Participatievisie ‘Samen maken we Berkelland’ 

De raad van de gemeente Berkeland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2024

 

b e s l u i t:

 

  • 1.

    In te stemmen met de door de Raadswerkgroep Bestuurlijke Vernieuwing opgestelde participatievisie ‘Samen maken we Berkelland’.

Hoe geven we ruimte aan initiatief uit de samenleving en betrekken we inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij gemeentelijk beleid en plannen?

 

Samen maken we Berkelland

 

Goede participatie kost tijd, slechte of geen participatie nog meer.

 

1. Inleiding

De gemeente Berkelland werkt intensief samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. We vinden het belangrijk de kracht van onze lokale samenleving optimaal te benutten. Daarom zijn we constant op zoek naar manieren om hun betrokkenheid te behouden en te versterken. Participatie wordt in onze gemeente daarom als vanzelfsprekend geacht.

 

Een open houding richting de samenleving is van belang. Dit doen we door samen op zoek te gaan naar de beste en meest passende oplossing voor maatschappelijke vraagstukken. Een belangrijk onderdeel hiervan is ook het gebiedsgericht werken. Hierbij wordt samen met inwoners en netwerkpartners gekeken naar kansen, dillema’s en knelpunten in de wijken en kernen. Ook worden gezamenlijke maatschappelijke vraagstukken opgelost.

 

In 2021 heeft een Rekenkameronderzoek plaatsgevonden naar participatie. Er werd geconcludeerd dat er veel participatie plaatsvindt en dat we dat ook best goed doen, maar er nog wel verbeterpunten zijn. Die zitten op het gebied van gedeelde (grond)waarden, helder verwachtingsmanagement, structureel evalueren en voldoende tijd en ruimte om er goed invulling aan te geven. De Rekenkamer roept de gemeente op: ‘Denk in gezamenlijk verband na over de kernwaarden voor participatie voor de gemeente Berkelland’. Dit is ook een duidelijke wens van de gemeenteraad en daarom is dit ook opgenomen in het ambitiedocument van de raad. Naar aanleiding hiervan is in 2024 deze visie opgesteld.

 

Wat verstaan we onder participatie?

Participatie is samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties onze gemeente mooi, schoon, veilig, prettig en gezond houden. Dat doen we door hen vroegtijdig de ruimte te bieden om mee te praten over en mee te werken aan de plannen voor Berkelland. Participatie gaat daarmee verder dan de formele inspraak.

 

Soorten participatie

Wij onderscheiden drie soorten participatie:

 

Burgerparticipatie; waarbij de gemeente inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties uitnodigt om een bijdrage te leveren aan het opstellen en/of uitvoeren van beleid en projecten. We onderscheiden hierin drie vormen:

  • Beleidsparticipatie

  • Projectparticipatie

  • Uitvoeringsparticipatie

Overheidsparticipatie; waarbij het initiatief vanuit de samenleving komt, maar ondersteuning vanuit de gemeente gevraagd kan worden.

 

Een derde soort is participatie onder de Omgevingswet; met de komst van de Omgevingswet moet elke initiatiefnemer in de aanvraag voor een omgevingsvergunning aangeven of er overleg is geweest met de omgeving waar de aanvraag over gaat. Initiatiefnemers die de omgeving betrekken bij hun plannen, krijgen hier waardevolle inzichten en betere plannen voor terug. De omgeving vroeg bij een traject betrekken, voorkomt vaak bezwaren in een later stadium.

 

De treden van de participatieladder

Er zijn verschillende niveaus waarop inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties kunnen participeren, afhankelijk van het onderwerp. Daarbij maken we gebruik van de participatieladder met 6 treden.

 

Zelf doen Bij het zelf doen is de initiatiefnemer nooit de overheid. Het gaat dan om een initiatief van een ander. De overheid laat dan los en legt de verantwoordelijkheid van het initiatief en de uitvoering bij de participanten, al dan niet binnen vooraf gestelde kaders.

 

(Mee)beslissen Het bestuur en de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bepalen samen de agenda. Samen wordt gezocht naar oplossingen en samen worden de beslissingen daarover genomen.

