Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2024, 329563 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2024, 329563 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Gelet op het voorstel van het bestuur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst;
Gelet op de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023;
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Subsidieregeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028
De regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028 heeft als doel om duurzame ontwikkeling van jonge organisaties die zich binnen de Amsterdamse culturele sector richten op professionele kunst of cultuureducatie financieel te ondersteunen. Hiermee kunnen organisaties hun eigen organisatie, positie in hun eigen kunstdiscipline en/ of in de kunst- en cultuursector in brede zin verstevigen of bestendigen.
Artikel 1.7 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 weigert het bestuur de subsidie als:
Artikel 2.5 Rangorde en besluit (fase 1)
Het bestuur beslist volgens deze rangorde over de toelating tot een plaats in fase 2, waarbij de subsidieaanvragen worden toegelaten tot fase 2 in de volgorde van de zo ontstane rangorde, per discipline als bedoeld in artikel 1.4 tweede lid. Dit betekent dat wordt gestart met het toekennen van de hoogst scorende aanvraag in een bepaalde discipline, daarna de aanvraag toekent die in een andere discipline daarna als hoogste scoort, en daarna als derde de aanvraag die in de volgende discipline als hoogste scoort etc.
Artikel 3.5 Rangorde en verdeling budget (fase 2)
In afwijking van het eerste lid en artikel 3.3, tweede lid, is bij het maken van een keuze tussen twee of meer aanvragen die gelijk zijn gerangschikt en niet allemaal kunnen worden gehonoreerd omdat dan het subsidieplafond wordt overschreden, de beoordeling bij het criterium ‘Artistiek belang’ leidend. Ontstaat daarna nogmaals een gelijke rangschikking, dan is de beoordeling bij het criterium ‘Bereik en diversiteit’ bepalend. Indien daarna nogmaals een gelijke rangschikking ontstaat, is de pluriformiteit in disciplines binnen het totaal aan toekenningen leidend.
Artikel 4.2 Indieningsvereisten verantwoording
De verantwoording omvat een inhoudelijk en financieel deel:
de financiële verantwoording bestaat uit een financieel verslag over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn, dan wel een jaarrekening waarin de verantwoording over de besteding van de subsidie inzichtelijk wordt gemaakt.
Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en is tevens te raadplegen op www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 juli 2024.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Tal van krachten in de stad zijn van invloed op de toekomst van kunst en cultuur: veranderingen in artistieke voorkeuren en bevolkingssamenstelling, technologie en digitalisering, vraagstukken op het terrein van milieu en leefbaarheid, geopolitiek en economische ontwikkelingen. Dit vraagt om een culturele sector die in beweging blijft en open staat voor nieuwe ontwikkelingen, andere geluiden, disciplines en inhoudelijke opvattingen. Nieuwe instroom en groeimogelijkheden voor jonge organisaties zijn daar onmisbaar voor. Hiervoor heeft het AFK een regeling Ontwikkeling.
De regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2025-2028 heeft als doel om duurzame ontwikkeling financieel te ondersteunen van jonge organisaties binnen de Amsterdamse culturele sector die zich richten op professionele kunst of cultuureducatie. Hiermee kunnen organisaties hun eigen organisatie, positie in hun eigen discipline of in de cultuursector in brede zin verstevigen.
De regeling Ontwikkeling is bedoeld voor de versterking van organisaties die nog relatief kort bestaan (2 tot 6 jaar). Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk, die verderop worden toegelicht onder ‘Twee tot zes jaar bestaan’ en ‘Minimaal twee jaar’. De regeling ondersteunt relatief nieuwe organisaties in hun verdere opbouw en ontwikkeling. Organisaties die niet in aanmerking komen voor deze regeling kunnen een beroep doen op de regeling Projectsubsidies professionele kunst van het AFK.
