Beleidsregels bijzondere bijstand Dronten 2024

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

 

gelet op de Participatiewet;

 

gelet op artikel 1.3.9 van de verordening Sociaal Domein gemeente Dronten;

 

overwegende dat het college bevoegd is beleidsregels vast te stellen voor de verlening van bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35 Participatiewet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de hierna volgende Beleidsregels bijzondere bijstand Dronten 2024

 

 

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze beleidsregels gebruiken we verschillende begrippen. Deze begrippen betekenen hetzelfde als de begrippen die in de wet en verordening staan, waarop deze beleidsregels zijn gebaseerd.

  • 2.

    In deze beleidsregels verstaan we onder:

    • a.

      draagkracht: de mogelijkheid die u heeft om de kosten die u maakt zelf te betalen uit uw inkomen en/of uit uw vermogen.

    • b.

      uitkeringsnorm: de norm die voor u van toepassing is op grond van artikel 20 tot en met 24 van de wet.

    • c.

      duurzame gebruiksgoederen: gebruiksgoederen in de woninginrichting die langdurig kunnen worden gebruikt.

Artikel 2 Aanvraagdatum en drempelbedrag

  • 1.

    Hoofdregel is dat wij geen bijzondere bijstand verstrekken voor uw rekeningen die ouder zijn dan drie maanden.

  • 2.

    Bij kosten gericht op bewindvoering, curatele en mentorschap verstrekken wij geen bijzondere bijstand voor kosten ouder dan drie maanden vanaf de datum waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan. Bij vervolgaanvragen geldt de hoofdregel uit lid 1.

  • 3.

    Wij hanteren geen drempelbedrag.

Artikel 3 Draagkracht uit inkomen

  • 1.

    U heeft geen draagkracht uit inkomen heeft als:

    • a.

      uw inkomen lager is dan 120 procent van de voor u geldende uitkeringsnorm; of;

    • b.

      u van Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) toestemming hebt om voor minimaal drie maanden gebruik te maken van de Voedselbank Dronten. Wij vinden dan dat uw inkomen gelijk is aan de uitkeringsnorm; of

    • c.

      u een wettelijk of minnelijk schuldsaneringstraject doorloopt.

  • 2.

    Bij een inkomen hoger dan 120 procent van de uitkeringsnorm, nemen wij het inkomen dat hoger is dan 120 procent voor de helft (50 procent) mee voor de bepaling van uw draagkracht.

  • 3.

    Bij wisselende inkomsten gaan wij voor de bepaling van uw draagkracht uit van het gemiddelde inkomen in de drie maanden voorafgaand aan de maand waarin wij uw aanvraag hebben ontvangen.

Artikel 4 Draagkracht uit vermogen

  • 1.

    U heeft geen draagkracht uit vermogen, als uw vermogen lager is dan het vermogen dat is genoemd in artikel 34 van de wet. Het vermogen dat hoger is, nemen wij volledig als draagkracht in aanmerking.

  • 2.

    De waarde van een auto of motor laten wij vrij tot een bedrag van € 3.350. Het vermogen dat hoger is, nemen wij volledig als draagkracht in aanmerking.

Artikel 5 Afwijkende draagkracht bij bepaalde kostensoorten

  • 1.

    Voor de volgende kostensoorten geldt een inkomensgrens van 100 procent van de voor u geldende uitkeringsnorm:

    • a.

      duurzame gebruiksgoederen;

    • b.

      woonkostentoeslag;

    • c.

      aanvullende bijstand voor levensonderhoud voor jongeren van 18 tot 21 jaar;

    • d.

      bewindvoering, mentorschap, curatele en budgetbeheer.

  • 2.

    Bij een inkomen hoger dan 100 procent van de uitkeringsnorm, nemen wij het inkomen dat hoger is dan 100 procent voor de helft (50 procent) mee voor de draagkracht.

  • 3.

    Bij een aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen, geldt een afwijkende draagkracht. U heeft geen draagkracht als uw vermogen lager is dan de voor u geldende uitkeringsnorm. Het vermogen dat hoger is, nemen wij volledig als draagkracht in aanmerking.

Artikel 6 Draagkrachtperiode en wijziging in draagkracht

  • 1.

