RAADSBESLUIT TOT VIERDE WIJZIGING VAN DE INTEGRALE VERORDENING SOCIAAL DOMEIN VEENENDAAL

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2024, nummer 2169431;

 

Overwegende dat

  • -

    de raad op 16 november 2023 het Integraal Beleidskader Sociaal Domein 2024-2027 “samen werken in verbinding” heeft vastgesteld;

  • -

    daarmee de richting en de maatschappelijke doelen voor het sociaal domein zijn bepaald, inclusief de omschrijving van relevante begrippen, waaronder die van “de menselijke maat”;

  • -

    tevens besloten is de minimaregelingen, opgenomen in paragraaf 4.5 van de Integrale verordening sociaal domein Veenendaal te wijzigen, conform scenario 1a, waarbij budgetten worden samengevoegd en budget niet vervalt bij einde van het pasjaar;

  • -

    aangegeven is dat bovenstaande besluit wordt verwerkt in de inleiding van de Integrale verordening sociaal domein Veenendaal en in paragraaf 4.5 van de Integrale verordening sociaal domein Veenendaal;

 

Gelet op

artikel 149 van de Gemeentewet en de Participatiewet (verder Pw);

 

Besluit

vast te stellen de Verordening tot vierde wijziging van de Integrale verordening sociaal domein Veenendaal (4e wijziging Integrale verordening sociaal domein Veenendaal)

 

Artikel I Wijziging verordening

De Integrale verordening sociaal domein gemeente Veenendaal wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    De Inleiding wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      de tekst van de eerste twee alinea’s ‘Op 23 januari 2020 … wordt hierdoor makkelijker’ wordt vervangen door:

      Sinds 1 juli 2021 kennen we in Veenendaal een Integrale verordening sociaal domein. In de integrale verordening zijn de tien afzonderlijke Sociaal Domeinverordeningen samengevoegd tot één integrale verordening. WMO-, Jeugd-, Participatiewet- en Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening verordeningen zijn hoofdstukken of paragrafen geworden in de nieuwe integrale verordening. De Integrale verordening sociaal domein Veenendaal is een stap in de richting van een nieuwe manier van kijken en handelen. Deze weg is ingezet met het Integraal Beleidskader Sociaal Domein.

      Op 23 januari 2020 heeft de gemeente Veenendaal haar visie op het sociaal domein, de betekenis van begrippen en de uitgangspunten voor de manier van werken vastgelegd in het eerste Integraal beleidskader (IBK) sociaal domen 2020-2023 ‘Sterker door verbinding’. Het huidige beleidskader Sociaal Domein 2024-2027 “Samen werken in verbinding” bouwt hierop voort. De visie is nog steeds leidend.

      Werken vanuit deze visie vraagt om het bij elkaar brengen van de wettelijke kaders van het sociaal domein. Een integrale verordening geeft een handvat om per casus één of meerdere producten of diensten in te zetten die een antwoord geven op de ondersteuningsvraag van de Veenendaler. Alle toegangsregels tot het sociaal domein zijn nu op elkaar afgestemd en te vinden in één document.

       

    • b.

      de tekst onder het kopje ‘Toegang: de stappen/volgordelijkheid tot passende ondersteuning’ wordt vervangen door:

      In Veenendaal werken we in het sociaal domein sinds 2021 met een uniforme toegang voor individuele hulpvragen. We stimuleren inwoners eerst zelf een oplossing te vinden in hun eigen omgeving of netwerk voor ze hier terechtkomen. Vervolgens kan gekeken worden naar de ‘Sociale basis’. Dat zijn alle direct toegankelijke algemene voorzieningen. Als daar geen oplossing gevonden is, kan de inwoner verder in gesprek gaan met één van de loketten.

      Er zijn 4 loketten:

      • Werk en Inkomen;

      • Budgetloket ;

      • Centrum voor jeugd en gezin (0-18 jaar); en

      • het Wmo loket (>18 jaar).

