)

• Kappers / kapsalons

• Nagelstudio’s

• (niet geregistreerde) uitzendbureaus ten behoeve van arbeidsmigranten

• Ondernemingen die handelen in (beschermde) diersoorten

• Pensions

• PGB-bureaus

• Prostitutiebedrijven

• Recreatieparken en jachthavens

• Reïntegratiebedrijven en/ of activiteiten;

• Religieuze instellingen

• Scholen

• Shisha-lounges

• Sekswinkels en/of -bioscopen

• Sloopbedrijven

• Smartshops/ Headshops

• Speelautomatenhallen (artikel 30c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de kansspelen)

• Sportscholen, sporthallen en -complexen

• Tattooshops

• Transformatie kantoorpanden

• Transportondernemingen

• Vastgoedbedrijven

• Verkoop van rookwaren of spijzen voor directe consumptie (mogelijk vallend onder coffeeshops)

• Vuurwerkbranche

• Wellnesscentra/ zonnestudio’s

• Pandhuis en (goud)wisselkantoren

• Woon-/zorgkantoren waar bedrijfsmatig zorg wordt verleend als mede zorgbureaus en zorgaanbieders.

• Zonneparken

Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.

Naar boven