Gemeenteblad van Etten-Leur
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Etten-Leur | Gemeenteblad 2024, 358702 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Etten-Leur | Gemeenteblad 2024, 358702 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant
Het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur maakt bekend dat de deelnemers aan de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB) hebben besloten tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant.
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Etten-Leur, Halderberge, Loon op Zand, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Woensdrecht en Zundert
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
vast te stellen de: Negende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant
De huidige Gemeenschappelijke Regeling Belastingwerking West-Brabant (GR BWB) te vervangen door de tekst die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Dit besluit wordt aangehaald als ‘Negende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant’ en treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking ervan.
Het dagelijks bestuur en de bovengenoemde colleges, overwegende;
dat het gewenst is om hun samenwerking bij de heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken vorm te geven op basis van een gemeenschappelijke regeling;
dat het dagelijks bestuur van het waterschap en de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten van hun algemeen bestuur, respectievelijk raden -van de gemeenten daartoe de vereiste toestemmingen hebben verkregen;
dat het voornemen bestaat om per 1 maart 2010 de gemeenschappelijke regeling bestuurlijk op te richten, de organisatie vanaf dat moment verder in te richten en operationeel te maken en de taken m.i.v. 1-1-2012 daadwerkelijk gezamenlijk uit te gaan voeren;
dat het om deze reden gewenst is om per 1 maart 2010 een gemeenschappelijke regeling te sluiten;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, hoofdstuk V;
Hoofdstuk 3: Belangen en bevoegdheden
Artikel 4 Te behartigen belangen
In het kader van deze gemeenschappelijke regeling worden de belangen van de deelnemers, elk voor zover het hun grondgebied betreft, behartigd op het gebied van raden:
voor zover deze in de besluiten tot deelname aan de regeling niet uitdrukkelijk zijn uitgesloten van de taakoverdracht aan de BWB.
Artikel 5 Overdracht bevoegdheden en uitvoeringsconvenant
Ter uitvoering van de in artikel 4 overgedragen taken en de in het eerste lid overgedragen bestuursbevoegdheden worden uitvoeringsconvenanten aangegaan met de ambtelijke organisatie van de BWB, in deze vertegenwoordigd door de directeur, en de deelnemer, in deze vertegenwoordigd door de secretaris. Het uitvoeringsconvenant bevat tenminste afspraken over de verplichtingen van de BWB en de deelnemer in relatie tot de taakoverdracht, de contactmomenten ambtelijke organisaties, verantwoordelijkheden P&C cyclus, de informatie-uitwisseling over de heffing en inning en de financiële geldstromen.
Artikel 8 Beëindiging lidmaatschap algemeen bestuur
Zodra een lid geen deel meer uitmaakt van het dagelijks bestuur van het waterschap of het college van burgemeester en wethouders dat het lid heeft aangewezen, eindigt ook het lidmaatschap van het algemeen bestuur, en wordt door het dagelijks bestuur van het waterschap of het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente binnen 8 weken een nieuw lid aangewezen.
Artikel 9 Vergaderingen van algemeen bestuur
Indien de stemmen staken wordt het besluitpunt in een volgende vergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken ook dan de stemmen, dan heeft de voorzitter van het algemeen bestuur de beslissende stem, tenzij artikel 62 jo. artikel 22 van de wet, juncto artikel 31 van de Gemeentewet van toepassing is.
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.
Het algemeen bestuur geeft aan het dagelijks bestuur van het waterschap, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten en de gemeenteraden gevraagd dan wel ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang.2.Het reglement van orde voor het algemeen bestuur regelt de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde inlichtingen worden verstrekt.
Een lid van het algemeen bestuur geeft aan het dagelijks bestuur en algemeen bestuur van het waterschap, de gemeenteraden en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente dat hem heeft aangewezen alle inlichtingen die door dat dagelijks bestuur of college, of een of meer leden daarvan, worden verlangd.
Artikel 12 Bestuur, kaderstelling en controle.
