Protocol voorkomen en bestrijden norm-overschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers gemeente Leudal 2024

 

De gemeenteraad van de gemeente Leudal;

 

Overwegende, dat het wenselijk is om ter bescherming van raadsleden en raadscommissieleden (verder ‘politieke ambtsdragers’), die in de uitoefening van hun publieke taak zijn (geweest), gemeenschappelijke normen te stellen om ongewenst gedrag van burgers via internet, fysiek gedrag of telefonisch gedrag tegen te gaan;

Dat het voorts wenselijk is om politieke ambtsdragers hierover op gezette tijden te informeren en om hen te ondersteunen;

Dat het ook wenselijk is om via de vaststelling van normen een signaalfunctie naar de samenleving af te geven;

Gelezen het voorstel van de griffier van 30 april 2024;

Besluit:

Tot het vaststellen van het ‘Protocol voorkomen en bestrijden norm-overschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers gemeente Leudal 2024’ luidende zoals in bijlage A bij dit raadsbesluit is verwoord.

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal d.d. 28 mei 2024.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL,

De griffier, De voorzitter,

Drs. W.A.L.M. Cornelissen. D.H. Schmalschläger

Bijlage A Protocol voorkomen en bestrijden norm-overschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers gemeente Leudal 2024

 

Dit protocol is bedoeld voor raadsleden en raadscommissieleden. In dit protocol spreken we, om deze groep aan te duiden, over politieke ambtsdragers.

Waar in dit protocol wordt gesproken over raads- of commissieleden wordt ook verstaan oud-raadsleden en oud-raadscommissieleden, voor zover het norm-overschrijdende gedrag betrekking heeft op hun functioneren als (voormalig) politiek ambtsdrager, respectievelijk op politieke werkzaamheden zoals het optreden als woordvoerder in raads- en commissievergaderingen of het contact hebben met inwoners.

Het doel van dit protocol is drieledig:

  • 1.

    Vaststellen van een gemeenschappelijke norm

  • 2.

    Informeren en ondersteunen van politieke ambtsdragers

  • 3.

    Signaalfunctie naar de samenleving

 

1. Inleiding

Voor politieke ambtsdragers is het belangrijk dat zij gemakkelijk benaderbaar zijn, open in de samenleving kunnen staan, het politieke debat vrij kunnen voeren, besluiten zonder ervaren druk kunnen nemen en publieke taken vrij van dwang en drang kunnen uitoefenen.

Politieke ambtsdragers kunnen, gerelateerd aan de uitvoering van hun publieke taak, worden geconfronteerd met norm-overschrijdend gedrag van burgers. Denk daarbij bijvoorbeeld aan (online) belediging, persoonlijke bedreiging of bedreiging richting familie, stalken, fysiek geweld of vernieling.

Dergelijk gedrag is niet iets ‘wat erbij hoort’ of ‘waar je maar aan moet wennen’. Bedreiging van en agressie tegen politieke ambtsdragers is onacceptabel. Norm-overschrijdend gedrag kan zeer ingrijpend zijn voor de persoon die erdoor getroffen wordt en zijn of haar naasten. Verder kan het iemands optreden of zijn besluitvorming beïnvloeden. Het raakt dan aan de integriteit van het lokale bestuur en is ondermijnend voor de democratie.

Het maakt daarbij niet uit van wie het norm-overschrijdende gedrag afkomstig is; of dat een individuele burger of een collectief is, of een persoon die namens een bedrijf, organisatie of groepering handelt.

In dit protocol omschrijven we wat we verstaan onder norm-overschrijdend gedrag en wat onze aanpak is. We kiezen ervoor om de afweging over te volgen stappen niet bij de getroffenen ambtsdrager te laten, maar in principe te laten zetten door de gemeente, in overleg met de getroffen ambtsdrager.

Dit doen we om als collectief een heldere grens te bekrachtigen. Agressie en geweld is onacceptabel en wordt nooit getolereerd, de reactie hierop is uniform. Door deze werkwijze wordt de politieke ambtsdrager uit de wind gehouden. Voorwaarde is dat de betrokken ambtsdrager, in de rol van benadeelde, zijn of haar volledige medewerking verleent aan het onderzoek.

