Nadere regels toewijzing woonwagens en standplaatsen gemeente Zevenaar

Het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar,

 

Gelet op artikel 9, lid 4 van de Huisvestingsverordening Zevenaar 2024

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    Vast te stellen: Nadere regels toewijzing woonwagens en standplaatsen gemeente Zevenaar

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze toewijzingsregels verstaan onder:

 

  • a.

    Aanverwantschap: relatie tussen u en de bloedverwanten van uw echtgenoot of geregistreerd partner. Voor een onderscheid in eerstegraads, tweedegraads enz. wordt de definitie van de Rijksoverheid gehanteerd (zie Externe link:https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/curatele-bewind-en-mentorschap/vraag-en-antwoord/wat-is-aanverwantschap).

  • b.

    Afstammelingsbeginsel: iemand valt onder de doelgroep woonwagenbewoners als diegene afstamt van (groot)ouders die ook al in een woonwagen wonen of woonden. Niet van belang is of een woonwagenbewoner tijdelijk in een reguliere woning heeft gewoond.

  • c.

    Bloedverwantschap: relatie tussen twee personen van wie de één van de ander afstamt of tussen twee personen die niet van elkaar afstammen, maar wel een gemeenschappelijke voorouder hebben. Voor een onderscheid in eerstegraads, tweedegraads enz. wordt de definitie van de Rijksoverheid gehanteerd (zie Externe link:https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/curatele-bewind-en-mentorschap/vraag-en-antwoord/bloedverwantschap)

  • d.

    Economische binding: er is sprake van economische binding als:

    • Een van de gezinsleden een contract heeft van minimaal een halve werkweek (18 uur), met de duur van minstens een jaar bij een bedrijf gevestigd in de gemeente Zevenaar;

    • Een van de gezinsleden een dagopleiding volgt van minimaal 18 uur per week aan een in de gemeente Zevenaar gevestigde instelling van onderwijs;

    • Een zelfstandig ondernemer kan aantonen dat hij of zij gevestigd is in de gemeente Zevenaar en in zijn of haar bestaan voorziet.

  • e.

    Hoofdbewoner: de persoon aan wie de standplaats toegewezen wordt.

  • f.

    Sociale binding: er is sprake van sociale binding als:

    • Een van de gezinsleden (eerstegraads bloed- en aanverwanten) op dit moment in de gemeente Zevenaar woont;

    • Een van de gezinsleden (eerstegraads bloed- en aanverwanten) in het verleden in de gemeente Zevenaar heeft gewoond.

  • g.

    Sociale huurwoning: woning met een kale huurprijs tot en met de sociale huurgrens (879,66 euro per maand, prijspeil 2024).

  • h.

    Spijtoptanten: voormalige woonwagenbewoners die momenteel in een (stenen) permanente of semipermanente woning wonen en de behoefte hebben in een woonwagen terug te keren.

  • i.

    Standplaats: kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente zijn of kunnen worden aangesloten.

  • j.

    Standplaatszoekende: huishouden dat in het toewijzingssysteem (wachtlijst) is ingeschreven en in aanmerking wenst te komen voor inneming van een standplaats (en eventuele woonwagen) op een woonwagenlocatie.

  • k.

    Woonduur in Zevenaar: het totale aantal jaren dat een persoon gedurende zijn of haar leven in de gemeente Zevenaar woonachtig is geweest, gemeten aan de hand van een uittreksel Basisregistratie Personen (BRP) met adreshistorie.

  • l.

    Woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

  • m.

    Woonwagenbewoners: mensen die zich van generatie op generatie als woonwagenbewoner hebben gemanifesteerd, of zij op dit moment daadwerkelijk in een woonwagen wonen is niet van belang. Hieronder vallen Roma, Sinti, ‘’reizigers’’, en rondreizende kermisexploitanten en circusartiesten.

  • n.

    Woonwagenlocatie: clustering van kavels die gekenmerkt zijn als standplaats ten behoeve van het plaatsen van een woonwagen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het toepassingsbereik geldt voor het hele grondgebied van de gemeente Zevenaar.

Artikel 3 Inschrijving

  • 1.

    Standplaats en woonwagenzoekenden kunnen zich inschrijven bij de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders houden een wachtlijst bij. De inschrijver dient de volgende zaken aan te geven:

    • a.