    • Deze loketten hebben ieder hun eigen expertise, maar werken met een uniforme werkwijze. We doen bij ieder loket een levensbrede uitvraag om de vraag te verhelderen. De medewerkers van elke loket hebben naast hun eigen expertise basiskennis over de andere loketten. Zo kan 80% van de hulpvragen worden opgelost binnen één loket. Bij de overige 20% van de hulpvragen is een integrale aanpak noodzakelijk om tot een oplossing te komen. Met elkaar bepalen we wat er nodig is en welke route er gevolgd moet worden. Door deze werkwijze hoeft de inwoner niet bang te zijn dat hij bij het verkeerde loket staat. Daarbij zorgen we voor een korte lijn van de loketten met Veens Welzijn en draait Veens Welzijn met enige regelmaat mee bij bijeenkomsten van de 4 loketten ter verdere verbetering van de samenwerking en het elkaar kennen en kunnen vinden.

       

      Menselijke maat

      In contact met inwoners en bij de uitvoering van het IBK-SD 2024-2027 hanteren we “de menselijke maat”. Dit uitgangspunt staat bij maatschappelijke ondersteuning en hulp voorop en bepaalt hoe we inwoners en organisaties/ partners willen benaderen en de wijze waarop we de doelen willen bereiken.

      Inwoners mogen van de gemeente verwachten dat we hen behoorlijk behandelen en daarbij eerlijk, duidelijk en begripvol zijn. We willen graag dat mensen zich gehoord, gezien en geholpen voelen. Onze dienstverlening moet zo goed mogelijk aansluiten op de mogelijkheden en behoeften van onze inwoners. Dat houdt in dat we oog hebben voor de menselijke maat en waar nodig maatwerk bieden. Daarbij kijken we meer naar de bedoeling van de wet, dan naar de letter van de wet. We houden daarbij rekening met de leefwereld en met het doenvermogen van de inwoners. Want naast denkvermogen is 'doenvermogen' minstens zo belangrijk. Dat doen we uiteraard binnen de ruimte die de wet- en regelgeving ons biedt. Dit betekent overigens ook dat we, als de toepassing van beleidsregels tot onevenredige uitkomsten leidt, in concrete gevallen hiervan zullen afwijken.

      Daarbij spreken we heldere en begrijpelijk taal. De motivering van besluiten moet in begrijpelijke taal worden opgesteld. De lezer moet kunnen begrijpen hoe we tot een besluit zijn gekomen en wat het besluit voor hem of haar betekent.

      De menselijke maat werkt daarbij overigens twee kanten op: ook medewerkers mogen verwachten dat zij fatsoenlijk en respectvol bejegend worden door inwoners en andere partijen.

       

      Onafhankelijke cliëntondersteuning

      In Veenendaal kennen we een onafhankelijke cliëntondersteuning. Deze kent het aanbod in zorg en ondersteuning in Veenendaal en weet de weg hiernaartoe. De cliëntondersteuner kan inwoners helpen om zelf te beslissen over zijn of haar hulp of zorg. Hij of zij geeft informatie en advies en regelt praktische zaken. De cliëntondersteuner is geen hulpverlener, maar helpt de inwoner om zorg of ondersteuning te organiseren. Hij of zij kan ook meegaan met gesprekken. De onafhankelijke cliëntondersteuner staat los van de gemeente, zorgorganisaties of zorgaanbieders. De gemeente wijst inwoners actief op de mogelijkheid om onafhankelijke cliëntondersteuning in te schakelen.

       

  • B.

    In artikel 4.1.26 wordt de tekst ‘visuele of’ verwijderd.

     

  • C.

