Gemeenteblad van Moerdijk
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Moerdijk | Gemeenteblad 2024, 330355 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Moerdijk | Gemeenteblad 2024, 330355 | ander besluit van algemene strekking |
Gemeenschappelijke Regeling WVS
HOOFDSTUK II DOELSTELLING EN BEVOEGDHEDEN
WVS kan voor de uitvoering van de aan haar opgedragen taken, besluiten tot het oprichten, exploiteren en in stand houden van bedrijfsonderdelen voor detacheringen en trajectbegeleiding, dienstverlening en industriële werkzaamheden, welke gericht zijn op het behouden dan wel het bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van de werknemer mede met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden.
Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, coöperaties en verenigingen, op voorwaarde dat de raden van de deelnemende gemeenten vooraf in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen met betrekking tot het voorgenomen besluit aan het algemeen bestuur kenbaar te maken.
HOOFDSTUK III ALGEMEEN BESTUUR
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van 4 jaar en treden af op de dag waarop in het kader van een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad een nieuw geïnstalleerd college een besluit neemt tot aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met het zijn van werknemer zoals bedoeld in artikel 23. Met werknemer worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld overige gesubsidieerde werknemers (WIW-banen), alsmede werknemers van privaatrechtelijke rechtspersonen waarvan WVS direct of indirect aandeelhouder is.
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast, dat aan colleges van de deelnemende gemeenten wordt toegezonden.
Het algemeen bestuur is bevoegd tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dit in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
HOOFDSTUK IV DAGELIJKS BESTUUR
De in lid 1 onder c bedoelde leden moeten op grond van hun bijzondere deskundigheid op het terrein van de sociale werkvoorziening, financiën en/of bedrijfsvoering geacht worden de geschiktheid te hebben, welke nodig is om uitvoering te geven aan de taakstelling van het dagelijks bestuur. De leden zoals bedoeld in lid 1 onder c worden benoemd voor de duur van maximaal vier jaar, welke benoeming éénmaal kan worden verlengd voor de duur van maximaal vier jaar. Het bepaalde in artikel 6, 8e lid van deze regeling is van overeenkomstige toepassing op de leden zoals bedoeld in lid 1 onder c.
Het aanwijzen van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om een andere reden openvallen, vindt plaats binnen twee maanden na dat openvallen. Gaat dit laatste gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan vindt het aanwijzen plaats binnen drie maanden na dat openvallen.
Aan het dagelijks bestuur behoren in ieder geval:
te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
De voorzitter kan, onder eigen verantwoordelijkheid en behoudens de beperkingen die, wat de van het dagelijks bestuur uitgaande stukken betreft, door het dagelijks bestuur mochten worden gesteld, het tekenen van bepaalde stukken, welke van het dagelijks bestuur of van hem uitgaan opdragen aan één of meer door hem aangewezen medewerkers van WVS.
HOOFDSTUK VI IN- EN EXTERNE INFORMATIE EN VERANTWOORDINGSPLICHT
Artikel 19 Interne inlichtingenplicht en verantwoordingsplicht lid dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur regelt van welke besluiten van het dagelijks bestuur in ieder geval kennisgeving wordt gedaan aan de leden van het algemeen bestuur. Daarbij kan het algemeen bestuur de gevallen bepalen waarin met terinzagelegging kan worden volstaan. Het dagelijks bestuur laat de kennisgeving of terinzagelegging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 20 Externe inlichtingen- en verantwoordingsplicht
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter, geven aan de colleges en raden van de deelnemende gemeenten gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen, waaronder periodieke beleidsrapportages, die voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn.
Artikel 27 Controle op administratie
De regels zoals bedoeld in het eerste lid, voorzien in de aanwijzing van een accountant zoals bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek van de in artikel 32 van deze regeling bedoelde jaarrekening, en met het terzake uitbrengen van een verslag dat behalve bij de verklaring bij de jaarrekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Artikel 29 Wijziging van begroting
Het derde, vijfde en zevende lid van artikel 28 zijn van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, dit voor zover deze leiden tot een hogere gemeentelijke bijdrage.
Artikel 30 Gemeentelijke bijdrage
Voor de dienstverlening is een kostendekkende exploitatie uitgangspunt. Indien desondanks blijkt dat de door de deelnemende gemeenten te betalen vergoedingen op basis van de af te sluiten dienstverleningsovereenkomsten alsmede de overige te genereren inkomsten niet toereikend zijn voor een kostendekkende exploitatie, dragen de deelnemende gemeenten bij in het nadelig exploitatiesaldo van WVS naar rato van het aantal Wsw-werknemers, het aantal medewerkers beschut werk en het aantal participanten dat uit iedere gemeente afkomstig is en die op 1 januari van het jaar t–1 bij WVS in dienst en / of werkzaam zijn.
Artikel 31 Besteding van een batig saldo
Indien enig jaar een batig saldo oplevert kan het algemeen bestuur besluiten:
Het dagelijks bestuur zendt vóór 30 april de voorlopige jaarrekening en, indien nodig, een berekening van de door de deelnemende gemeenten te betalen bijdragen zoals bedoeld in artikel 30 aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur voegt daarbij, voor zover dit al gereed is, een verslag van het getrouwheidsonderzoek van de jaarrekening en het onderzoek betreffende de rechtmatigheid, ingesteld door de overeenkomstig artikel 27 aangewezen deskundige, en verder hetgeen het dagelijks bestuur te zijner verantwoording dienstig acht.
