|
Leeswijzer
De welstandsnota moet inhoudelijke kennis koppelen aan juridisch houdbare criteria en efficiënte procedures. Bovendien moet de nota leesbaar, begrijpelijk en opwekkend zijn voor verschillende ‘gebruikers’. Dit programma van eisen levert een gelaagde nota op waarin welstandscriteria in allerlei soorten en maten worden uitgewerkt. Daarbij is in ruime mate gebruik gemaakt van foto’s en voorbeelden.
Hoofdstuk 2 behandelt het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van de welstandscommissie en wordt opgevolgd door een inventarisatie van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Hierna komt de in kaartbeeld opgetekende ruimtelijke analyse van de gemeente aan bod.
In hoofdstuk 3 worden de algemene welstandscriteria beschreven die gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling.
Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de samenhang in en het karakter van een bepaald bestaand gebied waar vervolgens welstandscriteria zijn geformuleerd.
Volgend op de beschrijvingen en criteria voor de gebieden wordt in hoofdstuk 5 een beschrijving gegeven van veel voorkomende specifieke bouwwerken die in het hele plangebied voor kunnen komen. Uit deze beschrijving zijn tevens welstandscriteria naar voren gekomen waarop de bouwwerken worden beoordeeld.
Welstandscriteria voor de ambtelijke toets van veel voorkomende kleine bouwplannen zijn in hoofdstuk 6 te vinden. Deze kleine plannen zijn:
- •
aan- en uitbouwen aan de gevel van een gebouw;
- •
bijgebouwen en overkappingen die los op het erf staan;
- •
- •
- •
- •
- •
- •
beschoeiing en grondkering
- •
steigers en steigers/terrassen bij woonschepen
De welstandscriteria voor deze kleine bouwplannen zijn vrijwel objectief zodat een ambtelijke toets mogelijk is. Alleen als zo’n bouwplan van de criteria afwijkt of als in een bijzondere situatie de criteria niet van toepassing kunnen zijn, wordt het plan aan de welstandscommissie voorgelegd.
Hoofdstuk 7 behandelt de criteria voor (opnieuw) te ontwikkelen gebieden.
In hoofdstuk 8 wordt de behandeling van de handhaving en de mogelijkheid om excessen aan te pakken beschreven.
De nota wordt afgesloten met de overgangsbepaling en bijlagen: een begrippenlijst en een register van straatnamen met een verwijzing naar de betreffende gebiedsbeschrijving(en).
|
Leeswijzer
De welstandsnota moet inhoudelijke kennis koppelen aan juridisch houdbare criteria en efficiënte procedures. Bovendien moet de nota leesbaar, begrijpelijk en opwekkend zijn voor verschillende ‘gebruikers’. Dit programma van eisen levert een gelaagde nota op waarin welstandscriteria in allerlei soorten en maten worden uitgewerkt. Daarbij is in ruime mate gebruik gemaakt van foto’s en voorbeelden.
Hoofdstuk 2 behandelt het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van de welstandscommissie en wordt opgevolgd door een inventarisatie van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Hierna komt de in kaartbeeld opgetekende ruimtelijke analyse van de gemeente aan bod.
In hoofdstuk 3 worden de algemene welstandscriteria beschreven die gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling.
Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de samenhang in en het karakter van een bepaald bestaand gebied waar vervolgens welstandscriteria zijn geformuleerd.
Volgend op de beschrijvingen en criteria voor de gebieden wordt in hoofdstuk 5 een beschrijving gegeven van veel voorkomende specifieke bouwwerken die in het hele plangebied voor kunnen komen. Uit deze beschrijving zijn tevens welstandscriteria naar voren gekomen waarop de bouwwerken worden beoordeeld.
Welstandscriteria voor de ambtelijke toets van veel voorkomende kleine bouwplannen zijn in hoofdstuk 6 te vinden. Deze kleine plannen zijn:
- •
- •
bijgebouwen en overkappingen;
- •
- •
- •
erf- of perceelsafscheiding
;
- •
- •
- •
- •
beschoeiing en grondkering;
- •
- •
steigers en terrassen bij woonschepen
- •
installaties voor warmte- en koudeopwekking
De welstandscriteria voor deze kleine bouwplannen zijn vrijwel objectief zodat een ambtelijke toets mogelijk is. Alleen als zo’n bouwplan van de criteria afwijkt of als in een bijzondere situatie de criteria niet van toepassing kunnen zijn, wordt het plan aan de welstandscommissie voorgelegd.
Hoofdstuk 7 behandelt de criteria voor (opnieuw) te ontwikkelen gebieden.
In hoofdstuk 8 wordt de behandeling van de handhaving en de mogelijkheid om excessen aan te pakken beschreven.
De nota wordt afgesloten met de overgangsbepaling en bijlagen: een begrippenlijst en een register van straatnamen met een verwijzing naar de betreffende gebiedsbeschrijving(en).
|