    Wij stellen de draagkracht vast voor een periode van 12 maanden, startende op de eerste dag van de kalendermaand waarin de aangevraagde kosten zijn ontstaan.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kunnen wij de draagkracht voor kosten bewindvoering, mentorschap en curatele vaststellen voor een periode van maximaal 5 jaar, als u alleen een (bijstands)uitkering ontvangt.

  • 3.

    Bij een wijziging in het inkomen of vermogen van meer dan 10 procent, stellen wij de draagkrachtperiode bij periodiek toegekende bijzondere bijstand opnieuw vast. Dit geldt ook voor nieuwe aanvragen voor incidentele bijzondere bijstand binnen een reeds vastgesteld en lopend draagkrachtjaar.

Artikel 7 Vorm en hoogte bijzondere bijstand

  • 1.

    De hoofdregel is dat wij de bijzondere bijstand om niet (gratis) verstrekken.

  • 2.

    De hoofdregel is dat wij bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen verstrekken als leenbijstand.

  • 3.

    Wij bepalen de hoogte van de bijzondere bijstand op basis van de goedkoopst adequate voorziening.

  • 4.

    Wij baseren de hoogte van de bijzondere bijstand voor bewindvoering, curatele en mentorschap op de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, tenzij de kantonrechter in zijn beschikking iets anders aangeeft.

  • 5.

    Wij bepalen de hoogte van reiskosten op basis van het goedkoopste tarief openbaar vervoer.

Artikel 8 Medische kosten

Hoofdregel is dat er geen bijzondere bijstand mogelijk is voor medische kosten. De Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz) en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen voor medische behandelingen, medicijnen en hulpmiddelen.

Artikel 9 Aanvullende bijstand voor levensonderhoud voor jongeren van 18 tot 21 jaar

  • 1.

    Wij kunnen uw uitkering aanvullen vanuit de bijzondere bijstand, als u noodzakelijke kosten hebt die hoger zijn dan de voor u geldende uitkeringsnorm en:

    • a.

      uw ouders onvoldoende middelen hebben;

    • b.

      uw ouders niet meer leven;

    • c.

      u een verstoorde relatie heeft met uw ouders.

  • 2.

    De hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud is afhankelijk van uw woon- en leefsituatie. Hierbij is de hoofdregel dat wij een aanvulling vanuit de bijzondere bijstand vertrekken tot de uitkeringsnorm die voor u zou gelden als u 21 jaar zou zijn.

  • 3.

    Wij kunnen de hoogte van de bijzondere bijstand afwijkend vaststellen, als u lagere noodzakelijke kosten heeft.

  • 4.

    Wij hebben de bevoegdheid om de bijzondere bijstand op uw ouders te verhalen.

Artikel 10 Bewindvoering en budgetbeheer

  • 1.

    U heeft geen recht op bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp).

  • 2.

    De hoofdregel is dat u geen recht heeft op bijzondere bijstand voor budgetbeheer, tenzij u kunt aantonen dat (gratis) budgetbeheer bij Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) voor u niet passend of toereikend is.

Artikel 11 Reiskosten

  • 1.

    Hoofdregel is dat reiskosten algemene kosten van het bestaan zijn en u daarvoor niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand.

  • 2.

    In de volgende omstandigheden komen reiskosten binnen Nederland wel in aanmerking voor bijzondere bijstand, als er geen voorliggende voorziening beschikbaar is:

    • a.

      reiskosten voor afspraken met uw arts of behandelaar, als u vaker dan 4 keer per maand moet reizen en/of de afstand verder is dan 70 kilometer enkele reis; en/of

    • b.

      bezoek aan tot het gezin behorende familieleden of familieleden in de eerste graad in een ziekenhuis, voor maximaal 2 keer per week; en/of

    • c.

      bezoek aan een uit huis geplaatst kind buiten de gemeente, voor maximaal 4 keer per maand; en/of

    • d.

      bezoek aan een tot het gezin behorende familieleden of familieleden in de eerste graad in detentie, voor maximaal 2 keer per maand; en/of

    • e.

      reiskosten voor ten laste komende kinderen naar een school buiten de gemeente en/of naar de Internationale Schakelklas, zo lang het kind (nog) niet in staat is om zelf te fietsen.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Als u niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand kunnen wij, gelet op alle omstandigheden in uw individuele situatie, beoordelen of u in afwijking van deze beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor bijzondere bijstand, als hiervoor dringende omstandigheden aanwezig zijn.

