Beleidsregel dwangsommen en hersteltermijnen Bouwen, slopen en gebruik

Team Fysieke Leefomgeving

Juni 2024

 

Beleidsregel dwangsommen en hersteltermijnen

Bouwen, slopen en gebruik

 

1. Inleiding

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd met bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten op te treden tegen overtreding van regels (op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht).

 

Eén van de instrumenten om een geconstateerde overtreding te doen beëindigen is het opleggen van een last onder dwangsom. Dit is een bestuurlijke herstelsanctie en houdt in een last tot het geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding en de betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Een herstelsanctie (-termijn) is bedoeld voor het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel het wegnemen of beperken van de gevolgen van de overtreding (artikel 5:2, eerste lid onder b Awb).

 

Om gebruik te maken van de dwangsombevoegdheid is het geen wettelijke eis dat het college of de burgemeester daarvoor een beleidsregel/richtlijn heeft vastgesteld. In het kader van de rechtszekerheid en het gelijkheidsbeginsel is het wenselijk dat tegen overtredingen op een zoveel mogelijk gelijke wijze handhavend wordt opgetreden. Een uniforme beleidsregel geeft dan ook meer transparantie over de hoogte van dwangsommen en begunstigingstermijnen in relatie tot de overtreding.

2. Hoogte dwangsommen

Bij het bepalen van de hoogte van dwangsommen en het maximum van het te verbeuren bedrag heeft het bestuursorgaan een ruime mate van beleidsvrijheid. De hoogte van een dwangsom wordt door de rechter terughoudend getoetst.

 

Bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom zijn de volgende (wettelijke) uitgangspunten van belang:

 

  • De hoogte van de dwangsom moet op de ernst van de overtreding worden afgestemd (evenredigheid) en tot doel hebben de overtreding tegen te gaan of te voorkomen (effectiviteit) (artikel 5:32b, derde lid Awb).

  • De dwangsom moet dusdanig hoog zijn dat de overtreder geen voordeel heeft bij het laten voortduren van de overtreding;

  • De maximum te verbeuren dwangsom is afgeleid van het behaalde economische voordeel;

  • De geschatte kosten om de overtreding te beëindigen moeten hoger zijn dan het geschatte financiële voordeel van de overtreder bij het laten voortduren van de overtreding;

  • Het onrechtmatig verkregen voordeel dat de overtreder heeft, moet worden weggenomen;

  • De financiële omstandigheden van de overtreder spelen in beginsel geen rol bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom.

  • Als de dwangsom per tijdseenheid of per overtreding wordt opgelegd, is het bestuursorgaan gelet op de rechtszekerheid richting de overtreder, verplicht een maximum bedrag vast te leggen waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd (artikel 5:32b, tweede lid Awb)

3. Begunstigingstermijn

Een begunstigingstermijn moet zo kort mogelijk zijn, maar voldoende lang om, afhankelijk van de te nemen maatregelen, de overtreding te beëindigen zonder dat een dwangsom wordt verbeurd. Voor de termijnen in de tabel is uitgegaan van een gemiddelde termijn waarbij het mogelijk is te voldoen aan de last binnen deze termijn. Deze termijn kan afhankelijk van feiten en omstandigheden worden aangepast (zowel korter als langer). In gevallen waar de brandveiligheid of volksgezondheid in het geding is, is de termijn vaak korter, gelet op de ernst van het overtreden voorschrift. Ook kan een kortere termijn bepaald worden als bijvoorbeeld al eerder een last onder dwangsom is opgelegd of duidelijk is dat in kortere tijd aan de last kan worden voldaan. Als wordt afgeweken van de in de tabel opgenomen termijnen wordt dit in de beschikking gemotiveerd.

4. Spoedeisendheid

Wanneer sprake is van een zodanig spoedeisend acute situatie wordt er geen dwangsom opgelegd, maar moet (spoed)bestuursdwang als herstelsanctie worden toegepast. In dat geval wordt geen dan wel een zeer korte begunstigingstermijn geboden.

5. Vorm dwangsom

Een dwangsom kan worden vastgesteld in de vorm van een bedrag ineens, een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd of een bedrag per overtreding van de last (artikel 5:32b, eerste lid Awb).