Dit protocol wordt vastgesteld in een openbare raadsvergadering (beoogd wordt de raadsvergadering van 28 mei 2024) en op de webstek van de gemeente Leudal bekendgemaakt.

 

2. Onze norm en uitgangspunten

Onze collectieve norm is:

Norm-overschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers en/of zijn/haar directe omgeving (gezin, familie, vrienden, huisdieren, zaken, etc.) is onacceptabel en wordt niet getolereerd.

 

De volgende uitgangspunten zijn leidend bij de preventie en correctie van norm-overschrijdend 

gedrag:

Preventie:

  • *

    Burgers en politieke ambtsdragers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun interactie en zijn allen daarop aanspreekbaar (voorbeeldgedrag).

  • *

    In de interactie tussen de burger en politieke ambtsdragers komen vormen van emotie / frustratie / boosheid voor. Het herkennen en erkennen hiervan, het onderzoeken van de oorzaak van de emotie en het samen met de burger zoeken naar een oplossing (waar mogelijk) is onderdeel van ieders professionaliteit en valt ook binnen ieders beslissingsbevoegdheid.

  • *

    Sturen op kwaliteit van samenwerking is een belangrijk beïnvloedingsmechanisme, ook al kan norm-overschrijdend gedrag daarmee niet voorkomen worden. Politieke ambtsdragers en raadsgriffie evalueren de kwaliteit van de samenwerking, zijn aanspreekbaar op hun rol en helpen elkaar verbeteren.

Correctie:

  • *

    Daar waar het gedrag van de burger over de grens gaat (de gemeentelijke norm), kan de politieke ambtsdrager als persoon in gevaar komen, zowel mentaal als fysiek. Ook kan de besluitvorming en daarmee ook de integriteit van het bestuur onder druk komen te staan.

  • *

    Gedrag van burgers dat over de grens gaat, is nooit toelaatbaar. Dit principe staat los van oorzaken of verwijtbaarheid.

  • *

    Op norm-overschrijdend gedrag volgt een reactie vanuit de gemeente. Daarin staan hoor en wederhoor centraal. De burger wordt aangesproken op zijn/haar gedrag en krijgt, als deze aanspreekbaar is op gedrag, de gelegenheid zijn/haar kant van de medaille te belichten.

  • *

    Dat doet niets af aan de gestelde grenzen. Wel kan het voor politieke ambtsdragers aanleiding zijn om te reflecteren op het eigen handelen. Op deze manier wordt invulling gegeven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de interactie.

  • *

    Waar dat aan de orde is, legt de gemeente de burger een maatregel of sanctie op, die is afgestemd op de aard van het norm-overschrijdende gedrag (zie paragraaf 6.2).

     

3. Uitwerking van de gemeentelijke norm

Voor de gemeente Leudal geldt:

Emotie van burgers mag, norm-overschrijdend gedrag wordt niet geaccepteerd. Hierop wordt vanuit de gemeente altijd een passende reactie gegeven.

Onder emotioneel gedrag wordt verstaan dat een inwoner op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn persoonlijke situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente, of bijvoorbeeld boos is over een beslissing van de gemeente. Emotioneel gedrag is van korte duur en laat zich corrigeren. Voor dergelijk gedrag kan (enig) begrip worden getoond. Emotioneel gedrag is niet verboden, boosheid is niet norm-overschrijdend en is geen agressie.

Onder norm-overschrijdend gedrag wordt verstaan: gedrag van de burger dat direct wordt gericht op de politieke ambtsdrager met (in het algemeen) als doel frustratie te uiten, onbehagen te veroorzaken, de orde te verstoren, pijn of schade (emotioneel/ materieel/ fysiek) toe te brengen of een doel te bereiken (bijvoorbeeld taakuitoefening of besluitvorming beïnvloeden).

Norm-overschrijdend gedrag heeft minder te maken met de intensiteit van het gedrag (hard roepen, wild bewegen) maar heeft alles te maken met de richting van het gedrag (‘Jij bent een …!’). Ook aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat - nadat de inwoner erop is aangesproken - niet verandert of juist verergert, kan norm-overschrijdend gedrag zijn.

