Gemeenschappelijke regeling Centrumregeling beschermd wonen, opvang en inloopvoorziening GGz Groningen 2024

De Deelnemers,

 

de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Eemsdelta, Het Hogeland, Groningen, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerkwartier en Westerwolde, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

 

overwegende dat,

  • De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is gewijzigd met ingang van 1 juli 2022, waarna de gemeenten twee jaar de tijd hebben om de wijzigingen door te voeren in de relevante regelingen;

  • Deze regeling moet worden aangepast om in lijn te worden gebracht met de doorgevoerde wijzigingen van de Wgr;

  • De colleges en de burgemeesters belang hechten aan samenwerking en solidariteit in de regio Groningen bij de uitvoering van taken in het kader van beschermd wonen, opvang en de bovenregionale inloopvoorziening GGz;

  • Conform artikel 1.2.1, sub b en sub c, van de Wmo 2015 de verantwoordelijkheid voor beschermd wonen en opvang per 1 januari 2015 is belegd bij de gemeenten;

  • De Deelnemers de taken en bevoegdheden omtrent beschermd wonen, opvang en de bovenregionale inloopvoorziening GGz hebben opgedragen aan de Centrumgemeente (Groningen). En voor het domein beschermd wonen hebben afgesproken vanaf 2021 en in tien jaar te willen toewerken naar een doordecentralisatie aansluitend op het traject geschetst in de brief van 4 juli 2019 van de Minister aan de Tweede Kamer (kenmerk: 1543587-192266-DMO);

  • De organisatie, uitvoering en samenwerking van de centrumregeling door het regionale programma BW&O wordt georganiseerd en uitgevoerd;

  • De doordecentralisatie ten aanzien van de toegang tot beschermd wonen reeds is gerealiseerd en waarvoor de middelen aan de decentrale toegangen jaarlijks in de begroting worden vastgesteld;

  • De ingangsdatum van de financiële aspecten van de doordecentralisatie van beschermd wonen en de aanpassing van het woonplaatsbeginsel door het Rijk is echter verschoven naar ten vroegste 1 januari 2025 en is nog niet definitief bepaald;

  • De bestaande afspraken over de verdeling van de ontvangen budgetten, zoals vastgelegd in het Convenant beschermd wonen en opvang 2021 door het uitstel niet uitvoerbaar zijn en ook niet wordt toegepast;

  • De behoefte bestaat de bestaande, in de praktijk ontstane afspraken inzake het verdelen van het budget vast te leggen, zodat de beschikbare middelen voor beschermd wonen en opvang doelmatig en adequaat worden verdeeld;

  • Voor de financiering van beschermd wonen gelden andere afspraken dan voor de MO en VO.

  • Hiertoe wordt voorgesteld het Convenant beschermd wonen en opvang 2021 in te trekken en de financiële afspraken vast te leggen in deze regeling;

  • Nieuw te maken afspraken over de verdeling van de budgetten in deze regeling aan te vullen of te wijzigen zodra duidelijkheid bestaat over de voorwaarden en de ingangsdatum van de doordecentralisatie van BW inzake de financiële aspecten;

  • De Deelnemers blijven samenwerken en mede in dezelfde mate transformeren zodat er lokaal voldoende voorliggende voorzieningen en preventieve maatregelen georganiseerd zijn. Tezelfdertijd wordt de voortgang periodiek besproken;

  • De Deelnemers wensen voorts een bovenregionale inloopvoorziening GGz voor specifieke doelgroepen, waarvoor provinciale toegankelijkheid geldt en minimumeisen gelden, gezamenlijk te blijven aanbieden;

  • De Deelnemers om vorenstaande redenen de bestaande Centrumregeling als volgt willen wijzigen.

