Beleidskader Cameratoezicht

De burgemeester van de gemeente Albrandswaard, overwegende dat

 

  • De burgemeester op grond van artikel 151c van de Gemeentewet en 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Albrandswaard 2021 in het belang van de handhaving van de openbare orde en de bevoegdheid heeft om cameratoezicht in te zetten;

  • Het wenselijk is dat de burgemeester het beleidskader cameratoezicht vaststelt.

Gelet op:

De toepasselijke bepalingen uit de Gemeentewet en Algemene Plaatselijke Verordening 2021.

 

Besluit

  • 1.

    Vaststellen Beleidskader Cameratoezicht

Inleiding

Beleidskader Cameratoezicht voor de gemeente Albrandswaard gaat over gemeentelijke camera’s die worden ingezet voor handhaving van de openbare orde op openbare plaatsen. Artikel 151c van de Gemeentewet biedt de juridische basis voor deze camera’s. Op grond van artikel 2.77 Algemene Plaatselijke Verordening Albrandswaard 2021 (hierna APV) heeft de burgemeester de bevoegdheid van de gemeenteraad gekregen om camera’s voor een bepaalde duur te plaatsen om toezicht te houden, na afstemming in de driehoek. Dit toezicht wordt ingezet in het belang van de openbare orde. Ook is de burgemeester bevoegd om camera’s te plaatsen op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, deze plaatsen moeten wel worden aangewezen door de gemeenteraad.

 

De camera’s (op grond van artikel 151c Gemeentewet) mogen alleen worden geplaatst als ze noodzakelijk zijn voor handhaving van de openbare orde. Camera’s zijn een inbreuk op het privacy recht. Hierom moet er altijd een zorgvuldige afweging worden gemaakt. Dit gebeurt in zogenaamde aanwijsbesluiten waarin de aanleiding voor het plaatsen van de camera’s wordt beschreven, het gebied dat wordt aangewezen en de periode dat de camera’s worden geplaatst.

 

De gemeente Albrandswaard heeft een tweetal verschillende openbare orde camera’s. Dit betreffen vaste en flexibele camera’s. Er zijn 9 vaste camera’s en 1 flexibele camera . Bij de metrostations Rhoon en Poortugaal zijn de vaste camera’s geplaatst van 1 september 2023 tot 1 september 2025.

 

Binnen dit beleidskader zal worden ingegaan op het wettelijke kader en de voorwaarden voor inzet, procedure, evaluatie, mobiel cameratoezicht en privacy.

Wettelijk kader en voorwaarden voor inzet

In het belang van het handhaven van de openbare orde is op grond van artikel 151c Gemeentewet en artikel 2:77 APV de bevoegdheid aan de burgemeester verleend om het instrument cameratoezicht in te kunnen zetten op openbare plaatsen. In Albrandswaard wordt cameratoezicht ingezet binnen het wettelijk kader. Hieruit vloeien een aantal belangrijke voorwaarden voort voor inzet van het instrument:

  • 1.

    De inzet van het instrument is in het belang van de handhaving van de openbare orde;

  • 2.

    Noodzakelijkheid: de inzet van het instrument voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit;

  • 3.

    De inzet van het instrument geldt voor een afgebakende periode en voor een (beperkt) openbaar gebied;

  • 4.

    De inzet zal worden geëvalueerd na afloop en de gemeenteraad wordt hierover geïnformeerd;

  • 5.

    De aanwezigheid van het instrument is kenbaar voor iedereen die het gebied betreedt;

  • 6.

    De beelden mogen maximaal 4 weken worden opgeslagen;

  • 7.

    De verwerking van de gegevens is een verwerking als bedoeld in de Wet politiegegevens.

Ad 1.