We vragen van politieke ambtsdragers norm-overschrijdend gedrag niet te accepteren, ook al heb je er als persoon geen last van. Alleen als we dit uitgangspunt samen hanteren, kunnen we toewerken naar een eenduidige reactie naar alle burgers en op deze wijze kwalitatief goed, veilig en integer onze rol vervullen.

In onderstaand schema staat omschreven welk gedrag wél en welk gedrag niet wordt geaccepteerd. Ook is in het schema aangegeven welke voorvallen wel/niet gemeld dienen te worden en wanneer er een reactie wordt gegeven aan de burger.

 

 

 

EMOTIE OF AGRESSIE?

EMOTIONEEL GEDRAG

NORM- OVERSCHRIJDEND GEDRAG/

(Non-)verbale agressie

NORM-OVERSCHRIJDEND GEDRAG

Bedreiging, intimidatie

NORM-OVERSCHRIJDEND GEDRAG

Fysiek geweld

Gedrag van de burger

Gedrag gericht op zichzelf en op de eigen situatie

Vaak te herkennen aan het woordje “Ik”.

Uitzondering of begrip vragen, klagen, excuus verzinnen, beroep op redelijkheid doen, afhankelijk gedrag, claimen

Kritiek op regels, beleid en/of bestuurlijk orgaan

Vaak te herkennen aan het woordje “Jullie”.

In discussie gaan, ter verantwoording, roepen, beschuldigen, schande spreken, machtsstrijd, obstructie

Gericht op de politieke ambtsdrager

Vaak te herkennen aan het woordje “Jij”.

Sarren, zuigen, treiteren, uitlokken, grof zijn, schelden, belachelijk maken, beledigen, smaad, laster

(Non) verbaal dreigen

Dreigen met geweld

Intimideren

Seksuele intimidatie

Belaging / stalking (appjes, e-mails, opbellen, toezenden - ongewenste - cadeaus, achtervolgen etc.)

Gaat een stap verder dan verbale agressie.

Het kan ook gaan om een suggestie van geweld of door openlijk hiermee te dreigen. Het gedrag is op jou persoonlijk gericht.

De uiting van agressie levert mogelijk ook gevaar op voor de burger zelf of voor anderen.

Schoppen, slaan, spugen, beetpakken, trekken, vernielen, voorwerpen gooien

Gaat een stap verder dan bedreiging of intimidatie.

Het gedrag is gericht op personen, dieren en/of zaken

Gemeentelijke norm

Burgers mogen klagen en boos en geïrriteerd zijn.

In de aanpak is de politieke ambtsdrager aan zet.

Burgers mogen

kritiek hebben op het beleid en de regelgeving en mogendit uiten en boosen geïirriteerd zijn.

In de aanpak is de politieke ambtsdrager aan zet.

Burgers mogen in hun emotionele gedrag (zoals hierboven) niet persoonlijk worden richting politieke ambtsdragers, ook niet online. De politieke ambtsdrager gaat pas verder in

gesprek of met het contact wanneer de burger met dit gedrag stopt. Als het gedrag niet stopt, wordt het gesprek / contact beëindigd en worden passende maatregelen genomen.

Burgers mogenpolitieke ambtsdragers niet

bedreigen of intimideren, ook niet online.

In zo’n geval wordthet gesprek / contact beëindigd worden gepaste maatregelen genomen.

De veiligheid van

politieke ambtsdragers gaat boven alles. Burgersmogen dus niet fysiek worden naar personen, dieren en/of zaken.

 

Melden en afhandelen

Melden is facultatief, tenzij het gedrag aanhoudt en er een patroon ontstaat, dan is melden aan te bevelen.

Melden is facultatief, tenzij het gedrag aanhoudt en er een patroon ontstaat, dan is melden aan te bevelen.

Als de burger zich positief corrigeert na te zijn aangesproken op zijn/haar gedrag hoeft er niet te worden gemeld.

Bij aanhoudend gedrag wordt het gedrag wél gemeld en afgehandeld conform de afspraken in dit protocol.

Het doel is stoppen / begrenzen en eventueel bestraffen van het schadelijke gedrag.

Altijd melden, zodat het wordt afgehandeld conform dit protocol. Het doel is stoppen / begrenzen en eventueel bestraffen van het schadelijke gedrag.