De organisatie bestaat op het moment van indienen minimaal twee jaar en maximaal zes jaar. Of een organisatie twee tot zes jaar bestaat, wordt beoordeeld aan de hand van de statuten. De datum van oprichting die daarin staat vermeld, is bepalend. Het moet gaan om een aaneengesloten periode van twee jaar die is gelegen direct voorafgaand aan het moment van indienen voor fase 1.
Een uitzondering hierop vormen aanvragers die in 2027 vanuit deze regeling al subsidie ontvangen en een aanvraag voor 2028 willen indienen. In dat specifieke geval mag een aanvrager maximaal zeven jaar bestaan op het moment van indienen voor fase 1 van de aanvraag. Hiermee voorkomt het AFK dat deze organisaties in het laatste jaar van de beleidsperiode niet meer zouden kunnen aanvragen.
Belangrijke reden voor de minimumeis van twee jaar bestaan, is dat het AFK er vanuit moet kunnen gaan dat de organisatie voldoende stabiliteit heeft. De aanvrager dient op het moment van en direct voorafgaand aan indiening bovendien minimaal twee jaar aantoonbaar en in continuïteit actief te zijn in de discipline waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Deze voorwaarden zijn er met het oog op een doelmatige besteding van de middelen van deze regeling.
Om te beoordelen of een organisatie minimaal twee jaar bestaat, kan de bestaansperiode van een voorganger (‘de oude rechtspersoon’) meegenomen worden als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Om te beoordelen of de organisatie op het moment van en direct voorafgaand aan de indiening minimaal twee jaar in continuïteit actief is in de betreffende kunstdiscipline, maakt het AFK gebruik van het track record bij de aanvraag. Dat is een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en het bereikte publiek in brede zin van twee (kalender)jaren of twee seizoenen direct voorafgaand aan het moment van indienen van de aanvraag. Dit betekent dat de aanvrager meerdere activiteiten per jaar heeft uitgevoerd, of in het geval van festivals minimaal jaarlijks een editie heeft gerealiseerd of tweejaarlijks met tussenliggende activiteiten.
Het gaat daarbij om activiteiten en het publiek van de organisatie in zijn huidige vorm, of van een rechtsvoorganger die voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden. Aanvullend kan de aanvrager een beperkt aantal links naar (beknopt) beeld- of geluidsmateriaal of andere documentatie over deze recente activiteiten opnemen in het aanvraagformulier.
De organisatie die aanvraagt bestaat daarnaast maximaal zes jaar op de datum van indiening. De regeling is bedoeld voor relatief nieuwe organisaties, om zo nieuwe instroom in de sector te bevorderen. Voor de eis dat een organisatie maximaal zes jaar bestaat, is uitsluitend de datum van oprichting in de statuten van de aanvrager relevant.
Het moet gaan om een aaneengesloten periode van zes jaar direct voorafgaand aan het moment van indienen. Een organisatie die langer dan zes jaar bestaat, maar een slapend bestaan heeft geleid en korter dan zes jaar geleden weer actief is geworden, komt niet voor subsidie in aanmerking. Ook bij het enkel wijzigen van de statuten of statutaire naam van een stichting of vereniging blijft de gehele bestaansduur meetellen.
Aanvragers zijn gevestigd in Amsterdam. Dit blijkt uit het bezoekadres op het uittreksel van de Kamer van Koophandel en/of uit de statutaire vestigingsplaats die is vermeld in de statuten.
Een aanvrager moet op het moment van indienen ook de gehele bestaansperiode rechtspersoonlijkheid bezitten met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk. Dit betekent dat alleen stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen aanvragen. Rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid zoals een eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid kunnen niet aanvragen. Ook rechtspersonen met een winstoogmerk zoals een BV of NV kunnen niet aanvragen, ook niet als in hun statuten staat dat de BV of NV geen winstoogmerk heeft.
Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor ontwikkelactiviteiten of een combinatie van ontwikkel- en reguliere activiteiten. De activiteiten moeten in continuïteit worden uitgevoerd met een looptijd van twee jaar.
