Beleidsregels verwijderen fietswrakken, weesfietsen en gevaarlijke voorwerpen gemeente Ridderkerk

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk;

Besluit:

 

vast te stellen de ‘’Beleidsregels verwijderen fietswrakken, weesfietsen en gevaarlijke voorwerpen gemeente Ridderkerk’’.

1. Inleiding

In dit beleid wordt aangegeven hoe wordt gehandhaafd op het stallen van (brom)fietswrakken, weesfietsen en verkeerd gestalde (brom)fietsen/ fietswrakken binnen de gemeente Ridderkerk. Vervolgens wordt ingegaan op de achtergrond van dit beleid, de juridische kaders en de werkwijze die wordt gehanteerd bij handhaving op hinderlijk gestalde fietsen.

2. Achtergrond

In de praktijk wordt regelmatig overlast ondervonden van fietsen en bromfietsen die her en der buiten de daartoe bestemde fietsenstallingen worden geplaatst. Het gaat hierbij doorgaans om plaatsen waar zich grote concentraties van gestalde (brom)fietsen voordoen, zoals bijvoorbeeld bij winkelcentra. Maar ook gebieden buiten winkelcentra, zoals het stallen tegen bomen en lantaarnpalen.

3. Doelen

Met deze beleidsregels worden de volgende doelen beoogd:

  • het voorkomen van gevaarlijke situaties voor deelnemers aan het verkeer;

  • het verbeteren van de doorstroming voor alle gebruikers van het gebied;

  • het verminderen van overlast door fietsen die verkeerd gestald staan;

  • capaciteit van de beschikbare stallingen zo goed mogelijk benutten;

  • het behouden van algemene leefbaarheid in een drukke omgeving;

  • verbetering van het aangezicht van de openbare ruimte.

4. Definities

In dit beleid wordt onderscheid gemaakt tussen drie varianten van hinderlijk gestalde fietsen:

1. Fietswrakken, 2. Hinderlijk/ gevaarlijk gestalde fietsen en 3. Weesfietsen.

 

Fiets

Een voertuig zoals genoemd in artikel 1, eerste lid sub e van de Wegenverkeerswet 1994. Hieronder vallen onder andere ook: bromfietsen, elektrische fietsen, snorfietsen, scooters en speed-pedelecs.

 

Fietswrakken

Een fiets, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert. Hiervan is sprake als er basisonderdelen zoals bijvoorbeeld een wiel, stuur, banden of zadel ontbreken of als de fiets verroest is of de banden niet meer op de velg zitten (niet limitatief).

 

Weesfietsen

Fietsen die in de openbare ruimte zijn achtergelaten en al langere tijd niet meer zijn gebruikt. Weesfietsen verkeren vaak in goede staat, maar lijken niemand meer toe te behoren. Een weesfiets die blijft staan wordt uiteindelijk een fietswrak.

 

Verkeerd gestalde fietsen

Dit zijn fietsen die, in het door het college op grond van artikel 5:12, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) aangewezen gebied, niet zijn geplaatst in de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen. Hieronder verstaan wij ook fietsen die tegen een boom, lantaarnpaal, struik of ergens anders in de openbare ruimte staan gestald op een plek die niet bedoeld is als stallingsplek voor fietsen.

 

Gevaarlijk of hinderlijk gestalde fiets

Dit is een fiets die de normale verkeersgangen belemmert. Hierbij moet gedacht worden aan een fiets die de rijbaan verspert, maar ook aan fietsen die uitsteken op fiets- of voetpaden of ingangen van winkels blokkeren.

5. Juridisch kader

De wettelijke verboden en randvoorwaarden zijn vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening, de Wegenverkeerswet en de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb).

5.1 Wettelijk kader

Algemene Plaatselijke Verordening Ridderkerk:

Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp

Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.

Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

  • 1.

    Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

  • 2.

    Het is verboden fietsen of bromfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en/of in een verwaarloosde toestand verkeren, op een openbare plaats te laten staan.

  • 3.

    Het is verboden fietsen of bromfietsen langer dan zeven achtereenvolgende dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking te laten staan op een openbare plaats.

Strafrechtelijk:

Artikel 5 Wegenverkeerswet 1994

Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.

 

Algemene wet bestuursrecht:

Wanneer er sprake is van een overtreding van de APV of de Wegenverkeerswet kan het college gebruik maken van de algemene bestuursdwangbevoegdheid (artikel 5:21 e.v.). In de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd welke regels er gelden ten aanzien van het kostenverhaal, bezwaartermijn en rechtsbescherming.

5.2 Randvoorwaarden

Kostenverhaal

Het verwijderen van de fiets van de overtreder gebeurt op basis van art. 125 Gemeentewet in samenhang met de artikelen 5:21 e.v. Awb op kosten van de overtreder. Het gaat hier om de kosten van het feitelijk optreden en de voorbereiding daarvan zoals het labelen, het verwijderen en meevoeren of opslaan van fietsen. Het college geeft de fiets pas af op het moment dat de verschuldigde kosten zijn voldaan. Dit is bepaald in artikel 5:29, vierde lid van de Awb.