Artikel 13 Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Beleidsregels bijzondere bijstand Dronten 2022 worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden, met terugwerkende kracht, in werking per 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels bijzondere bijstand Dronten 2024.

Dronten, 16 juli 2024

J.D. Pruim

Secretaris

drs. J.P. Gebben

Burgemeester

Toelichting

 

Artikel 1 Begrippen

Geen verdere uitleg.

 

Artikel 2 Aanvraagdatum en drempelbedrag

Bijstand verlenen met terugwerkende kracht mag niet (artikel 44, lid 1 Participatiewet). Dit verbod geldt ook voor bijzondere bijstand. Met het verbod om met terugwerkende kracht toe te kennen moet niet te streng worden omgegaan bij de bijzondere bijstand. Vooruitlopend op de Participatiewet in Balans wordt de maximale termijn om bijstand met terugwerkende kracht te verlenen drie maanden.

 

Artikel 35, lid 2 Participatiewet geeft ons de mogelijkheid om bijzondere bijstand te weigeren voor kosten welke binnen een periode van 12 maanden het drempelbedrag van € 166,00 (bedrag geldt per 1 januari 2024) niet te boven komen. Hier maken wij geen gebruik van.

 

Artikel 3 Draagkracht uit inkomen

Wij hebben als gemeente bij de bijzondere bijstand volledige vrijheid in de vaststelling van de draagkracht van de aanvrager.

 

Eind 2023 is door het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) een minima-

effectrapportage opgeleverd. Het Nibud heeft geadviseerd om de inkomensgrenzen van

regelingen te verhogen en om het draagkrachtpercentage bij bijzondere bijstand lager vast te stellen om armoedevallen bij deze huishoudens te verminderen. Dit draagkrachtpercentage wordt nu vastgesteld op 50 procent. Van iedere euro boven de inkomensgrens, telt de helft mee als draagkracht

 

Bij een minnelijk traject probeert een schuldhulpverlener (in Dronten Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland) uw schulden te regelen met al uw schuldeisers. Een minnelijk traject betekent dat de schuldeisers vrijwillig meewerken aan een schuldregeling. Als uw schuldeisers niet willen meewerken, kunt u een beroep doen op het wettelijke traject, dat is de Wsnp.

 

Artikel 4 Draagkracht uit vermogen

Een auto of motor (niet beiden) met een waarde tot maximaal € 3.350 geldt als algemeen gebruikelijk. Indien de waarde meer bedraagt dan € 3.350 wordt alleen dit meerdere in aanmerking genomen als vermogen.

 

Het bedrag van € 3.350 is gelijk aan het grensbedrag voor kwijtschelding van belastingen op grond van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet.

 

Voor de vaststelling van de waarde van de auto (inclusief BTW) maken wij gebruik van de ANWB/BOVAG koerslijst. Het gaat hierom de gemiddelde waarde van inruil bij een autobedrijf en verkoop aan een particulier.

 

Artikel 5 Afwijkende draagkracht bij bepaalde kostensoorten

Zie de toelichting bij artikel 3.

 

Artikel 6 Draagkrachtperiode en wijziging in draagkracht

Bij lid 2 hanteren wij de einddatum die de rechtbank noemt in de beschikking.

 

Artikel 7 Vorm en hoogte bijzondere bijstand

De bijstand, dus ook de bijzondere bijstand, wordt in beginsel om niet gegeven. Dit staat in artikel 48 lid 1 Participatiewet. De Participatiewet kent daarnaast ook andere vormen van bijstandsverlening, zoals een geldlening of in natura.

 

In afwijking van artikel 48 Participatiewet bepaalt artikel 51 lid 1 Participatiewet dat voor de vorm waarin de bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt gegeven een bepaalde voorkeur geldt.

 

Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt als lening verstrekt tenzij de belanghebbende is toegelaten tot een wettelijk schuldhulpverleningstraject, voldoet aan de voorwaarden van dat traject en het verstrekken van bijzondere bijstand in de vorm van een lening het slagen van het traject in gevaar brengt. Dan wordt de bijzondere bijstand om niet verstrekt.