 

Lopik kiest er voor zo veel mogelijk een dwangsom in de vorm van een bedrag ineens, oftewel een eenmalige dwangsom vast te stellen. De ervaring leert dat de hoogte van de eenmalige dwangsom eerder reden is om de overtreding te beëindigen. Bij elke overtreding wordt afgewogen of er redenen zijn van dit beginsel af te wijken en te kiezen voor een bedrag per tijdseenheid. Daarbij geldt dat het aantal tijdseenheden altijd zo beperkt mogelijk moet worden gehouden.

6. Cumulatie dwangsom

Als er sprake is van gecombineerde overtredingen worden de in de tabellen genoemde bedragen cumulatief opgenomen in de last onder dwangsom, tenzij er aanleiding bestaat om hiervan af te zien vanwege bijzondere omstandigheden of de totale hoogte van de dwangsommen. De cumulatie van dwangsommen speelt bijvoorbeeld een rol bij situaties die in strijd zijn met zowel bouw- als gebruiksregels van een bestemmingsplan of bij een overtreding van zowel milieu- als bouwregelgeving. Hierbij wordt ook de landelijke handhavingsstrategie toegepast.

7. Herhaalde overtreding (recidive)

Als sprake is van een overtreding waarvoor al een last onder dwangsom is opgelegd en deze is uitgewerkt, worden in de nieuwe last onder dwangsom niet meer de bedragen uit de tabellen gehanteerd. Immers er is kennelijk onvoldoende prikkeling geweest om de overtreding te beëindigen. De dwangsom wordt dan minimaal 2 maal zo hoog als genoemd in de tabellen. Hierbij wordt ook de landelijke handhavingsstrategie toegepast.

8. Preventieve dwangsom

In situaties waar nog geen sprake is van een feitelijke overtreding maar van klaarblijkelijk gevaar van een overtreding in de toekomst, kan al een last onder dwangsom worden opgelegd (artikel 5:7 Awb). Het gaat dan bijvoorbeeld om een aankondiging van een illegale situatie (bijvoorbeeld evenement) in krant of op internet. Deze beleidsregel en tabellen gelden ook als richtlijn voor de hoogte van een preventieve dwangsom.

9. Tabel richtlijn hoogte dwangsommen en begunstigingstermijnen

De onderstaande tabel vermeldt de meest voorkomende overtredingen, de indicatieve dwangsomhoogten en de daaraan verbonden indicatieve herstel- c.q. begunstigingstermijnen.

 

Deze bedragen en termijnen moeten worden gezien als leidraad. De in de dwangsombeschikking gekozen hoogte van de dwangsom moet steeds voldoende onderbouwd zijn. In de beschikking kan dan in het algemeen worden volstaan met verwijzing naar deze beleidsregel. Echter, in specifieke situaties is maatwerk noodzakelijk. Afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden van het individuele geval kan (naar boven of beneden) worden afgeweken van de hoogte van de dwangsom, begunstigingstermijn en/of het maximumbedrag in de tabellen in de bijlage. In deze bijzondere gevallen moet in de beschikking de afwijking goed gemotiveerd worden. Voor overtredingen die niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan de hand van de feiten en omstandigheden van het concrete geval bekeken wat redelijke dwangsomhoogten en termijnen zijn.

 

Aan de tabel kunnen geen rechten ontleend worden. Oftewel het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester kunnen in een concreet geval niet rechtens gehouden worden om op grond van de tabellen een bepaalde dwangsomhoogte te bepalen.

 

Taakveld

 

Overtreding

Modaliteit

Richtlijn hoogte

Richtlijn begunstigings-termijn

Algemeen

1.

Handelen in strijd met een stillegging bouwen of slopen klein bouwwerk (dakkapel, erfafscheiding, etc.)

Ineens

€ 5.000,-

Direct

 

2.

Handelen in strijd met een stillegging bouwen of slopen middelgroot bouwwerk, zoals een dakterras, klein bijgebouw, overkapping, etc.

Ineens

€10.000,-

Direct

 

3.