 

Bewaartermijn

In artikel 5:30 Awb is vastgelegd dat de bewaartermijn van verwijderde fietsen minimaal 13 weken bedraagt. Na deze bewaartermijn mag het college overgaan tot overdragen van fiets aan een maatschappelijke instelling of ondernemer. Is dit niet mogelijk, dan wordt de fiets vernietigd.

De periode van 13 weken mag teruggebracht worden tot minimaal 14 dagen, als de kosten van de opslag in verhouding tot de waarde van de fiets onevenredig hoog worden. Hiervan zal in beginsel vaak sprake zijn wanneer het gaat om een fietswrak.

 

Rechtsbescherming

Het toepassen van bestuursdwang is een besluit in de zin van 1:3, eerste lid van de Awb. Hiertegen kan bezwaar worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. De bezwaartermijn begint te lopen op het moment dat de fiets door de eigenaar wordt afgehaald.

6. Uitvoering van het handhavingsbeleid

In deze werkinstructie wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • 1.

    Fietswrakken (art. 5:12 lid 2);

  • 2.

    Hinderlijk/Gevaarlijk gestalde fietsen (art. 5 WVW of art. 2:15);

  • 3.

    Weesfietsen (art. 5:12 lid 3).

Werkwijze

6.1. Fietswrakken

Een fiets kan als wrak worden gekwalificeerd als aan drie vereisten wordt voldaan:

  • -

    de fiets is rijtechnisch onvoldoende (er is niet mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen aan; alleen een lekke band is niet voldoende);

  • -

    de fiets is verwaarloosd (er is lang niet op gereden en de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan);

  • -

    de fiets heeft een geringe economische waarde (opknappen kost meer dan dat de fiets waard is).

De gemeente mag pas bestuursdwang toepassen (verwijdering fiets) als de eigenaar in de gelegenheid is gesteld om de fiets zelf te verwijderen. Hierdoor dient er een label op de fiets gehangen te worden waarop verwijdering wordt aangekondigd (termijn van 4 dagen). Na het verstrijken van deze termijn kan de gemeente de fiets verwijderen. Mocht de fiets echt alleen nog maar oud ijzer bevatten dan kan de fiets verwijderd worden door de buitendienst. Mocht er nog een mogelijkheid tot opknappen zijn dan dient de gemeente de fiets op te slaan (13 weken) zodat de eigenaar nog gelegenheid heeft om zijn fiets op te halen. Na deze opslagtermijn mag de fiets vernietigd of over worden gedragen aan een maatschappelijke instelling of ondernemer.

 

Samengevat:

  • 1.

    Fiets aanmerken als wrak;

  • 2.

    Fiets labelen;

  • 3.

    Na 4 dagen controle of de fiets er nog staat. Zo ja, de fiets verwijderen;

  • 4.

    Bij oud ijzer de fiets weggooien, bij mogelijkheid tot opknappen fiets opslaan;

  • 5.

    Na 13 weken fiets vernietigen of overdragen aan maatschappelijke instelling of ondernemer.

Stappen 1 t/m 5 worden door de buitendienst vastgelegd in Field-Maps (ArcGis omgeving) ter dossiervorming.

 

Fietswrakkenactie

  • 1.

    Fietsen labelen in een bepaald gebied;

  • 2.

    Kennisgeving in de lokale krant en gemeentesite van verwijdering fietswrakken;

  • 3.

    Zeven dagen na kennisgeving actie houden en fietswrakken verwijderen;

  • 4.

    Bij oud ijzer de fiets weggooien, bij mogelijkheid tot opknappen fiets opslaan;

  • 5.

    Na 13 weken fiets vernietigen of overdragen aan maatschappelijke instelling of ondernemer.

Stappen 1 t/m 5 worden door de buitendienst vastgelegd in Field-Maps (ArcGis omgeving) ter dossiervorming.

6.2. Hinderlijk/Gevaarlijk geparkeerde fietsen

Hinderlijk en gevaarlijk geparkeerde fietsen kunnen direct middels bestuursdwang verwijderd worden. De eigenaar hoeft vooraf hiervan niet in kennis gesteld te worden. Voorbeelden van hinderlijk/gevaarlijk geparkeerde fietsen zijn: versperren route hulpdiensten en vluchtroutes, hinder voor het auto- of ander fietsverkeer veroorzakend of blokkeren blindengeleidestrook.