 

Coproduceren Het bestuur en inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bepalen samen de agenda. Er wordt samen een plan ontwikkeld dat uitgevoerd wordt. De gemeente neemt de beslissing, maar verbindt zich aan de samen overeengekomen oplossing.

 

Adviseren Het bestuur vraagt advies aan inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Ze kunnen problemen aankaarten en oplossingen formuleren. Denk aan een klankbordgroep.

 

Raadplegen Het bestuur bepaalt de agenda, maar luistert naar de mening van de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Het gaat om een open, vrijblijvend gesprek. Denk aan een enquête.

 

Informeren Het bestuur bepaalt de agenda en houdt de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties met goede informatie op de hoogte. Denk aan nieuwsbrieven, inloopavonden of informatiebijeenkomsten.

 

Invloed van de samenleving en de rol van de gemeente:

 

Zelfdoen: Bestuur laat samenleving beslissen, al dan niet binnen eerder gestelde kaders.

Meebeslissen: Bestuur en samenleving maken samen beslissing.

Coproduceren : Bestuur neemt besluiten, maar verbindt zich aan de samen overeengekomen oplossing.

Adviseren: Bestuur neemt besluiten, vraagt advies en weegt dit mee in de besluitvorming.

Raadplegen: Bestuur neemt besluiten, luistert naar meningen.

Informeren: Bestuur neemt besluiten, informeert hierover.

Wat staat er in de participatievisie?

Deze participatievisie geeft op hoofdlijnen aan hoe we participatie in de gemeente Berkelland organiseren. Daarbij is het belangrijk aan te geven dat het niet iets nieuws is. Bij bijvoorbeeld projecten, beleidstrajecten en werkzaamheden in de openbare ruimte vindt participatie al via diverse vormen plaats.

 

Uit het Rekenkameronderzoek komt ook naar voren dat we al heel veel doen. Het vastleggen van een gezamenlijke visie en gezamenlijke waarden kan participatie verder verbeteren en gestructureerde groei mogelijk maken. Dit document is de visie.

Hierin staan:

  • Onze visie op het belang van participatie

  • Principes voor vormgeven van participatie

  • Omgevingswet en participatie

  • Rolverdeling bij participatie

Deze participatievisie gaat niet in op hoe inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties kunnen participeren in het vergadermodel van de gemeenteraad. Dit wordt uitgewerkt in een apart memo ‘Participatie in het BOB-model’.

2. Onze visie op participatie

Onze visie is dat we alleen samen met onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners kunnen koesteren waar we trots op zijn en invulling kunnen geven aan de opgaven die op ons af komen.

 

Samen gaat over een breed spectrum aan activiteiten. Het gaat niet alleen over plannen waarin de gemeente trekker is, maar ook over activiteiten waarin de samenleving het initiatief neemt, en taken die we moeten uitvoeren van de Rijksoverheid. Berkelland heeft een rijk scala aan initiatieven en initiatiefnemers. De kracht en inzet hiervan willen we zoveel mogelijk ondersteunen en benutten. Initiatieven hebben we hard nodig in onze gemeente. Voor de onderlinge steun en informele zorg, voor een schone en veilige buurt, voor de inzet bij sport of cultuur, en voor lokale kennis bij het maken of toetsen van nieuwe plannen. We hebben de ambitie om meer ruimte te geven aan initiatieven vanuit de samenleving, ook van inwoners die niet zo snel meepraten of meedoen. We werken aan participatie, omdat we ervan overtuigd zijn dat we samen verder komen. Of het nu gaat om initiatieven van inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties of om plannen van de gemeente. Het belangrijkste is om van tevoren te weten wat we van elkaar mogen verwachten.

 

Participatie betekent niet dat iedereen tevreden zal zijn met een besluit. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat mensen zich gezien en gehoord voelen. Dat we elkaar proberen te begrijpen, ook wanneer we het oneens zijn. Dit doen we door goed naar elkaar te luisteren, duidelijke kaders te stellen en daarbinnen samen te zoeken naar de beste oplossingen.

