Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Purmerend, en Zaanstad tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend (Eerste wijziging Gemeenschappelijke Regeling)

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Purmerend en Zaanstad, ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft,

 

gelezen het voorstel van het bestuur van het participatiebedrijf van 15 februari 2024;

 

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

gelet op de toestemming van de raden van Purmerend en Zaanstad,

 

overwegende dat met ingang van 1 juli 2022 de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd en deze regeling hierop aangepast dient te worden;

 

besluiten vast te stellen de volgende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend:

 

 

 

Artikel I Wijziging gemeenschappelijke regeling

De Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

De titel van artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4: Samenstelling en bestuur

 

B.

De titel van artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11: Actieve informatieplicht en verantwoording

 

C.

Artikel 11, eerste lid, komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    Het bestuur doet de raden in ieder geval de volgende stukken, zodra die zijn vastgesteld, ter informatie toekomen: de kadernota, de begroting en jaarverslag en -rekening. Het bestuur zorgt ervoor dat de directeur van het participatiebedrijf minimaal een keer per jaar in de raden langskomt om de raad bij te praten over het participatiebedrijf en de laatste ontwikkelingen. Daarnaast verstrekt het bestuur aan de raden de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen kunnen zowel mondeling als schriftelijk worden verstrekt.

 

D.

Na artikel 11 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

 

Artikel 11a Zienswijze op voorgenomen besluiten

  • 1.

    Naast de in artikel 15, derde en zevende lid, artikel 16, derde lid en artikel 20, zesde lid van deze regeling genoemde besluiten, vraagt het bestuur een zienswijze aan de raden voordat het bestuur overgaat tot het nemen van de volgende besluiten:

    • a.

      de bijdrageverordening;

    • b.

      de financiële verordening.

  • 2.

    De raden kunnen schriftelijk hun zienswijze binnen acht weken ter kennis brengen aan het bestuur. Het bestuur reageert schriftelijk en gemotiveerd op ingediende zienswijzen.

 

E.

In artikel 14 wordt ’15 april’ vervangen door ’30 april’.

 

F.

Artikel 15, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het bestuur zendt de ontwerpbegroting twaalf weken voordat deze wordt vastgesteld toe aan de raden.

 

G.

Aan artikel 15, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

‘Het bestuur reageert schriftelijk en gemotiveerd op ingediende zienswijzen.’

 

H.

In artikel 15, zesde lid, wordt ‘1 augustus’ vervangen door ‘15 september’.

 

I.

In artikel 16, tweede lid, wordt ‘15 april’ vervangen door ’30 april’.

 

J.

Aan artikel 16 wordt onder vernummering van het derde lid naar het vierde lid een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Indien de voorlopige jaarrekening een positief resultaat van € 100.000, - of meer laat zien, waarvoor een resultaatbestemming wordt voorgesteld, zendt het bestuur de voorlopige jaarrekening aan de raden voor een zienswijze op de resultaatbestemming. Indien de resultaatbestemming alleen wordt gebruikt om het weerstandsvermogen aan te vullen tot de minimale norm, hoeft de resultaatbestemming niet voor zienswijze te worden voorgelegd aan de raden. De raden kunnen schriftelijk hun zienswijze binnen acht weken ter kennis brengen aan het bestuur. Het bestuur reageert schriftelijk en gemotiveerd op ingediende zienswijzen.

 

K.

Aan artikel 20 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 6.

    Indien het verzoek tot uittreding een verzoek tot opheffing betekent, stelt het bestuur een liquidatieplan vast. Voordat het bestuur het liquidatieplan vaststelt, vraagt het bestuur aan de raden een zienswijze op dit plan. De raden kunnen schriftelijk hun zienswijze binnen acht weken ter kennis brengen aan het bestuur. Het bestuur reageert schriftelijk en gemotiveerd op ingediende zienswijzen. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten alle rechten en verplichtingen van de bedrijfsvoeringsorganisatie over de deelnemende gemeenten te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval ook in de financiële en overige gevolgen die de opheffing voor het personeel heeft.

 

L.

In artikel 21, tweede lid, komt de tekst ‘tweede en derde lid’ te vervallen.

 

M.

In artikel 22, tweede lid, komt de tekst ‘, tweede lid’ te vervallen.

N.

Na artikel 24 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 24a Burgerparticipatie

Participatie van ingezetenen en belanghebbenden vindt plaats via de reguliere inspraakmogelijkheden van de deelnemende gemeenten.

 

Artikel II Slotbepaling

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Eerste wijziging Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Purmerend in de collegevergadering van 21 mei 2024,

de wnd. secretaris, A. Heiner

de burgemeester, E. van Selm

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad in de collegevergadering van 24 juni 2024,

de secretaris, G. Blom

de burgemeester, J. Hamming

Naar boven