Subsidieregeling Burgerbegroting gemeente Maastricht 2024-2025

Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Maastricht; overwegende dat het gemeentebestuur Maastricht inwoners zelf wil laten bepalen wat met een gedeelte van het gemeentelijk budget gebeurt door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen; gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht; besluit vast te stellen de Subsidieregeling Burgerbegroting gemeente Maastricht 2024-2025.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • Aanvraag: het projectvoorstel zoals dat is ingediend voor de Burgerbegroting;

  • Aanvrager: de initiatiefnemer, zijnde een rechtspersoon of natuurlijk persoon die een subsidie voor de Burgerbegroting aanvraagt;

  • ASV: Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Maastricht;

  • Draagvlakverkenning: een formulier waarop de initiatiefnemer inventariseert hoe direct omwonenden tegenover het project staan;

  • Initiatiefnemer: de aanvrager;

  • Projectsubsidie: een eenmalige subsidie die wordt verstrekt voor specifiek benoemde activiteiten met een duidelijke begin- en einddatum;

  • Projectvoorstel: Het voorstel voor een project waarvoor subsidie wordt gevraagd op grond van de Subsidieregeling Burgerbegroting gemeente Maastricht 2024;

  • Reglement Burgerbegroting: Algemeen reglement Burgerbegroting Maastricht 2024;

  • Restantbudget: Het budget dat binnen een thema resteert nadat de als uitvoerbaar aangemerkte projecten kunnen worden uitgevoerd;

  • Slotevent: het event waarop bepaald wordt welke projecten uitgevoerd gaan worden. Dit betreft een weging van de uitslag van digitaal (vooraf) en fysiek (tijdens het slotevent) stemmen, zoals bedoeld in het Reglement Burgerbegroting;

  • Subsidiabele kosten: naar oordeel van het college noodzakelijke kosten die direct verband houden met- en uitsluitend gemaakt worden voor de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd;

  • Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • Subsidiejaar: het jaar, zijnde 12 maanden, gerekend vanaf de dag van toekenning van de subsidie;

  • Startbesluit: Aan het begin van iedere editie van de Burgerbegroting neemt het college een startbesluit, waarin de volgende zaken zijn opgenomen: het totaalbudget, de thema’s waarop initiatiefnemers voorstellen kunnen indienen (inclusief voor ieder thema het Themabudget) en de fasering (inclusief start- en einddatum van iedere ronde);

  • Thema: onderwerpen waarop voorstellen voor de Burgerbegroting kunnen worden ingediend (zoals in het startbesluit besloten en opgenomen);

  • Themabudget: het maximale bedrag dat voor een thema binnen de betreffende editie van de Burgerbegroting beschikbaar is;

  • Uitvoerbaar project: een project dat voldoet aan de criteria zoals opgenomen in art. 3 van deze regeling.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor projecten die voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het project past binnen één van de thema’s zoals door het college besloten in het startbesluit;

    • b.

      Het project komt ten goede aan de inwoners van Maastricht;

    • c.

      Het project vindt plaats binnen de gemeentegrenzen van Maastricht en past binnen de bevoegdheden en het beleid van de gemeente Maastricht;

    • d.

      Het project vindt plaats in de openbare ruimte of op privéterrein met een openbaar karakter, met (schriftelijke) toestemming van de eigenaar (tenzij de initiatiefnemer zelf de eigenaar is);

    • e.

      Het project is voor iedereen vrij toegankelijk;

    • f.

      Het project betreft een nieuwe activiteit of extra aanbod met meerwaarde voor inwoners en heeft een eenmalig karakter;

    • g.

      Het benodigde projectbudget mag maximaal 50% van het betreffende themabudget bedragen, tot een maximum van 100.000 euro;

    • h.

      Het project heeft een realisatieperiode die niet langer duurt dan 12 maanden vanaf de datum van toekenning van de financiële bijdrage uit het budget Burgerbegroting.

  • 2.

    Indien er sprake is van een project voor een kleine en/of besloten groep mensen, en dit daarmee strijdig is met art. 3 lid 1 aanhef en onder e, dient dit ter beoordeling door het college overtuigend gemotiveerd te worden.

  • 3.

    Initiatiefnemers kunnen gedurende een door het college te bepalen periode adviezen krijgen om hun projectvoorstellen te completeren, verduidelijken en/of verbeteren.

Artikel 4. Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door (volwassen) natuurlijke personen en rechtspersonen.