 

Samen betekent niet dat iedereen het altijd met alles eens hoeft te zijn. Participatie is niet primair gericht op consensus, maar op het kunnen nemen van goed onderbouwde besluiten. Besluiten vanuit ieders eigen rol en verantwoordelijkheid. Daarom willen we duidelijk zijn in waar het over gaat en wat de verwachting is.

 

Onderwerpen leven en roepen soms emoties op. Dat is juist waar de gemeente en gemeenschap over gaat. Vooraf duidelijk zijn over de mate van participatie vergoot de kwaliteit en verbondenheid, en voorkomt teleurstellingen en tegenstellingen. Met een helder participatieproces verbinden we, maar kiezen we uiteindelijk ook. Een goed participatieproces helpt bij het kunnen maken van de goede keuze, omdat je weet wat er speelt en leeft, wat er nodig is of welke risico’s of negatieve effecten er zijn.

 

Verbinden en loslaten 

De Rekenkamer geeft aan dat participatie al goed verweven is met onze denk- en werkwijze. Maar dat er ook mogelijkheden tot verbetering zijn, onder andere door het opstellen van een visie op participatie. Wij zien een veranderend samenspel tussen de lokale overheid en haar omgeving en binnen de samenleving zelf. De verwachting is dat de nieuwe verhoudingen tussen inwoner en overheid zich de komende jaren sterker zullen aftekenen. Om met deze trend mee te kunnen bewegen, moeten we blijven investeren in een duurzame relatie met onze kernen: weten wat speelt, de sleutelfiguren kennen, zichtbaar en toegankelijk zijn. Daarnaast moeten we blijven werken aan het creëren van vertrouwen en ruimte voor initiatief. Het behouden en versterken van de relatie met onze inwoners en dorpen is een noodzakelijke voorwaarde om mee te kunnen blijven bewegen met de veranderende verhouding tussen inwoner en overheid. Dat betekent: blijven verbinden, terwijl we meer loslaten

 

3. Principes voor Participatie

We hebben zes principes opgesteld die de gemeente Berkelland belangrijk vindt in de wijze waarop participatie vorm krijgt. Elk principe omschrijft wat de samenleving van de gemeente mag verwachten en op welke wijze we aan de slag gaan met participatie.

De principes komen voort uit de hiervoor beschreven visie op participatie.

 

  • 1.

    We volgen een leidraad participatieproces

    Iedere opgave en vraagstuk is anders. Het opstellen van een beleidsplan vraagt een ander participatieproces dan het herinrichten van een buurtspeeltuin. Om inwoners, ondernemers en maatschappelijke succesvol te betrekken bij beleidsontwikkeling of projecten in onze kernen is het belangrijk om vooraf goed na te denken over het te lopen participatieproces. Het is aan te bevelen om dit proces te beschrijven in een participatieplan. Bij complexere processen wordt dit plan vastgesteld door het college en/of de raad. Onderdelen in een participatieplan kunnen zijn:

     

    • 1.

      Waarom dit proces? Wat wil je met het participatieproces bereiken en wat is het doel? Hierbij wordt een relatie gelegd met de treden van de participatieladder. Hierdoor kun je achteraf beter beoordelen of het doel van het participatieproces is bereikt.

       

    • 2.

      Wat is de mate van invloed? Dit zijn de kaders en randvoorwaarden die de participatieruimte bepalen. Duidelijke kaders en randvoorwaarden helpen bij het managen van verwachtingen. Ze maken duidelijk waar de samenleving wel of niet over kan participeren.

       

    • 3.

      Wie betrekken we? Inzichtelijk gemaakt door middel van een omgevingsanalyse en een verdere verdieping in de verschillende doelgroepen.

       

    • 4.

      Hoe gaan we de participanten betrekken? Kies de werkvormen die passen bij het doel en de doelgroep.

       

    • 5.

      Waar komen we in contact met de participanten? Denk aan de keuzes voor online en/of offline participatiemomenten en aan de locaties voor de bijeenkomsten.

       

    • 6.

      Wanneer vinden de participatiemomenten plaats? Dit is de planning.

  • Bij raads- en collegevoorstellen wordt in de paragraaf participatie een toelichting gegeven op bovenstaande vragen.

