Gemeenteblad van Roermond
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roermond | Gemeenteblad 2024, 357409 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Roermond | Gemeenteblad 2024, 357409 | beleidsregel |
Beleidsnotitie standplaatsen gemeente Roermond 2024
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid in de openbare ruimte en zodoende voor de regelgeving omtrent standplaatsen in openbaar gebied. Het bestaande beleid van de gemeente Roermond dateert uit 2006: de ‘Beleidslijn standplaats- en ventvergunningen’. Naar aanleiding van recente jurisprudentie omtrent de Europese Dienstenrichtlijn heeft de gemeente behoefte aan een actuele beleidsnotitie voor de ambulante handel. Het huidige standplaatsenbeleid voldoet namelijk niet aan de voorwaarden die de Dienstenwet hieraan stelt.
De Europese Dienstenrichtlijn regelt dat alle potentiële gegadigden voor een schaarse vergunning (zoals een standplaatsvergunning) hier in gelijke mate voor in aanmerking kunnen komen. Voor zowel bestaande vergunninghouders als (potentiële) nieuwe gegadigden dient er een gelijk speelveld te zijn. Daarom stelt de Dienstenwet drie hoofdvoorwaarden aan schaarse vergunningen:
In deze beleidsnotitie wordt het standplaatsenbeleid voor de gemeente Roermond weer in lijn gebracht met de voorwaarden vanuit de Europese Dienstenrichtlijn.
De doelstelling van het standplaatsenbeleid gemeente Roermond is tweeledig. Enerzijds zet de gemeente in op het verrijken van het voorzieningenaanbod voor inwoners van gemeente Roermond, met als uiteindelijk doel om een zo goed mogelijke leefbaarheid in de wijken en kernen van de gemeente te behouden. Anderzijds zet de gemeente in op het bieden van een goed ondernemersklimaat voor (potentiële) ambulante handelaren in de gemeente Roermond, met duidelijke en transparante regelgeving.
Om dit te bereiken streeft de gemeente naar:
De gemeente Roermond is een historische gemeente met ruim 60.000 inwoners. De voornaamste winkelgebieden in de gemeente zijn de binnenstad en het Roermond Outlet Center, beide met een regionale functie
In de kern Roermond zijn er de wijkcentra Maasniel en Donderberg en daarnaast verschillende kleinere buurtcentra. Ook de historische dorpscentra van Swalmen en Herten herbergen een lokaalverzorgend aanbod. Verder zijn er in de gemeente Roermond de perifere detailhandelsclusters Retailpark Roermond de Huis- en Tuinboulevard en Dr. Philipslaan. In de kerkdorpen Asenray en Boukoul is geen detailhandelsaanbod (meer) aanwezig.
1.4 Visie op de dagelijkse voorzieningenstructuur
Standplaatsen zijn onderdeel van de detailhandelsstructuur en hebben een sterke relatie met reguliere dagelijkse voorzieningen, vanwege het vergelijkbare aanbod. Evenals bij permanente dagelijkse voorzieningen (o.a. supermarkten, versspeciaalzaken, cafetaria) bestaat het aanbod op standplaatslocaties hoofdzakelijk uit voor directe dan wel latere consumptie.
Vanwege deze vergelijkbare functie is het interessant te kijken naar de gemeentelijke ambities voor de dagelijkse voorzieningenstructuur, die te vinden zijn in de ‘visie dagelijkse voorzieningenstructuur’1. Voor de toekomstige dagelijkse voorzieningenstructuur zet de gemeente in op de winkelgebieden op onderstaand kaartbeeld.
Visie dagelijkse voorzieningenstructuur gemeente Roermond. Bron: BRO, 2024
De verschillende dagelijkse winkellocaties worden gecategoriseerd naar verzorgingsfunctie en krijgen het volgende toekomstperspectief:
1.5 Locaties en bezetting standplaatsen voorgaand beleid
Het voorgaande standplaatsenbeleid limiteert het maximaal aantal te verlenen standplaatsvergunningen op maximaal 4 per wijk, waarbij er in de binnenstad geen standplaatsvergunningen worden verleend. De gemeente wordt hiertoe opgedeeld in 11 wijken (inclusief Swalmen). Per wijk is een voorkeurslocatie aangewezen. De standplaatslocaties op gemeentelijke grond zijn:
Aanvullend aan deze locatie heeft het college de volgende locaties op particuliere grond aangewezen als standplaatslocatie:
Op onderstaand kaartbeeld is de huidige bezetting weergegeven van de standplaatslocaties op gemeentegrond. De standplaatslocaties op particuliere grond worden ook op de kaart weergegeven, maar hier is de huidige bezetting niet bij de gemeente bekend.