Het algemeen bestuur is belast met het algemeen bestuur van de BWB, waaronder kaderstelling en controle van het dagelijks bestuur.
Artikel 13 Bevoegdheden algemeen bestuur
Tot de bevoegdheden, van het algemeen bestuur behoren, onverminderd het bepaalde in artikel 66 lid 1 van de wet, onder meer:
het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van het waterschap een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Hoofdstuk 5: Dagelijks bestuur
Artikel 14 Samenstelling en verkiezing
Een lid van het dagelijks bestuur, waaronder de voorzitter, kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 17 Specifieke taken van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in ieder geval belast met:
Artikel 18 Bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Tot de bevoegdheden van het dagelijks bestuur behoren, onverminderd het bepaalde in artikel 66 lid 1 van de wet, onder meer:
uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ’s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelnemers;
Artikel 22 Taken en bevoegdheden van de voorzitter
De voorzitter vertegenwoordigt de BWB in en buiten rechte, behoudens de in de Gemeentewet en Waterschapswet aan de heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar toegekende bevoegdheden. Hij kan deze vertegenwoordiging met instemming van het dagelijks bestuur aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.
Hoofdstuk 8: De heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van de BWB en de belastingdeurwaarder
De BWB heeft een of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van de BWB en belastingdeurwaarders.
Artikel 25 Bevoegdheden heffingsambtenaar
De heffingsambtenaar is bevoegd tot heffing van de belastingen waarvoor door het algemeen bestuur van het waterschap of de raden van de gemeenten een belastingverordening is vastgesteld en waarvan de heffing door het dagelijkse bestuur van het waterschap en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten is opgedragen aan de BWB.
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet waardering onroerende zaken en de toepasselijke toekomstige wetgeving zijn toegekend aan de inspecteur, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing van de deelnemers.
Artikel 26 Bevoegdheden invorderingsambtenaar
De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Algemene wet bestuursrecht en de toepasselijke toekomstige wetgeving zijn toegekend aan de ontvanger, respectievelijk ambtenaar belast met de invordering van de deelnemers.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de leden 1 en 2 neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
Artikel 27 Bevoegdheden ambtenaar van de BWB
De ambtenaar van de BWB oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet milieubeheer, Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet waardering onroerende zaken en de toepasselijke toekomstige wetgeving zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, respectievelijk ambtenaar belast met de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d van de Gemeentewet en artikel 123, lid 3, sub d van de Waterschapswet.
Artikel 28 Bevoegdheden belastingdeurwaarder
De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet milieubeheer, de Algemene wet bestuursrecht en de toepasselijke toekomstige wetgeving zijn toegekend aan de belastingdeurwaarder.
Hoofdstuk 10: Begroting, rekening, administratie en controle
Artikel 30 Vaststellen begroting
Het bepaalde in lid acht is niet van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting waarbij in de omvang van het totaalbedrag, de som van de bijdragen van de deelnemers, geen wijziging wordt gebracht. Indien de vorige volzin van toepassing is, wordt de wijziging van de begroting na de vaststelling door het algemeen bestuur ter kennisname aan het algemeen bestuur van het waterschap, de raden van de gemeenten en gedeputeerde staten gebracht.
Het algemeen bestuur kan indien de omvang van het totaalbedrag als bedoeld in lid 9 niet wijzigt, in afwijking van lid 9, besluiten dat lid 8 wordt toegepast als sprake is van een aanzienlijke wijziging van een bijdrage voor een deelnemer en deze deelnemer verzoekt om toepassing van de zienswijze procedure als bedoeld in lid 8.
Artikel 31 Bijdrage deelnemers
De deelnemers staan gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door de BWB af te sluiten langlopende leningen, kasgeldleningen en in rekening courant op te nemen gelden, naar verhouding van de in lid 1 bedoelde bijdrage op 1 januari van het jaar waarin de rente en aflossing is verschuldigd.
Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de gemeenten en het algemeen bestuur van het waterschap. Het dagelijks bestuur voegt bij de jaarrekening een accountantsverklaring en een verslag van bevindingen van de accountant.