Gelet op,

  • artikel 1.1.1 lid 1 en 1.2.1, sub b en c, van de Wmo 2015;

  • artikelen 1 en 8 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • Artikel 160 en 171 Gemeentewet;

  • de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht;

  • de besluiten van de raden van de gemeenten Eemsdelta, Het Hogeland, Groningen, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerkwartier en Westerwolde tot het verlenen van toestemming aan de colleges en de burgemeesters van deze gemeenten tot het wijzigen van de bestaande centrumregeling;

Besluiten:

 

tot het wijzigen van de Centrumregeling beschermd wonen en opvang en inloopvoorziening GGz Groningen, zoals in werking getreden op 1 januari 2021, door deze te wijzigen door de onderstaande Centrumregeling Beschermd wonen, Opvang en Inloopvoorziening GGz Groningen 2024.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a)

    AO Z&V: Ambtelijk Overleg Zorg en Veiligheid. Een op overeenstemming gericht ambtelijk overleg binnen de regio Groningen

  • b)

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c)

    Beschermd wonen: wonen zoals bedoeld in artikel 1.1.1 en 1.2.1, sub b, van de Wmo 2015, inclusief de daarbinnen ontwikkelde vormen van beschermd wonen zoals Thuis Plus;

  • d)

    BOOGO: Bestuurlijk Op Overeenstemming Gericht Overleg in de regio Groningen. Elk college wijst vanuit zijn midden één wethouder aan om deel te nemen aan het BOOGO; Het BOOGO is gericht op overeenstemming en kan geen formele besluiten nemen. Formele besluiten worden, na vaststelling van overeenstemming in het BOOGO, genomen door de bestuursorganen van de Centrumgemeente;

  • e)

    Burgermeesters: Burgemeesters van de deelnemende gemeenten;

  • f)

    Centrumgemeente: de gemeente Groningen, haar Gemeenteraad, haar College en Burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

  • g)

    Centrumregeling: Centrumregeling beschermd wonen, opvang en Inloopvoorziening GGz Groningen;

  • h)

    Colleges: colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten;

  • i)

    Deelnemers: de Colleges en Burgemeesters van de deelnemende gemeenten;

  • j)

    Dumo: Doeluitkering maatschappelijke opvang

  • k)

    Duvo: Doeluitkering vrouwenopvang

  • l)

    Inloopvoorziening GGz: algemene voorziening in de zin van de Wmo 2015 met inloopfunctie voor mensen die psychische, psychiatrische en/of verslavingsproblematiek ondervinden, gericht op ontmoeting en signalering;

  • m)

    Opvang: opvang zoals bedoeld in artikel 1.1.1 en 1.2.1, sub c, van de Wmo 2015;

  • n)

    SOO: Strategisch Opdrachtgeverschap Overleg. Een op overeenstemming gericht managementoverleg binnen de regio Groningen

  • o)

    Uitvoeringskosten: de kosten voor de uitvoering van de aan de Centrumgemeente opgedragen taken, met uitzondering van de kosten voor de bovenregionale Inloopvoorziening GGz;

  • p)

    Verantwoordingsdag: De dag waarop met de deelnemers de jaarrekening en de resultaatverdeling van het afgelopen jaar wordt vastgesteld.

  • q)

    Verrekenmodel: het Verrekenmodel verdeelt het resultaat over het boekjaar naar rato van de inwoneraantallen per Deelnemer per 1 januari van dat jaar.

  • r)

    Voorschot: een Deelnemer ontvangt een voorschot ter dekking van 85% van de zorgkosten (ZIN en PGB) die zij gedurende het jaar maakt. Dit voorschot wordt jaarlijks berekend op basis van het aantal cliënten in zorg in oktober van het voorgaande jaar.

  • s)

    Voorziening: voorziening in de zin van artikel 1.1.1;

  • t)

    Wgr: Wet gemeenschappelijk regelingen;

  • u)

    Wmo: Wet maatschappelijk ondersteuning 2015.

Artikel 2 Doel en belang

  • 1.

    De Centrumregeling wordt aangegaan in het belang van de doelmatigheid en de kwaliteit van de uitvoering van (een deel van) de taken en bevoegdheden van de Deelnemers op het gebied van beschermd wonen en opvang, alsmede van de Inloopvoorziening GGz, voor zover deze taken op grond van artikel 4 aan de Centrumgemeente zijn opgedragen;

  • 2.

    De regeling heeft tevens ten doel de afspraken inzake de verdeling van de budgetten vast te leggen.

