Besluit van de burgemeester en wethouders van Eindhoven tot vaststellen van de Subsidieregeling Versterken Sociale Basis

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in de vergadering van 28 juni 2024

Overwegende dat:

 

De sociale basis bestaat en wordt gevormd door inwoners en de gemeenschappen waar inwoners onderdeel van uitmaken. Iedereen maakt per definitie onderdeel uit van en kan bijdragen aan de sociale basis.

 

de gemeentelijke visie sociale basis ‘Goed voor elkaar’ ernaar streeft dat Eindhovenaren zich fijn, gezien en gesteund voelen en naar elkaar omkijken en elkaar helpen als het nodig is;

deze visie daarvoor de volgende doelstellingen willen bereiken:

- Het gevoel van Eindhovenaren ergens bij te horen neemt toe;

- Het gemeenschapsgevoel (samenkracht) of gevoel van saamhorigheid onder Eindhovenaren neemt toe;

- Er is een toename van (ervaren) steunbronnen in de omgeving van inwoners;

 

de gemeente Eindhoven deze visie en doelstellingen wil verder ondersteunen door het subsidiëren van activiteiten die daaraan bijdragen en daarmee een breed, laagdrempelig en vindbaar aanbod van activiteiten én ondersteuning, in eigen buurt, wijk of daarbuiten (bijv. stedelijk of online) wil creëren.

En gelet op de ASV Eindhoven en op titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Versterken Sociale Basis

 

 

Artikel 1 Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • f.

    Actiegebied: door het college aangewezen actiegebieden zijn: deel van Drents Dorp (oost en zuid) en deel van ’t Ven (bezit ‘thuis), Bennekel (oost en west), deel van Blaarthem (Offenbachlaan) en Genderdal, Burghplan en Tivoli, Doornakkers (oost en west), deel van 't Hofke (Vlinderbuurt) en Lakerlopen, Eckart-Vaartbroek, deel van 't Hool (noord) en Jagershoef, Vlokhoven, (Hemelrijken en Gildebuurt, Woensel West, Kronehoef, Mensfort, Rapenland en Limbeek (noord en zuid).

  • g.

    Basisvaardigheden: Binnen de volwasseneneducatie wordt onder de basisvaardigheden verstaan: taal-, reken- en digitale vaardigheden voor volwassenen. Met voldoende beheersing van de basisvaardigheden kan een volwassene zich zelfstandig redden in de maatschappij, deze persoon is zelfredzaam.

  • h.

    De Kindcheck: houdt in dat je in je contacten met volwassen inwoners nagaat of er kinderen in het gezin zijn en inschat of zij veilig zijn en/of problemen ontwikkelen door de situatie thuis en de ouders wijst op het preventieve aanbod voor hun kinderen. De Kindcheck wordt bijvoorbeeld gedaan bij volwassen inwoners:

  • i.

    met psychische problemen (KOPP) of verslavingsproblemen (KOV);

  • ii.

    met een verstandelijke beperking.

  • i.

    Eenzaamheid: het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties;

  • j.

    Ervaren steunbronnen: de ervaring dat er (laagdrempelige) vormen van (georganiseerde) ondersteuning in de eigen omgeving aanwezig zijn.

  • k.

    (Basis)dagbesteding: een algemene voorziening gericht op het bieden van een laagdrempelige ontmoetingsplek waarin tevens vorm wordt gegeven aan een gevarieerd activiteitenaanbod die de zelfredzaamheid en participatie van deelnemers bevordert, behoudt of compenseert, ondersteunt bij het creëren van een dagstructuur en betrokken mantelzorgers ontlast.

  • l.

    Gebiedscoördinator: gebiedscoördinator werkzaam bij de gemeente Eindhoven.

  • m.

    Integrale Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE-model): heeft als doel om regievoering op complexe casuïstiek op het snijvlak van zorg en veiligheid te organiseren, om verdere escalatie van de casuïstiek te voorkomen.

  • n.

    Integrale kaders Outreachend Werk:

    • i.

      Alle Outreachend Werk-partners vormen samen één netwerk waarin onderling wordt afgestemd welke partner het beste aansluiting vindt met de inwoner.

    • ii.

      Alle Outreachend Werkpartners werken waar mogelijk in/met koppels van verschillende organisaties.

    • iii.

      De Outreachend Werk- partners betrekken z.s.m. het Regieteam of WIJ Eindhoven voor de casusregie bij een situatie.

    • iv.