De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen beat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Hoofdstuk 11: Toetreding en uittreding
Vervolgens zendt het dagelijks bestuur het verzoek tot toetreding met het advies van het algemeen bestuur toe aan de dagelijkse besturen van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling en verzoekt de deelnemers tot het nemen van een besluit omtrent de verzochte toetreding. Van hun besluit stellen de deelnemers het algemeen bestuur schriftelijk in kennis.
Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente treedt toe tot de regeling, indien tenminste tweederde van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling, na verkregen toestemming van hun gemeenteraden dan wel het algemeen bestuur van het waterschap, hebben ingestemd met de verzochte toetreding.
Bij het uittreden van een deelnemer voor een of meer deeltaken, kan het college van de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur van de BWB besluiten dat de BWB de bevoegdheid blijft behouden voor het uitvoeren van een of meer deeltaken op basis van de tot de uittredingsdatum geldende verordeningen van de uittredende deelnemer.
Hoofdstuk 12: Wijziging en opheffing, evaluatie
Artikel 38 Wijziging van de regeling, evaluatie
De regeling kan door de deelnemers worden gewijzigd op voorstel van het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur van de BWB, maar ook het dagelijks bestuur van het waterschap en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten kunnen het algemeen bestuur oproepen om een wijzigingsvoorstel vast te stellen. Het algemeen bestuur kan vervolgens bepalen dat het dagelijks bestuur de deelnemers eerst om hun schriftelijke en gemotiveerde zienswijze over een beoogde wijziging vraagt, voordat de deelnemers besluiten over het voorstel tot wijziging.
Hoofdstuk 13: Overige bepalingen
Indien er een geschil is ontstaan tussen de deelnemers onderling of tussen een of meer deelnemers en het bestuur van de BWB omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling, wordt het geschil, voorafgaande aan het nemen van een besluit daarover door het algemeen bestuur, ter advisering voorgelegd aan een door het algemeen bestuur samengestelde geschillencommissie of aangewezen mediator. Nadat advies is uitgebracht neemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een besluit.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien het gevallen betreft behorende tot die vermeld in artikel 112 lid 1 van de Grondwet of tot die waarvan beslissing krachtens artikel 112 lid 2 van de Grondwet is opgedragen aan hetzij de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren.
Artikel 44 Regeling Klachtbehandeling
Het algemeen bestuur stelt in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht en Titel 2, hoofdstuk IV c van de gemeentewet een regeling klachtbehandeling vast, waarbij een ieder het recht heeft een ombudsman of ombudscommissie schriftelijk te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.
De regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag volgende op die waarop het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Oosterhout en Roosendaal hun besluit tot het aangaan van de regeling gezamenlijk hebben bekend gemaakt.
Ten aanzien van belastbare feiten, die betrekking hebben op de belastingjaren vóór 2012, kunnen het dagelijks bestuur en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers bij afzonderlijke besluiten de bevoegdheden tot heffing en invordering aan het dagelijks bestuur, de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de ambtenaar van de BWB en de belastingdeurwaarder van de BWB opdragen.
Artikel 46 Eerste aanwijzing bestuursleden
Binnen één maand na het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling wijzen de dagelijkse besturen en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers op grond van artikel 6 de leden en plaatsvervangend leden van het algemeen bestuur aan.
Aldus vastgesteld door:
het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta, 23 april 2024
de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten:
Bergen op Zoom, 11 juni 2024
Breda, 28 mei 2024
Dongen, 2 juli 2024
Etten-Leur, 2 juli 2024
Halderberge, 4 juli 2024
Loon op Zand, 8 augustus 2024
Moerdijk, 9 juli 2024
Oosterhout, 11 juni 2024
Roosendaal, 25 juni 2024
Rucphen, 13 juni 2024
Woensdrecht, 24 juni 2024
Zundert, 2 juli 2024
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-358702.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.