Hoofdstuk 2 Centrumgemeente

Artikel 3 Centrumgemeente

De gemeente Groningen wordt aangewezen als Centrumgemeente.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

  • 1)

    De Colleges en Burgemeesters dragen aan het college en de burgemeester van de Centrumgemeente de in lid 2 en 3 bedoelde taken en bevoegdheden op.

  • 2)

    De aan de Centrumgemeente opgedragen taken omvatten in elk geval:

    • a)

      Het in stand houden van een centrale toegang voor opvang;

    • b)

      De inzet van personele capaciteit ten behoeve van coördinatie, monitoring van de (financiële) ontwikkelingen rond beschermd wonen en opvang, de ondersteuning AO Z&V, SOO en BOOGO en de uitvoering van kwantitatief onderzoek en aanleveren van rapportages ten behoeve van sturing;

    • c)

      Het verwerken van persoonsgegevens in het kader van deze gemeenschappelijke regeling overeenkomstig de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • d)

      Het (doen) aanbieden van de bovenregionale Inloopvoorziening GGz;

    • e)

      Het (doen) aanbieden van een crisisopvang in Leek;

  • 3)

    De aan de Centrumgemeente opgedragen taken omvatten, behoudens voor zover een College een besluit heeft genomen als bedoeld in lid 4, voorts:

    • a)

      Het bieden van algemene- dan wel maatwerkvoorzieningen op het gebied van Opvang, waaronder in elk geval het bieden van dag-, nacht- en crisisopvang;

    • b)

      Het bieden van Voorzieningen op het gebied van beschermd wonen;

    • c)

      indiceren en herindiceren voor (begeleiding) van opvang;

    • d)

      Ingeval de onder c van dit lid genoemde indicatie en herindicatie door de Centrumgemeente is verricht, behandelt de Centrumgemeente ook de klachten die betrekking hebben op deze indicaties en de vertegenwoordiging in bezwaar- en beroepsprocedures;

    • e)

      Het houden van toezicht op de Wmo-voorzieningen die vallen onder deze regeling;

    • f)

      Het zorgdragen voor afstemming van de toezichthouder van de Centrumgemeente met de toezichthouder van een deelnemende gemeente, dan wel een andere door de deelnemende gemeente aangewezen functionaris;

    • g)

      Het bieden van regionale ondersteuning ten behoeve van de decentrale toegang;

    • h)

      Het verzorgen van contractmanagement en inkoop op het gebied van de opgedragen taken.

  • 4)

    Ieder van de Deelnemers kan besluiten een taak, bedoeld in lid 3, of een deel daarvan, zelf te gaan verrichten. De opdracht van die taak aan de Centrumgemeente vervalt met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar na bekendmaking van dat besluit aan de Deelnemers, de Centrumregeling, en de Centrumgemeente, mits dat besluit niet later dan drie maanden voorafgaand aan dat kalenderjaar bekend is gemaakt. Bij een dergelijk besluit dienen de Deelnemers en de Centrumgemeente in goed overleg af te stemmen over de reële afbouwmogelijkheden en/of frictiekosten die voortvloeien uit de overdracht van de taak.

  • 5)

    Over de uitvoering van deze taken bedoeld in dit artikel kunnen de Deelnemers nadere afspraken maken met de Centrumgemeente, onder meer zoals bedoeld in artikel 10 van deze regeling.

Artikel 5 Bevoegdheden colleges en burgemeesters

  • 1)

    De Colleges verlenen mandaat aan de Centrumgemeente om de bevoegdheden uit te oefenen op grond van de Wmo 2015 en artikel 160 Gemeentewet voor zover die nodig zijn voor de uitvoering van de taken die ingevolge artikel 4 aan de Centrumgemeente zijn opgedragen en zolang het besluit als bedoeld in artikel 4 lid 4 niet in werking is getreden.

  • 2)

    De Colleges staan toe dat de Centrumgemeente voor de gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verleent aan haar medewerkers.

  • 3)

    De Burgemeesters dragen op grond van artikel 171 lid 2 Gemeentewet de bevoegdheid om hun gemeente in en buiten rechte te vertegenwoordigen op aan de Centrumgemeente, of een nader door deze aan te wijzen persoon voor zover dit nodig is voor de uitvoering van de taken die ingevolge artikel 4 aan de Centrumgemeente zijn opgedragen.

