Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen 2024

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

 

 

Gelet op artikel 35 Wet werk en bijstand en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende,

  • dat duurzame gebruiksgoederen behoren tot de incidentele algemene kosten van het bestaan, die uit het periodieke inkomen moeten worden voldaan door daarvoor te reserveren of een lening af te sluiten;

  • dat personen die langdurig van een inkomen op minimumniveau moeten rondkomen, vaak moeite hebben met het reserveren of lenen voor de kosten van het vervangen van duurzame gebruiksgoederen;

  • dat het college deze doelgroep de mogelijkheid wil bieden de meest noodzakelijke huishoudelijke apparaten, als ze kapot zijn gegaan, te vervangen door tweede- of eerstehands goederen;

  • dat het college deze doelgroep de mogelijkheid wil bieden over een computer te beschikken;

BESLUIT:

 

de Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen 2024 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      algemene beleidsregels: de Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004;

    • b.

      belanghebbende: een persoon als bedoeld in artikel 2;

    • c.

      bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 en 3.3 van de wet van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag met uitzondering van artikel 22a;

    • d.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

    • e.

      computer met toebehoren: desktop met beeldscherm, toetsenbord en muis.

    • f.

      gezin: alleenstaande ouder met zijn minderjarige kinderen, gehuwden en gehuwden met hun minderjarige kinderen, die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben;

    • g.

      inkomen: totaal van het inkomen inclusief vakantietoeslag, bedoeld in artikel 32 van de wet, en de algemene bijstand;

    • h.

      referteperiode: ononderbroken periode van 60 maanden voorafgaand aan de aanvraagdatum;

    • i.

      wet: Participatiewet;

    • j.

      zelfstandig huishouden: huishouden waarbij belanghebbende de woonlasten van door hemzelf bewoonde woonruimte betaalt, waarbij onder woonruimte niet wordt verstaan een instelling voor verpleging of verzorging;

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden voor personen van 21 jaar en ouder die gedurende de referteperiode en op de datum van aanvraag een zelfstandig huishouden voeren en een netto-inkomen inclusief vakantietoeslag hebben dat niet hoger is dan 120 procent van de bijstandsnorm.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid mag de referteperiode met maximaal 13 weken zijn onderbroken.

  • 3.

    Alleenstaanden of gehuwden zonder kinderen die een inkomen hebben op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten of de Wet studiefinanciering 2000 of die daarop aanspraak kunnen maken, worden uitgesloten van deze beleidsregels.

  • 4.

    De referteperiode voor personen als bedoeld in het derde lid vangt aan op de dag na die van beëindiging van de opleiding of studie.

  • 5.

    Het algemene draagkrachtbeleid op grond van de algemene beleidsregels is op deze beleidsregels niet van toepassing.

Artikel 3 Huishoudelijke apparaten

  • 1.

    Aan belanghebbende kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de noodzakelijke vervanging van een kooktoestel, televisie, koelkast of wasmachine tot een bedrag van maximaal:

    • a.

      € 160 voor een 4-pits gaskookplaat;

    • b.

      € 378 voor een 4-pits elektrische of inductie kookplaat;

    • c.

      € 249 voor een televisie;

    • d.

      € 250 voor een koelkast;

    • e.

      € 430 voor een wasmachine.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde bedragen zijn inclusief eventuele bezorg- en aansluitkosten.

  • 3.

    Indien de aanvraag is toegekend worden de kosten van het betreffende huishoudelijke apparaat aan belanghebbende vergoed na overlegging van de rekening op naam.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan belanghebbende, onder overlegging van een toekennende beschikking, het betreffende huishoudelijke apparaat verkrijgen bij eerste- of tweedehands wit- en bruingoedleveranciers, niet zijnde internetwinkels, die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en een BTW-nummer hebben.

  • 5.

    Indien gewenst kan belanghebbende bijbetalen.

  • 6.

    Het betreffende huishoudelijke apparaat moet binnen drie maanden na de datum van de toekennende beschikking worden verkregen.

  • 7.

    Per gezin kan per kalenderjaar voor één huishoudelijk apparaat als bedoeld in het eerste lid bijzondere bijstand worden verstrekt.

Artikel 4 Computer

  • 1.

    Aan belanghebbende kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de noodzakelijke aanschaf of vervanging van een computer met toebehoren of een laptop tot een bedrag van maximaal € 350. Dit bedrag is inclusief eventuele bezorg- en aansluitkosten.

  • 2.

    Artikel 3, derde tot en met het zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Een gezin kan aanspraak maken op één apparaat als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5 Indexering

De prijzen van duurzame gebruiksgoederen als genoemd in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid worden jaarlijks in de maand oktober geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkeling van de marktprijzen. De bedragen worden naar boven afgerond in hele euro’s.

Artikel 6 Vervangingstermijn

  • 1.