Het is niet mogelijk om naast de regeling Ontwikkeling aanvullende projectsubsidies bij het AFK aan te vragen. Neem alle relevante activiteiten dus op in de aanvraag voor de regeling Ontwikkeling. |
De aanvrager moet de hoogte van het aangevraagde bedrag goed onderbouwen en duidelijk relateren aan de activiteiten.
Aanvragers kunnen maximaal € 125.000 per jaar aanvragen voor een subsidie met een looptijd van 2 jaar (met uitzondering van aanvragen die worden ingediend in 2027). Het gevraagde subsidiebedrag mag maximaal 50% van de volledige begroting bij het ondernemingsplan zijn.
Aanvragen worden ingediend met het digitale aanvraagformulier. Het formulier en de richtlijnen voor de bijlagen zijn te vinden op de website van het AFK. Om toegang te krijgen tot het online aanvraagformulier vraagt de organisatie op de website eerst een account aan. De aanvrager ontvangt dit account meestal binnen een werkdag, maar bij grote drukte kan het langer duren. Vraag daarom tijdig een account aan.
Aanvragen voor fase 1 kunnen worden ingediend van 2 september 2024 10:00 uur tot en met 16 september 2024 tot uiterlijk 16:00 uur.
Aanvragen voor fase 2 kunnen worden ingediend van 18 oktober 2024, 10.00 uur tot en met 2 december 2024 tot uiterlijk 16:00 uur.
De aanvraag verloopt in twee fases:
Op basis van de beoordeling worden de aanvragers in een rangorde geplaatst. Het bestuur beslist volgens deze rangorde over de toelating tot een plaats in fase 2, waarbij de subsidieaanvragen worden toegelaten tot fase 2 in de volgorde van de zo ontstane rangorde, per discipline. Dit betekent dat het AFK start met het toekennen van de hoogst scorende aanvraag in een bepaalde discipline, daarna de aanvraag toekent die in een andere discipline daarna als hoogste scoort, en daarna als derde de aanvraag die in de volgende discipline als hoogste scoort etc. Zo worden steeds de als hoogst geëindigde aanvragen van de negen disciplines toegekend. Daarna wordt op de dezelfde wijze de tweede aanvraag van elke discipline toegekend, en vervolgens de derde, net zo lang totdat het subsidieplafond is bereikt.
Een ondernemingsplan mag maximaal 10 pagina’s in totaal zijn. Naast het ondernemingsplan voeg je een begroting met toelichting bij. Deze toelichting mag maximaal 3 pagina’s zijn. Er is een aparte plek in het aanvraagformulier waar aanvragers audiovisueel materiaal of andere documentatie kunnen toevoegen Verwijzingen of links naar een website, YouTube etc. die ín het ondernemingsplan zijn opgenomen, worden niet bekeken
De aanvraag is leidend bij de formele en inhoudelijke beoordeling. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed en volledig beeld geeft van de activiteiten die de organisatie wil ondernemen. Als de aanvraag aan de formele vereisten voldoet en in behandeling is genomen, vindt daarna de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag plaats.
De aanvraag wordt beoordeeld door minimaal twee adviseurs met voor de aanvraag relevante deskundigheid en ervaring. De beoordeling gebeurt aan de hand van de beoordelingscriteria die in de regeling zijn opgenomen.
Bij het toetsen aan de criteria staat de aanvraag centraal. Het ontwikkelplan en het ondernemingsplan moeten het vertrouwen geven dat de organisatie zich gedurende de subsidieperiode kan versterken en verder ontwikkelen. In dat kader wordt ook gekeken naar het verleden tot het moment van adviseren. De kwaliteit van activiteiten in het verleden kan immers een indicatie zijn voor de toekomst. In de aanvraag wordt daarom specifiek gevraagd om te reflecteren op het verleden, in artistiek en zakelijk opzicht en met betrekking tot publiek of deelnemers.