Altijd melden en afhandelen conform dit protocol. Het doel is stoppen / begrenzen en eventueel bestraffen van het schadelijke gedrag.

 

4. Preventie

  • 4.1

    Dialoog, training

  • *

    Bij de start van een nieuwe raadsperiode wordt in een bijeenkomst met politieke ambtsdragers stilgestaan bij:

    • -

      De uitgangspunten van veilig en integer werken;

    • -

      De gemeentelijke norm zoals Leudal die hanteert, dit protocol en de afspraken rondom preventie en opvolging van incidenten;

    • -

      Tips hoe politieke ambtsdragers kunnen anticiperen op norm-overschrijdend gedrag (fysieke omgeving, eigen huis, online, etc.);

    • -

      De mogelijkheid hun huis / thuisomgeving preventief te laten screenen op veiligheid;

    • -

      De mogelijke effecten van grensoverschrijdend gedrag.

  • *

    Vaardigheidstrainingen voor raadsleden en raadscommissieleden worden ‘op maat’ aangeboden vanuit de raadsgriffie (gespreksvoering, bijvoorbeeld de-escaleren, kalm blijven, niet provoceren, maar ook: waar ligt jouw grens en hoe voorkom je dat het onder je huid gaat zitten).

  • *

    Jaarlijks wordt, in het jaarverslag van de raadsgriffie, geanonimiseerd melding gemaakt van eventuele incidenten.

  • *

    Zodra een incident zich heeft voorgedaan bespreekt het presidium, op voorstel van de griffier, of en zo ja welke vervolgactie er (nog) moet worden ingezet. Tevens wordt (de werking van) het protocol geëvalueerd om er lessen uit te leren. Waar relevant worden ook vertegenwoordigers van de griffie uitgenodigd om casuïstiek, waarin het samenspel tussen politieke ambtsdragers en griffiemedewerkers in het bijzonder van belang is / was, te bespreken en om afspraken te maken voor de toekomst.

4.2. Organisatorische maatregelen

  • *

    Als politieke ambtsdragers tijdens kantoortijden een gesprek met een burger voeren in het gemeentehuis en mogelijk problemen verwachten en/of dit nodig achten of zich daar prettiger bij voelen, doen ze dat in vergaderruimte ‘de Kleine Letter’ (dit is de zogenoemde ‘raadsledenleeskamer’, naast het kantoor van de griffier). Op die manier kan waar nodig een beroep worden gedaan op binnen de organisatie aanwezige beveiligers of een intern interventieteam. Veiligheid staat voorop.

  • *

    Als vooraf duidelijk is dat een risico-gesprek moet worden gevoerd, dan wordt bijstand door beveiliger of interventieteam preventief ingeschakeld. Ook kan worden gekozen om een tweede persoon vanuit de griffieorganisatie aan het gesprek te laten deelnemen.

  • *

    Bij het organiseren van groepsbijeenkomsten/informatieavonden wordt vooraf een risicoanalyse gemaakt. Op basis van het resultaat hiervan wordt een passende locatie gekozen, worden organisatorische maatregelen getroffen en wordt waar nodig beveiliging ingezet. De verantwoordelijke medewerker in de organisatie, normaal gesproken de (avond)bode, kan in overleg met de griffier ondersteunen bij het treffen van de juiste maatregelen.

     

5. De handelingsprocedure tijdens een incident; alarmering en bijstandinschakelen

  • *

    Als een gesprek plaatsvindt in het gemeentehuis en er sprake is van norm-overschrijdend gedrag, wordt het gesprek beëindigd en verzoekt/sommeert de politieke ambtsdrager de burger het pand te verlaten. Weigert de burger, dan wordt er tijdens kantoortijden gealarmeerd via de raadsgriffie (en bij afwezigheid van de raadsgriffie rechtstreeks naar de bode van dienst). Op deze manier wordt de beveiliging of het interne interventieteam ingeschakeld.

  • *

    Zijn deze voorzieningen er niet, of vindt het gesprek buiten kantoortijden of buiten het gemeentehuis plaats dan belt de politieke ambtsdrager in geval van nood altijd 112 en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en (indien mogelijk) wat de situatie is. De eigen veiligheid staat altijd voorop. Geef, tot het arriveren van de politie, de agressor zijn zin en laat dit uit houding en gedrag blijken. Blijf kalm en provoceer niet.