      Met welke personen hij of zij zich gezamenlijk inschrijft voor één standplaats (beschrijving van zijn of haar huishouden);

    • b.

      Of er sprake is van bloed- of aanverwantschap in relatie tot bewoners van een woonwagenlocatie. Als hier sprake van is dient de inschrijver aan te geven welke locatie het betreft en dient aangetoond te worden van welk type bloed- of aanverwantschap sprake is;

    • c.

      Of er sprake is van bloed- of aanverwantschap in relatie tot andere ingeschrevenen;

    • d.

      Of hij of zij op dit moment op een standplaats of in een sociale huurwoning woonachtig is in de gemeente Zevenaar;

    • e.

      Of hij of zij economische of sociale binding heeft met de gemeente en op welke manier hier sprake van is.

    • f.

      Voor welke woonwagenlocatie hij of zij een voorkeur heeft.

    • g.

      Of hij of zij voorkeur heeft voor de huur van alleen een standplaats of een voorkeur heeft voor de huur van een standplaats inclusief woonwagen.

  • 2.

    Door de inschrijver moet een geldig identiteitsbewijs getoond worden.

    • a.

      Indien lid 1 onderdeel e. van toepassing is en de belangstellende op dit moment buiten de gemeente Zevenaar woonachtig is, dient hij of zij een uittreksel BRP met adreshistorie te overhandigen aan de gemeente Zevenaar.

    • b.

      Inschrijving is mogelijk vanaf 18 jaar.

Artikel 4 Aanbieding

Als een standplaats of woonwagen beschikbaar is zal de standplaats en/of woonwagenzoekende die volgens het artikel 6 geldende volgordebepaling als eerste in aanmerking komt op de hoogte gesteld worden door burgemeester en wethouders en als eerste de gelegenheid krijgen op de aanbieding in te gaan. Bij afwijzing van de aanbieding door een standplaatszoekende bekijken burgemeester en wethouders welke standplaatszoekende de volgende is volgens de in artikel 6 bepaalde volgordebepaling.

Artikel 5 Toewijzing

Bij de toewijzing van een woonwagen en/of standplaats is het afstammingsbeginsel leidend. Iedereen kan zich als belangstellende voor een woonwagen en/of standplaats inschrijven. Het toewijzingssysteem is echter zo ingedeeld dat ‘echte’ woonwagenbewoners voorrang krijgen. Inhoudende dat zij moeten kunnen aantonen van generatie op generatie in een woonwagen te hebben gewoond én de woonwagencultuur zelf intensief hebben beleefd. Dus ouders en/of grootouders hebben ook op een woonwagenlocatie gewoond. De gemeente kan dit toetsen aan de hand van de BRP.

 

Voor de toewijzing van een standplaats komen in aanmerking:

 

  • a.

    Personen die meerderjarig zijn en de Nederlandse nationaliteit bezitten of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander worden behandeld, dan wel vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf in Nederland hebben als bedoeld in artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000 en;

  • b.

    die tijdig hebben gereageerd op de aanbieding als bedoeld in artikel 4, en de in artikel 3 gevraagde gegevens hebben verstrekt.

Artikel 6 Volgorde bij toewijzing van een woonwagen met standplaats

Toewijzing vindt plaats aan de hand van de volgende voorrangsregels en volgorde:

 

  • a.

    Eerste- of tweede bloeds- en aanverwanten van de huidige bewoners op de betreffende locatie die sinds hun geboorte als kind altijd op deze locatie hebben gewoond.

  • b.

    Eerste-, tweede-, en derdegraads bloed- en aanverwanten van de huidige bewoners op de betreffende locatie, die ten tijde van het beschikbaar komen van de standplaats en/of woonwagen al tenminste twee jaar op de betreffende woonwagenlocatie als inwonende verblijven en daar tenminste twee jaar ingeschreven staan in de gemeentelijke basisregistratie.

  • c.

    Eerste-, tweede-, en derdegraads bloed- en aanverwanten van de huidige bewoners op de betreffende locatie, die ten tijde van het beschikbaar komen van de standplaats en/of woonwagen niet meer op de betreffende woonwagenlocatie verblijven, echter daar in het verleden wel gewoond hebben.

  • d.

