Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 322890 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 322890 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling GGD Hollands Noorden
Integrale tekst na (6e) wijziging
Betreft wijziging in verband met wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen en toevoeging taak In Control of Alcohol & Drugs
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Dijk en Waard, Enkhuizen, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec, en Texel,
Gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Wet publieke gezondheid;
de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hollands Noorden met ingang van 1 juli 2024 te wijzigen door vaststelling van de navolgende integrale tekst waardoor deze komt te luiden als volgt:
HOOFDSTUK 2 BELANGEN, DOELSTELLING EN TAKEN
Artikel 3 Algemene doelstelling
GGD HN is ingesteld met het doel de belangen van de gemeenten betreffende de publieke gezondheid, alsmede aanverwante wetgeving en belangen in het verlengde van de publieke gezondheid, in gezamenlijkheid te behartigen.
HOOFDSTUK 4 DE BESTUURSORGANEN – BEVOEGDHEDEN
Artikel 10 Bevoegdheden algemeen bestuur
Naast de uitoefening van taken en bevoegdheden op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het algemeen bestuur in elk geval belast met en bevoegd tot:
Artikel 11 Bevoegdheden dagelijks bestuur
Naast de uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het dagelijks bestuur belast met en bevoegd tot:
te besluiten namens het openbaar lichaam of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders heeft beslist;
HOOFDSTUK 5 BESTUURSORGANEN - WERKWIJZE
Artikel 15 Stemverhouding en besluitvorming
Het aantal stemmen dat door een lid van het algemeen bestuur wordt uitgebracht, is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente, waarvan het lid op dat moment vertegenwoordiger is. Het aantal stemmen is voor de gemeenten in navolgende inwonersklassen als volgt:
gemeenten tot 10.000 inwoners: 1 stem,
gemeenten met 10.000 tot 20.000 inwoners: 2 stemmen,
gemeenten met 20.000 tot 30.000 inwoners: 3 stemmen,
HOOFDSTUK 6 VERANTWOORDING EN INLICHTINGEN
Artikel 18 Verantwoordings- en informatieplicht
Als onderdeel van de informatieplicht van het algemeen bestuur, als bedoeld in het vijfde lid, stuurt het bestuur twee maal per jaar een bestuursrapportage aan de raden van de deelnemende gemeenten. De bestuursrapportage is gebaseerd op de begroting en geeft een toelichting op de voortgang van de realisatie van de doelstellingen en een toelichting op de afwijkingen op de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. De rapportage gaat in op nieuwe ontwikkelingen, het financieel perspectief, de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de bedrijfsvoering.
Het bestuur van het openbaar lichaam, verstrekt de raden van de deelnemers de inlichtingen die de raden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
Bij de informatieverstrekking geldt dat
Schriftelijke inlichtingen zendt het bestuur (dagelijks bestuur, algemeen bestuur en/of voorzitter) rechtstreeks naar en gelijktijdig aan de raden en in cc aan de colleges van de deelnemers. Indien de informatie wordt verstrekt door dagelijks bestuur of voorzitter dan wordt het algemeen bestuur vooraf geïnformeerd.
HOOFDSTUK 7 PERSONEEL EN ORGANISATIE
In afwijking van het bepaalde in artikel 20, tweede lid kan het dagelijks bestuur in spoedeisende gevallen tot schorsing van de directeur Publieke Gezondheid overgaan. Het doet daarvan terstond mededeling aan het algemeen bestuur. De schorsing vervalt, wanneer het algemeen bestuur haar niet in zijn eerstvolgende vergadering bekrachtigd.
HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE EN BELEIDSMATIGE BEPALINGEN
Artikel 26 De meerjarenbeleidsplannen
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling stelt de gemeenteraden voorafgaande aan het vaststellen van het meerjarenbeleidsplan schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het tweede lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen uiterlijk 25 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Bij het voorstel van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur voegt het dagelijks bestuur een reactienota, waarin gemotiveerd wordt aangegeven op welke wijze de zienswijze wel of niet is verwerkt in dit voorstel.