      Outreachend Werk is tijdelijk: het vliegt in, en vliegt ook weer uit.

    • v.

      Als Outreachend Werk partner ga je (nog méér) de straat op: zichtbaar en present op zoek naar vindplaatsen.

    • vi.

      Ervaringsdeskundige inzet wordt uitgebreid in het netwerk, gezien de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid voor deze doelgroep.

    • vii.

      De omgeving en het sociaal netwerk van de betreffende inwoner wordt nadrukkelijk betrokken in de aanpak.

  • o.

    Nieuw vergelijkbaar aanbod: aanbod dat nog niet eerder in aanmerking is gekomen voor subsidie op grond van de subsidieregeling Versterken Sociale Basis met dezelfde doelstelling of werkwijze als ander al aanwezig aanbod in Eindhoven.

  • p.

    NT1: Nederlands als eerste taal. We duiden met deze term volwassenen aan die het Nederlands als moedertaal hebben, maar ook laagopgeleide Nederlanders met een andere moedertaal, die een gesprek kunnen voeren en discussiëren in het Nederlands (minimaal op niveau 2F van het Referentiekader Taal en Rekenen) en leerbehoeften hebben op het gebied van lezen en schrijven.

  • q.

    NT2: Nederlands als tweede taal. De term NT2 verwijst naar het taalonderwijs aan mensen met een andere moedertaal dan het Nederlands, waarbij het doel van dit onderwijs is dat zij de Nederlandse taal (verder) verwerven.

  • r.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.

  • s.

    Outreachend werk: het proactief benaderen en opsporen van kwetsbare volwassenen die hun (werkelijke) hulpvraag niet kunnen, willen, durven of mogen stellen en een (mogelijk) risico vormen voor zichzelf en/of omgeving. Outreachend Werk zorgt dat de juiste zorg en ondersteuning geleverd wordt op de juiste plek (d.m.v. het wijzen van de juiste weg) aan de inwoner en zijn/haar omgeving, in een zo vroeg mogelijk stadium, om de gezondheid en het welbevinden van inwoners te bevorderen, overlast te verminderen en (verdere) escalatie te voorkomen.

  • t.

    Positieve gezondheid: een benadering binnen de gezondheidszorg die niet de ziekte, maar een betekenisvol leven van mensen centraal stelt. De nadruk ligt op de veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens en niet op de beperkingen of ziekte zelf;

  • u.

    Samenkracht: initiatieven waarbij inwoners gebruik maken van elkaars kwaliteiten;

  • v.

    Sociale basis: De sociale basis bestaat en wordt gevormd door inwoners en de gemeenschappen waar inwoners onderdeel van uitmaken. Iedereen maakt er per definitie onderdeel vanuit en kan eraan bijdragen. In de sociale basis vinden inwoners steun bij elkaar. Daarnaast bestaat er een breed, laagdrempelig en vindbaar aanbod van activiteiten én ondersteuning, in eigen buurt, wijk of daarbuiten (bijv. stedelijk of online). Dit aanbod bestaat uit een combinatie van inwonerinitiatieven, vrijwilligers organisaties en professionele organisaties.

  • w.

    Vrijwillige inzet: onverplichte inspanningen waar geen geldelijke vergoeding tegenover staat, uitgezonderd een eventuele tegemoetkoming in de onkosten;

  • x.

    Regieteam: Regieteam onderdeel van de gemeente Eindhoven.

  • y.

    Verward en onbegrepen gedrag: kwetsbare volwassenen die hun (werkelijke) hulpvraag niet kunnen, willen, durven of mogen stellen en een (mogelijk) risico vormen voor zichzelf en/of omgeving;

  • z.

    Zelfredzaamheid: de mate waarop iemand zelfstandig zijn leven kan leiden (op alle levensterreinen) met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg; op basis van persoonlijke hulpbronnen;

Artikel 2 Subsidieaanvrager

Voor subsidie komen uitsluitend rechtspersonen in aanmerking.

Artikel 3 De te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Een jaarlijkse subsidie wordt verleend binnen de volgende thema’s en daarop betrekking hebbende activiteiten:

  •  

  •  

a. Preventief jeugdbeleid

Activiteiten richten zich op het realiseren van het preventief jeugdbeleid ‘Geen Kinderspel 2022-2026’ en dragen bij aan een van de daarin geformuleerde doelstellingen van de ambities; ’iedere jeugdige een goede start’, ‘Alle jeugdigen doen mee’; en ‘elke jeugdige groeit veilig op’;

 

 

b. Taal en leren

Activiteiten richten zich op het realiseren van het Stadsplan 'Iedereen basisvaardig'. Het plan heeft als doel het bevorderen van basisvaardigheden onder de volwassen inwoners, met een nadruk op de NT1-doelgroep. Met activiteiten kan ook de NT2-doelgroep worden aangesproken.