    Eerste-, tweede-, en derdegraads bloed- en aanverwanten van de huidige bewoners op de betreffende woonwagenlocatie, die op dit moment op een andere woonwagenlocatie in de gemeente woonachtig zijn.

  • e.

    Overige eerste-, tweede-, en derdegraads bloed- en aanverwanten van de bewoners op de betreffende woonwagenlocatie;

  • f.

    Woonwagenbewoners of spijtoptanten zonder bloed- of aanverwantschap tot en met de derde graad die een standplaats of sociale huurwoning in de gemeente Zevenaar achterlaten.

  • g.

    Overige woonwagenbewoners of spijtoptanten die aan kunnen tonen een sociale- of economische binding te hebben met de gemeente Zevenaar.

  • h.

    Alle overige woonwagenbewoners of spijtoptanten.

  • i.

    Voor al bovenstaande bepalingen geldt als blijkt dat er sprake is van gelijke geschiktheid, de standplaatszoekende met de langste woonduur in Zevenaar voorrang zal krijgen. Als er dan nog sprake is van gelijke geschiktheid zal er (notariële) loting plaatsvinden.

  • j.

    Bij het ontwikkelen van nieuwe woonwagenlocaties kan de eerste toewijzing niet plaatsvinden op basis van de bepalingen onder lid b t/m e. In dit geval zal de volgorde bepaald worden aan de hand van de toewijzingscriteria genoemd onder a en f t/m h. Bij a betekent dit dat eerste- of tweede bloeds- en aanverwanten die die sinds hun geboorte altijd op een woonwagenlocatie in Zevenaar hebben gewoond, als eerste voorrang krijgen.

  • k.

    Als er meerdere standplaatsen met woonwagens op één locatie tegelijkertijd beschikbaar zijn, zal de zoekende die als eerste in aanmerking komt als eerste de gelegenheid krijgen om te kiezen. Bij gelijke geschiktheid zal de woonduur in Zevenaar doorslaggevend zijn. Als er dan nog sprake is van gelijke geschiktheid zal er (notariële) loting plaatsvinden.

  • l.

    Voordat definitief tot een toewijzing van een standplaats of woonwagen overgegaan wordt, zal altijd in overleg getreden worden met de huidige bewoners van de betreffende woonwagenlocatie. De sociaal-maatschappelijke verhoudingen op de betreffende woonwagenlocatie kunnen aanleiding zijn om af te wijken van de in artikel 6 en 7 beschreven volgorde.

  • m.

    Het college van burgemeester en wethouders besluit aan de hand van de plaats op de wachtlijst én het overleg aan wie een standplaats wordt aangeboden.

  • n.

    Op het moment dat een standplaats vrijkomt, geldt de volgorde die dan uit de wachtlijst op te maken valt. Dat betekent dat diegene die zich inschrijft nádat de standplaats vrijkomt geen kans maakt.

Artikel 7 Volgorde bij toewijzing van een standplaats zonder woonwagen

  • a.

    Bij het vrijkomen van een standplaats op een bestaande woonwagenlocatie zonder woonwagen vindt toewijzing plaats op basis van artikel 6 lid a t/m h.

  • b.

    Bij het ontwikkelen van nieuwe woonwagenlocaties kan de eerste toewijzing van een standplaats zonder woonwagen niet plaatsvinden op basis van de bepalingen onder lid b t/m e. In dit geval zal de volgorde bepaald worden aan de hand van de toewijzingscriteria genoemd onder a en f t/m h.

  • c.

    Als er meerdere standplaatsen op één locatie tegelijkertijd beschikbaar zijn, zal de standplaatszoekende die als eerste in aanmerking komt als eerste de gelegenheid krijgen om te kiezen. Bij gelijke geschiktheid zal de woonduur in Zevenaar doorslaggevend zijn. Als er dan nog sprake is van gelijke geschiktheid zal er (notariële) loting plaatsvinden.

Artikel 8 Afzien van toewijzing

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van deze beleidsregel in verband met sociaal-maatschappelijke verhoudingen op de desbetreffende woonwagenlocatie besluiten om de vrijgekomen standplaats niet toe te wijzen. Burgemeester en wethouders kunnen op een later moment besluiten toch over te gaan op toewijzing van de standplaats, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe geschikte standplaatszoekende zich inschrijft.

Artikel 9 Contract

  • a.

