Overwegende,
dat de Marie Curiestraat zich binnen de bebouwde kom van woonplaats Nijmegen bevinden
dat door de bewoners van Marie Curiestraat 61 een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats ter hoogte van hun woning is aangevraagd;
dat aanvrager als inwoner van de gemeente Nijmegen staat geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie;
dat de aanvrager als bestuurder beschikt over een motorvoertuig;
dat aan de aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt;
dat is vastgesteld dat er te weinig vrije parkeergelegenheid overblijft voor de aanvrager om zijn voertuig in de nabijheid van de eigen woning te parkeren, dan wel dat het parkeren nabij de eigen woning op andere gronden problematisch is;
dat het wenselijk is om mindervalide weggebruikers, die de beschikking hebben over een gehandicaptenparkeerkaart, de mogelijkheid te bieden om in de directe nabijheid van de eigen woning te kunnen parkeren;
dat in dit specifieke geval de aanwezigheid van een gereserveerde parkeerplaats voor aanvrager van groot belang is;
dat de gemeente het gelet op het bovenstaande dan ook wenselijk acht aan de aanvrager een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken) nabij het woonadres beschikbaar te stellen;
dat dit kan worden bewerkstelligd door het plaatsen van de daarvoor benodigde bebording en het aanbrengen van kruismarkering;
dat het doel van het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is om de gehandicapte gebruiker daarvan in staat te stellen een actief en mobiel leven te leiden en daardoor aan het algemeen maatschappelijke verkeer kan deelnemen;
dat de belangen van de mindervalide aanvrager in deze zwaarder wegen dan die van overige weggebruikers om op deze parkeerplaats met hun voertuig te kunnen parkeren;
dat er voor overige weggebruikers in de omgeving van Marie Curiestraat 61 parkeerplaatsen aanwezig zijn om hun voertuig te parkeren;
dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Nijmegen;
dat ter zake overleg met de verkeersadviseur en tevens de gemachtigde van de korpschef van de politie-eenheid Oost-Nederland heeft plaatsgevonden;
dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee eenieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
dat de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen c.q. te vergroten voor mindervalide weggebruikers die de beschikking hebben over een gehandicaptenparkeerkaart;
dat, gelet op het bepaalde in het Mandaatbesluit gemeente Nijmegen 2019, onderdeel mandaatregister Stadsbeheer, aan de concernmanager afdeling Stadsbeheer en aan de manager bureau Dienstverlening, (onder voorwaarden) mandaat is verleend tot het nemen van tijdelijke en definitieve verkeersbesluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994
gelet op artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;