Beschikbare standplaatslocaties voorgaand beleid en huidige bezetting
1.6 Aantal te vergeven vergunningen voorgaand beleid
Voor de standplaatslocaties op gemeentegrond geldt dat het aantal te verlenen standplaats- vergunningen is vastgesteld op maximaal één per branche voor één dagdeel in de week. Voor de wijken Kemp-Kapel-Kitskensberg en het Veld geldt een maximum van twee dagdelen. De maximale bezetting wordt echter niet op alle standplaatslocaties behaald.
Op grond van artikel 5:19 van de APV2 is het niet toegestaan om op particuliere grond zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen. Het aanwijzingsbesluit Particuliere terreinen3 maakt hierop echter een uitzondering voor de dag- en surfstranden, campings, Designer Outlet Centrum (DOR), Intratuin, Fletcher Landhotel Bosrijk Roermond, het Retailpark en Hermus Watersport. Op deze particuliere terreinen kunnen dus op basis van dit aanwijzingsbesluit standplaatsen worden ingenomen zonder vergunning van het college.
Voor de standplaatsen in de gemeente Roermond worden de volgende beleidsmatige uitgangspunten gehanteerd:
Standplaatsen zijn aanvulling winkelaanbod
Voor de leefbaarheid in de verschillende wijken en kernen die de gemeente Roermond rijk is, is het aanwezige permanente detailhandelsaanbod van groot belang. Dankzij deze winkels kunnen inwoners vlak bij huis hun dagelijkse en niet-dagelijkse levensbehoeften vinden. De voorzieningen zijn daarnaast vaak een plek voor (toevallige) ontmoetingen en sociaal contact. In tijden van vergrijzing en afnemende mobiliteit zijn basisvoorzieningen vlak bij huis van toenemend belang. In de praktijk blijkt echter dat het, zeker in de kleinere dorpen, lang niet altijd haalbaar is om een basisniveau aan voorzieningen met vaste winkels in de benen te houden.
Onder andere door het toenemend aandeel online winkelen neemt het draagvlak voor de fysieke winkel al jarenlang af.
Door de lage ‘huisvestingslasten’ zijn standplaatsen een laagdrempelige vorm van ondernemen. Door de week heen kunnen ambulante handelaren op verschillende locaties staan en daardoor een groter verzorgingsgebied bedienen dan detaillisten met een vaste winkel. Hierdoor zijn standplaatshouders in staat te functioneren op locaties waar een winkel in diezelfde branche niet (meer) haalbaar is. Door standplaatsen toe te voegen wordt het voorzieningenniveau op peil gehouden en is het mogelijk een gevarieerd aanbod voor de inwoners van de gemeente te behouden, ook op plaatsen waar dit met permanente detailhandel niet meer mogelijk is.
Tegelijkertijd wil de gemeente voorkomen dat de aanwezigheid van (veel) standplaatsen leidt tot een afname van het lokale permanente voorzieningenniveau. De permanente voorzieningen zijn de hele week voor inwoners beschikbaar en leveren daarmee een grotere bijdrage aan het voorzieningenniveau. Dit vernieuwde standplaatsenbeleid is er dan ook op gericht de permanente detailhandelsstructuur waarop de gemeente beleidsmatig inzet te behouden (zie §1.4 visie dagelijkse voorzieningenstructuur). Het gevoerde assortiment op standplaatslocaties zou zoveel mogelijk aanvullend moeten zijn aan het aanbod dat te vinden is bij de permanente winkels op deze locaties.
Een duurzaam en gevarieerd aanbod
Gemeente Roermonds treeft ernaar de verkoop van geproduceerde producten uit de streek op standplaatsen te vergroten. Dit is duurzaam (korte keten), leerzaam (waar komt mijn voedsel vandaan?), goed voor de lokale economie en versterkend voor de eigen identiteit van Roermond. In algemene zin geldt dat de consument van vandaag steeds meer waarde hecht aan duurzaam geproduceerde producten, van bijvoorbeeld gerecyclede of herbruikbare materialen, en het belangrijk vindt dat er zorgvuldig met afval(preventie) wordt omgesprongen. De Omgevingsvisie van de gemeente Roermond zet dan ook in op de ‘duurzame stad’, waarbij kleinschalige initiatieven in de woon- en leefomgeving die bijdragen aan duurzaam ruimtegebruik worden gestimuleerd4.