De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde. Hieronder wordt begrepen een verstoring van enige betekenis van de normale gang van zaken in of aan de desbetreffende openbare ruimte. Dit houdt in dat er sprake moet zijn van een openbaar gebied waarin zich regelmatig onveilige situaties of met enige regelmaat wanordelijkheden of verstoringen van de openbare orde voordoen en waar eerdere maatregelen niet het gewenste effect hebben gehad. Middels een grondige analyse van de veiligheidssituatie door de politie van het aan te wijzen gebied in de aanvraag, moet duidelijk worden in hoeverre dit van toepassing is en of cameratoezicht noodzakelijk is in dat gebied.

 

Ad 2.

De noodzakelijkheid van de inzet van cameratoezicht moet worden aangetoond middels een toets aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit.

 

Subsidiariteit

Aangezien cameratoezicht een sluitstuk van de veiligheidsaanpak is, moet er worden aangetoond dat minder vergaande maatregelen niet voldoende gebleken zijn om de openbare orde te handhaven. De inzet van camera’s staat dus niet op zichzelf, maar gebeurt altijd in combinatie met andere maatregelen.

 

Proportionaliteit

Daarnaast mag de inbreuk die cameratoezicht eventueel op de privacy van betrokkenen pleegt niet onevenredig zijn in verhouding tot het te dienen doel, namelijk het handhaven van de openbare orde. Dit houdt in dat bij iedere aanwijzing en plaatsing nauwkeurig zal moeten worden afgewogen of deze hieraan voldoet.

 

Ad 3.

In het projectplan van de politie en gemeente, welke een onderdeel is van de aanvraag, wordt het aan te wijzen gebied benoemd en de inzet van cameratoezicht getoetst aan de hierboven genoemde beginselen. Na positieve besluitvorming in de driehoek neemt de burgemeester het besluit om cameratoezicht in te stellen voor een bepaalde duur, maximaal 2 jaar. Dit kan flexibel of vast cameratoezicht zijn en er wordt bepaald wanneer live de beelden uitgekeken worden. Na afloop van deze periode volgt een evaluatie en wordt besloten of het noodzakelijk is om de termijn voor cameratoezicht te verlengen of dat de situatie voldoende hersteld is.

 

Ad 4.

Ieder aangewezen gebied waar cameratoezicht is ingesteld wordt geëvalueerd en hierbij wordt beoordeeld of cameratoezicht in het desbetreffende gebied nog noodzakelijk is. Om een volledig beeld te krijgen worden voor deze evaluaties adviezen gevraagd van politie en de actuele veiligheidscijfers bekeken. In de evaluatie wordt met name beoordeeld of de beweegredenen voor inzet van cameratoezicht nog steeds van toepassing zijn of dat er een camera weggehaald of verplaatst dient te worden. Indien uit de evaluatie blijkt dat de inzet van camera’s in een gebied niet langer noodzakelijk zijn in het belang van de handhaving van de openbare orde trekt de burgemeester het besluit om in dat gebied camera’s in te zetten in. De evaluatie wordt besproken in de driehoek.

 

Ad 5.

De inzet van cameratoezicht vereist dat het op een duidelijke wijze kenbaar wordt gemaakt aan de burgers; de burgers moeten in kennis worden gesteld van het feit dat het mogelijk is dat zij op beelden kunnen voorkomen zodra zij het cameragebied betreden. Aan de burgers moet dus in ieder geval aan de randen van het cameragebied kenbaar worden gemaakt dat zij een cameragebied betreden. Daarnaast wordt het aanwijsbesluit gepubliceerd in het Gemeenteblad en bekend gemaakt.

 

Ad 6.

Volgens de wet mogen de beelden maximaal 4 weken worden opgeslagen. In Albrandswaard worden ze 14 dagen bewaard en daarna overschreven. Indien er concrete aanleiding voor is dat de camerabeelden noodzakelijk zijn voor de opsporing van een strafbaar feit, mogen de camerabeelden langer verwerkt worden.

 

Ad 7.