    Het huurcontract voor de standplaats zal aangeboden worden door de verhurende partij aan de door de gemeente voorgedragen standplaatszoekende.

  • De standplaatszoekende dient binnen 6 weken in te gaan op de aanbieding, als de kandidaat het huurcontract niet binnen deze gestelde termijn ondertekent, zal de toewijzing komen te vervallen en zal er toegewezen worden aan de eerstvolgende kandidaat.

  • b.

    Het huurcontract zal pas aangeboden worden door de verhurende partij, nadat een inkomenstoets heeft plaatsgevonden en de standplaatszoekende in aanmerking komt volgens het systeem van passend toewijzen. Als blijkt dat de standplaatszoekende niet in aanmerking komt, kan de verhuurder besluiten niet tot verhuur over te gaan en zal er toegewezen worden aan de eerstvolgende kandidaat.

  • c.

    De hoofdbewoner dient ook daadwerkelijk zijn hoofdverblijf te hebben op de betreffende standplaats.

  • d.

    Het huurcontract wordt door de verhurende partij aangeboden, als voldaan is aan de in artikel 9 gestelde eisen.

Artikel 10 Te overleggen gegevens aan de verhurende partij

Bij het aanbieden van een huurstandplaats en/of huurwoonwagen dient men de volgende gegevens te overhandigen aan de verhuurder:

 

  • a.

    Kopie geldig identiteitsbewijs;

  • b.

    Uittreksel basisregistratie personen inclusief woonhistorie (BRP);

  • c.

    Recente inkomstenverklaring van de belastingdienst (IB60);

  • d.

    Afschrift van een recente salarisstrook of een afschrift van een bewijs van uitkering.

  • e.

    Indien van toepassing, een positieve verhuurdersverklaring.

Artikel 11 Verkoopregels woonwagens en standplaatsen

De verkoop van de standplaats en woonwagens gaat net zoals bij eigendom. Overdracht gaat volgens dezelfde regels als bij andere onroerende goederen. Als er sprake is van vrijkomende koopstandplaatsen of woonwagens is het aan de eigenaar van de standplaats zelf om dit te organiseren. Een huisvestingsverordening is hierop dus niet van toepassing. De standplaats is immers eigendom van de huidige bewoner en hij /zij kan in de basis zelf bepalen aan wie men de standplaats wil verkopen.

 

Echter, als gemeente vinden we het belangrijk dat standplaatsen en woonwagens bij verhuur én verkoop opnieuw aan een woonwagenbewoner worden toegewezen, juist vanwege de schaarste aan deze woonvorm en de complexiteit bij de aanleg van nieuwe standplaatsen.

 

Bij verkoop van standplaatsen of woonwagens wordt altijd een voorwaarden (kettingbeding) opgenomen met daarin de bepaling dat de standplaats of woonwagens bij mutatie wordt verkocht aan iemand die voldoet aan het afstammingsbeginsel of wordt verkocht aan een toegelaten instelling (woningcorporatie).

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking de dag na datum van bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels toewijzing woonwagens en standplaatsen gemeente Zevenaar”.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting bij artikel 3 Inschrijving

Vóór 2024 hanteerde gemeente Zevenaar geen aparte wachtlijst voor standplaatsen en ook in Entree wordt geen aparte lijst bijgehouden van mensen die op zoek zijn naar een standplaats en/of woonwagen. Ook de woningcorporaties houden geen lijst bij. Na het vaststellen van dit woonwagenbeleid wordt er gestart met het bijhouden van een wachtlijst. Gemeente zal dit uitbesteden aan een externe partij met expertise in het beheren van de wachtlijst en het toewijzen van woonwagens en standplaatsen. Belangstellenden kunnen zich inschrijven via het inschrijfformulier dat te downloaden is op de website van de gemeente Zevenaar, www.zevenaar.nl.

De inschrijfduur die geldt voor sociale huurwoningen die worden aangeboden via het regionale woonruimte verdeelsysteem Entree is in de gemeente Zevenaar niet van toepassing voor standplaatsen en woonwagens. Dit is omdat het toewijzingssysteem anders is. De toewijzingsregels voor woonwagens en standplaatsen zijn gericht op de familiesystematiek en niet op de duur van de inschrijftijd.