    Artikel 4.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      in sub b wordt de zinsnede ‘zoals nader verwoord onder sub g’ verwijderd;

    • b.

      in sub d wordt de tekst na ‘huishouden’ vervangen door: een alleenstaande, een alleenstaande ouder of een gezin, als bedoeld in het eerste lid, sub c, van artikel 4 van de Pw;

    • c.

      na sub d wordt een nieuw sub e. ingevoegd onder vernummering van de subleden e tot en met h naar de subleden f tot en met i:

      e. inkomen: het inkomen zoals dat geldt voor de algemene bijstand artikel 32 van de Pw;

    • d.

      in sub g wordt de zinsnede ‘wettelijk minimum/bijstandsnorm, het bedrag’ vervangen door: de op de aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • e.

      in sub h wordt de tekst na ‘peildatum’ vervangen door: 30 juni van de lopende aanvraagperiode;

    • f.

      na sub i wordt een nieuw sub j ingevoegd:

      j. vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Pw waarbij in afwijking van het bepaalde in dit artikel het vermogen in de eigen woning buiten beschouwing wordt gelaten;

       

  • D.

    Artikel 4.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      de tekst van de titel van het artikel wordt vervangen door: Doelstelling;

    • b.

      in lid 1 wordt het nummer ‘1’ verwijderd en wordt in de aanhef de tekst ‘paragraaf heeft’ vervangen door: minimaregelingen hebben;

    • c.

      de leden 2 tot en met 11 worden verwijderd.

       

  • E.

    Na artikel 4.5.2 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd onder vernummering van de artikelen 4.5.3 tot en met 4.5.17 naar de artikelen 4.5.5 tot en met 4.5.19:

     

    Artikel 4.5.3 Doelgroep

    • 1.

      Tot de doelgroep voor de minimaregelingen behoren huishoudens bestaande uit personen van 18 jaar of ouder die:

      • a.

        op de datum van aanvraag hun woonplaats hebben in de gemeente Veenendaal;

      • b.

        over een inkomen beschikken lager of gelijk aan 120% van de norm; en

      • c.

        een vermogen hebben tot de geldende grenzen genoemd in het derde lid van artikel 34 van de Pw;

    • 2.

      In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, behoren personen van 18 jaar of ouder die in de schuldhulpverlening zitten ook de doelgroep, waarbij zij voor dezelfde vergoedingen in aanmerking komen als aanvrager met een inkomen tot 100% van de norm.

    • 3.

      Aanvrager heeft geen recht op deze minimaregelingen, indien:

      • a.

        die op het moment van aanvraag in detentie of een asielzoekerscentrum verblijft;

      • b.

        die recht heeft op studiefinanciering met uitzondering van (alleenstaande) ouder(s) met studiefinanciering; of

      • c.

        aan wie op grond van artikel 11 van de Pw geen bijstand kan worden verleend omdat deze persoon geen Nederlander dan wel een daar aan gelijkgestelde vreemdeling is.

         

  • Artikel 4.5.4 Reikwijdte en voorwaarden

    • 1.

      Er bestaat recht op een vergoeding als de aanvrager tot de doelgroep behoort en voldoet aan de voorwaarden die voor deze minimaregelingen geldt.

    • 2.

      2. Het recht op vergoedingen wordt vastgesteld voor de gehele aanvraagperiode. Dit recht kan enkel ten gunste van de aanvrager wijzigen indien zich wijzigingen voordoen in de huishoudsamenstelling of inkomen van de aanvrager.

    • 3.

      3. In afwijking van het tweede lid geldt dit onder toepassing van het vierde en vijfde lid van artikel 4.5.13 niet voor de deelname aan de collectieve zorgverzekering.

    • 4.

      4. Het inkomen wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde inkomen van drie aaneengesloten maanden voorafgaand aan de aanvraag.

    • 5.

      5. In afwijking van het vierde lid wordt het inkomen van een uitkeringsgerechtigde vastgesteld aan de hand van de meest recente uitkeringsspecificatie.

    • 1.

      Vergoedingen worden verstrekt in natura behoudens bij de collectieve ziektekostenverzekering waarbij de vergoeding ziet op een korting op de ziektekostenverzekering.

    • 2.