Naast het richten op de genoemde doelgroepen uit het Stadsplan is er ook noodzaak voor activiteiten die aandacht blijven besteden aan de ontwikkeling van basisvaardigheden bij kinderen. Door vroegtijdig in te zetten op (taal)ontwikkeling, wordt niet alleen laaggeletterdheid voorkomen, maar worden ook gelijke kansen geboden, talentontwikkeling gestimuleerd en onderwijsachterstanden tegengegaan.

 

c. Eenzaamheid & Informele ondersteuning

Activiteiten richten zich op een samenleving waar mensen verbonden zijn, naar elkaar omzien en elkaar helpen. Het vasthouden en versterken van de saamhorigheid in de samenleving, zorgen dat iedereen mee kan doen en dat iedereen de juiste ondersteuning krijgt die nodig is. Inwoners kunnen beter omgaan met hun eigen levensvraagstukken waardoor zij minder gevoelens van eenzaamheid ervaren. Door het wegnemen van zo veel mogelijk barrières, kunnen alle Eindhovenaren laagdrempelig deelnemen aan sociale en maatschappelijke processen;

 

d. Gezondheid en verslaving

 

Activiteiten richten zich op de ambitie om van Eindhoven een stad te maken met vitale inwoners: mensen die goed in hun vel zitten en gezond zijn. Zij voeren zoveel mogelijk eigen regie over hun gezondheid en leven en hebben daarin gelijke kansen. Ook streven we naar een stad met een sociale, groene leefomgeving waar de gezonde levensverwachting en kwaliteit van leven stijgt en men graag meedoet in de samenleving. Mensen met verslavingsproblematiek zijn voldoende zelfredzaam en nemen deel aan de maatschappij zonder dat ze hun directe omgeving schade toebrengen of overlast in de (woon)omgeving veroorzaken;

 

e. Veiligheid

Activiteiten richten zich op de groep kwetsbare inwoners die door een opeenstapeling van problemen op meerdere leefgebieden extra zorg en aandacht nodig heeft. De activiteiten zijn erop gericht dat de juiste zorg eerder op de juiste plek komt (ook bij impliciete zorgvragen), zodat verdere escalatie wordt voorkomen.

 

f. Armoede en schulden

 

Activiteiten richten zich op de volgende ambitie: iedere inwoner kan meedoen in de samenleving, ook inwoners met een laag inkomen. Daarmee is het streven om er voor te zorgen dat meer inwoners structureel uit de armoede raken, het voorkomen dat inwoners in de financiële problemen komen, ervoor zorgen dat inwoners eerder in contact komen met passende hulp en meer inwoners duurzaam schuldenvrij zijn. De activiteiten dragen bij aan een van de deelthema's 'Vangnet en materiële ondersteuning‘ of ‘Preventie van financiële problemen’

 

g. Outreachend werk

Activiteiten richten zich op de volgende ambitie. Niemand in Eindhoven valt tussen wal en schip. Inwoners met een (psychische) kwetsbaarheid kunnen meedoen in de samenleving op eigen kracht en of met hulp van anderen.

De activiteiten zijn dan ook gericht op het vroegtijdig signaleren van (complexe) problematiek bij deze inwoners, die in de ogen van hun buurtgenoten verward en/of onbegrepen gedrag vertonen, dragen bij aan het verminderen van zwaardere zorginzet. Door het daadkrachtig optreden van professionals richting deze inwoners en hun directe leefomgeving wordt ook gewerkt aan het destigmatiseren (normaliseren) van het vraagstuk rondom verward gedrag.

 

h . Vrijwillige inzet

Activiteiten richten zich erop dat dat Eindhovenaren worden gestimuleerd zich vrijwillig in te zetten, dat zij weten waar ze dit kunnen doen en dat zij op een passende manier hierbij worden ondersteund.

 

i . O nafhankelijke cliëntondersteuning

Activiteiten zijn gericht op het voorzien van informatie, advies en algemene ondersteuning aan inwoners die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening. De ondersteuning richt zich op het gehele sociale domein: maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen. De inwoner staat hierbij centraal.