  • *

    Als sprake is van ordeverstoring tijdens een raads- of commissievergadering dan geldt het Reglement van orde raadsvergaderingen Leudal 2015 respectievelijk de Verordening op de raadscommissies gemeente Leudal 2023 (dan wel het later vastgestelde nieuwe reglement resp. de nieuwe verordening) en is de handelwijze dat de voorzitter de vergadering schorst en degene(n) die de orde verstoort/verstoren verzoekt de ruimte te verlaten.

  • *

    Indien dit geweigerd wordt, zal de voorzitter dit nog tweemaal doen (na drie vorderingen is er sprake van lokaalvredebreuk).

  • *

    In overleg met de dienstdoende bode wordt de politie gebeld. De aanwezigen passen geen fysieke maatregelen toe om personen uit de ruimte of het gebouw te verwijderen, maar laten dit over aan de politie. Alleen bij fysieke agressie naar een deelnemer of bezoeker van een vergadering is het toegestaan fysieke maatregelen toe te passen om de persoon in kwestie te ontzetten en/of te beschermen.

  • *

    Tijdens een ordeverstoring wordt de livestream (webcast) van de vergadering stopgezet. Bij raadsvergaderingen wordt ook de live-uitzending via de lokale omroep stopgezet. De voorzitter besluit in samenspraak met de griffier, alsmede - in het geval dat de voorzitter niet tevens burgemeester is - met de burgemeester, tot het doen van aangifte van de ordeverstoring.

     

6. De handelingsprocedure na een incident

6.1. Melden

Alle voorvallen van norm-overschrijdend gedrag (zoals beschreven in bovenstaand schema) worden intern gemeld. Het kanaal dat wordt gebruikt door de burger is in dezen niet van belang. Melding wordt gemaakt van norm-overschrijdend gedrag dat een-op-een, schriftelijk, via e-mail of sociale media wordt geuit.

Raadsleden en raadscommissieleden melden incidenten bij de griffier (of de plaatsvervangend griffier).

De griffier stelt de burgemeester op de hoogte.

De melding bevat: wie er meldt (tenzij de melder anoniem wenst te blijven) en welk voorval het betreft.

Het registreren van incidenten is ook belangrijk voor het, mogelijk later, aangifte doen bij de politie en voor het verhalen van mogelijke schade.

Bij online incidenten via sociale media (bijv. X, Instagram, Whatsapp, Facebook etc.) legt de politiek ambtsdrager het bericht en de eventuele bij behorende gegevens (account van verzender, URL’s, datum en tijd van het bericht en eventuele andere gegevens) zoveel mogelijk vast als bewijsmiddel. Als het vaker voorkomt, is het verstandig om een logboek bij te houden.

Voor online norm-overschrijdend gedrag geldt dat duidelijk wordt aangegeven dat de norm is overschreden, eventueel in overleg met de gemeente.

Het norm-overschrijdende gedrag wordt ook bij het platform van het desbetreffende medium gemeld.

Ook als een politiek ambtsdrager twijfelt of er sprake is van norm-overschrijdend gedrag, is het altijd mogelijk contact op te nemen met de griffier en/of de burgemeester.

Tijdens het contact wordt bepaald of er vervolgstappen nodig zijn en zo ja, welke.

 

6.2. Afhandeling van incidenten

Na het doen van een melding wordt besproken welke maatregel tegen de veroorzaker wordt genomen. De griffier geeft advies en ondersteuning. In zijn algemeenheid zijn de volgende maatregelen mogelijk:

  • *

    De persoon mondeling of schriftelijk waarschuwen.

  • *

    (Tijdelijk) De dienstverlening beperken of (tijdelijk) de toegang ontzeggen tot de gemeentelijke gebouwen. Politieke ambtsdragers zijn altijd bevoegd een burger te verzoeken en/of op te dragen een gebouw te verlaten en, na drie keer herhaling en bij aanhoudende weigering van de burger, de politie te bellen. Er is dan sprake van huis/lokaalvredebreuk en dat is een strafbaar feit. De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van de burgemeester. Als hier geen gevolg aan wordt gegeven dan wordt de politie eveneens direct in kennis gesteld en is opnieuw sprake van een strafbaar feit waarvan aangifte zal worden gedaan.