  • 2.

    We zijn open en transparant over het doel en de ruimte van participatie

    Een bij de opgave passend participatietraject geeft duidelijk aan wat we van elkaar kunnen en mogen verwachten. Hiervoor gebruiken we de indeling van de eerder geschetste participatieladder.

     

    Transparant en open zijn betekent ook dat er tijdens een participatieproces ingespeeld kan worden op nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Over wijzigingen in aanpak en plan zijn we expliciet en transparant. Zo kunnen we maatwerk blijven leveren. Bijvoorbeeld als de verwachtingen van inwoners niet aan blijken te sluiten bij het vooraf opgezette participatieproces. Daarnaast zijn we ons ervan bewust dat onderwerpen emoties oproepen of dat niet iedereen in staat is zijn of haar bijdrage te leveren op de door ons voorgestelde manier.

     

    Bij alle participatietrajecten geven we een verantwoording over de uiteindelijke gemaakte keuzes in onze plannen. Dit verschilt naar aard en vorm, passend bij het doorlopen traject. Een verantwoording voor de herinrichting van een speeltuin bestaat bijvoorbeeld uit het laten zien van de ingebrachte ideeën en de uiteindelijke keuze (plaatjes).

     

    Bij grote beleidstraject gebruiken we een participatieverslag wat bestaat uit een overzicht van de ingebrachte reacties met een inhoudelijke reactie wat hiermee in het beleid gedaan is. Hierin geven we ook aan als er afgeweken is van het participatieplan. Zijn er tussentijds wijziging die fundamenteel zijn, dan wordt hierover gecommuniceerd binnen het participatieproces en wordt de raad, indien wenselijk, geïnformeerd met een raadsbrief. In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn hierover opnieuw met de gemeenteraad in gesprek te gaan. Dit kan wel gevolgen hebben voor de doorlooptijd en het proces.

     

    Daarnaast hebben we aandacht voor goede communicatie binnen het participatieproces, vooraf, tussentijds en aan het eind.

     

  • 3.

    We hebben aandacht voor verschillende groepen en zoeken naar mogelijkheden om ook moeilijk bereikbare doelgroepen te bereiken

    We gaan actiever op zoek naar manieren om inwoners en groepen te bereiken die niet snel uit zichzelf meepraten of meedoen. Per participatietraject werken we dit zo goed mogelijk uit, proberen we waar mogelijk nieuwe manieren en evalueren we hierop. Naast het gebruik van digitale mogelijkheden, zoals een enquête, zien wij vooral kansen in direct contact: het actief opzoeken van doelgroepen op plaatsen waar deze zich bevinden. Een goed voorbeeld is de jeugdenquête als input voor de Omgevingsvisie, waarbij we de jeugd actief hebben opgezocht en bevraagd, bijvoorbeeld op de kermis.

     

    Het is echter een illusie om iedereen te kunnen bereiken en alle meningen te horen. Onze ervaring is dat mensen pas actief gaan participeren als een onderwerp ze direct raakt. De ‘zwijgende meerderheid’ of ‘de hardste schreeuwers’ blijven een constante uitdaging in participatietrajecten. Daarom is een van onze uitgangspunten ook nadrukkelijk dat participatie niet gericht is op consensus, maar op het kunnen nemen van betere besluiten. In een participatieplan maken we vooraf ook een afweging tussen kosten, tijdsinzet, doorlooptijd en het (kunnen) bereiken van doelgroepen.

     

    Als we vermoeden dat er geen representatieve vertegenwoordiging heeft deelgenomen aan het participatieproces, wordt aan het college en raad in het collegevoorstel toegelicht hoe in de besluitvorming hier rekening mee is gehouden.

     

    Verdere verkenning burgerberaad

    Een burgerberaad is een groep gelote inwoners die een representatieve afspiegeling van de Berkellande samenleving vormt. Dit burgerberaad adviseert de politiek over een specifiek onderwerp. In meerdere bijeenkomsten komen de deelnemers van het burgerberaad samen om eerst geïnformeerd te worden over het onderwerp en hier vervolgens met elkaar over van gedachten te wisselen.