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling stelt de gemeenteraden voorafgaande aan het vaststellen van de begroting voor 15 juli schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het tweede lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen uiterlijk 25 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de concept bestemming van het rekeningresultaat naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-jaarrekening zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Indien de rekening sluit met een batig saldo, besluit het algemeen bestuur met inachtneming van artikel 28 of dit saldo:
De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarin de garantie is verleend. Het bepaalde in artikel 31 lid 3 inzake de vaststelling van het aantal inwoners in hierbij van overeenkomstige toepassing. Indien uit deze bepaling in enig jaar voor de deelnemers betalingsverplichtingen voortvloeien, worden deze aan de met de deelnemers te verrekenen bijdrage toegevoegd.
Artikel 31 Verdeling van de baten en lasten
Voor de vaststelling van de bijdragen als bedoeld in lid 1 onder a, b en d geldt het volgende uitgangspunt: de bijdragen van de deelnemers worden bepaald naar rato van het aantal inwoners of specifieke leeftijdsgroep van inwoners van de deelnemers op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het aantal inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte bevolkingscijfers aangehouden.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.
Artikel 34 Archiefbewaarplaats
Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.
Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.
HOOFDSTUK 10 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING, GESCHILLEN EN EVALUATIE
Artikel 39 Voorwaarden uittreding
Een deelnemer kan (geheel of gedeeltelijk) uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van de daartoe strekkende besluiten van de raad en het college van burgemeester en wethouders. De procedure voor uittreding vangt aan op de dag nadat het algemeen bestuur de betreffende besluiten heeft ontvangen.
Na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde besluiten, komen de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur, uiterlijk 6 maanden voor de datum van uittreding, een concept-uittredingsregeling overeen, welke door de deelnemers wordt vastgesteld, waarbij de belangen van de uittredende deelnemer en die van de achterblijvende deelnemers op reële en evenwichtige wijze worden afgewogen. In de concept-uittredingsregeling worden de personele, juridische, organisatorische en financiële gevolgen, waaronder de gevolgen voor het vermogen, van de uittreding geïnventariseerd, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan, de voorwaarden voor uittreding, de hoogte van de uittreedsom en de overname van personeel en/of overige verplichtingen door de uittredende deelnemer. Indien blijkt dat, als gevolg van een mogelijk verlies aan arbeidsplaatsen, een overleg met de bij de sector betrokken vakbonden noodzakelijk is ten behoeve van het opstellen van een sociaal plan, wordt de conclusie van dit overleg opgenomen in de concept-uittredingsregeling.
Het algemeen bestuur van GGD Hollands Noorden en de uittredende deelnemer zullen zich inspannen om de nadelige gevolgen van de uittreding voor het openbaar lichaam en de uittredende deelnemer zo veel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door personeel of andere verplichtingen over te nemen of anderszins in stand te doen houden.
Bij het vaststellen van de hoogte van de uittreedsom is het uitgangspunt dat de uittredende deelnemer de reële schade van het openbaar lichaam én de overblijvende deelnemers dient te vergoeden, die rechtstreeks gevolg is van het (gedeeltelijk) uittreden uit de gemeenschappelijke regeling, waarbij bij het bepalen van de hoogte van de schade in beginsel een afbouwperiode van 5 jaar wordt gehanteerd, te rekenen vanaf de datum van uittreding.
De hoogte van de uittreedsom als bedoeld in lid 7 wordt slechts verhoogd indien er sprake is van substantiële langlopende en niet te mitigeren financiële verplichtingen, indien vast staat dat deze zich zullen voor doen én in die becijferde omvang, waarbij de bijdrage in de kosten door de uittredende deelnemer naar rato wordt vastgesteld.
De uittreedsom bestaat uit de zakelijke gerechtvaardigde kosten, te weten de kosten die rechtstreeks ontstaan uit de uittreding (frictiekosten) en de bijdragen aan de overtollige kosten (desintegratiekosten) in de in lid 7 genoemde afbouwperiode, waarbij geen verrekening van het vermogen plaats vindt.