 

Toelichting

 

Inleiding

Bij het tot stand komen van dit woonwagen- en standplaatsenbeleid zijn de hoofdlijnen van het landelijk beleidskader ‘Gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid 2018’ aangehouden (hierna Woonwagenbeleid BZK 2018). Het document geeft regels voor een standplaatsenbeleid en rijkt kaders aan die in lijn zijn met het mensenrechtelijk kader voor de culturele identiteit van Roma, Sinti en woonwagenbewoners. Deze is tot stand gekomen in samenspraak met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), Aedes en vertegenwoordigers van Roma, Sinti en woonwagenbewoners. De kern van het Woonwagenbeleid BZK 2018 is dat woonwagenbewoners het recht hebben om in een woonwagen te leven én gemeenten moeten dat mogelijk maken. Hiermee omarmt de Rijksoverheid de visie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman. De ontwikkeling van het aantal standplaatsen wordt door de minister gemonitord. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in mei 2021 een speciale Wegwijzer woonwagenbeleid uitgebracht.

 

Een vaak opgeworpen stelling is dat hiermee een zeer kleine groep (woonwagenbewoners) een voorkeursbehandeling zou krijgen ten opzichte van andere inwoners (niet woonwagenbewoners) gaat niet op. Woonwagenstandplaatsen zijn bestemd voor een specifieke doelgroep waarbij wonen in familieverband één van de kenmerken is. Die huisvesting is uiterst schaars. In het woonbehoefte onderzoek dat de gemeente Zevenaar in 2019 uitvoerde gaven sommige woonwagenbewoners aan al langer dan 25 jaar bij de woningcorporaties te zijn ingeschreven, op zoek naar een woonwagen. Door schaarste aan standplaatsen en een lage mutatiegraad, komen locaties maar zelden vrij en zijn de wachttijden zeer lang. Vanuit dat oogpunt betreft het ongelijke gevallen die, volgens, in overeenstemming met Beleidskader 2018, ongelijk behandeld moeten worden.

 

Woonbehoefte-onderzoek

Aan de hand van ‘keukentafelgesprekken’ is in 2019 onderzoek gedaan naar de behoefte aan woonwagens en standplaatsen in de gemeente Zevenaar. Hieruit is gebleken dat er onvoldoende standplaatsen en woonwagens zijn. Ook was er geen zicht op wachtlijsten. Burgemeester en wethouders willen de adviezen uit dit onderzoek opvolgen en overgaan tot uitbreiding van het huidige aantal standplaatsen en inzicht geven in de wachtlijst. Op 2 mei 2023 stelde zij hiervoor het projectplan Woonwagenstandplaatsen Zevenaar vast. Daarnaast wordt ook in de Woonzorgvisie Zevenaar 2024-2028 en de bijbehorende uitvoeringsagenda zaken vastgelegd over het woonwagenbeleid en woonwagenstandplaatsen. Echter, voordat er uitbreiding van het aantal standplaatsen plaats kan vinden dient eerst het woonwagenbeleid vastgesteld te worden.

 

Standplaatsen

Woonwagens

Eigendom van:

Totaal

Bewoner

Corporatie

Gemeente

Bewoner

Corporatie

Gemeente

Behoefte

  • 1)

    Oude Steeg, Zevenaar

3

-

-

3

3

-

-

1-3

  • 2)

    Reisenakker, Zevenaar

4

-

4

-

4

-

-

10

  • 3)

    Engeveldweg, Zevenaar

2

-

-

2

1

1

-

2

  • 4)

    Handelstraat, Lobith

8

8

-

-

8

-

-

2-4

  • 5)

    Ganzepoelweg, Angerlo

1

-

-

1

1

-

-

2

Totaal

18

8

4

6

17

1

17-21

Percentage

100%

44%

22%

33%

94%

6%

 

Fig. 1 Bovenstaande tabel is een overzicht van de bestaande situatie en de uitbreidingsbehoefte in 2019 per woonwagenkamp in Zevenaar.

 

In Zevenaar zijn 5 woonwagenkampen. In 2024 is er 1 sociale huurwoonwagen, de andere woonwagens zijn in bezit van de bewoners. Alleen in Lobith zijn zowel de woonwagens als de standplaatsen in bezit van de woonwagenbewoners. Woningcorporatie Baston verhuurt 4 standplaatsen. De overige 6 standplaatsen worden verhuurd door de gemeente.