Handelen in strijd met een stillegging bouwen of slopen groot bouwwerk (bijgebouw, aanbouw aan bestaand gebouw, dakopbouw etc.)

Ineens

€ 15.000,-

Direct

 

4.

Handelen in strijd met een stillegging bouwen of slopen zeer groot bouwwerk (woning, bedrijfsgebouw)

Ineens

€ 40.000,-

Direct

Bouwen

5.

Bouwen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, klein bouwwerk, zoals een erfafscheiding, tuinmeubilair, vlaggenmasten, dakkapel, schotelantennes, zonweringen etc.

Ineens

€ 5.000,-

6 weken

 

6.

Bouwen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning middelgroot bouwwerk, zoals een dakterras, klein bijgebouw, overkapping, etc.

Ineens

€ 15.000,-

8 weken

 

7.

Bouwen zonder een omgevingsvergunning groot bouwwerk, zoals een dakopbouw, aanbouw aan een bestaand gebouw, etc.

Ineens

€ 40.000,-

8 weken

 

8.

Bouwen zonder een omgevingsvergunning zeer groot bouwwerk, zoals een woning, bedrijfsgebouw, etc.

Ineens

€ 80.000,-

12 weken

 

9.

Bouwen in strijd met Besluit bouwwerken leefomgeving, eisen tav veiligheid en gezondheid

Ineens

€ 20.000,-

8 weken

 

10.

Bouwen in strijd met Besluit bouwwerken leefomgeving, eisen tav bruikbaarheid, energiezuinigheid en duurzaamheid

Ineens

€ 10.000,-

8 weken

 

11.

Verandering aan, op, in of bij een gemeentelijk- of rijksmonument zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning

Ineens

Zie 5, 6 of 7 +

€ 10.000,-

8 weken

Slopen

12.

Slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning of een melding zonder asbest

Ineens

€ 5.000,-

Direct

 

13.

Slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning of een melding met asbest

Ineens

€ 10.000,-

Direct

Aanleggen

14.

Aanleggen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning categorie laag, zoals kabels en leidingen, ophogen, etc.

Ineens

€ 10.000,-

2 weken

 

15.

Aanleggen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning categorie gemiddeld, zoals heiwerkzaamheden, bodem verlagen, gronden afgraven etc.

Ineens

€ 15.000,-

4 weken

 

16.

Aanleggen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning categorie hoog, zoals watergangen, oppervlakteverhardingen van wegen etc.

Ineens

€ 20.000,-

4 weken

Strijdig gebruik

17.

Gebruik in strijd met bestemmingsplan voor bewoning (niet zijnde kamerverhuur)

Ineens

€ 25.000,-

8 weken

 

18.

Gebruik in strijd met bestemmingsplan voor kamerverhuur

Ineens

€ 50.000,-

8 weken

 

19.

Gebruik in strijd met bestemmingsplan; uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten

Ineens

€ 75.000,-

8 weken

 

20.

Gebruik in strijd met bestemmingsplan voor buitenopslag

Ineens

€ 25.000,-

8 weken

 

21.

Overig strijdig gebruik niet bedrijfsmatig

Ineens

€ 20.000

8 weken

Brandveiligheid

22.

Geen melding of omgevingsvergunning brandveilig gebruik

Ineens

€ 20.000,-

4 weken

 

23.

Niet naleven voorschriften brandveilig gebruik

Ineens

€ 10.000,-

2 weken

Bestaande bouw

24.

Ontbreken voorzieningen of niet volgens eisen (klein, zoals rookmelder, blustoestel)

Ineens

€ 7.500,-

2 weken

 

25.

Ontbreken voorzieningen of niet volgens eisen (groot, zoals vluchtroute, zelfsluitende deur, ontruimingsinstallatie)

Ineens

€ 15.000,-

4 weken

Overige

26.

Maken of veranderen van een uitweg zonder vergunning

Ineens

€ 5.000,-

8 weken

 

27.

Reclame(bord) zonder vergunning

Ineens

€ 5.000,-

2 weken

 

28.

Niet uitvoeren herplantplicht

Ineens

€ 1000,- per boom

2 weken

 

Naar boven