     

    Het Burgerberaad wordt gezien als een mogelijke nieuwe vorm van participatie en aanvulling op de democratie. De gemeente Berkelland verkent verder de kansen, valkuilen en benodigde randvoorwaarden van deze vorm participatie.

  • 4.

    We maken van tevoren duidelijk hoe de uitkomsten van een participatieproces meewegen in de besluitvorming door college en raad

    Onze visie is dat we alleen samen met onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties kunnen koesteren waar we trots op zijn en invulling kunnen geven aan de opgaven die op ons af komen. Dat maakt dat we de uitkomsten van een participatieproces serieus nemen. Door hier expliciet in het participatieverslag (passend bij het gelopen traject) op in te gaan bij onze besluitvorming, doen we recht aan het gelopen participatietraject.

     

    Bij onze visie op participatie hebben we al aangegeven dat participatie niet gericht is op consensus en het tevreden zijn van iedereen. Het maken van een keuze betekent niet dat er niet geluisterd is naar andere meningen of inbreng of dat het proces niet goed geweest is. Het vooraf aangeven van de aanwezige ruimte voor participatie voorkomt onduidelijkheid en teleurstelling aan het einde.

     

  • 5.

    We denken in mogelijkheden om initiatieven uit de samenleving te ondersteunen en faciliteren en gaan hierbij uit van de positieve grondhouding ‘Ja, mits’

    Er ontstaan in de samenleving initiatieven op allerlei gebieden. Groot- of kleinschalig, in het fysieke of sociale domein. Al die initiatieven zijn welkom. En we ondersteunen passend bij de aard van het initiatief.

     

    Dat kan in de vorm van geld, expertise en informatie. We sluiten aan op de energie in onze kernen en gaan uit van ieders eigen kracht. We laten de regie bij de initiatiefnemer, maar geven tips en randvoorwaarden mee voor een goed proces. Zo geeft bij ruimtelijke plannen onze Omgevingsvisie hierbij richting in de haalbaarheid en wenselijkheid van ruimtelijke initiatieven uit de samenleving.

     

    Uitdaagrecht. Volgens het uitdaagrecht (‘Right to Challenge’) kunnen inwoners overheden uitdagen om (een deel van) een publieke taak over te nemen als zij denken het slimmer, beter, goedkoper of anders te kunnen doen. Dat kan gaan over het beheer van een groenstrook of speeltuin in het eigen dorp, maar ook over het overnemen van welzijnstaken, natuurontwikkeling en het behoud van allerlei voorzieningen in de buurt. We staan als gemeente open voor het overdragen van taken aan inwoners. We willen deze mogelijkheid verder verkennen binnen het gebiedsgericht werken.

     

    We willen het uitdaagrecht meer stimuleren vanuit de gebiedscontactpersonen. We gaan in de wijk actiever letten op de kansen om te experimenteren met het uitdaagrecht. Dat doen we door goed in de gaten te houden welke initiatieven er ontstaan en wat er mogelijk aansluit op de voorwaarden voor het uitdaagrecht. Als we kansen zien, wijzen we inwoners op de mogelijkheden en gaan we daarover met elkaar in gesprek.

     

    Zelfbeheer. We verkennen verder kansen voor zelfbeheer van kleinschalig groen. Op verschillende plekken in Berkelland zien we steeds vaker initiatieven van bewoners om zelf het groen in hun straat bij te houden.

     

  • 6.

    We evalueren de participatietrajecten

    Participatie is niet goed te vatten in één vaste aanpak. Het is bij uitstek iets dat je moet doen en moet ervaren. Dat bereiken we alleen door ermee aan de slag te gaan in de dagelijkse praktijk. Alle ervaringen, positief en negatief, bieden stof tot nadenken en kansen om participatie verder te verbeteren. Het gebruiken van een participatieverslag bij grote beleid- en projectvoorstellen, biedt een goede basis om ervaringen vast te leggen en te borgen.

     

    Jaarlijks wordt de raad ook uitgenodigd om samen met de gebiedscontactpersonen op werkbezoek de kernen in te gaan. Tijdens de bezoeken wordt de raad geïnformeerd over de ervaringen van participatie binnen projecten in onze kernen.