 

j . D ementie vriendelijke gemeen schappen

Activiteiten zijn erop gericht dat Eindhovenaren zo lang mogelijk vitaal, gelukkig, veilig en vertrouwd in de eigen wijk kunnen wonen. Buurten en wijken ontwikkelen zich tot een zorgzame omgeving, waar oog is voor mensen in een kwetsbare positie, specifiek mensen met dementie. Om in de toekomst beter om te kunnen gaan met de toenemende aantallen inwoners met dementie is een gezamenlijke aanpak noodzakelijk. Die aanpak richt zich op het herkennen van dementie, het omgaan met dementie, het doorbreken van taboes rondom de ziekte, om de ondersteuning van mantelzorgers en om toegankelijke informatievoorziening rondom het thema dementie.

 

k . I nformeren en activeren van de omgeving bij huiselijk geweld

Activiteiten zijn gericht op het tegengaan en uitbannen van huiselijk geweld en kindermishandeling zodat iedere inwoner in Eindhoven veilig is en zich veilig voelt. We streven naar een samenleving én een professioneel veld die begrijpen wat huiselijk geweld is, (risico’s op) huiselijk geweld weten te signaleren en weten wat met het signaal te doen.

  • 2.

    Eenmalige subsidie voor activiteiten van maximaal één jaar maar uiterlijk tot 31 december 2025 wordt verleend binnen het thema Gezond en actief leven akkoord. Activiteiten zijn gericht op de doelen uit het Gezond en actief leven akkoord. Specifiek op de onderdelen mantelzorg, eenzaamheid en sociale basis.

  •  

  • 3.

    Activiteiten gericht op dagbesteding komen niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze subsidieregeling. Voor die activiteiten kan een aanvraag worden gedaan op grond van de ‘Subsidieregeling basisdagbesteding volwassenen’.

  •  

  • 4.

    Een vrijwilligersvergoeding, met uitzondering van een vergoeding voor de daadwerkelijk gemaakte onkosten verbonden aan de inzet voor de activiteiten als bedoeld in het eerste lid, komt niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze subsidieregeling.

  •  

Artikel 4 Subsidievereisten

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, wordt voor alle thema’s aan de volgende algemene vereisten voldaan:

  • a.

    de aanvrager kent stichting WIJeindhoven en zorgt ervoor dat de activiteit bij WIJeindhoven bekend is; en

  • b.

    de aanvrager heeft een aantoonbaar netwerk in Eindhoven en draagt actief bij aan dit netwerk door actief samen te werken; en

  • c.

    de activiteiten dragen bij aan het versterken van de sociale basis; en

  • d.

    de aanvrager toont aan dat er behoefte is aan de activiteiten.

  • e.

    bij een aanvraag voor meerjarige subsidie is de noodzaak daarvan per activiteit aangetoond; en

  • f.

    de aanvrager staat open voor feedback, inspraak en input van de doelgroep; en

  • g.

    nieuw vergelijkbaar aanbod komt pas in aanmerking voor subsidie als door de aanvrager in beeld is gebracht hoe het aanbod zich verhoudt tot ander, vergelijkbaar, aanbod en de meerwaarde ten opzichte van dat vergelijkbare aanbod is aangetoond.

 

  • 2. In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid wordt per thema aan de volgende specifieke vereisten voldaan:

A. Thema preventief jeugdbeleid

  • a.

    de aanvrager heeft een duidelijke werkwijze en heeft deze beschreven; en

  • b.

    de aanvrager toont de effectiviteit van de activiteit aan en monitort het effect van de interventies (outcome); en

  • c.

    de aanvrager werkt pro-actief en daar waar nodig outreachend; en

  • d.

    de aanvrager werkt samen met de gebiedscoördinator/wijkpartners in het gebied waar hij werkzaam is; en

  • e.

    de aanvrager is flexibel qua inzet en inzetbaar in heel Eindhoven en het aanbod is aanwezig in- en afgestemd op die gebieden waar het jouw aanbod hard nodig is; en

  • f.

    het activiteiten- en/of ondersteuningsaanbod is bekend onder Eindhovense jeugdigen, ouders/ verzorgers en onder organisaties en (onderwijs)instellingen in het jeugddomein. Zij weten het aanbod makkelijk te vinden; en

  • g.

    de aanvrager biedt jeugdigen en ouders/verzorgers de mogelijkheid tot inspraak volgens de participatieladder van het Nederlands Jeugd Instituut; en

  • h.

    de aanvrager is bekend met de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Het gebruik en de kennis van de meldcode worden bevorderd onder je werknemers; en

  • i.