Artikel 6 Samenwerking en overleg

Er is een bestuurlijk overleg (BOOGO) tussen verantwoordelijke wethouders van de Deelnemers en er is een ambtelijk overleg (AO Z&V en SOO) tussen medewerkers van de Deelnemers. Het AO Z&V/SOO adviseert het BOOGO. In deze op overeenstemming gerichte overlegvormen wordt het samenwerkingsoverleg omtrent de Centrumregeling gevoerd. Voor het BOOGO geldt dat één bestuurder per deelnemer door een deelnemer wordt aangewezen om deel te nemen aan het bedoelde overleg. Formele besluiten worden, na vaststelling van overeenstemming in het bOOGO, genomen door de bestuursorganen van de Centrumgemeente.

Artikel 7 Budget en daadwerkelijke gebruik van zorg

  • 1.

    De Centrumgemeente ontvangt vanuit het Rijk de Integratie-uitkering Beschermd Wonen, Dumo en Duvo, ter dekking van de kosten van haar taken op het gebied van Beschermd wonen en Opvang. De Inloopvoorziening GGz wordt periodiek geëvalueerd, waarbij de Deelnemers kunnen besluiten om financiële middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de Inloopvoorziening GGz.

  • 2.

    De Centrumgemeente heeft aanspraak op de Uitvoeringskosten. De Centrumgemeente beheert de middelen zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel.

  • 3.

    De Centrumgemeente stelt jaarlijks voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt een begroting op met de integrale kosten voor haar dienstverlening ten behoeve van de Deelnemers en een begroting van de gezamenlijke zorgkosten. Deze begroting wordt besproken in het BOOGO alvorens deze door de gemeenteraad van de centrumgemeente wordt vastgesteld. Iedere deelnemer kan besluiten hiertoe een zienswijze in te brengen voor bespreking in het BOOGO. De begroting wordt daartoe uiterlijk 4 weken voor bespreking aan de deelnemers toegezonden.

  • 4.

    De Centrumgemeente dient bij dreigende overschrijding van de begroting voor haar dienstverlening voorstellen te doen aan de Deelnemers om aan die overschrijding tegemoet te komen. Indien de diensteverleningsbegroting verwijtbaar overschreden wordt is dit voor rekening en risico van de Centrumgemeente. In alle andere gevallen vindt een verdeling plaats van de overschrijding van het budget over alle Deelnemers

  • 5.

    Uit de Integratie-uitkering ontvangt elke Deelnemer een voorschot ter dekking van de door de Deelnemer te maken zorgkosten ZIN en PGB ten behoeve van in deze regeling benoemde taken. Dit voorschot wordt berekend op het niveau van 85% van de zorgkosten (ZIN en PGB) die zij gedurende het jaar maakt. Dit Voorschot wordt jaarlijks berekend op basis van het aantal cliënten in zorg op de laatste werkdag van oktober van het voorgaande jaar. Dit zal worden beoordeeld in relatie tot het gemiddeld aantal cliënten in zorg gedurende het voorgaande jaar en de prognose voor de resterende maanden van het voorgaande jaar.

  • 6.

    Voor het zover ontvangen Voorschot de door de Deelnemer gemaakte zorgkosten overschrijdt, maakt de Deelnemer het verschil kenbaar aan de Centrumgemeente. Uiterlijk binnen een maand na vaststelling hiervan op de jaarlijkse Verantwoordingsdag maakt de Deelnemer het verschil over aan de Centrumgemeente.

  • 7.

    Voor het zover ontvangen Voorschot de door de Deelnemer gemaakte zorgkosten onderschrijdt, maakt de Deelnemer dit verschil kenbaar aan de Centrumgemeente. De Deelnemer ontvangt het verschil van de Centrumgemeente uiterlijk binnen 2 weken na vaststelling hiervan op de jaarlijkse Verantwoordingsdag.

  • 8.

    De eigen bijdrage wordt door de Deelnemers decentraal ontvangen, dit wordt kenbaar gemaakt aan de Centrumgemeente en daaropvolgend op jaarbasis verrekend. De afrekening vindt plaats op de Verantwoordingsdag.