 

In 2019 is er uitbreidingsbehoefte van 17 tot 21 standplaatsen en woonwagens. Het overgrote deel van de standplaatszoekende geeft aan in aanmerking te willen komen voor een standplaats met een woonwagen onder de sociale huurgrens. Op het moment van onderzoek zijn 2 woonwagenbewoners die enkel behoefte hebben aan een standplaats.

 

Participatie: in samenwerking met de klankbordgroep woonwagenbewoners Zevenaar

Vanwege het belang om de woonwagenbewoners bij dit beleid te betrekken is een klankbordgroep van woonwagenbewoners Zevenaar opgericht. Deelnemers waren al betrokken bij het eerdere woonbehoefteonderzoek van 2019. Er zijn verschillende gespreksrondes georganiseerd waar steeds gemiddeld zes woonwagenbewoners bij aanwezig waren. Zij hebben met dit woonwagenbeleid meegedacht en meer inzicht gegeven in de lokale wooncultuur en behoefte van de woonwagenbewoners. Belangrijk om te vermelden is dat zij zich jarenlang ongehoord voelden, mede hierdoor is het vertrouwen in de gemeente (en woningbouwcorporatie) niet groot. Maar, vanuit de gedachte dat er meer woonwagens en standplaatsen gaan komen hebben zij constructief deelgenomen aan deze overleggen.

 

Gemeente heeft de klankbordgroep gevraagd om mee te denken over het toewijzingsbeleid en over de kaders van mogelijk een nieuw woonwagenkamp. De klankbordgroep kan zich vinden in het toewijzingsbeleid die de woonwagenbewoners voorrang op een standplaats en woonwagen geeft en ook toeziet op het wonen in familieverband. Daarmee is een belangrijke stap gezet, namelijk het creëren van draagvlak onder de woonwagenbewoners.

 

Wat betreft indeling van het woonwagenkamp, aan de woonwagen zelf of de locatie stellen zij weinig voorwaarden. Belangrijker is dat er meer standplaatsen en woonwagens komen.

 

Voorkeuren woonwagenbewoners:

  • Het wonen met familie op het woonwagenkamp is het allerbelangrijkst.

  • De voorkeuren van een locatie van een woonwagenkamp zijn divers, maar wordt ook minder belangrijk gevonden. Dat er daadwerkelijk een locatie bijkomt is belangrijker.

  • De gewenste opstelling van een nieuw woonwagenkamp is afhankelijk van de nieuwe bewoners, of zij familie van elkaar zijn of niet.

  • Er moet parkeerruimte zijn bij de woonwagen voor minimaal 2 auto’s.

  • Erfafscheiding is prettig wanneer men met woonwagenbewoners op het kamp woont die geen familie zijn.

  • De woonwagenkampen zijn niet zo groot, een ontmoetingsplek of speeltuintje is niet nodig. Kinderen spelen net zo lief in de buurt.

  • Een woonwagen moet voorzien zijn van in ieder geval 3 slaapkamers.

  • Bij de woonwagen moet een berging zijn, met in ieder geval een aansluiting voor een toilet.

  • Het groen op het woonerf onderhouden zij zelf, gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van het openbaar groen en straatwerk.

  • Gemeente moet er in het beleid rekening mee houden dat niet alle woonwagenfamilies goed met elkaar kunnen samenwonen op 1 woonwagenkamp.

  • Gemeente en woningcorporatie moeten duidelijke afspraken maken over wie waarvoor verantwoordelijk is, nu wordt men nog vaak van het kastje naar de muur gestuurd.

Aansluitend gelden de volgende uitgangspunten:

 

Algemeen

 

  • Het uitgangspunt is dat voor bewoners die in een woonwagen wonen dezelfde rechten, maar ook dezelfde plichten gelden als voor iedere andere inwoner van de gemeente Zevenaar.

  • Gemeente Zevenaar houdt rekening met het recht van woonwagenbewoners om volgens hun culturele identiteit te wonen. Hierbij staat het wonen in familieverband centraal.

  • De gemeente heeft in beeld wat de behoefte is aan het aantal standplaatsen en woonwagens binnen de gemeente Zevenaar.

Locatie

 

  • Het afbouwen van standplaatsen is niet toegestaan tenzij hier zwaarwegende redenen voor zijn.