    De Kindcheck (Wet meldcode) is onderdeel van de werkwijze van de aanvrager; en

  • j.

    daar waar relevant sluit de aanvrager aan bij de gemeentebreed georganiseerde werkgroepen / coalities rondom het preventief jeugdbeleid. Dit zijn er vier per jaar (één per kwartaal) van ca. 2 uur; en

  • k.

    De aanvrager vult de preventiematrix van het NJI in als onderdeel van de aanvraag.

 

Deze extra vereisten gelden voor de organisatie die het netwerk/ werkgroep ‘uit elkaar met kinderen’ onder de ambitie ‘Elke jeugdige groeit veilig op’ faciliteert.

  • l.

    de aanvrager moet als spil in het netwerk kunnen optreden op het gebied van scheiden; en

  • m.

    de aanvrager moet aantoonbaar deskundig zijn op het gebied van scheiden; en

  • n.

    de aanvrager dient voor de werkgroepen / coalities als facilitator van bijeenkomsten en (sub)werkgroepen van het netwerk en stelt daarvoor een plan op. Naast inzet van uren krijgt de organisatie hiervoor een activiteitenbudget; en

  • o.

    de aanvrager faciliteert ontmoeting tussen alle organisaties 0e, 1e en 2e lijn op het gebied van scheiden gericht op elkaar leren kennen, kennisuitwisseling, samenwerking en het aanjagen van doorontwikkeling van het aanbod; en

  • p.

    de aanvrager versterkt de voorzieningenstructuur van de sociale basis, opdat vragen van jeugdigen om hulp en ondersteuning bij scheiding van hun ouders zo preventief mogelijk kan worden opgepakt; en

  • q.

    de aanvrager vergroot het aantal gescheiden ouders dat goed is voorgelicht over hoe zij goed uit elkaar kunnen gaan en zijn voorbereid op hun nieuwe ouderschapsrelatie, waardoor er minder problematische (voor het kind) scheidingen zijn.

     

B. Thema Taal en Leren

De volgende voorwaarden gelden voor de doelgroep NT-1 en NT-2:

  • a.

    De aanvraag dient aan te sluiten bij de (geprioriteerde) doelgroepen (NT-1 of NT-2); en

  • b.

    activiteiten vinden plaats in de wijken waar de doelgroep zich bevindt; en

  • c.

    in de aanvraag dient aangetoond te worden dat er aandacht is voor de kwaliteit van de activiteit en de deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers.

De volgende voorwaarden gelden voor de doelgroep kinderen 4 t/m 14 jaar

  • d.

    de activiteiten dienen aantoonbaar bij te dragen aan het bevorderen van kansengelijkheid door een aanbod gericht op taal, sociaal emotionele achterstanden en/of persoonlijke ontwikkeling; en

  • e.

    de activiteiten dienen structureel gedurende het hele kalenderjaar (met uitzondering van schoolvakanties) aangeboden te worden; en

  • f.

    het aanbod is aanvullend aan de vereisten in het onderwijs, zoals geformuleerd in de 'Kerndoelen voor het PO en onderbouw VO’; en

  • g.

    de activiteiten hebben een sterk educatief karakter met een bewezen positief effect op de ontwikkeling van kinderen; en

  • h.

    in de aanvraag dient aangetoond te worden hoe er aandacht wordt besteed aan de borging van de kwaliteit van het programma en de deskundigheidsbevordering van professionals en/of vrijwilligers; en

  • i.

    de activiteiten zijn groepsgericht, waarbinnen aandacht voor het individu is; en

  • j.

    de activiteiten zijn gericht op kinderen met minder kansen; en

  • k.

    er nemen minimaal 70 kinderen per kalenderjaar deel aan de activiteit; en

  • l.

    de activiteiten vinden bij voorkeur plaats in de actiegebieden; of gemeentebreed afhankelijk van de aangeboden activiteiten; en

  • m.

    kinderen worden gevraagd mee te werken aan een tevredenheidsonderzoek, gericht op het aangeboden programma en de groei van de persoonlijke ontwikkeling.

  •  

C. Thema Eenzaamheid & informele ondersteuning

  • a.

    de activiteiten bevorderen de positieve gezondheid; en

  • b.

    de activiteiten worden uitgevoerd door minimaal 2 lokale samenwerkingspartners; en

  • c.

    de activiteit draagt bij aan het spoor ‘thuis voelen en erbij horen’ uit de gezondheidsnota ‘gezondheid telt voor iedereen’.

