Verordening inburgering gemeente Koggenland 2024

De raad van de gemeente Koggenland;

 

gelezen het voorstel van het college van 18 juni 2024, met zaaknummer ZK24001327;

 

gelet op artikel 121 en 147 van de Gemeentewet, de Wet Inburgering 2021, de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Overwegende dat:

  • de Wet inburgering 2021 de verantwoordelijkheid voor de begeleiding en ondersteuning van inburgeraars hun inburgering bij de gemeente heeft belegd;

  • die verantwoordelijkheid binnen de gemeente bij het college van burgemeester en wethouders berust;

  • de Wet inburgering 2021 de gemeenteraad geen bevoegdheid geeft tot het vaststellen van verordeningsregels in medebewind;

  • artikel 121 van de Gemeentewet de gemeenteraad wel de autonome bevoegdheid geeft tot het maken van een gemeentelijke verordening ten aanzien van onderwerpen waarin door wetten, algemene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen is voorzien, voor zover die verordening met die wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen niet in strijd zijn;

  • de gemeenteraad van de gemeente Koggenland met deze verordening van deze bevoegdheid gebruik maakt.

Besluit:

 

vast te stellen de ‘Verordening inburgering gemeente Koggenland 2024’:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;

  • b.

    Inburgeraar: de inwoner die op grond van artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

  • c.

    Bijstandsuitkering: algemene bijstand op grond van de Participatiewet of een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ.

  • d.

    WerkSaam Westfriesland: de uitvoering van de Participatiewet is voor de zeven Westfriese gemeenten in de Gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland belegd. WerkSaam Westfriesland helpt mensen (waaronder asielstatushouders) met een afstand tot de arbeidsmarkt op weg naar werk;

  • e.

    Wet Inburgering: de Wet inburgering 2021.

Artikel 2 Verrekenen boete met uitkering

  • 1.

    Het college kan de bestuurlijke boete die op grond van de wet aan de inburgeraar is opgelegd, verrekenen met de algemene bijstandsuitkering.

  • 2.

    Verrekening vindt plaats zoals geregeld in artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht. Hierbij wordt rekening gehouden met een fictieve draagkracht van 5 procent van bijstandsnorm die van toepassing is, inclusief vakantietoeslag.

  • 3.

    Bij het verrekenen van de boete met de algemene bijstandsuitkering wordt de aflossingsvolgorde uit de beleidsregels van WerkSaam Westfriesland gevolgd.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening inburgering gemeente Koggenland 2024’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 juli 2024,

de raad van de gemeente Koggenland,

de griffier,

de voorzitter,

Toelichting

 

Algemeen:

Artikel 4:93 lid 1 Awb bepaalt dat verrekening van een geldschuld met een bestaande vordering alleen gebeurt als in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien. Een raadverordening is een wettelijk voorschrift in de zin van artikel 4:93 lid 1 Awb. Hoewel de oude Wet Inburgering 2007 een apart voorschrift bevatte (artikel 44) op grond waarvan het college de bestuurlijke boete kan verrekenen met algemene bijstand, is een dergelijk voorschrift in de nieuwe wet niet teruggekeerd. Uit de wetgeschiedenis blijkt echter niet dat dit een bewuste keuze is geweest van de wetgever. Daarom levert de bepaling over de verrekening met de uitkering in deze verordening geen strijd op met de Wet Inburgering en wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 121 van de Gemeentewet.

Naar boven