HOOFDSTUK X TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, EN OPHEFFING
Een college kan geheel of gedeeltelijk uit de regeling treden door een daartoe strekkend besluit van het betreffende college en na verkregen toestemming van de betreffende raad. Onder gedeeltelijk uittreden wordt verstaan het vanaf een bepaalde datum niet langer afnemen van diensten van c.q. niet langer delegeren van tot dan toe gedelegeerde taken en bevoegdheden aan de gemeenschappelijke regeling.
In het geval diensten, taken en bevoegdheden door alle colleges die de betreffende diensten, taken en bevoegdheden afnemen hebben gedelegeerd met ingang van dezelfde datum niet langer worden afgenomen c.q. niet langer worden gedelegeerd, stellen de colleges met elkaar een plan op waarin alle aspecten en gevolgen daarvan worden geregeld, zodat er geen sprake is van achterblijvende kosten en achterblijvend personeel.
Onder desintegratiekosten worden verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig, te maken dan wel te dragen door WVS als ook, voor zover aan de orde, te dragen door de rechtspersonen waarbinnen WVS direct of indirect zeggenschap heeft, die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.
WVS brengt alle frictiekosten en desintegratiekosten als bedoeld in het vijfde en zesde lid, onder aftrek van eventuele baten en de waarde van de formatie die de uittredende gemeente overneemt, als bedoeld in artikel 38, lid 1, in rekening bij de uittredende deelnemer. De uittredende deelnemer is verplicht tot betaling van de definitieve uittreedsom.
De in het derde lid bedoelde systematiek wordt gebaseerd op:
feiten en omstandigheden die bekend waren op het moment van de daadwerkelijke uittreding. Beleidswijzigingen, wijziging van economische omstandigheden en wijziging van inzichten die zich voordoen of opkomen na het moment van de daadwerkelijke uittreding kunnen niet worden betrokken bij de bepaling van de hoogte van de uittreedsom.
WVS alsmede de uittredende deelnemer is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden. Het voorgaande behoeft niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
Met het oog op het bepalen van de inhoud van het uittredingsplan wijst het algemeen bestuur een onafhankelijke externe deskundige aan die in opdracht van het algemeen bestuur het concept-uittredingsplan voorbereidt. De onafhankelijke deskundige kan, in overleg met het algemeen bestuur, voor specifieke onderdelen van het uittredingsplan andere deskundigen inschakelen.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van meerderheid van stemmen in het algemeen bestuur.
Ten minste 12 maanden voorafgaand aan het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in artikel 35, derde lid en op de jaarrekening van het openbaar lichaam over het meest recent verstreken begrotingsjaar.
Uiterlijk 6 maanden na het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur de definitieve uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de definitieve uittreedsom op de systematiek als bedoeld in artikel 35, derde lid en op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding.
Bij de voorbereiding van het concept uittredingsplan biedt het algemeen bestuur de uittredende deelnemer de keuze tussen een betaling van de uittreedsom in een aantal termijnen of voor betaling van de uittreedsom in een keer. In het uittredingsplan bepaalt het algemeen bestuur conform de voorkeur van de uittredende deelnemer of de uittredende deelnemer de uittreedsom in een daarbij te bepalen aantal termijnen of in een keer dient te betalen. Als de uittredende deelnemer kiest voor betaling in termijnen kan het algemeen bestuur een rentevergoeding in rekening brengen.
Artikel 38 Verplichtingen uittreder
De uittredende deelnemer is gehouden zich in te spannen de formatie van WVS als ook, voor zover aan de orde, de formatie van de rechtspersonen waarbinnen WVS direct of indirect zeggenschap heeft en die als gevolg van de uittreding boventallig is geworden met behoud van arbeidsvoorwaarden in dienst te nemen of anderszins in stand te doen houden. De waarde van de formatie die de uittredende deelnemer overneemt van het openbaar lichaam wordt gekapitaliseerd en in mindering gebracht op de uittreedsom.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op alle andere verplichtingen van WVS, als ook, voor zover aan de orde, de andere verplichtingen van de rechtspersonen waarbinnen WVS direct of indirect zeggenschap heeft en die als gevolg van de uittreding overtollig zijn geworden dan wel verminderd of beëindigd dienen te worden.
Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan colleges die het voorstel doorzenden aan de raden van de deelnemende gemeenten zodat deze raden hun zienswijze op het wijzigingsvoorstel kunnen geven.
Het algemeen bestuur stelt, gehoord de colleges van de deelnemende gemeenten, het liquidatieplan vast. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten alle rechten en verplichtingen van WVS als ook, voor zover aan de orde, alle rechten en verplichtingen van de rechtspersonen waarbinnen WVS direct of indirect zeggenschap heeft, over de deelnemende gemeenten te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel. Het liquidatieplan behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.
HOOFDSTUK XIII OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 43 Samenstelling bestuursorganen
Als bestuursorganen zoals genoemd in artikel 3 van de regeling treden als zodanig op de bestuursorganen van WVS, zoals die bestonden vóór de inwerkingtreding van de gewijzigde regeling.
Voor de behandeling van klachten als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt door het algemeen bestuur een voorziening getroffen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-330355.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.