Wijziging Algemene plaatselijke verordening Urk 2018

De raad van de gemeente Urk,

 

op voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Urk d.d. 23 januari 2024

 

gezien het advies van Commissie I d.d. 6 maart 2024

 

besluit:

 

De Raad besluit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Urk als volgt te wijzigen.

Artikel 2.27 komt als volgt te luiden:

Artikel 2.27 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      openbare inrichting:

      • i.

        een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, waterpijpcafé, buurthuis, clubhuis.

      • ii.

        elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid.

    • b.

      terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

    • c.

      (jeugd)honk: een pand of gedeelte van een pand, niet zijnde een woning, of een aanhorigheid bij een woning, waar buiten het reguliere gebruik volgens de bestemming, groepen personen samenkomen, waarbij een belangrijk onderdeel is het met elkaar nuttigen van dranken en spijzen.

  • 2.

    Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een terras.

Artikel 2.28 komt als volgt te luiden:

Artikel 2.28 Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting of (jeugd)honk te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting of het (jeugd)honk in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan, voorbereidingsbesluit of, voor zover het een {jeugd)honk betreft, in strijd is met de voorwaarden genoemd in het beleid voor groepsbijeenkomsten.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat

    • a.

      de woon- of leefsituatie in de omgeving van het (jeugd)honk of de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • b.

      de exploitant of de leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting waar in beginsel geen openbare orde problematiek en of overlast wordt veroorzaakt en die zich bevindt in een:

    • a.

      winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      zorginstelling;

    • c.

      museum

  • 5.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Lid 5 en lid 6 van artikel 2.28 (oud) zijn komen te vervallen:

  • 5.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, als:

    • a.

      zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en-handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting; of

    • b.

      de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid.

  • 6.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid, onder a.

Artikel 2.28 lid 7 (oud) is verplaatst naar lid 5 (nieuw).

 

De voorgestelde bepalingen treden in werking op 1 augustus 2024. Zij worden op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. De oude bepalingen vervallen daarmee.

Urk, 28 maart 2024,

De raad van de gemeente Urk,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven