Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders gemeente Beesel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel;

 

  • -

    gezien het voorstel van 13 augustus 2024;

  • -

    gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Participatiewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

 

  • 1.

    vast te stellen Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders gemeente Beesel;

Artikel 1. Definities

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

 

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    De wet: de Participatiewet;

  • b)

    Statushouders: Verblijfsgerechtigde vreemdeling die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling is toegelaten dan wel beschikt over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijk vergunning tot verblijf;

  • c)

    Duurzame gebruiksgoederen: gebruiksgoederen met een duurzaam karakter;

  • d)

    Overige inrichtingskosten: kosten van inrichting, niet zijnde duurzame gebruiksgoederen;

  • e)

    Hoofdbewoner: de hoofdhuurder, dan wel degene op wiens naam de huurovereenkomst met de verhuurder staat.

Artikel 2. Inrichtingskosten

De kosten voor een volledige woninginrichting voor statushouders kunnen, voor zover zij voldoen aan de nadere bepalingen die in deze beleidsregels zijn opgenomen, worden bezien als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen en vermogen, zoals genoemd in artikel 35 van de wet en het gemeentelijk beleid en komen derhalve in aanmerking voor bijstandsverlening.

Artikel 3. Berekening bedragen

  • 1.

    Het maximale grondslagbedrag dat voor bijzondere bijstand in aanmerking komt voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen, wordt vastgesteld aan de hand van de actuele bedragen die zijn opgenomen in de NIBUD Prijzengids, waarbij:

    • a)

      Tabel 2.1A Inboedelpakketten voor één volwassene als grondslag wordt gehanteerd bij een alleenstaande;

    • b)

      Tabel 2.1B Inboedelpakketten voor twee volwassenen als grondslag wordt gehanteerd bij gehuwden of een huishouden van twee volwassenen;

  • 2.

    Op de NIBUD-bedragen wordt het volgende percentage toegepast in verband met actieprijzen en de mogelijkheid tot aanschaf van tweedehands goederen:

    • a)

      Op het inboedelpakket 2.1A is het percentage van 30% van toepassing indien er sprake is van zelfstandige bewoning van een woning of een hoofdbewoner;

    • b)

      Op het inboedelpakket 2.1A is het percentage van 15% van toepassing indien er sprake is van een (meerderjarige) alleenstaande in verband met kamerbewoning of medebewoning dan wel kostendeling;

    • c)

      Op het inboedelpakket 2.1B is het percentage van 30% van toepassing.

  • 3.

    Voor zover de tabellen van het NIBUD daarin niet voorzien, wordt voor elk extra ten laste komend kind € 500,- gerekend.

  • 4.

    Onder duurzame gebruiksgoederen worden alle goederen verstaan die opgenomen zijn in de inboedelpakketten in de Nibud-prijzengids.

Artikel 4. Wijze van verstrekken en betaalbaarstelling

  • 1.

    De bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt verstrekt in de vorm van een lening;

  • 2.

    De bijstand voor overige inrichtingskosten (niet zijnde duurzame gebruiksgoederen) met een maximum van € 500,- wordt om niet verstrekt;

  • 3.

    De bijstand wordt in één keer betaalbaar gesteld.

Artikel 5. Terugbetaling lening

  • 1.

    De aflossing van de lening bedraagt 5 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • 2.

    Het aflossingsbedrag wordt maandelijks ingehouden op de lopende bijstandsuitkering;

  • 3.

    De hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij beëindiging of intrekking van de uitkering wordt gedurende zes maanden na de verzenddatum van dit besluit, gesteld op het bedrag dat belanghebbende maandelijks reeds afloste tijdens de bijstandsperiode of periode waarin een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ is ontvangen tenzij:

    • a)

      er aanwijzingen zijn dat belanghebbende over voldoende middelen beschikt om de vordering ineens terug te betalen; of

    • b)

      de beëindiging of intrekking van de uitkering plaatsvindt door schending van de inlichtingenplicht.

  • 4.

    Met inachtneming van lid 3 wordt de aflossingscapaciteit bij beëindiging of intrekking van de uitkering gesteld op 5% van het inkomen voor het resterende deel van de terugbetalingstermijn;

  • 5.

    De terugbetalingstermijn start per de eerste dag van de eerste volledige maand uitkering;

  • 6.

    De terugbetalingstermijn kent een maximale termijn van 36 (maand)betalingen;

  • 7.

    Het restantsaldo van de lening na 36 (maand)betalingen wordt kwijtgescholden.

Artikel 6. Overige voorwaarden

  • 1.

    Belanghebbende kan gevraagd worden betaalbewijzen, kwitanties, facturen en dergelijke te overleggen.

Artikel 7. Bijzondere situaties / hardheidsclausule

  • 1.

    In bijzondere situaties kan worden afgeweken van het bepaalde in deze beleidsregels indien toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2.

    De beleidsregels worden aangehaald als; Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten Statushouders gemeente Beesel.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel in zijn vergadering van 13 augustus 2024.

Rick Nillesen,

Secretaris

Bob Vostermans,

burgemeester

Naar boven