Artikel 8: Het Verrekenmodel voor Beschermd Wonen

  • 1.

    Het resultaat over het boekjaar wordt naar rato van het inwoneraantal per Deelnemer per 1 januari van dat boekjaar, verdeeld over de deelnemers. In het geval van een positief resultaat wordt dit aandeel door de Centrumgemeente aan de Deelnemers uitbetaald. Bij een negatief resultaat betalen de Deelnemers hun aandeel hierin aan de Centrumgemeente.

  • 2.

    Als er over het boekjaar sprake is van een positief resultaat, dus dat het geheel van de uitgaven van de Deelnemers ten behoeve van hun taken op het gebied van beschermd wonen lager is dan het Budget, kunnen de Deelnemers besluiten dat verschil in het daaropvolgende jaar, voor de toepassing van artikel 4, lid 1, geheel of gedeeltelijk toe te voegen aan het Budget van het daaropvolgende jaar. Voor zover daar een concrete verplichting voor is aangegaan.

  • 3.

    De Centrumgemeente maakt de uitkomsten van het Verrekenmodel, na overleg met het AO Z&V, bekend middels een brief aan de Deelnemers.

  • 4.

    De Deelnemers monitoren de uitgaven en het budget van de Centrumgemeente.

Artikel 9 Informatie- en verantwoordingsplicht

De Centrumgemeente geeft de Colleges en de Burgemeesters schriftelijk alle gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. De Centrumgemeente verstrekt in elk geval de inlichtingen die nodig zijn voor de monitoring van het budget.

Artikel 10 Dienstverleningsovereenkomst

  • 1.

    In een tussen de deelnemende gemeente(n) en de Centrumgemeente te sluiten dienstverleningsovereenkomst kan nadere uitwerking worden gegeven aan de dienstverlening van de Centrumgemeente. In een dienstverleningsovereenkomst wordt in ieder geval geregeld:

    • a)

      De uitwerking van de informatie- en verantwoordingsplicht van de Centrumgemeente aan de Colleges;

    • b)

      De uitvoeringskaders behorende bij genoemde taken;

    • c)

      De kwaliteitseisen waaraan de taakuitoefening door de Centrumgemeente moet voldoen.

Hoofdstuk 3 Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing

Artikel 11 Wijziging van de regeling

  • 1)

    Iedere Deelnemer kan een voorstel doen tot wijziging van de regeling.

  • 2)

    De ontwerpregeling wordt pas voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, indien alle Deelnemers met de gewijzigde regeling akkoord zijn.

  • 3)

    De Deelnemers gaan niet over tot wijziging van deze regeling dan nadat de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze ten aanzien van de voorgestelde wijziging hebben kunnen geven binnen een termijn van 8 weken na ontvangst van het voorstel tot wijziging. Een gemeenteraad kan afzien van het geven van een zienswijze.

  • 4)

    De Deelnemers gaan niet over tot wijziging van deze regeling dan nadat de ontvangen zienswijzen zijn verwerkt en de gemeenteraden om toestemming tot wijziging van de regeling is verzocht. Bij het verzoek om toestemming wordt een reactie op de zienswijzen gegeven.

  • 5)

    Zienswijze en toestemming kunnen niet tegelijk in één procedure worden behandeld

  • 6)

    Op de wijziging van deze regeling is artikel 19 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Toetreding tot de regeling

  • 1)

    Iedere Deelnemer kan een voorstel doen tot toetreding van een college en burgemeester van een gemeente aan deze regeling.

  • 2)

    Bij toetreding van een college maken de Deelnemers afspraken over een herschikking van de financiële budgetten.

  • 3)

    De toetreding wordt pas ter toestemming voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en de gemeenteraad van het toetredende college en burgemeester indien over de toetreding overeenstemming met de Deelnemers is bereikt.

  • 4)

    Op toetreding tot deze regeling is artikel 19 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

  • 5)

    Naar aanleiding van het toetreden wijzigen de Deelnemers de regeling, conform artikel 11.