Voor de consument is een zo divers mogelijk lokaal voorzieningenaanbod aantrekkelijk. Hieronder valt dus ook een zo divers mogelijk aanbod op een standplaatslocatie. Daarom is het verstandig door middel van branchering te sturen op een zoveel mogelijk onderling aanvullend aanbod van de standplaatsondernemers doorheen de week.
Standplaatsen hebben meerwaarde bij ontmoetingsplekken
Standplaatsen kunnen levendigheid en een bezoekmotief toevoegen aan centrumgebieden, waar inwoners en bezoekers van een gemeente al vaak komen. Vanwege de reeds aanwezige passanten zijn deze locaties ook aantrekkelijk voor standplaatshouders. Standplaatsen kunnen met name op deze centrale koop- en ontmoetingslocaties een belangrijke economische meerwaarde hebben als aanvulling/uitbreiding op het hier aanwezige aanbod.
Op ontmoetingsplekken waar het commerciële voorzieningenaanbod niet (meer) aanwezig is, kunnen standplaatsen juist van toegevoegde waarde zijn voor de leefbaarheid in een wijk of dorp, zoals bijvoorbeeld aan het pleintje voor een buurthuis, een buurtpark, de dorpskerk of de bibliotheek.
Ruimtelijke kwaliteit en veiligheid
Voor de inwoner van een gemeente is het van belang dat standplaatsen op een veilige, bereikbare plaats staan, geen overlast bezorgen en bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Dit betekent dat de gemeente geen standplaatsen toestaat op locaties waar ze overlast bezorgen of de ruimtelijke kwaliteit van een gebied ondermijnen. Ongewenste locaties zijn plekken waar standplaatsen:
Balans tussen dynamiek en herkenbaarheid/ondernemerszekerheid
Vanuit de Europese Dienstenrichtlijn is het verplicht over te gaan op een vergunningsduur voor bepaalde tijd, zodat nieuwe toetreders in gelijke mate kans kunnen maken op een standplaats- vergunning. Zo ontstaat er dynamiek en vernieuwing in de markt en komt er ruimte voor andere concepten die een verbetering kunnen betekenen voor het voorzieningenniveau. Anderzijds waarderen inwoners van de gemeente Roermond ook de herkenbaarheid en de bekende gezichten op standplaatslocaties. Ambulante handelaren vervullen ook een duidelijke sociale functie. Ook hecht de gemeente Roermond waarde aan het bieden van voldoende ondernemerszekerheid voor ambulante handelaren, zodat investeringen kunnen worden terugverdiend. Inschatting is dat de terugverdientijd in de gemeente Roermond ongeveer gelijk is aan het landelijk gemiddelde (waarover meer op p.15). De vergunningsduur zal een balans moeten weerspiegelen tussen ruimte voor dynamiek enerzijds en herkenbaarheid en onder- nemerszekerheid anderzijds.
Om invulling te geven aan de bovenstaande beleidsuitgangspunten worden in deze paragraaf de hoofdkeuzes uit het standplaatsenbeleid benoemd. In hoofdstuk 3 worden deze doorvertaald naar de precieze beleidsregels.
Standplaatslocaties op publieke grond
De gemeente Roermond zet in op een gespreid aanbod aan standplaatslocaties op ontmoetingsplekken in de publieke ruimte. Zo kunnen standplaatshouders een aanvulling zijn op het permanente detailhandelsaanbod in beleidsmatig ondersteunde winkelcentra en de leefbaarheid vergroten op ontmoetingsplekken waar geen permanent aanbod meer aanwezig is.
Concreet betekent dit dat standplaatsen worden toegestaan op één aangewezen locatie binnen de te versterken of te behouden dagelijkse voorzieningencentra uit de Visie Dagelijkse Voorzieningenstructuur5. Daarbuiten worden standplaatsen, om een goede spreiding te waarborgen, toegestaan bij een aantal ontmoetingsplekken in dorps- en wijkcentra.