     

D . Thema Gezondheid & verslaving

  • a.

    de activiteiten bevorderen de positieve gezondheid; en

  • a.

    de activiteiten worden uitgevoerd door minimaal 2 lokale samenwerkingspartners; en

  • b.

    de activiteit draagt bij aan één van de sporen uit de gezondheidsnota: zin(geving) en mentale veerkracht of gezonde voeding; en

  • c.

    inwoners weten waar ze de activiteit/ het aanbod kunnen vinden (het staat in ieder geval op de website van de STAP naar Gezonder), en er is sprake van een goede doorverwijzing naar (geïndiceerde) hulp daar waar extra ondersteuning nodig is.

 

E . Thema Veiligheid

  • a.

    de aanvrager toont aan dat er sprake is van actieve samenwerking in een netwerk dat breder is dan alleen de klassieke veiligheidspartners (politie, OM en gemeente), als wel het promoten van inzet van de eigen activiteiten/expertise binnen het netwerk; en

  • b.

    de aanvrager toont aan dat de inzet informatie gestuurd en gebiedsgericht plaatsvindt en aansluit op huidige inhoudelijke trends en ontwikkelingen op het gebied van veiligheid; en

  • c.

    de aanvrager toont aan dat de inzet aansluit bij een of meerdere actuele veiligheidsspeerpunten uit het beleidskader Veiligheid 2023-2026 en verder.

  • d.

    de aanvrager toont het aantal en type acties dat wordt uitgevoerd; en

  • e.

    de aanvrager toont het type actoren aan dat in beweging wordt gebracht om zich ook in te zetten voor de realisatie van veiligheidsdoelstellingen; en

  • f.

    de aanvrager toont aan hoe het netwerk actief benaderd en betrokken wordt; en

  • g.

    de aanvrager geeft een duidelijke toelichting van de preventieve werking van de acties en actoren.

 

F . Thema Armoede en schulden deelthema 1: Vangnet en materiële ondersteuning:

  • a.

    de activiteit draagt bij aan de ervaren bestaanszekerheid van de inwoner door te voorzien in diens specifieke basisbehoefte(n); en

  • b.

    de aanvrager toont dat er is sprake is van samenwerking met partijen in de stad op het gebied van armoede en schulden, met name Werkplaats Financiën XL; en

  • c.

    de aanvrager toont aan dat het aanbod uitsluitend voor Eindhovense inwoners is.

Armoede en schulden d eelthema 2: Preventie van financiële problemen

  • a.

    de laagdrempelige financiële hulpverlening is bedoeld voor inwoners waar (beginnende) geldzorgen zijn. Er wordt doorverwezen naar WIJeindhoven indien er sprake van 3 of 4 schulden; en

  • b.

    de aanvrager toont dat er is sprake is van samenwerking met partijen in de stad op het gebied van armoede en schulden, met name Werkplaats Financiën XL; en

  • c.

    de aanvrager toont aan dat de hulp, ook als die hoofdzakelijk uit informatie & advies bestaat, met een brede blik geboden wordt, dus met oog voor stressfactoren en aanwezige ondersteunende factoren op alle leefgebieden.

     

G. Thema Outreachend werk

  • a.

    de aanvrager toont aan hoe volgens de integrale kaders Outreachend Werk wordt gewerkt; en

  • b.

    de aanvrager toont aan hoe het AVE-model is verweven in de werkwijze van het Outreachend Werk; en

  • c.

    de aanvrager toont aan dat de casusregie verloopt via Wij Eindhoven of het Regieteam.

 

H. Thema vrijwillige inzet

  • a.

    de aanvrager toont aan dat het aanbod open staat voor alle domeinen waar vrijwilligers zich bevinden. Zowel cultuur, sport, ruimtelijk en sociaal.

  • b.

    de aanvrager toont aan dat zij een expertiserol vervullen in het vrijwilligersleven in Eindhoven.

  • c.

    de aanvrager toont aan hoe de samenwerking met partnersorganisaties wordt vormgegeven en op elkaar wordt afgestemd.