Artikel 13 Uittreding uit de regeling

  • 1)

    Een Deelnemer die wenst uit te treden dient dit voornemen schriftelijk kenbaar te maken aan de overige Deelnemers.

  • 2)

    Een Deelnemer besluit tot uittreding nadat zijn raad hiertoe toestemming heeft verleend en dit besluit heeft bekendgemaakt.

  • 3)

    Uittreding kan niet eerder plaats vinden dan een jaar na afloop van het kalenderjaar waarin het besluit tot uittreding is genomen en bekendgemaakt.

  • 4)

    De gevolgen van de uittreding worden bepaald aan de hand van de gebruikelijke, in de jurisprudentie ontwikkelde maatstaven. De bepaling van een uittredesom wordt voorbereid in overleg tussen centrumgemeente, AO Z&V, SOO en BOOGO.

  • 5)

    De deelnemers besluiten unaniem over een voorstel tot uittreding na advies van het BOOGO.

  • 6)

    Als er overeenstemming wordt bereikt dan wordt dit schriftelijk vastgelegd en medegedeeld aan de deelnemers middels een voorstel tot wijziging van deze regeling.

Artikel 14 Opheffing van de regeling

  • 1)

    De regeling kan worden opgeheven bij gelijkluidend besluit van alle Deelnemers.

  • 2)

    Iedere Deelnemer is bij opheffing van deze gemeenschappelijke regeling gehouden aan de Centrumgemeente de financiële verplichtingen te voldoen welke ten laste van de Centrumgemeente zijn of zullen blijven ter uitvoering van de in deze regeling opgedragen taken aan de Centrumgemeente.

  • 3)

    De Centrumgemeente is belast met de uitvoering van het besluit zoals genoemd in lid 1 van dit artikel.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 15 Evaluatie

De uitvoering van deze regeling zal in het laatste jaar voor de raadsverkiezingen voor 15 april worden geëvalueerd door de deelnemers in het AO Z&V, SOO en BOOGO. De evaluatie wordt gedeeld met de gemeenteraden.

Artikel 16 Ingangsdatum en duur van de regeling

  • 1)

    De wijziging treedt, na bekendmaking, in werking op 1 juli 2024.

  • 2)

    De regeling eindigt 7 jaar na 1 januari 2024.

Artikel 17 Geschillen

Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wgr worden geschillen over deze regeling eerst onderworpen aan een niet-bindend deskundigenadvies. Voordat een dergelijk advies wordt gevraagd, dient het geschil besproken te worden met een afvaardiging van Colleges. Wanneer dit niet leidt tot overeenstemming, wijst iedere Deelnemer een onafhankelijke deskundige aan. De aangewezen deskundigen benoemen gezamenlijk een deskundige die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het opdrachtgeverschap aan de commissie wordt door de Deelnemers gezamenlijk ingevuld.

Artikel 18 Klachten

Klachten die betrekking hebben op de uitoefening van bevoegdheden die in mandaat aan de Centrumgemeente worden uitgevoerd door medewerkers van de Centrumgemeente worden afgehandeld volgens de externe klachtenregeling van de Centrumgemeente.

Artikel 19 Aanwijzing artikel 26 Wgr gemeente

De Centrumgemeente is aangewezen om uitvoering te geven aan artikel 26 van de Wgr.

Artikel 20 Archivering

De archivering met betrekking tot de door de Centrumgemeente uitgevoerde taken geschiedt op basis van de bepalingen die de Centrumgemeente ook voor haar eigen processen hanteert.

Artikel 21 Bescherming van de Privacy

  • 1)

    Het in achtnemen van de privacy met betrekking tot de door de Centrumgemeente uitgevoerde taken geschiedt op basis van de bepalingen die de Centrumgemeente ook voor haar eigen processen hanteert conform de privacy wet- en regelgeving.

  • 2)

    De functionaris gegevensbescherming van de centrumgemeente vervult deze functie tevens voor deze regeling.

Artikel 22 Citeerwijze

Deze regeling kan worden aangehaald als: Centrumregeling beschermd wonen, Opvang en Inloopvoorziening GGz Groningen 2024.

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ................... in zijn vergadering d.d. .................

Burgemeester,

Secretaris,

Naar boven