Standplaatsvergunningen zijn daarom te verkrijgen voor de volgende locaties binnen te versterken of te behouden winkelgebieden:
Aanvullend worden in het kader van een fijnmazige spreiding en het verhogen van de lokale leefbaarheid de volgende standplaatslocaties beschikbaar gesteld:
In de binnenstad van Roermond worden uitdrukkelijk geen standplaatsen toegestaan, omdat er reeds een ruim voorzieningenaanbod aan permanente winkels en warenmarkten aanwezig is. Een aanvulling met standplaatsen is voor het voorzieningenpeil hier niet nodig. Ook zijn stand- plaatsen in de historische binnenstad ongewenst om de hier aanwezige beeldkwaliteit te beschermen.
Standplaatslocaties op private grond
Op private grond kan zonder vergunning van het college een standplaats worden ingenomen wanneer de locatie binnen een winkelgebied valt dat op zichzelf een grote publieksaantrekkende werking heeft, met een duidelijke eigen doelgroep. In de gemeente Roermond kan daarom op private grond een standplaats worden ingenomen bij het DOR, het Retailpark en de Huis- en tuinboulevard.
De gemeente Roermond heeft ook op deze particuliere locaties behoefte om adequater te kunnen sturen op het aanbod aan standplaatsen. Aangezien de mogelijkheid om een ontheffing van een vergunning voor een standplaats op privégronden aan te vragen is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), zal dit worden meegenomen bij de volgende herziening van de APV. In de tussentijd onderzoekt de gemeente welke sturingsmaatregelen kunnen worden gebruikt of toegepast.
Visie standplaatslocaties in de publieke en private ruimte i.r.t. dagelijkse voorzieningenstructuur
Gewijzigde locaties ten opzichte van voorgaand beleid
De weergegeven standplaatslocaties komen grotendeels overeen met de beschikbare locaties in het voorgaande standplaatsenbeleid. Er zijn de volgende wijzigingen:
Het Stationsplein (bij het stationsgebouw, buiten de singel) is als locatie toegevoegd. Het station trekt op zichzelf veel passanten/reizigers. Daarbij is een standplaats passend. Op het Stationsplein is slechts plek voor één standplaats. Gedurende de overgangstermijn van 15 jaar (zie beleidsregels) krijgt de huidige oliebollenkraam (seizoensgebonden standplaats) op deze plek in het winterseizoen (november t/m januari) daarom voorrang.
Voor verzoeken voor een standplaats op particuliere grond geldt niet langer de richtlijn dat het college medewerking verleend wanneer de aanvrager een bedrijf uit de toeristisch-recreatieve sector (inclusief perifere detailhandel) heeft. Op de dag- en surfstranden, campings, Hermus Watersport en het Fletcher Landhotel Bosrijk mag niet meer zonder vergunning van het college een standplaats worden ingenomen.
Seizoensgebonden standplaatsen
Seizoensgebonden standplaatsen zijn standplaatsen die alleen in de winter of zomer mogelijk gemaakt worden, voor de verkoop van seizoensgebonden producten zoals ijs, oliebollen of kerstbomen.
Gemeente Roermond kiest ervoor geen seizoensgebonden standplaatsen mogelijk te maken in het zomerseizoen. Bij de verschillende recreatielocaties die Roermond rijk is, is er reeds reguliere horeca die in de behoefte aan een zomerse snack voldoet aanwezig. Er is dan ook geen aantoonbare vraag naar aanvullende standplaatsen bij recreatielocaties.
De verkoop van kerstbomen en oliebollen gedurende het winterseizoen wordt wél mogelijk gemaakt, en evenals in het vorige beleid gefaciliteerd bij de reguliere standplaatslocaties. Hier wordt gedurende het winterseizoen een extra standplaats toegestaan die seizoensgebonden producten aanbiedt. Uitzondering hierop is het Stationsplein, waar slechts fysiek ruimte is voor één standplaats. Hierover meer in de beleidsregels.
Een divers algeheel dagelijks voorzieningenaanbod
Standplaatsen dienen als aanvulling op het permanente winkel- en horeca-aanbod in de te versterken dagelijkse voorzieningenstructuur. Voor standplaatslocaties die gelegen zijn in een te behouden of te versterken (dagelijks) winkelgebied geldt daarom dat een gegadigde die een aanvullend assortiment aanbiedt aan het reeds aanwezige permanente voorzieningenaanbod voordeel krijgt bij de vergunningverlening. Zo ontstaat er voor de consument een zo divers mogelijk totaal voorzieningenaanbod.