     

I. Onafhankelijke cliëntondersteuning (OCO)

  • a.

    de aanvrager staat vermeld op de website oco.eindhoven.nl en zorgt dat de informatie op deze site actueel is; en

  • b.

    de aanvrager hanteert het beeldmerk OCO Eindhoven naast het eigen beeldmerk als 'keurmerk'; en

  • c.

    de aanvrager neemt deel aan samenwerkingsbijeenkomsten met andere (OCO-) organisaties in Eindhoven; en

  • d.

    de aanvrager zorgt dat medewerkers die OCO verlenen beschikken over een VOG en staat ingescreven bij beroepsregister BCMC; en

  • e.

    de aanvrager geeft verantwoording in een openbaar jaarverslag; en

  • f.

    de aanvrager heeft een signaalfunctie naar de gemeente wat betreft het al dan niet missen van elementen in de sociale basis; en

  • g.

    de aanvrager maakt op aanvraag de wachtlijsten inzichtelijk.

     

J. Dementie vriendelijke gemeenschap

  • a.

    de aanvrager toont aan dat de inzet is gericht op meer dan 2.000 inwoners; en

  • b.

    er is een zorgtrajectbegeleider gekoppeld aan de wijk en aanspreekbaar bij vragen van buurtbewoners (vergoeding met gebruik middelen subsidie); en

  • c.

    de aanvraag wordt ingediend in samenwerking met een verbinder van WIJeindhoven; en

  • d.

    de aanvrager toont aan dat er gesprekken zijn gevoerd met de kring van zorgtrajectbegeleiders en Alzheimer Nederland regio Zuidoost-Brabant.

 

K. Informeren en activeren van de omgeving bij huiselijk geweld

  • a.

    de aanvrager heeft duidelijk aantoonbare expertise op het thema huiselijk geweld en kindermishandeling (in al zijn verschijningsvormen) en voortdurende ontwikkeling van die expertise; en

  • b.

    het activiteiten- en/of ondersteuningsaanbod is bekend en toegankelijk onder Eindhovense organisaties en (onderwijs)instellingen die betrokken zijn bij het thema huiselijk geweld en kindermishandeling.

     

L. Gezond en actief leven akkoord

  • a.

    de activiteiten zijn na de eenmalige impuls niet structureel van aard; en

  • b.

    de aanvrager toont aan dat het gaat om projecten met een vooraf bepaalde tijdsduur, met een start- en einddatum; en

  • c.

    met de subsidie kunnen geen al reeds gesubsidieerde activiteiten worden uitgebreid of tekorten in de exploitatie worden gedekt.

     

Artikel 5 Subsidieweigering

In aanvulling op het bepaalde in de ASV Eindhoven weigert het college de subsidie in ieder geval:

  • a.

    indien niet of onvoldoende duidelijk is of de behoefte aan de activiteiten die je aanbiedt gedurende de hele periode in deze mate blijft bestaan; of

  • b.

    indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet primair een gemeentelijke verantwoordelijkheid is; of

  • c.

    bij een onevenredige verhouding tussen totale kosten van de activiteiten en de daarmee te bereiken resultaten; of

  • d.

    aanvragen worden geweigerd indien ze voor het behalen van de resultaten afhankelijk zijn van voorwaarden terwijl onvoldoende verzekerd is dat aan die voorwaarden op datum aanvraag is voldaan; of

  • e.

    indien de subsidie op grond van artikel 3, tweede lid, een uitbreiding van reeds gesubsidieerde activiteiten betreft of voor een tekort in de exploitatie dient.

 

Artikel 6 Subsidieplafond/verdeling van de subsidie

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten zoals bedoeld in deze subsidieregeling, wordt jaarlijks vastgesteld met dien verstande dat voor ieder thema genoemd in artikel 4 deelplafonds worden vastgesteld.

 

  • 2.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie voor activiteiten op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel a tot en met e, onderdeel f deelthema 2: ‘Preventie van financiële problemen’ en onderdeel g tot en met k, plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

  • 3.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van bijlage 1.

 

  • 4.

    Indien het subsidieplafond voor het in artikel 3, eerste lid, onderdeel f benoemde deelthema 1: ‘Vangnet en materiele ondersteuning’, wordt bereikt verdeelt het college het subsidieplafond evenredig over de ingediende aanvragen.

  •  

  • 5.

    Voor activiteiten op grond van artikel 3, tweede lid, vindt verstrekking van subsidie plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  •  

  • 6.

    Als de aanvrager voor activiteiten zoals benoemd in het vijfde lid krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag door het college is ontvangen.

 

  • 7.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen voor activiteiten, zoals benoemd in het vijfde lid, dat op dezelfde dag door het college wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

     

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie op grond van artikel 3, eerste lid onderdeel j, thema ‘Dementie vriendelijke gemeenschappen’, bedraagt maximaal €10.000

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen de naar het oordeel van het college redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor subsidie, op grond van artikel 3, eerste lid onderdeel f deelthema 1 ‘vangnet en materiële ondersteuning’ in aanmerking komen de kosten van personeel, goederen of voedsel die worden ingekocht om te verstrekken.