  • 2.

    In het geval van een rechtspersoon moet het project passen binnen de statutaire doelstelling(en) van de rechtspersoon.

  • 3.

    Personen of organisaties kunnen door het college op basis van negatieve ervaringen in het verleden uitgesloten worden.

Artikel 5. Budgetplafond

  • 1.

    Het budgetplafond is het plafond dat beschikbaar is voor de Burgerbegroting in de betreffende editie.

  • 2.

    Jaarlijks vindt er een indexering van het budgetplafond plaats.

  • 3.

    Wijzigingen in het plafond na de vaststelling zoals bedoeld in lid 2, behoudens wijzigingen als gevolg van jaarlijkse prijsindexeringen, worden door het college vastgesteld en openbaar gemaakt.

  • 4.

    Restantbudget van een themabudget wordt toegevoegd aan de overige themabudgetten waar onvoldoende themabudget aanwezig is om de uitvoerbare projecten te realiseren.

  • 5.

    Eventueel bij de vaststelling teruggevorderde bedragen worden niet herverdeeld.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van het project als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor projectsubsidie in aanmerking komen:

    • a.

      kosten die door de subsidieaanvrager zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

    • b.

      kosten die reeds gesubsidieerd of gefinancierd worden vanuit een andere subsidie- of inkooprelatie met de gemeente Maastricht.

    • c.

      kosten van initiatiefnemers die zichzelf tegen betaling van een commercieel tarief voor de realisatie van hun eigen project inzetten.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal 50% van het betreffende themabudget, met een maximum van €100.000,-.

  • 2.

    Natuurlijke personen kunnen per editie van de Burgerbegroting maximaal € 5.000,- subsidie ontvangen, al dan niet gespreid over meerdere projecten.

  • 3.

    Rechtspersonen kunnen per editie van de Burgerbegroting maximaal € 100.000,- subsidie ontvangen, al dan niet gespreid over meerdere projecten.

  • 4.

    Mocht het budget zoals genoemd in het tweede en derde lid van dit artikel niet toereikend zijn, dan dient voor een andere financieringswijze van de uitvoering van een of meer gekozen projecten te worden gekozen.

  • 5.

    Budget dat niet besteed wordt binnen de subsidieregeling wordt overgeheveld naar de volgende editie van de Burgerbegroting.

  • 6.

    De subsidiebedragen zijn inclusief btw.

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1.

    Verdeling van subsidie vindt plaats op de wijze zoals opgenomen in het Algemeen reglement Burgerbegroting Maastricht 2024.

  • 2.

    De aanvraag wordt getoetst aan de criteria en voorwaarden zoals bepaald in artikel 3.

  • 3.

    De aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien er geen schriftelijke toestemming van de eigenaar van de openbare ruimte of het privéterrein met een openbaar karakter (waarop de activiteit plaatsvindt) is, tenzij de initiatiefnemer zelf de eigenaar is.

  • 4.

    Indien blijkt dat na een positieve beoordeling van een aanvraag subsidie in het specifieke geval niet aan de orde is, dan dient voor een andere financieringswijze van de uitvoering te worden gekozen.

  • 5.

    Indien lid 4 aan de orde is, wordt de wijze van financiering aan de aanvrager medegedeeld in de (afwijzende) verleningsbeschikking.

Artikel 9. Aanvraag

  • 1.

    Bij de aanvraag worden de volgende zaken overlegd:

    • a.

      Volledige contactgegevens van de initiatiefnemer, alsmede een geldig bankrekeningnummer op naam van de initiatiefnemer;

    • b.

      Vermelding van het thema waarvoor dit project wordt ingediend, inclusief onderbouwing van de wijze waarop het project hieraan bijdraagt;

    • c.

      Beschrijving van hoe het project wordt uitgevoerd met een plan van aanpak, planning en begroting, alsmede wie de contactpersoon is als dat niet initiatiefnemer zelf is;

    • d.

      Bij een project in de fysieke ruimte met duidelijke impact op omwonenden en/of gebruikers dient de initiatiefnemer volgens een vastgesteld format een draagvlakverkenning aan te leveren waaruit blijkt hoe de direct omwonenden tegenover het project staan;

    • e.