 

Voor de vaststelling van de hoogte van medische kosten gaan wij uit van de bedragen die gehanteerd worden in de Zorgverzekeringswet of daarop gebaseerde regelgeving.

 

Voor de vaststelling van de hoogte van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen gaan wij uit van de gedachte dat duurzame gebruiksgoederen tweedehands kunnen worden aangeschaft. Hiervoor verwijzen wij richting kringloopwinkels en bepaalde websites zoals Marktplaats.

 

Voor bepaalde kosten hanteren wij de richtprijzen vanuit de NIBUD-prijzengids, zoals bij de aanschaf van witgoed (als hiervoor geen andere regeling beschikbaar is).

 

Artikel 8 Medische kosten

Hoofdregel is dat er geen bijzondere bijstand mogelijk is voor medische kosten, omdat er sprake is van een voorliggende voorziening.

 

Bij dringende redenen (zoals bedoeld in artikel 16 Participatiewet) kunnen wij hiervan afwijken.

 

Artikel 9 Aanvullende bijstand voor levensonderhoud voor jongeren van 18 tot 21 jaar

Personen van 18 tot 21 jaar die niet in een inrichting verblijven, kunnen recht hebben op algemene bijstand. Van deze jongeren wordt verwacht dat zij een beroep doen op hun ouders. Daarom zijn de normen algemene bijstand voor deze personen afgestemd op de niveaus van de Algemene Kinderbijslagwet.

 

Jongeren voor wie de lage norm onvoldoende is om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien, zullen een beroep moeten doen op hun (stief)ouders. Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie (artikel 1:395a Burgerlijk Wetboek). De hoogte van de bijstand is op deze onderhoudsplicht afgestemd.

 

Als dit niet mogelijk is, kan er bijzondere bijstand worden verleend.

 

Binnen de Participatiewet in Balans wordt geadviseerd om de hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand te harmoniseren aan jongeren van wie ouders niet in beeld zijn of geen ondersteuning kunnen bieden door ziekte of armoede.

 

De hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud is afhankelijk van uw woon- en leefsituatie. Hierbij is de hoofdregel dat wij de uitkeringsnorm hanteren die voor u zou gelden als u 21 jaar zou zijn.

 

Artikel 10 Bewindvoering en budgetbeheer

Budgetbeheer bij MDF is gratis en daarmee een voorliggende voorziening.

 

Artikel 11 Reiskosten

Hoofdregel is dat reiskosten algemene kosten van het bestaan zijn en u daarvoor niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Bij dringende redenen kunnen wij hiervan afwijken.

 

De noodzaak voor het bezoeken van een zieke of een gedetineerde wordt aanwezig geacht bij bezoek aan tot het gezin behorende familieleden of familieleden in de eerste graad (ouders, kinderen).

 

Bij bijzondere omstandigheden kunnen wij hiervan afwijken en kunnen wij de bijzondere bijstand ook toekennen voor bezoek aan familieleden in de tweede graad (grootouders, kleinkinderen, broers, zussen).

 

Lid 2, onderdeel b

Ook bezoeken aan bijvoorbeeld een verzorgings-/verpleeghuis, revalidatiekliniek of hospice komen in aanmerking voor bijzondere bijstand.

 

Lid 2, onderdeel c

De frequentie is maximaal 4 keer per maand. Bij dringende redenen kan hiervan worden afgeweken, altijd op advies van een professional uit de jeugdhulp of jeugdbescherming.

 

Lid 2, onderdeel e

Voor reiskosten voor ten laste komende kinderen, is het kindgebonden budget van de Belastingdienst een voorliggende voorziening. Als het kindgebonden budget niet toereikend is, verstrekken wij een aanvulling vanuit de bijzondere bijstand.

 

Bij de beoordeling of het kind wel of niet zelfstandig kan fietsen, houden wij rekening met diverse factoren zoals leeftijd, afstand, veiligheid onderweg, etc.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Bij dringende redenen (artikel 16 Participatiewet) kunnen wij een aanvraag bijzondere bijstand wel (gedeeltelijk) toekennen.

 

Artikel 13 Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

Geen verdere uitleg.

Naar boven