Voor het toetsen aan de criteria wordt daarnaast gebruik gemaakt van de algemene kennis van de adviseurs over de aanvrager en de waardering die er in het veld is voor de activiteiten van de aanvrager bij vakgenoten. Uitgangspunt is echter steeds het eigen oordeel van de adviseurs.
In fase 1 wordt de aanvraag uitsluitend beoordeeld op het criterium Ontwikkeling.
Dit gebeurt door een medewerker van het AFK en twee adviseurs, op basis van het ontwikkelplan met bijlagen en een gesprek.
In hoeverre heeft de aanvrager een duidelijke en realistisch onderbouwde ontwikkeling voor ogen, op artistiek en zakelijk vlak, en op het gebied van publiek of deelnemers? Wordt daarbij de uitgangssituatie duidelijk in beeld gebracht, de noodzaak voor de beoogde ontwikkeling onderbouwd en is er een realistisch einddoel geformuleerd?
Worden er stappen beschreven om het ontwikkeldoel te behalen, en zijn deze concreet en realistisch? Passen de stappen bij de uitgangssituatie en het einddoel van de ontwikkeling?
In fase 2 wordt de (aangevulde) aanvraag verder beoordeeld op de overige criteria: Artistiek belang, Uitvoerbaarheid, Bereik & diversiteit.
In hoeverre komt uit het plan een specifieke artistieke signatuur naar voren? Dat wil zeggen een duidelijke artistieke identiteit of lijn waaraan de aanvrager herkenbaar is. Wordt deze artistieke signatuur ook overtuigend vertaald naar de artistieke activiteiten? En in hoeverre vindt de commissie deze artistieke signatuur en activiteiten tot de verbeelding spreken, ongeacht het publiek of de deelnemers waarvoor het is bedoeld?
De commissie beoordeelt of de artistieke activiteiten naar verwachting aansprekend zijn voor het beoogde publiek of de beoogde deelnemers. Sluiten de activiteiten daarop aan in inhoud, repertoire, verhaal, stijl, genre, vorm, wijze van presenteren, of op een andere manier? Maakt de aanvraag overtuigend duidelijk wat de organisatie toevoegt aan het cultuuraanbod in de stad? Bij dit criterium wordt níet beoordeeld hoeveel of wat voor publiek de aanvrager wil bereiken.
Uit het plan spreekt een overtuigende visie op de bedrijfsvoering, dat wil zeggen de wijze waarop de organisatie omgaat en wil omgaan met mensen en middelen. Ook ambities voor cultural governance, fair practice en sociale veiligheid komen hierbij aan bod. De aanvraag maakt duidelijk hoe het nu staat met de bedrijfsvoering, waar de organisatie naar toe wil werken, hoe de aanvrager dat wil doen en hoe daarbij wordt omgegaan met eventuele risico’s.
Het plan is realistisch en uitvoerbaar in organisatorisch opzicht (met de beoogde werkwijze, medewerkers en partners) én in financieel opzicht (wat betreft begroting en dekking). De beoogde organisatie en begroting zijn passend om het ontwikkelplan en de reguliere activiteiten ten uitvoer te brengen en realistisch. Er is een passende financieringsmix met verschillende bronnen van inkomsten zodat risico’s worden gespreid.
Het plan geeft een duidelijke en onderbouwde visie op het bereik in de stad. Zijn de beoogde doelgroepen in de stad helder geformuleerd voor verschillende typen van activiteiten? Is duidelijk waarom de aanvrager zich op deze doelgroepen wil richten, ook in het licht van de ambities en ervaring van de organisatie? Sluiten de aard en omvang van de doelgroepen logisch aan op de activiteiten?
De aanpak voor het bereiken en betrekken van de beoogde doelgroepen is realistisch en passend, wat betreft bijvoorbeeld communicatie en marketing, community building, samenwerkingspartners, etcetera. Daarbij speelt ook een rol in hoeverre uit het plan kennis van of inzicht in de doelgroepen spreekt.