4. Participatie onder de Omgevingswet

Met participatie wordt in de Omgevingswet bedoeld ‘het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden (inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden) bij het proces van (voorafgaand aan) de besluitvorming over een project of activiteit om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen (Stb. 2018, 290, p. 134)’. Wat het inhoudt, kan ‘variëren van informeren tot meebeslissen, zie de treden van de participatieladder. De Omgevingswet legt dus niet specifiek vast hoe een participatieproces moet zijn ingericht.

 

In het meest gebruikte onderdeel van de nieuwe Omgevingswet, de omgevingsvergunning, is alleen voorgeschreven dat de vraag gesteld moet worden of participatie heeft plaatsgevonden. De Omgevingswet verplicht de initiatiefnemer dus niet om participatie uit te voeren, maar hij/zij dient slechts aan te geven of participatie wel/niet heeft plaatsgevonden. Dat kan tot 3 situaties leiden:

 

  • 1.

    Als in de aanvraag voor omgevingsvergunning wordt aangegeven dat er niet aan participatie is gedaan, wordt wél voldaan aan artikel 7.4 van de Omgevingsregeling. Dit feit kan niet automatisch leiden tot het niet behandelen of weigeren van de vergunningaanvraag.

  • 2.

    Als de aanvrager niet vermeldt of participatie heeft plaatsgevonden, voldoet de aanvrager niet aan de eisen voor een aanvraag. De aanvraag is dan onvolledig en kan niet in behandeling worden genomen.

  • 3.

    Als aangegeven wordt dat participatie wél heeft plaatsgevonden, dient de aanvrager ook te vermelden hoe de participatie heeft plaatsgevonden en wat de resultaten zijn. Dit is geheel vormvrij.

In de Raadswerkgroep Omgevingswet is eind 2021 uitvoerig gesproken over het al dan niet opnemen van verplichte participatie. Er is voor gekozen de gemeenteraad voor te stellen geen categorieën vergunningen aan te wijzen waarvoor participatie verplicht is. Reden hiervoor was dat er geen juridische eisen zijn gesteld aan de (kwaliteit van) participatie en dat hierdoor mogelijk onbedoelde juridische complicaties en toetsen zouden worden ingebouwd in toch al complexe procedures. De gemeenteraad heeft dit voorstel in december 2021 (verzamelbesluit Omgevingswet) overgenomen. Wel is er een handreiking uitgewerkt die initiatiefnemers meekrijgen om ze op weg te helpen bij het doorlopen van een goed participatietraject over hun eigen project.

5. Rollen

De gemeenteraad, het college, de gemeentelijke organisatie en de deelnemers hebben in ieder participatieproces een bepaalde rol. Deze rol is niet altijd hetzelfde. In dit hoofdstuk beschrijven we wie welke rol heeft.

 

De gemeenteraad

De gemeenteraad vormt het algemeen bestuur en heeft verschillende rollen. De raad heeft de wettelijke bevoegdheid besluiten te nemen en kan hierbinnen aangeven of en in hoeverre zij deze bevoegdheid wil delen, overdragen of inzetten. Zij heeft een kader stellende rol door het vaststellen van deze participatievisie.

 

Dit zijn voor participatie de belangrijkste kader stellende instrumenten van de raad. Het college van B&W voert haar participatieprocessen binnen deze kaders uit. Voor grotere projecten, plannen en programma's waarvan het college van B&W de initiatiefnemer is stelt de raad een startnotitie en raadsvoorstellen vast. Een participatieplan of – paragraaf maakt hier onderdeel van uit, zodat de gemeenteraad haar rol in het proces goed kan oppakken.

 

Op basis van de startnotitie en raadsvoorstellen kan de raad nog specifieke kaders of richting meegeven aan het participatieproces en haar eigen rol duiden. Bij het vaststellen hiervan zijn er vier belangrijke vragen voor de gemeenteraad:

 

  • 1.

    Met welk doel wordt de participatie georganiseerd? Het doel van de participatie is belangrijk om bij de besluitvorming te kunnen toetsen of het doel is behaald en dus of het participatieproces goed (genoeg) is geweest.