      7. Bij een vergoeding mag altijd worden bijbetaald. Het betreft dan een tegemoetkoming in de kosten.

 

  • F.

    Artikel 4.5.6 wordt geplaatst voor artikel 4.5.5 waarbij artikel 4.5.6. wordt vernummerd naar artikel 4.5.5 en artikel 4.5.5 wordt vernummerd naar artikel 4.5.6.

     

  • G.

    De tekst van artikel 4.5.5 wordt vervangen door:

    • 1.

      Aanvragen voor vergoedingen op grond van deze minimaregelingen kunnen door middel van een papieren aanvraagformulier bij de uitvoerder of digitaal via het formulier op de website van de Veenendaalpas worden ingediend.

    • 2.

      Aanvragen voor een vergoeding kunnen worden ingediend van 1 juli tot en met 30 juni.

    • 3.

      In afwijking van het tweede lid worden aanvragen voor deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering, zoals vermeld in artikel 4.5.13, voor een komend kalenderjaar voor 1 januari van dat komende kalenderjaar ingediend. In bijzondere gevallen kan het college besluiten af te wijken van deze datum.

    • 4.

      Indien de aanvrager voldoet aan de gestelde voorwaarden, dan wordt vastgesteld op welke vergoedingen de aanvrager recht heeft gedurende de gehele aanvraagperiode.

    • 5.

      In afwijking van het vierde lid wordt het recht op deelname aan de collectieve zorgverzekering vastgesteld voor het komende kalenderjaar.

    • 6.

      De aanvrager dient zelf aan te tonen dat hij een inkomen en vermogen heeft binnen de geldende normen.

       

  • H.

    De tekst van artikel 4.5.6 wordt vervangen door:

    De vergoedingen, bedoeld in artikel 4.5.4, eerste lid, bestaan uit regelingen voor

    • a.

      Doe mee-budget Volwassenen;

    • b.

      Doe mee-budget Kinderen;

    • c.

      Doe mee-budget Jongeren;

    • d.

      Vergoeding ID kaart;

    • e.

      Computer of tablet basisschool; 

    • f.

      Computer middelbare school;

    • g.

      Collectieve ziektekostenverzekering;

    • h.

      Huiswerkbegeleiding;

    • i.

      Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten.

       

  • I.

    Artikel 4.5.7 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      de tekst van de titel wordt vervangen door: Doe mee-budget Volwassenen

    • b.

      de tekst wordt vervangen door:

      • 1.

        Het college kan een vergoeding aan de aanvrager verstrekken voor kosten van maatschappelijke participatie.

      • 2.

        Om in aanmerking te komen voor het Doe mee-budget Volwassenen dient de aanvrager 18 jaar of ouder te zijn.

      • 3.

        Het tegoed kan worden besteed aan sport, hobby en vrije tijd, horeca, cultuur, kleding, witgoed en elektronica, fiets, bouwmarkt, gezonde voeding en aan het rijbewijs..

      • 4.

        Het maximale tegoed dat aan de aanvrager per periode toegekend kan worden is bij een inkomen:

        • -

          tot en met 100% van de norm: € 200,00;

        • -

          van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 150,00;

        • -

          van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 100,00.

      • 5.

        Het is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden toegekend kan worden.

      • 6.

        De vergoeding vervalt aan het einde van drie opeenvolgende aanvraagperioden, of als het inkomen stijgt boven de norm zoals bepaald in artikel 4.5.3.

         

  • J.

    Artikel 4.5.8 wordt vervangen door twee nieuwe artikelen onder vernummering van de artikelen 4.5.9 tot en met 4.5.19 naar de artikelen 4.5.10 tot en met 4.5.20:

     

    Artikel 4.5.8 Doe mee-budget Kinderen

    • 1.

      Het college kan een vergoeding aan de aanvrager verstrekken voor kosten van maatschappelijke participatie.

    • 2.

      Om in aanmerking te komen voor het Doe mee-budget Kinderen wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

      • -

        de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 4 jaar of ouder is maar jonger dan 12 jaar.