    Een eerstehands duurzaam gebruiksgoed kan eenmaal per acht jaren op grond van deze beleidsregels worden vervangen.

  • 2.

    Een tweedehands duurzaam gebruiksgoed kan het eenmaal per vier jaren op grond van deze beleidsregels worden vervangen. Dat het een tweedehands goed betreft moet blijken uit de rekening op naam.

Artikel 7 Algemene beleidsregels

Indien sprake is van bijzondere omstandigheden kan een belanghebbende een aanvraag om bijzondere bijstand indienen op grond van artikel 35 van de wet en de algemene beleidsregels. De aanvraag wordt in dat geval volgens de algemene procedure inzake bijzondere bijstand afgehandeld.

Artikel 8 Verstrekkingen op grond van andere beleidsregels

Bij de vaststelling of aan de voorwaarden van deze beleidsregels is voldaan, worden verstrekking op grond van de Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen 2015 of de wet en de algemene beleidsregels in aanmerking genomen. Dit geldt eveneens voor de verstrekkingen op grond van het Regionaal Energieloket en de Stadjerspas.

Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekking

Deze beleidsregels treden in werking op 1 september 2024 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen 2015.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen 2024.

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 16 juli 2024.

De burgemeester,

De secretaris,

TOELICHTING

Algemeen.

Beleidsregels voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen bestaan al tien jaar. Deze beleidsregels worden kortweg ‘witgoedregeling’ genoemd. Onderhavige beleidsregels vervangen de Beleidsregels duurzame gebruiksgoederen 2015. Het verschil met laatstgenoemde regeling is dat de keuzemogelijkheden zijn verruimd en dat alle prijzen zijn geïndexeerd.

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hier behandeld.

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Eerste lid, onderdeel h

De referteperiode is de periode voorafgaand aan de aanvraag, waarin belanghebbende van een minimuminkomen moest rondkomen om in aanmerking te komen voor een verstrekking op grond van deze beleidsregels.

 

Artikel 2 Doelgroep

Eerste lid

Zelfstandig huishouden

Belanghebbenden moeten een eigen huishouden voeren. Dit betekent bijvoorbeeld dat jongeren die bij hun ouders wonen zijn uitgesloten van de regeling en dat de periode waarin ze (in het verleden) nog thuis woonden niet meetelt bij het bepalen van de referteperiode.

 

Tweede lid

Om te voorkomen dat belanghebbenden geen tijdelijk baantje aan durven nemen omdat ze bang zijn hun recht op een verstrekking op grond van deze beleidsregels te verspelen, wordt toegestaan dat men gedurende de referteperiode maximaal 13 weken een hoger inkomen geniet.

 

Derde en vierde lid

Studenten worden uitgesloten van aanspraken op grond van deze beleidsregels omdat wordt aangenomen dat zij snel uitzicht zullen hebben op inkomensverbetering. Daarbij komt dat het gebruikelijk is dat studenten op kamers wonen en de meeste huishoudelijke apparaten zullen delen met andere bewoners. Bovendien zal het bij studenten vaak een eerste aanschaf van duurzame gebruiksgoederen betreffen en daar zijn deze beleidsregels niet voor bedoeld.

 

Een student verliest na het beëindigen van zijn studie niet meteen zijn uitzicht op inkomensverbetering, zodat de referteperiode ook pas aanvangt na afloop van de studie.

 

Studenten met kinderen

Alleenstaande ouders en echtparen met kinderen die (weer) studeren zijn niet uitgesloten van de witgoedregeling. Dit geldt ook in geval van co-ouderschap.

 

Artikel 3 Huishoudelijke apparaten

Eerste lid

Deze beleidsregels geven recht op vervanging van een kapotte koelkast, kookplaat, televisie of wasmachine. Voor deze duurzame gebruiksgoederen is gekozen, omdat ze vaak plotseling vervangen moeten worden en het om grotere bedragen ineens gaat. Bij andere duurzame gebruiksgoederen zoals meubels, is vervanging al geruime tijd te voorzien of is minder urgent.

De eerste aanschaf van een huishoudelijk apparaat als bedoeld in dit artikel komt niet in aanmerking voor vergoeding.

 

Belanghebbende heeft de vrije keuze tussen een eerste- of tweedehands goed. De maximaal te vergoeden prijzen zijn hoog genoeg om zowel een tweedehands als een nieuw goed aan te schaffen van gemiddelde kwaliteit.

 

Derde en vierde lid

Belanghebbende kan kiezen uit twee wijzen van verkrijging van het huishoudelijk apparaat dat is aangevraagd.

Nadat de aanvraag is toegekend kan belanghebbende het betreffende apparaat aanschaffen bij een leverancier naar keuze (ook bij een internetwinkel) en de rekening op naam indienen bij het college. De rekening wordt dan aan belanghebbende vergoed tot maximaal het in het eerste lid aangegeven bedrag.