      Een overzicht van de aan de activiteit verbonden begrote inkomsten en uitgaven (begroting), met inachtneming van de volgende punten:

      • alle kosten dienen afzonderlijk en (indien van toepassing) inclusief btw te worden opgenomen;

      • kosten voor vrijwilligers bedragen maximaal de door de Belastingdienst hiervoor gehanteerde Maximum bedragen per uur;

      • (begeleidings)kosten door professionals moeten marktconform zijn, met een maximum van 80 euro per uur (incl. BTW);

      • voor ieder project dient een post onvoorzien van 10% te worden opgenomen. Deze post wordt pas uitgekeerd als hierop daadwerkelijk een beroep gedaan moet worden tijdens de uitvoering;

      • Indien er sprake is van beheer en onderheid, dan dienen de kosten hiervoor ook begroot te worden, ook voor de jaren na het project.

  • 2.

    Een project voor de Burgerbegroting dient, om als uitvoerbaar te worden aangemerkt en om in behandeling te worden genomen, te voldoen aan de criteria zoals opgenomen in art. 3 van deze regeling.

Artikel 10. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7 van de ASV ingediend binnen de termijn zoals op de website van de Burgerbegroting (www.burgerbegrotingmaastricht.nl) aangegeven.

Artikel 11. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 8 van de ASV, uiterlijk binnen 3 maanden gerekend vanaf de dag na het slotevent.

Artikel 12. Aanvullende weigeringsgronden

Een projectvoorstel wordt geweigerd als sprake is van een of meer van de volgende punten:

  • 1.

    Het project voldoet niet aan een of meerdere criteria, zoals gesteld in artikel 4 lid 5 van het Reglement Burgerbegroting;

  • 2.

    Het aanvraagformulier is onvolledig ingevuld en ook na tweemaal een verzoek tot completering niet voldoende aangevuld binnen de gestelde termijn;

  • 3.

    Initiatiefnemer heeft onvoldoende invulling gegeven aan de adviezen zoals bedoeld in artikel 4 lid 6 van het Reglement Burgerbegroting;

  • 4.

    Het project of de projectdoelstellingen zijn in strijd met het algemeen belang of de openbare orde;

  • 5.

    Het project levert schade op aan de openbare ruimte en/of levert gevaar op voor het veilig en doelmatig gebruik daarvan;

  • 6.

    Uit de draagvlakverkenning is al vooraf duidelijk dat zodanige weerstand tegen het project te verwachten valt dat realisatie binnen 12 maanden niet reëel is;

  • 7.

    Het project heeft een overwegend commercieel, politiek en/of religieus karakter;

  • 8.

    Het project bedoeld lijkt te zijn voor realiseren van omzet van (de onderneming van) initiatiefnemer;

  • 9.

    Het project betreft aanpassing van een gedeelte van de openbare ruimte die al in de meerjarenplanning is opgenomen;

  • 10.

    Het project wordt al op een andere wijze door de gemeente Maastricht gesubsidieerd of gefinancierd;

  • 11.

    Het project is ingediend door een of meerdere college-, raads- of burgerleden;

  • 12.

    Het project heeft fondsenwerving en/of acquisitie tot doel.

Artikel 13. Verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 14. Verantwoording en vaststelling

  • 1.

    Projectsubsidies zoals bedoeld in deze regeling worden conform art. 13 en art. 14 ASV door het college vastgesteld.

  • 2.

    Subsidies tot en met € 5.000,- worden in beginsel door het college direct vastgesteld, tenzij in de verleningsbeschikking is opgenomen dat wel dient te worden verantwoord.

  • 3.

    Indien ingevolge lid 2 verantwoording wordt gevraagd, dient dit te gebeuren op de wijze zoals in de verleningsbeschikking opgenomen.

  • 4.

    Vaststelling ten gevolge van de verantwoording zoals in lid 3 opgenomen vindt plaats binnen 13 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 5.

    Bij subsidies van meer dan € 5.000,- en ten hoogste € 75.000,- dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 6.

    De aanvraag zoals bedoeld in lid 5 bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een jaarrekening of een financieel verslag bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 7.

    Bij subsidies van meer dan € 75.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht een aanvraag tot vaststelling in.

  • 8.

    De aanvraag zoals bedoeld in lid 7 bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk registeraccountant.

  • 9.

    Burgemeester en wethouders stellen een subsidie van meer dan € 5.000 vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 15. Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen, de uitvoering van deze subsidieregeling betreffend, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 16. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na wettelijke bekendmaking van deze regeling.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2025.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Burgerbegroting gemeente Maastricht 2024-2025.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.9 augustus 2024

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

Naar boven