     

Artikel 9 Aanvraag

Een aanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

 

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie voor activiteiten op grond van artikel 3, tweede lid, thema ‘Gezond en actief leven akkoord’ wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV Eindhoven, tenminste 6 weken voor aanvang van de activiteiten ingediend.

 

Artikel 11 Beslistermijn

Voor een subsidie voor activiteiten op grond van artikel 3, tweede lid, thema ‘Gezond en actief leven akkoord’ beslist het college, in afwijking van artikel 8, tweede lid, van de ASV Eindhoven, binnen 4 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ontvangen.

 

Artikel 12 Verplichtingen

Voor subsidie op grond van artikel 3, tweede lid, thema ‘Gezond en actief leven akkoord’, levert de subsidieontvanger uiterlijk 1 januari 2026 een bewijs van de uitgevoerde activiteiten.

 

Artikel 13 Slotbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op de bekendmaking en geldt voor aanvragen betrekking hebbend op activiteiten vanaf 1 januari 2025.

  • 2.

    De subsidieregeling Versterken Sociale Basis, gemeenteblad 2023, 226602 wordt met ingang van 1 januari 2025 ingetrokken.

  • 3.

    Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld blijft het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk vóór dat tijdstip.

  • 4.

    De citeertitel van deze subsidieregeling is: Subsidieregeling VSB.

 

 

 

 

 

Eindhoven, 28 juni 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Bijlage 1 beoordelingskader

Criteria

Score

Sociale basis 65%

 

  • 1.

    Het aanbod is vrij toegankelijk er is geen formele verwijzing of indicatie voor nodig.

 

10 punten Ja

5 punten Deels

0 punten Nee

 

  • 2.

    Eindhoven is een diverse stad waar iedereen onvoorwaardelijk en gelijkwaardig onderdeel van uitmaakt en waarin we samen bijdragen aan onze inclusieve samenleving. Uit het aanbod blijkt op welke wijze hier aandacht voor is.

 

Schaal 0 – 10

  • 3.

    In hoeverre draagt het aanbod bij aan de doelstellingen van de subsidieregeling en het thema?

 

Schaal 0-10

  • 4.

    Het aanbod is collectief waar kan, individueel waar nodig.

 

Schaal 0-10

  • 5.

    Het aanbod draagt bij aan verbinding tussen groepen (sociale cohesie).

 

Schaal 0 – 10

  • 6.

    De aanvrager heeft een aantoonbaar netwerk in Eindhoven en draagt actief bij aan dit netwerk / door actief samen te werken.

 

Schaal 0 -10

  • 7.

    Het aanbod focust zich aantoonbaar op de doelgroep of wijk die het, het hardste nodig heeft. Onderbouwing kan o.a. met behulp van data uit de Buurtkijker en SES-WOA-scores.

  •  

Schaal 0 - 10

  • 8.

    Het aanbod is aantoonbaar gericht op het wegnemen van grondoorzaken van sociale problemen en/of zet in op verschilmakers: bestaanszekerheid (financieel en wonen), kansengelijkheid, samenleven en gezondheid.

 

Schaal 0 – 10

Resultaten 20%

 

  •  

  • 9.

    Uit de aanvraag blijkt duidelijk welke resultaten worden opgeleverd (SMART). Het wordt inzichtelijk gemaakt waar de activiteiten aan bijdragen. Waarom we deze activiteiten zouden moeten subsidiëren.

  •  

Schaal 0 - 10

  • 10.

    Het aanbod draagt aantoonbaar bij aan de behoefte van inwoners.

  •  

Schaal 0 - 10

  • 11.

    De activiteiten hebben duurzame resultaten, het is aannemelijk dat het op de lange termijn bijdraagt aan verbetering (nader toelichten).

 

Schaal 0 – 10

Kwaliteit 15%

 

  • 12.

    Uit de aanvraag blijkt dat medewerkers deskundig zijn en er actief aan deskundigheidsbevordering wordt gedaan.

 

Schaal 0 – 10

  • 13.

    Uit de aanvraag blijkt in hoeverre ‘cliënten’/ ‘bezoekers’/ ‘deelnemers’ tevreden zijn over het aanbod.

  •  

Schaal 0 - 10

 

Naar boven