 

Het meest praktisch is om de fiets in de dichtstbijzijnde fietsenstalling te plaatsen. Er zou eventueel een waarschuwingskaartje aan de fiets gehangen kunnen worden met de reden van de verplaatsing. Mocht verplaatsing echt niet mogelijk zijn dan kan de fiets meegenomen worden en worden opgeslagen. Na het verstrijken van de opslagtermijn (13 weken) mag de fiets vernietigd of overgedragen worden aan een maatschappelijke instelling of ondernemer.

Bij het plaatsen van een waarschuwingskaartje of verwijdering van de fiets wordt dit door de buitendienst vastgelegd in Field-Maps (ArcGis omgeving) ter dossiervorming.

6.3. Weesfietsen

In de APV staat beschreven dat een fiets maximaal 7 achtereenvolgende dagen, zonder wezenlijke tijdsonderbreking, geparkeerd mag worden op een daarvoor bestemde plaats. Om te bepalen of een fiets langer dan deze 7 dagen achtereenvolgend geparkeerd staat wordt er een krijtstreep op de achterband gezet of een dun touwtje geplaats tussen het frame en het wiel. Na 7 dagen wordt er een controle uitgevoerd of de fiets er nog staat.

De gemeente mag pas bestuursdwang toepassen (verwijdering fiets) als de eigenaar in de gelegenheid is gesteld om de fiets zelf te verwijderen. Hierdoor dient er vervolgens een label op de fiets gehangen te worden waarop verwijdering wordt aangekondigd (termijn van 4 dagen). Na het verstrijken van deze termijn kan de gemeente de fiets verwijderen. De gemeente moet de fiets opslaan (13 weken) zodat de eigenaar gelegenheid heeft om zijn fiets op te halen. Na deze opslagtermijn mag de fiets vernietigd of verkocht worden.

Samengevat:

  • 1.

    Fiets markeren;

  • 2.

    Elke dag controle (7 dagen) of de fiets er nog staat;

  • 3.

    Fiets aanmerken als weesfiets;

  • 4.

    Fiets labelen;

  • 5.

    Na 4 dagen constateren dat fiets er nog staat;

  • 6.

    Fiets verwijderen en opslaan. Na 13 weken fiets vernietigen of overdragen aan een maatschappelijke instelling of ondernemer.

Stappen 1 t/m 6 worden door de buitendienst vastgelegd in Field-Maps (ArcGis omgeving) ter dossiervorming.

6.4 Bewaartermijn en locatie fietsenopslag

De verwijderde fietsen worden minimaal 13 weken bewaard op het fietsdepot de Gorzen te Ridderkerk. De termijn van 13 weken wordt teruggebracht naar 4 weken als de kosten van de opslag in verhouding tot de waarde van de fiets onevenredig hoog worden. Als de fiets in deze periode niet is opgeëist, mag het college van burgemeester en wethouders de fiets verkopen. Als verkoop niet mogelijk is, dan mag de fiets worden vernietigd of geschonken.

Fietsen kunnen op afspraak worden opgehaald. Hiervoor moet de eigenaar telefonisch contact opnemen met de toezichthouder/ het fietsdepot. Het label blijft aan de fiets zitten. Eigenaren kunnen, binnen de bewaartermijn, de fiets ophalen tegen betaling van de kosten van het toepassen van bestuursdwang. De hoogte van deze kosten wordt door het college vastgesteld. De eigenaar van de verwijderde fiets moet aantonen dat hij daadwerkelijk de eigenaar is, bijvoorbeeld door een passend sleuteltje mee te nemen of door middel van een aankoop- of verzekeringsbewijs van de fiets. Ook moet hij een geldig legitimatiebewijs tonen. De fiets wordt pas meegegeven op het moment dat de eigenaar de verschuldigde kosten voor het toepassen van bestuursdwang heeft voldaan.

6.5 Administratie en teruggave fiets

De administratief medewerker buitendienst/ fietsdepot houdt de administratie bij van de opgeslagen fietsen en de locaties waarvan fietswrakken zijn vernietigd.

Als een eigenaar van de fiets zich bij de gemeente meldt (met fietssleutel/bewijs van eigendom) dan dient hij eerst 25 euro te betalen alvorens hij de fiets retour krijgt. Ook dit wordt in de administratie bijgehouden, wanneer de fiets is opgehaald en of het geldbedrag is betaald.

6.6 Rechtsbescherming

Het besluit tot toepassing van bestuursdwang wordt op schrift gesteld en is een beschikking. Deze beschikking wordt aan de eigenaar/rechthebbende overhandigd op het moment dat hij zijn fiets opeist en deze, na betaling, wordt teruggegeven. Als de eigenaar/rechthebbende van de fiets het niet mee eens is met de beschikking, kan hij daartegen bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De voorwaarden hiervoor zijn terug te vinden op de gemeentelijke website.

Aldus vastgesteld op 9 juli 2024

het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk,

de secretaris,

Mw. M. Kitselar

de burgemeester,

dhr. C.A. Oosterwijk

Naar boven