In artikel 35 van de AVG en in artikel 4c van de Wpg is vastgelegd dat organisaties verplicht zijn een DPIA uit te voeren voor verwerkingen met een hoog privacy risico. Dit wordt ook wel eens een gegevensbeoordeling (GEB) genoemd, maar de Autoriteit Persoonsgegevens hanteert de Engelse term DPIA. Een DPIA is een instrument om privacy risico’s vooraf in kaart te brengen om deze vervolgens de beperken of weg te nemen door beschermingsmaatregelen. De politie is, als verwerkingsverantwoordelijke, wettelijk verplicht, voorafgaand aan het besluit tot het inzetten van publiek cameratoezicht, een DPIA op te stellen.

Procedure

De procedure om een cameragebied aan te wijzen begint met een voorstel van de politie, de afdeling OOV of in samenspraak tussen beide en start met een gedegen projectplan als basis. Hierin wordt de situatie van het aan te wijzen gebied geschetst en worden in ieder geval de volgende onderdelen opgenomen:

  • Probleembeschrijving en analyse;

  • Maatregelen die reeds ingezet worden (i.s.m. adviseur OOV);

  • Incidentenbeeld;

  • Noodzaak (i.s.m. adviseur OOV);

  • Doel (i.s.m. adviseur OOV);

  • Omvang van het cameragebied (i.s.m. adviseur OOV);

  • Duur en Evaluatie;

  • Privacy.

Het verzoek wordt besproken met de lokale driehoek en wordt de inzet beoordeeld en vindt er besluitvorming plaats. Naar aanleiding van dit besluit stelt de burgemeester formeel het aanwijsbesluit vast en wordt het besluit gepubliceerd. Indien er sprake is van structureel nieuw op te zetten cameratoezicht in een bepaald gebied zal dit door middel van een raadsvoorstel aan de gemeenteraad worden voorgesteld in verband met het toekennen van financiële middelen.

Bewoners

In de aanvraag voor cameratoezicht worden de openbare orde delicten van de afgelopen periode door de politie in kaart gebracht. Ook relevante leefbaarheidssignalen of overlast kunnen hierin worden meegenomen. Bewoners kunnen bij overlast melding doen ten behoeve van dossieropbouw en dit kan op deze wijze worden opgenomen in de aanvraag. Dit kan de inhoud van de aanvraag verder ondersteunen. Bewoners kunnen hiertoe de bestaande kanalen gebruiken, zoals contact met de wijkagent of het algemene politienummer 0900-8844. Tevens kan via Veiligheid@albrandswaard.nl, een melding via de website www.albrandswaard.nl of 140180 melding worden gemaakt van overlast.

 

Indien de burgemeester een aanwijsbesluit vaststelt, dan zal de uitvoering van het cameraproject middels een bewonersbrief met de omwonenden worden gecommuniceerd. Ook wordt er een artikel in de Schakel geplaatst en wordt het aanwijsbesluit gepubliceerd in het gemeenteblad. Tevens zal na afronden van het project in de directe omgeving bebording worden geplaatst om het cameratoezicht kenbaar te maken.

Evaluatie

Zoals hierboven aangegeven is een van de voorwaarden voor het inzetten van cameratoezicht dat er periodiek geëvalueerd wordt. Hierbij wordt getoetst aan de hierboven genoemde wettelijke voorwaarden.

 

Daarbij wordt er onder andere gekeken naar de volgende punten:

  • Wat was de aanleiding om cameratoezicht in te voeren?

  • Bestaat deze aanleiding nog?

  • Is de inzet van het instrument nog noodzakelijk?

  • Hoe kan de veiligheidssituatie in het gebied getypeerd worden?

  • Aangegeven moet worden wat voor soort cameragebied het betreft, bijvoorbeeld winkelcentrum, metrostation etc.

  • Er dient aangegeven te worden of het aanwijzen van het cameragebied een positief effect heeft gehad op de veiligheid.

  • In kaart moet worden gebracht wat de gevolgen zijn bij het verwijderen van cameratoezicht, worden er andere maatregelen getroffen in het kader van de openbare orden.