    • 3.

      Het maximale tegoed dat aan de aanvrager per periode toegekend kan worden is bij een inkomen:

      • -

        tot en met 100% van de norm: € 300,-;

      • -

        van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 225,-;

      • -

        van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 150,-.

    • 4.

      Het is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden toegekend kan worden.

    • 5.

      De vergoeding vervalt aan het einde van drie opeenvolgende aanvraagperioden. Ook als het inkomen stijgt boven de norm zoals bepaald in artikel 4.5.3.

       

  • Artikel 4.5.9 Doe mee-budget Jongeren

    • 1.

      Het college kan een vergoeding aan de aanvrager verstrekken voor kosten van maatschappelijke participatie.

    • 2.

      Om in aanmerking te komen voor het Doe mee-budget Jongeren wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

      • -

        de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 jaar of ouder is maar jonger dan 18 jaar

    • 3.

      Het maximale tegoed dat aan de aanvrager per periode toegekend kan worden is bij een inkomen:

      • -

        tot en met 100% van de norm: € 500,-;

      • -

        van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 390,-;

      • -

        van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 275,-.

    • 4.

      Het is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden toegekend kan worden.

    • 5.

      De vergoeding vervalt aan het einde van drie opeenvolgende aanvraagperioden. Ook als het inkomen stijgt boven de norm zoals bepaald in artikel 4.5.3.

 

  • K.

    Artikel 4.5.10 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

       

    • b.

      de tekst van lid 3 wordt vervangen door: Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid kan een vergoeding aan de aanvrager worden verstrekt voor de kosten van een paspoort gelijk aan de kosten voor het verstrekken of verlengen van een ID-kaart;

    • c.

      na lid 3 wordt een nieuw lid 4 ingevoegd onder vernummering van de leden 4 tot en met 6 naar de leden 5 tot en met 7:

      • 4.

        Onder verwijzing naar de artikelen 4.5.7, 4.5.8 of 4.5.9 kunnen aanvullende kosten worden voldaan vanuit het Doe mee-budget.

    • d.

      in lid 5 wordt de zinsnede ‘een inwoner’ vervangen door: de aanvrager;

    • e.

      de tekst van lid 6 wordt vervangen door:

      Een vergoeding van een ID-kaart wordt geweigerd, indien:

      • a.

        binnen vijf jaar voor het kind een ID-kaart is vergoed; of

      • b.

        binnen tien jaar voor de aanvrager die 18 jaar en ouder is en een ID-kaart is vergoed.

    • f.

      in lid 7 wordt de zinsnede ‘dat voldoet aan …in lid 5.’ verwijderd.

       

  • L.

    Artikel 4.5.11 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      in lid 1 wordt ‘inwoners’ vervangen door: de aanvrager;

    • b.

      in lid 2 wordt in sub b de zinsnede ‘vanuit deze paragraaf’ vervangen door: op grond van het eerste lid;

    • c.

      na lid 3 wordt een nieuw lid 4 ingevoegd onder vernummering van lid 4 naar lid 5:

      • 4.

        Onverminderd het bepaalde in het derde lid is het mogelijk de ontvangen vergoeding verspreid over een periode te besteden.

         

  • M.

    Artikel 4.5.12 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In de titel wordt ‘Schoolkosten’ vervangen door: Computer/laptop;

    • b.

      De tekst van het artikel wordt vervangend door:

      • 1.

        Het college kan een vergoeding verstrekken voor de kosten van de aanschaf van een computer of een laptop die door middelbare scholen als noodzakelijk wordt geacht.

      • 2.

        Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een computer of laptop wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

        • a.

          de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 jaar of ouder is maar jonger dan 19 jaar; en

        • b.

          er is voor het kind in de voorgaande periode, geen vergoeding verstrekt op grond van het eerste en tweede lid of een van zijn voorgaande regelingen met uitzondering van de kosten genoemd onder lid 4 sub b.