  • *

    De persoon oproepen voor een incidentgesprek / stopgesprek met een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente over het norm-overschrijdend gedrag.

  • *

    Het voorval melden bij de politie (als het gedrag niet strafbaar is, maar wel norm-overschrijdend, kan melding worden gedaan bij de politie, zodat het incident in ieder geval bekend is bij de politie). De politie kan dan een zogenoemde ‘meldcode veilige publieke taak’ aanmaken zodat de politie en het openbaar ministerie de aangifte hoge prioriteit kunnen geven, ongeacht of het raadslid of raadscommissielid zelf aangifte doet.

  • *

    Aangifte doen bij de politie.

  • *

    Afspraak op locatie of persoon bij de politie (prioritering in de respons door politie na een melding).

  • *

    Andere maatregelen treffen, al naar de omstandigheden.

  • *

    De burgemeester informeert, waar dat passend is, het openbaar ministerie en de politie en bespreekt incidenten in het overleg binnen de veiligheidsdriehoek.

Bij het bepalen van de maatregel wordt meegenomen of er sprake is van een eerste of herhaald incident, niet alleen gericht tegen politieke ambtsdragers maar ook gericht tegen bestuurders en ambtenaren.

 

6.3. Opvang en nazorg

Naast het regelen van praktische zaken is met name de emotionele ondersteuning van politieke ambtsdragers (en hun families) van groot belang voor het behoud van persoonlijk welzijn en voor adequaat functioneren in de toekomst. De impact van een incident kan groot zijn en daarom wordt altijd opvang en nazorg aangeboden. Voor opvang en nazorg is zeker niet altijd een externe professional nodig. Effectieve ondersteuning na incidenten wordt vooral gekenmerkt door invoelend vermogen en kennis van de mogelijke effecten van bijv. bedreiging.

Er zijn verschillende mogelijkheden voor ondersteuning:

  • *

    burgemeester en griffier verlenen opvang en nazorg aan de raadsleden en raadscommissieleden.

  • *

    Afhankelijk van de aard van het incident kan er ook voor gekozen worden om het ambassadeursnetwerkvan de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (raadsleden voor raadsleden) een rol te geven in de emotionele ondersteuning.

  • *

    Er kan gebruik worden gemaakt van Slachtofferhulp, via 0900 0101.

  • *

    Als ondersteuning van het thuisfront nodig is, is het in ieder geval raadzaam een externe professional in te schakelen. De gemeente heeft arbo-dienstverlener.

  • *

    Voor acute gespecialiseerde psychosociale ondersteuning kan 24/7 een beroep worden gedaan op het Nationaal Psychotrauma Centrum ARQ. Zij is tijdens kantooruren te bereiken onder nummer 020-840.76.20 en buiten deze tijden onder alarmnummer 088.330.51.12.

  • *

    Ook De Vertrouwenslijn is voor politieke ambtsdragers een (vertrouwelijk) kanaal voor advies en een luisterend oor. Deze helpt bestuurders met nazorg na vormen van ongewenst gedrag, zoals bedreiging, intimidatie en geweld. De Vertrouwenslijn is opgericht in opdracht van o.a. het Ministerie van Justitie en Veiligheid om politieke ambtsdragers bij te staan en te adviseren. Er kan anoniem worden gebeld naar de Vertrouwenslijn op 0800 2800 200 (zeven dagen per week van 10.00 tot 17.00 uur). Voor persoonlijke - of zakelijke vragen kan er contact worden opgenomen via de kantoorlijn op 088 5543 218.

Bij gemeentelijk (Leudal) intern verzorgde opvang en nazorg bieden we altijd de volgende gesprekken aan:

Eerste gesprek (binnen 24 uur)

Direct na een agressie-incident gaat het er om de veiligheid te herstellen en steun te bieden aan de betrokkene(n). Het eerste gesprek heeft als doelen: veiligheid, emotionele ondersteuning en praktische hulp bieden, informatie geven over het verwerkingsproces en vervolgafspraken maken. Het is vooral belangrijk om betrokkene het verhaal te laten vertellen en te onderzoeken waar hij of zij behoefte aan heeft. Wellicht moeten er (praktische) zaken worden geregeld (informeren thuisfront, aangifte doen, schade e.d.).