     

  • 2.

    Op welke trede van de participatieladder vindt het participatieproces plaatst?

    En wat betekent deze trede voor de gemeenteraad?

     

  • 3.

    Welke kaders en randvoorwaarden wil de raad mee geven in het proces? Dit vormt de basis waarop B&W terugvalt als er bijsturing nodig is in het participatieproces.

     

  • 4.

    Worden de juiste stakeholders betrokken? Is dit een goede representatieve afspiegeling van de samenleving, een diverse groep met voor- en tegenstanders, jong en oud, met en zonder een beperking enzovoort?

Bij participatieaanpak in de uitvoering van beleid, legt het college de participatieaanpak niet voor aan de gemeenteraad. De raadsleden hebben dan bij het opstellen van het beleid mee kunnen denken over de participatieaanpak hiervan.

 

Het college van burgemeester en wethouders

Het college is als dagelijks bestuur verantwoordelijk voor de voorbereiding van de besluitvorming en de uitvoering van beleid dat hieruit voortkomt. Het college is in beginsel als ‘initiatiefnemer’ verantwoordelijk voor de aanpak en uitvoering van participatie bij gemeentelijke plannen en beleid. Daarnaast legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad en zorgt zij voor een helder en open participatieproces binnen de kaders van deze visie.

 

Het college van B&W maakt gebruik van een portefeuilleverdeling. Dat betekent dat elke bestuurder eigen taken heeft. Elk collegelid heeft daardoor te maken met participatie.

 

De organisatie

De organisatie voert de participatie bij (beleids)plannen en projecten van de gemeente uit. Zij stelt het participatieproces op, schrijft de inwonersbrieven, organiseert de bijeenkomsten, heeft contacten met de inwoners, ondernemers en instellingen en communiceert over het verloop. Het college en de raad zijn de bestuurlijke opdrachtgevers en de organisatie voert uit. De organisatie zorgt er ook voor dat de participatie die we organiseren aan blijft sluiten bij de voorkeuren en behoeften van de Berkellandse samenleving. Dit vraagt om het actief onderhouden van contacten met betrokkenen, weten wat er speelt en de bereidheid om te blijven leren.

 

De gemeente Berkelland werkt met gebiedscontactpersonen. Deze medewerkers zijn onze ‘verbindingsofficieren’, zij staan in direct contact met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Zij weten wat de samenleving belangrijk vinden, wat hen beweegt en hoe we met ze in gesprek kunnen komen.

 

De deelnemers

De deelnemers van het participatieproces zijn inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties en ook wij als gemeente zelf. Participatie is er om goede ideeën, inzichten en de belangen van deelnemers in beeld te brengen. Om vervolgens de beste keuzes te maken voor Berkelland. We verwachten ook van de deelnemers dat zij meedoen vanuit de Berkellandse visie en principes op participatie. We blijven naar elkaar luisteren en hebben begrip voor elkaars standpunten.

 

Dorpsraden/belangenorganisaties

De dorpsraden en belangenorganisaties in onze kernen zijn nu al belangrijke partners voor de gemeente. Zij denken, werken en praten mee over de leefbaarheid. We leggen onze samenwerking in convenanten vast.

 

Adviesraden

In gemeente Berkelland zijn verschillende adviesraden actief. Deze raden bestaan uit inwoners van de gemeente. Zij kunnen gevraagd en ongevraagd advies geven. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Jongerenraad

  • Welzijnsraad Berkelland

  • DET (Dialoogplatform Energietransitie)

  • Berkellands Naoberfonds

Inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties hebben de gelegenheid om hun stem te laten horen richting deze raden. De jongerenraad is een adviesraad voor de gemeenteraad. De andere raden zijn adviesraden voor het college van B&W.

 

De gemeenteraad is en blijft het hoogste besluitvormend orgaan op gemeentelijk niveau en neemt alle beslissingen die voor de gemeente van belang zijn. Adviezen van anderen worden serieus genomen en worden goed afgewogen in de besluitvorming.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 4 juni 2024

De griffier

Drs. J.A. Satijn

de voorzitter

J.H.A. van Oostrum

Naar boven