  • Wat heeft het uitkijken van de beelden uiteindelijk opgeleverd.

Mobiel Cameratoezicht

Naast de 9 vaste camera’s heeft de gemeente Albrandswaard 1 mobiele camera in het kader van toezicht. Publiek cameratoezicht is te verdelen onder vast en flexibel cameratoezicht. Bij vast cameratoezicht op grond van artikel 151C van de Gemeentewet gaat het om camera’s die voor bepaalde tijd en langere duur op een specifieke locatie worden ingezet.

 

Daarnaast mag de burgemeester, binnen het wettelijke kader, flexibel cameratoezicht inzetten om de openbare orde te handhaven. Voor inzet van flexibel cameratoezicht op grond van artikel 151c Gemeentewet wijst de burgemeester een gebied aan waarbinnen dit noodzakelijk wordt geacht. Het gebied mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk voor de handhaving van de openbare orde. In dit gebied moet er sprake zijn van overlast en criminaliteit, het gaat vaak om zich verplaatsende overlast. Verder gelden dezelfde voorwaarden als hierboven genoemd onder het kopje “Wettelijke kader en voorwaarden voor inzet’. De camera’s zijn bedoeld om het probleem te voorkomen of goed in beeld te krijgen. In het besluit is een termijn opgenomen, deze kan verlengd worden of loopt vanwege rechtswege af.

 

Inzet camera’s op grond van artikel 3 Politiewet

Op grond van artikel 3 van de Politiewet kan de politie zelf camera’s op straat plaatsen, voor een korte periode, als het nodig is voor de politietaak: hulpverlening of handhaving van de rechtsorde. De politie mag dan mobiele camera units op straat plaatsen, maar ook de politiehelikopters, drones, videovoertuigen van de mobiele eenheid en bodycams van de politie vallen onder dit juridische regime. Daarnaast kan de politie in opdracht van het Openbaar Ministerie ook camera’s inzetten voor specifieke opsporingsonderzoeken, de wettelijke grondslag hiervoor is het Wetboek van Strafvordering.

Privacy

Bij de inzet van (flexibel) cameratoezicht wordt de rechtmatigheid, de proportionaliteit en de subsidiariteit van dit instrument uitvoerig getoetst om te waarborgen dat er ongeoorloofde inbreuk op de privacy van betrokkenen kan worden gepleegd. Bij de totstandkoming van wetgeving met betrekking tot cameratoezicht en bij de aanvulling met flexibele camera’s is hier uitgebreid bij stilgestaan. De gemeente Albrandswaard past dan ook de bovengemelde kaders toe bij de inzet van dit instrument. Door borden te plaatsen en aanwijsbesluiten te publiceren, worden betrokkenen geïnformeerd over dit instrument.

 

Met de privacy van betrokkenen wordt dan ook zeer zorgvuldig omgegaan. Er zijn passende technische en organisatorische maatregelen genomen op de privacy te waarborgen. Conform de Gemeentewet worden de beelden uitgekeken ter handhaving van de openbare orde door, door de korpschef, aangewezen medewerkers. Verder is er een specifieke bewaartermijn van toepassing en enkel politiemedewerkers kunnen ten behoeve van opsporingszaken bij de opgeslagen camerabeelden. De politie is, als verwerkingsverantwoordelijke, wettelijk verplicht, voorafgaand aan het besluit tot het inzetten van publiek cameratoezicht, een DPIA op te stellen. Verdere informatie hierover staat op politie.nl, hier vindt u ook de rechten van betrokkenen terug.

Reikwijdte beleidskader

Dit beleidskader richt zich op het cameratoezicht dat door de gemeente wordt ingezet op openbare plaatsen voor de handhaving van de openbare orde. Deze vorm van cameratoezicht wordt aangeduid met “publiek” cameratoezicht.

Aldus besloten,

Op 18 juni 2024

De burgemeester van Albrandswaard,

Drs. Jolanda de Witte

Naar boven