      • 3.

        De vergoeding voor een computer of laptop kan éénmalig worden aangevraagd per kind.

      • 4.

        Het maximale bedrag waarvoor de aanvrager een vergoeding kan aanvragen is voor een laptop of computer: € 500,-, tenzij:

        • a.

          de aanvrager kan aantonen dat de school een laptop verplicht stelt die duurder is dan € 500,- dan kan er een vergoeding voor maximaal € 750,- worden toegekend;

        • b.

          de laptop stuk gaat dan kan er voor maximaal € 250,- aan kosten voor reparatie of eigen risico worden toegekend.

      • 5.

        De vergoeding voor een computer of een laptop voor de middelbare school wordt toegekend per kind ongeacht het aantal kinderen in het huishouden.

         

  • N.

    De artikelen 4.5.13 tot en met 4.5.15 komen te vervallen onder vernummering van de artikelen 4.5.16 tot en met 4.5.20 naar de artikelen 4.5.13 tot en met 4.5.17.

     

  • O.

    Artikel 4.5.13 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      in lid 2 wordt sub b vervangen door twee nieuwe subleden:

      • b.

        de aanvrager of diens partner sluit met de zorgverzekeraar, bedoeld in het eerste lid, een overeenkomst voor een zorgverzekering in het kader van de Zorgverzekeringswet; en

      • c.

        het te verzekeren pakket komt overeen met de eisen die het college aan een collectieve zorgverzekering voor minima stelt.

    • b.

      in lid 4 wordt in sub a ‘(‘ verwijderd;

    • c.

      in lid 5 wordt in sub b de zinsnede ‘op grond van artikel 34 van de Pw’ vervangen door: , bedoeld in artikel 4.5.3, eerste lid, sub c.

       

  • P.

    Artikel 4.5.14 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      na lid 1 wordt een nieuw lid 2 ingevoegd onder vernummering van de leden 2 tot en met 5 naar de leden 3 tot en met 6:

      • 2.

        In afwijking van het eerste lid wordt geen vergoeding verstrekt indien het aanbod Huiswerkplus van Veens Welzijn uit de sociale basis passend is.

    • b.

      In lid 3 wordt in sub b de zinsnede ‘omdat het aanbod uit de sociale basis niet passend is’ verwijderd.

       

  • Q.

    Artikel 4.5.14a wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

      • 1.

        in de aanhef wordt ‘inwoners’ vervangen door: de aanvrager;

      • 2.

        in sub a wordt de tekst vervangen door:

        • a.

          de inwoner ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend 18 jaar of ouder is en:

          • i.

            beschikt over een geldige indicatie op grond van de Wmo of de Wet langdurige zorg; of

          • ii.

            beschikt over een geldige CIZ-indicatie of een geldige gehandicaptenparkeerkaart;

    • b.

      in lid 2 wordt ‘maximale’ verwijderd en wordt ‘is’ vervangen door: bedraagt;

    • c.

      lid 3 wordt verwijderd onder vernummering van lid 4 naar lid 3.

    • d.

      in lid 3 wordt de zinsnede ‘Het tegoed’ vervangen door: De vergoeding.

       

  • R.

    Artikel 4.5.15 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      lid 4 wordt verwijderd onder vernummering van lid 5 naar lid 4;

    • b.

      lid 6 wordt verwijderd.

       

  • S.

    In artikel 4.5.16 wordt de zinsnede ‘deze paragraaf’ vervangen door: de minimaregelingen.

     

  • T.

    In artikel 4.5.17 wordt in lid 1 ‘paragraaf’ vervangen door: minimaregelingen.

 

Artikel II Overgangsrecht

De bepalingen die in gevolge deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op aanvragen die zijn ingediend en besluiten die zijn genomen voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2024

Artikel IV Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 4e wijziging Integrale verordening sociaal domein Veenendaal.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 juni 2024,

 

De heer P. van Vugt

griffier

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

Naar boven