  • Bij de planvorming rond de aanleg van nieuwe standplaatsen wordt door de gemeente de klankbordgroep betrokken.

  • Bij de planvorming rond de aanleg van nieuwe standplaatsen wordt door de gemeente ook de omwonenden in de buurt betrokken in de directe omgeving van de beoogde locatie.

  • Er vinden geen bedrijfsmatige activiteiten plaats op de woonwagenlocatie met uitzondering van, onder voorbehoud van datgene wat in het omgevingsplan is toegestaan en waar uitdrukkelijk toestemming voor is gegeven.

  • Bij uitbreiding van standplaatsen op een bestaande locatie is de impact kleiner dan bij het creëren van een geheel nieuw woonwagenkamp. Wanneer er meer standplaatsen in de gemeente worden toegevoegd zal er dan ook altijd eerst worden gekeken naar de mogelijkheid om deze op de bestaande locaties toe te voegen (locatie-uitbreiding). In acht nemende dat het leven in familieverband centraal staat. Uitbreiding op bestaande kampen is daarmee bijna alleen mogelijk voor de familieleden van de bewoners van het woonwagenkamp.

  • Selectie van kansrijke locaties voor een nieuw woonwagenkamp, gebeurt niet anders dan bij andere bouwplannen, waarbij een goede ruimtelijke ordening randvoorwaardelijk is.

Leefbaarheid

Met leefbaarheid is het doel dat een woonwagenkamp schoon, heel, veilig, legaal is én ook blijft. Hieronder wordt verstaan:

  • Schoon – de locatie(s) hebben een netjes en verzorgd aangezicht.

  • Heel – kwalitatief goede huisvesting voor de doelgroep die op de woonwagenlocatie woont en wil wonen.

  • Veilig – een prettige leefomgeving waar men zich veilig voelt en die toegankelijk is, ook voor hulpdiensten > tweezijdige ontsluiting.

  • Legaal – alle woonwagens en opstallen zijn voorzien van de benodigde vergunningen.

De gemeente Zevenaar is verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte en naleving van regelgeving op de woonwagenlocatie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over:

  • Het onderhoud van de wegen, trottoirs, openbare groenvoorzieningen, straatverlichting.

  • Ophalen van huisvuil.

  • Bereikbaarheid van de hulpdiensten.

  • Handhaving bij verstoring van de openbare orde.

Algemene toelichting

Dit woonwagenbeleid is opgesteld om te zorgen voor een eerlijke en transparante verdeling van de huurwoonwagens en standplaatsen waarbij de aanbevelingen in het landelijke beleidskader over het gemeentelijke woonwagen- en standplaatsenbeleid leidraad zijn. Hierdoor wordt zorggedragen dat het gemeentelijke beleid aansluit bij het mensrechtelijke kader voor deze doelgroep.

 

Rolverdeling gemeente versus woningcorporatie

Het huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Dat staat in het beleidskader voor gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid dat bij het ministerie van Binnenlandse Zaken op 12 juli 2018 publiceerde. De gemeente is verantwoordelijk voor het lokale woonbeleid, neergelegd in de Woonzorgvisie 2024-2028. Het daadwerkelijk realiseren en exploiteren van (sociale) woonruimten is geen kerntaak van gemeenten. De gemeente is natuurlijk wel verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordeningskant van het standplaatsenbeleid. Via het toekomstige omgevingsplan wordt vastgelegd waar de kavels voor standplaatsen liggen en hoeveel dat er zijn. Ook is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte en voor handhaving van bijvoorbeeld bouwvoorschriften en brandveiligheid.

 

Woonwagenbewoners die een huishoudinkomen hebben tot aan de inkomensgrenzen, genoemd in artikel 48 van de Woningwet, behoren tot de doelgroep van woningcorporaties. Het ontwikkelen, verhuren en exploiteren van sociale huurwoonwagens behoort daarmee tot de kerntaak van de woningcorporaties. Bij ontwikkeling van dit beleid is er één sociale huurwoonwagen in Zevenaar, het woonbehoefteonderzoek concludeert dat in dit segment de grootste uitbreidingsbehoefte ligt. Gemeente en woningcorporaties zijn over uitbreiding van standplaatsen en woonwagens met elkaar in gesprek en hebben de intentie hier zo spoedig mogelijk afspraken over maken.

Naar boven