Belanghebbende kan ook door overlegging van de toekennende beschikking het betreffende apparaat verkrijgen bij een fysieke leverancier/winkel. Het college betaalt het aangeschafte goed in dat geval rechtstreeks aan de leverancier. Aangezien internetwinkels niet op deze wijze kunnen (willen) werken, zijn zij uitgezonderd.

Belanghebbende op het aanvraagformulier aangeven voor welke methode hij kiest.

 

Vijfde lid

Het komt voor dat belanghebbende graag een duurder apparaat wil aanschaffen dan het maximumbedrag genoemd in het eerste lid en daar ook het geld voor heeft. Belanghebbende kan dan bijbetalen.

 

Zesde lid

Het is de bedoeling van de regeling dat een aanvraag wordt ingediend ter vervanging van een kapot duurzaam gebruiksgoed. Nadat de toekennende beschikking is ontvangen zal belanghebbende het betreffende huishoudelijke apparaat om die reden zo spoedig mogelijk willen aanschaffen. Een termijn van drie maanden moet daarvoor voldoende zijn. Mocht vanwege bijzondere omstandigheden de aanschaf binnen die periode niet mogelijk blijken, dan kan de termijn verlengd worden.

 

Artikel 4 Computer

Eerste lid

Voor diegene uit de doelgroep die nog niet in het bezit is van een computer, biedt dit artikel de mogelijkheid om een desktopcomputer met toebehoren te verkrijgen of een laptop. Het gaat hier, in tegenstelling tot artikel 3, dus om de eerste aanschaf van het apparaat.

Daarnaast kan een niet meer werkende computer (of laptop) worden vervangen.

Het verkrijgen van een computer, staat los van eventuele vervanging van een huishoudelijk apparaat als bedoeld in artikel 3 in hetzelfde kalenderjaar. Dus ook al heeft een belanghebbende bijvoorbeeld al een koelkast gekregen, dan kan hij in datzelfde jaar nog een computer krijgen als hij aan de voorwaarden daarvoor voldoet.

 

Tweede lid

Voor het overige gelden dezelfde - procedure - regels en keuzemogelijkheden als ten aanzien van een apparaat als bedoeld in artikel 3.

 

Artikel 6 Vervangingstermijn

Er wordt voor een (herhaald) beroep op deze beleidsregels rekening gehouden met een levensduur van acht jaren voor een nieuw apparaat. De levensduur van een tweedehands apparaat is uiteraard korter, namelijk vier jaren.

 

Dit betekent dat belanghebbenden die op grond van deze beleidsregels, al eerder eenzelfde duurzaam gebruiksgoed hadden aangeschaft, zij deze pas na verloop van acht jaren (dan wel vier jaren bij een tweedehands goed) opnieuw kunnen verkrijgen. Dat sprake is van een tweedehands goed moet blijken uit de overgelegde rekening op naam.

Hetzelfde geldt als belanghebbenden weliswaar niet op grond van deze beleidsregels, maar wel op grond van zijn voorganger of op grond van de wet en de algemene beleidsregels, dan wel een andere regeling eenzelfde soort apparaat hebben kunnen aanschaffen. Dit laatste staat in artikel 8.

 

Artikel 7 Algemene beleidsregels

Deze beleidsregels zijn niet bedoeld om het verstrekken van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen in te perken. Indien sprake is van individuele bijzondere omstandigheden kan een belanghebbende, als hij niet voldoet aan de voorwaarden van deze regeling, bijzondere bijstand aanvragen op grond van de wet en de algemene beleidsregels.

 

Artikel 8 Verstrekkingen op grond van andere beleidsregels

Het college houdt rekening met verstrekking van hetzelfde duurzame gebruiksgoed op grond van andere regelingen binnen en buiten de Participatiewet (zie ook de toelichting bij artikel 6). Het Regionaal Energieloket verstrekt(e) vouchers voor energiezuinige huishoudelijke apparaten ten bedrage van maximaal € 500 aan minimahuishoudens. Via de Stadjerspas worden regelmatig kwalitatief goede tweedehands laptops voor € 50 aangeboden. Dit betekent met name dat na de aanschaf van een duurzaam gebruiksgoed op grond van een van deze regelingen, de vervangingstermijn van vier of acht jaar opnieuw begint te lopen.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekking

Op het moment dat deze (nieuwe) beleidsregels in werking treden worden de (oude) Beleidsregels vervanging duurzame gebruiksgoederen ingetrokken.

 

Er is niet voorzien in overgangsrecht omdat de nieuwe witgoedregeling gunstiger is voor belanghebbende. De nieuwe beleidsregels zijn dus meteen van toepassing; ook op de afhandeling van aanvragen die weliswaar vóór 1 september 2024 zijn ingediend, maar pas na inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels worden afgehandeld.

Naar boven