Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar centraal loket leges ontheffing nul-emissiezone Maastricht 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht;

 

gelet op de artikelen 160, eerste lid, en 231, tweede lid, aanhef en onderdelen b en c, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

 

Aanwijzing van degene die is belast met de heffing en de invordering van leges voor het door het centraal loket in behandeling nemen van aanvragen om een ontheffing voor een nul-emissiezone Maastricht 2025 (Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar centraal loket leges ontheffing nul-emissiezone Maastricht 2025)

Artikel 1.  

Als degene die is belast met de heffing van leges voor het door het centraal loket ontheffing nul-emissiezone in behandeling nemen van aanvragen om een ontheffing als bedoeld in artikel 87 in samenhang met artikel 86e van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover het betreft verkeersteken C22c (geslotenverklaring vanwege een nul-emissiezone), wordt aangewezen:

 

de Directeur Dienstverlening gemeente Amsterdam,

 

te noemen ‘heffingsambtenaar leges centraal loket ontheffing nul-emissiezone’.

Artikel 2.  

Als degene die is belast met de invordering van leges voor het door het centraal loket ontheffing nul-emissiezone in behandeling nemen van aanvragen om een ontheffing als bedoeld in artikel 87 in samenhang met artikel 86e van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover het betreft verkeersteken C22c (geslotenverklaring vanwege een nul-emissiezone), wordt aangewezen:

 

de Directeur Dienstverlening gemeente Amsterdam,

 

te noemen ‘invorderingsambtenaar leges centraal loket ontheffing nul-emissiezone’.

Artikel 3.  

De aanwijzing van de in de artikelen 1 en 2 genoemde functionaris eindigt van rechtswege met ingang van de datum waarop de uitoefening van de functie van heffings- of invorderingsambtenaar voor de in de artikelen 1 en 2 bedoelde leges geen deel meer uitmaakt van de werkzaamheden van deze functionaris.

Artikel 4.  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2024.

Artikel 5.  

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar centraal loket leges ontheffing nul-emissiezone Maastricht 2025.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.1 juli 2024

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht

 

De belanghebbende kan het bezwaarschrift ook door een gemachtigde laten indienen. Voeg dan een machtiging bij het bezwaarschrift.

 

Zorg ervoor dat het bezwaarschrift in elk geval de volgende gegevens bevat:

 

  • -

    de naam en het adres van de belanghebbende;

  • -

    de dagtekening;

  • -

    een kopie van het besluit;

  • -

    de gronden van het bezwaar;

  • -

    de handtekening van de belanghebbende of de handtekening van de gemachtigde.

TOELICHTING

 

Een aantal aanvragen om een ontheffing van de geslotenverklaring wegens een nul-emissiezone worden via het daarvoor ingestelde Centraal Loket 1.0 behandeld. Om leges door dat centraal loket te laten heffen en invorderen is aanwijzing van een extern persoon als heffings- en invorderingsambtenaar nodig. Met de betreffende externe partij is een dienstverleningsovereenkomst zonder aanspraak op loon als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek gesloten. Deze dienstverleningsovereenkomst is de basis voor het toekennen van deze heffings- en invorderingsbevoegdheid (artikel 1, tweede lid, Ambtenarenwet 2017 in samenhang met artikel 2, aanhef en onderdelen b en c, van het Uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017).

 

Het college van burgemeester en wethouders neemt het (publiekrechtelijke) aanwijzingsbesluit waarin hij iemand (in functie of in persoon) belast met de heffing en/of de invordering van de leges. Daarmee verkrijgt die persoon de bij wet toegekende (geattribueerde) bevoegdheden tot heffing en invordering van deze leges.

Naar boven