Een divers aanbod per standplaatslocatie
Om zorg te dragen voor een zo divers mogelijk aanbod op de verschillende standplaatslocaties in de gemeente worden de volgende regels opgesteld:
De diversiteit wordt dus gewaarborgd op basis van branchering, en niet op basis van een specifieke ondernemer.
Lokale, gezonde en duurzame producten
Standplaatsen kunnen een mooi middel zijn om streekproducten onder de aandacht te brengen en te verkopen. Zo wordt de lokale identiteit benadrukt, komen bezoekers weer meer in contact met de plek waar hun voedsel geproduceerd wordt en wordt de lokale economie gestimuleerd. Daarom worden ondernemers aangemoedigd om deze lokale streekproducten aan te bieden. Het aanbieden van streekproducten levert dan ook een voordeel op bij de vergunningverlening. Streekproducten sluiten ook aan bij de toenemende behoefte van de consument aan duurzame producten (korte keten). Om in te spelen op deze duurzaamheidsbehoefte levert ook het aanbieden van milieuvriendelijke producten van gerecycled of herbruikbaar materiaal een voordeel bij de vergunningverlening, is hierbij aandacht voor afval(preventie) en wordt het gestimuleerd dat ondernemers duurzame energie gebruiken of opwekken.
Het standplaatsenbeleid wil er enerzijds in voorzien dat er een gezonde doorstroom is van standplaatshouders, zodat nieuwe kwaliteitsvolle ondernemers in hun werkzame periode een kans krijgen zich te laten zien. Dit past bij de geest van de Europese Dienstenrichtlijn.
Anderzijds wil dit beleid voldoende zekerheid bieden aan vergunninghouders, zodat zij durven te investeren. Onderzoeksinstituut SEO heeft de terugverdientijd van investeringen in de ambulante handel onderzocht6. Conclusie van SEO is dat de gemiddelde terugverdientijd 9 à 12 jaar bedraagt. Gezien het feit dat er in Roermond weinig verzoeken binnenkomen van nieuwe toetreders, wordt ervoor gekozen een vergunningsduur van 15 jaar te hanteren. Streven is met deze wat langere vergunningsduur het huidige aanbod aan standplaatshouders op peil te houden, door bestaande aanbieders meer zekerheid te bieden. Anderzijds zou een nog langere vergunningsduur in strijd zijn met de geest van de dienstenrichtlijn en zou het een gezonde dynamiek in het aanbod in de weg staan.
2.3 Beleidsregels standplaatsenbeleid
In deze beleidsregels wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Standplaats: het vanaf een vaste, openbaar toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten, waarbij gebruik wordt gemaakt van een fysiek hulpmiddel (zoals een kraam, verkoopwagen of tafel). Het wezen van een standplaats is het niet-permanente karakter en de flexibiliteit zowel wat betreft de plek als de handel zelf. Mede vanuit de in de APV opgenomen criteria dienen alle verkooppunten daarom verrijdbaar of verplaatsbaar te zijn en moeten iedere dag na beëindiging van de verkoopactiviteiten verwijderd of afgebroken worden;
Uitgangspunten van dit standplaatsenbeleid
In het belang van de reguliere dagelijkse voorzieningenstructuur en de openbare orde wordt slechts een beperkt aantal standplaatsvergunningen verleend. Het aantal standplaatsvergunningen wordt gemaximeerd op maximaal 4 per standplaatslocatie. In de gemeente worden de volgende standplaatslocaties aangewezen:
Op de hiervoor genoemde standplaatslocaties is gedurende het winterseizoen één extra standplaats mogelijk voor de verkoop van seizoensgebonden producten. Uitzondering hierop is het Stationsplein, waar geen fysieke ruimte is voor twee standplaatsen. Hier krijgt gedurende de overgangstermijn de huidige seizoensgebonden standplaats (oliebollenkraam) in het winterseizoen (november t/m januari) voorrang op eventuele nieuwe gegadigden op deze locatie.
De Roermondse binnenstad wordt ervaren als een historische binnenstad en is zodanig aangewezen als beschermd stadsgezicht. De binnenstad wordt gedefinieerd als het gebied omsloten door en exclusief de singels Roersingel, Minderbroedersingel, Zwartbroekplein, Willem II singel, Stationsplein, Godsweerdersingel, Wilhelminaplein, Wilhelminasingel, Buitenop en de Roerkade. In de binnenstad worden, vanwege het ontbreken van toegevoegde waarde aan het voorzieningenniveau en het uiterlijk aanzien van de omgeving, in het geheel geen standplaatsvergunningen verleend.