Tweede gesprek (binnen drie dagen na het incident)

Het doel van dit gesprek is net als bij het eerste gesprek het bieden van een luisterend oor en steun (emotioneel en praktisch). Daarnaast is het belangrijk dat samen met de betrokkene het verloop van de afgelopen dagen in kaart wordt gebracht en zodoende meer informatie wordt verkregen over het verwerkingsproces.

Derde gesprek (na 4 - 6 weken (of eerder voor zover nodig))

Naast emotionele ondersteuning, gaat het tijdens het derde gesprek om de terugblik op de gebeurtenis en de periode daarna. Het is belangrijk om stil te staan bij eventuele veranderingen in de kijk op het ambt en het functioneren daarbinnen, het privéleven en de persoonlijke beleving. Bij mogelijke signalen op stagnatie van het verwerkingsproces is het zinvol om de betrokkene in ieder geval door te verwijzen naar professionele hulpverlening, waarbij de kosten, voor zover deze niet worden gedekt door de zorgverzekeraar, door de gemeente worden gedekt.

De gesprekken kunnen worden gevoerd door de griffier en/of deburgemeester.

 

6.4. Aangifte doen en schade verhalen

  • *

    Als sprake is van strafbare feiten, doet de gemeente daarvanmet instemming van de getroffen politieke ambtsdrager, aangifte. De gemeente staat zo voor zijn politieke ambtsdragers en ontlast deze ook.

  • *

    De getroffen politieke ambtsdrager verleent als benadeelde volledige medewerking aan het politieonderzoek.

  • *

    Het openbaar ministerie wordt, voor zover nog niet betrokken in een eerdere fase, door de politie of de burgemeester op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.

  • *

    Bij een acute, ernstige dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen van beveiligingsmaatregelen, in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het bewaken en beveiligen, bij de hoofdofficier van justitie en doet de politie voorstellen over de te nemen maatregelen (artikel 1, tweede lid, Politiewet 2012, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).

  • *

    De gemeenteis verplicht de Nederlandse Arbeidsinspectie binnen 24 uur te waarschuwen als sprake is van een ernstig incident waarbij een politieke ambtsdrager lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen.

  • *

    De griffier bewaakt terugkoppeling aan de benadeelde en aan het presidium over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.

  • *

    De griffier kan de getroffen politieke ambtsdrager begeleiden en ondersteunen bij het doen van aangifte.

  • *

    Indien noodzakelijk wordt de benadeelde ondersteund door een advocaat via de gemeente, bijvoorbeeld voor civielrechtelijke maatregelen.

  • *

    Er kan een veiligheidsscreening van de thuisomgeving van de benadeelde worden uitgevoerd om risico’s te beperken.

  • *

    Schade aan persoonlijke eigendommen of aanvullende kosten die een benadeelde moet maken door een incident worden in eerste instantie vanuit de gemeente vergoed aan de benadeelde. De gemeente verhaalt de kosten op de veroorzaker.

     

7. Communicatie

Indien noodzakelijk is de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad woordvoerder, dit in afstemming met betrokkene en in voorkomende gevallen met politie en/of het openbaar ministerie.

De burgemeester kan zich desgewenst laten bijstaan door de gebiedsofficier van Justitie. Als de burgemeester direct betrokken is, wordt in overleg met de waarnemend raadsvoorzitter (en eventueel de gouverneur) de handelwijze bepaald. Andere politieke ambtsdragers worden met instemming van het slachtoffer op de hoogte gebracht. Vertrouwelijkheid wordt daarbij altijd in acht genomen.

Zodra er een strafrechtelijk onderzoek is gestart, ligt de woordvoering bij de politie of bij het openbaar ministerie. De burgemeester stemt over een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be)dreiging altijd af met de betrokkene en met de afdeling voorlichting van de politie en/of het openbaar ministerie. Getroffen beveiligingsmaatregelen (in de publieke ruimte of elders) worden nooit naar de pers gecommuniceerd.

Naar boven