Uit het plan spreekt een overtuigende visie op diversiteit en inclusie met concrete doelstellingen. Het gaat hierbij om (bijdragen aan) culturele diversiteit, diversiteit in de zin van gender en seksualiteit, of sociaal-economische kansengelijkheid. Het plan onderbouwt welke keuzes hierin worden gemaakt. De aanpak om deze doelstellingen te verwezenlijken is overtuigend en realistisch. Benoemt het plan duidelijke stappen en acties ten aanzien van aanbod, bereik en de eigen organisatie (personeel, toezicht)? Zijn deze naar verwachting haalbaar voor de aanvrager?
De adviseurs geven een oordeel over de mate waarin een aanvraag voldoet aan criteria. Zij adviseren ook over de subsidiehoogte.
De aanvraag krijgt per beoordelingscriterium als volgt een waardering:
De aanvraag wordt niet gehonoreerd als de aanvraag met een onvoldoende wordt beoordeeld op het criterium Ontwikkeling of Uitvoerbaarheid.
De adviseurs geven een oordeel over de subsidiehoogte. Uitgangspunt bij het bepalen van de subsidiehoogte is voor het AFK niet per definitie het gevraagde bedrag, maar het bedrag dat de adviseurs en het AFK redelijk vinden voor de aanvraag.
Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:
er moet een redelijke verhouding zijn tussen de plannen en de kosten die daarvoor zijn begroot. De gevraagde subsidie moet ook in verhouding staan tot het totale budget dat het AFK voor deze regeling heeft. Het AFK staat namelijk voor een eerlijke verdeling van middelen over de disciplines, aanvragers en organisaties. In de overwegingen wordt ook betrokken of en hoe de aanvrager samenwerkt met andere Amsterdamse organisaties bijvoorbeeld op het gebied van publieksbereik, communicatie en/of programma inkoop.
het kan voorkomen dat aan bepaalde onderdelen van het plan wel subsidie wordt toegekend, en aan andere onderdelen niet of gedeeltelijk. Dat kan indien de aanvraag als geheel wel als subsidiabel wordt beoordeeld, maar bepaalde onderdelen van het plan op grond van de beoordeling minder prioriteit krijgen.
VERPLICHTINGEN EN VERANTWOORDING
Bij de uitvoering van het plan meldt de aanvrager aan het AFK veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als bepaalde activiteiten komen te vervallen, als er andere artistiek verantwoordelijken komen of als er aanzienlijke veranderingen zijn in de financiering van de activiteiten. Als achteraf blijkt dat sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het AFK de subsidie lager vaststellen of intrekken. Dit is voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het AFK om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.
Binnen drie maanden na afloop van de subsidieperiode dient de aanvrager een activiteitenverslag en een inhoudelijke en een financiële verantwoording in. Die laat zien hoe de subsidie is gebruikt en besteed. De ontvanger laat zien dat de activiteiten hebben plaatsgevonden volgens de aanvraag of volgens de door het AFK geaccepteerde wijzigingen. De financiële verantwoording sluit aan op de indeling van de begroting die bij de aanvraag is ingediend. Belangrijke verschillen tussen verantwoording en begroting worden toegelicht.
Wanneer de activiteiten volgens de aanvraag zijn uitgevoerd en er is voldaan aan alle subsidieverplichtingen, stelt het AFK de subsidie binnen zestien weken vast. Deze termijn kan met zes weken worden verlengd. De aanvrager krijgt daarvan bericht.
Tussentijds neemt de subsidieontvanger op grond van artikel 4.1 lid 2 van de regeling op verzoek van het bestuur deel aan een voortgangsoverleg. Dit kan bijvoorbeeld na de verantwoording zijn, na een tussenrapportage of als omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-329563.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.