Iedere standplaatslocatie mag maximaal 4 dagen per week worden ingevuld, waarbij er maximaal 2 dagen per week een aanbod uit dezelfde subbranche aangeboden mag worden. Hiervoor geldt onderstaande branchering:
Aanvragen van een standplaatsvergunning
Voor een standplaatsvergunning gelden de volgende weigeringsgronden: openbare orde, overlast, uiterlijk aanzien van de omgeving, verkeersveiligheid, verzorgingsniveau en bestemmingsplan. Strijd met het bestemmingsplan dient te worden genuanceerd in die zin dat het innemen van een standplaats op een perceel met de bestemming "weg" of daarmee gelijk te stellen benaming (incl. bermen, plantsoenen, parkeerterreinen e.d.) niet leidt tot een weigering om reden van strijdigheid met het bestemmingsplan.
Verdeelprocedure van standplaatsvergunningen
Voor de wijze van afhandeling van aanvragen wordt een transparante systematiek gehanteerd. Vrijkomende standplaatsen worden openbaar bekend gemaakt via de openbare kennisgevingskanalen van de gemeente. Dit gebeurt 12 weken vóór het aflopen van de vergunning. Gegadigden hebben vervolgens 8 weken de tijd een volledige aanvraag in te dienen.
Puntensystematiek beoordeling vergunningsaanvragen:
Geldigheidsduur standplaatsvergunning
In geval van overlijden, of ondercuratelestelling, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan op aanvraag van de vergunning- houder, zijn/haar erven of curator de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op naam van de echtgenoot/echtgenote, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij/zij duurzaam samenwoonde, of zijn/haar kind.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het derde lid kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij/zij ten minste drie jaar in loondienst van het bedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.
Overgangsregeling bestaande standplaatsvergunningen
Om niet voorbij te gaan aan bestaande rechten wordt een overgangsregeling ingesteld voor bestaande vergunninghouders. Bij de vaststelling van het nieuwe standplaatsenbeleid krijgen zij een vergunning voor de termijn van de nieuwe vergunningsduur van 15 jaar. Bij beschikbaar komen van deze vergunningen, in ieder geval dus na 15 jaar, zullen deze vergunningen volgens de nieuwe systematiek verdeeld worden (met uitzondering van de locaties die volgens dit nieuwe beleid komen te vervallen).
Voor standplaatslocaties die niet langer in dit beleid zijn aangewezen als standplaatslocatie wordt nog een eenmalige vergunning verstrekt voor de termijn van 15 jaar (uitsterfconstructie). Dit geldt voor zowel locaties op publieke als op private grond. Na afloop van deze termijn worden hier geen nieuwe vergunningen verleend.
Seizoensgebonden standplaatsen:
Het eerder geformuleerde standpunt dat in de binnenstad vanwege het uiterlijk aanzien van de omgeving in het geheel geen standplaatsvergunningen worden verleend, geldt in principe ook voor standplaatsen met een ideëel doel. Door het incidentele en niet-commerciële karakter van deze standplaatsen wordt hier echter, zij het in beperkte mate, een uitzondering voor gemaakt.
Op het ventvergunningenbeleid zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:
Om te komen tot een rechtvaardige en evenwichtige verdeling van het beperkt aantal per wijk uit te geven vergunningen wordt voor venten dezelfde branche-indeling gehanteerd als voor reguliere standplaatsvergunningen:
In het belang van de verkeersvrijheid en verkeersveiligheid verlenen burgemeester en wethouders geen ventvergunningen voor het venten in de binnenstad. De binnenstad wordt gedefinieerd als het gebied omsloten door- en exclusief de singels Roersingel, Minderbroedersingel, Zwartbroekplein, Willem II Singel, Stationsplein, Godsweerdersingel, Wilhelminaplein, Wilhelminasingel, Buitenop en de Roerkade.
Voor het waarborgen van de veiligheid bij standplaatsen kan (voor zover van toepassing) gebruik worden gemaakt van de handreiking van CVAH ‘Veiligheid op de markt 2020’. Hierin staat voor de ondernemer een handzame checklist (bijlage 2 van deze handreiking).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-357409.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.