Op de uittreedsom wordt het aandeel van de uittredende deelnemer in de algemene reserve van het openbaar lichaam op de datum van uittreding in mindering gebracht, voor zover deze algemene reserve het benodigde weerstandsvermogen overschrijdt. Het aandeel in de algemene reserve wordt berekend naar rato van het inwoneraantal van de uittredende deelnemer. Indien er sprake is van een tekort in de algemene reserve ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen wordt de uittreedsom met dit tekort verhoogd overeenkomstig de hiervoor benoemde berekeningswijze.
Onder frictiekosten wordt verstaan alle incidentele kosten in verband met de uittreding van de deelnemer, zoals de kosten van inhuur externe dienstverlening, kosten onderzoek accountant, kosten boventallig primair personeel, kosten opstellen sociaal plan, kosten boventallig decentrale personele overhead, kosten afwaardering activa.
De frictiekosten komen volledig ten laste van de uittredende deelnemer.
Onder desintegratiekosten wordt verstaan alle doorbelaste kosten als gevolg van overcapaciteit in personele en materiele sfeer en andere verplichtingen, die ontstaan als direct gevolg van de uittreding gedurende de in lid 8 genoemde afbouwperiode.
De desintegratiekosten die direct aan de uittredende deelnemer kunnen worden toegerekend, komen integraal voor rekening van de uittredende deelnemer voor de duur van maximaal 5 jaar. Desintegratiekosten die niet direct aan de uittredende deelnemer kunnen worden toegerekend, zoals investeringskosten, afschrijvingskosten, kantoorhuur, salariskosten en inhuur van personeel etc. komen naar rato van de kostenverdeelsleutel als bedoeld in artikel 31 van de regeling, voor rekening van de uittredende deelnemer bij algehele uittreding. Bij gedeeltelijke uittreding komen de desintegratiekosten voor rekening van de uittredende gemeente naar rato van uittreding.
De kosten als bedoeld in lid 11 en lid 12 worden door de accountant van het openbaar lichaam bepaald aan de hand van de jaarrekeningen over de afgelopen 3 jaar voorafgaand aan de datum van uittreding. De beoordeling van de kosten van uittreden wordt gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend zijn op het moment van de daadwerkelijke uittreding.
Met het oog op het vaststellen van de hoogte van de uittreedsom, als bedoeld in het zevende t/m negende lid, vragen de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur gezamenlijk om een bindend advies aan een onafhankelijke externe deskundige. De kosten voor het inschakelen van de externe deskundige zijn, als onderdeel van de frictiekosten, voor rekening van de uittredende deelnemer.
Het dagelijks bestuur van de regeling zorgt er voor dat 1 jaar vóór het tijdstip waarop een evaluatie zal plaatsvinden een signaal uit gaat naar de deelnemers van de regeling, met daarbij een procesbeschrijving over het aandragen van de onderwerpen en, wanneer een stemverhouding ontbreekt, het stemmen daarover.
Gemeenschappelijke regeling GGD Hollands Noorden – toelichting
Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet. Hieronder volgt waar nodig een toelichting op de artikelen. Overal waar ‘hij’ of ‘zijn’ staat, zou ook ‘zij’ of ‘haar’ kunnen staan.
Artikel 4 van deze regeling beschrijft het takenpakket van GGD Hollands Noorden. De Wpg beschrijft de basistaken van gemeenten. Niet alle gemeenten of derden zullen evenveel gebruik maken van het uniforme aanbod. Dit is soms afhankelijk van incidenten (bijvoorbeeld een infectieziekte of crisis op een school), soms van de bevolking (bijvoorbeeld gezondheidsverschillen) of van het beroep dat men doet op GGD Hollands Noorden (bijvoorbeeld specifieke expertise) en de vrije keuze van klanten om gebruik te maken van het aanbod van GGD Hollands Noorden.
Op basis van de Wet op de lijkbezorging is de functie van Gemeentelijk Lijkschouwer belegd bij GGD Hollands Noorden. De Gemeentelijk Lijkschouwers worden daarmee benoemd en ontslagen door de directeur Publieke Gezondheid op basis van mandaat van het dagelijks bestuur.
Hieronder volgen de relevante bepalingen uit de Wet publieke gezondheid, Wet kinderopvang en Wet op de lijkbezorging
Het college van burgemeester en wethouders draagt mede zorg voor het deel van het vaccinatieprogramma dat daartoe bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen. Het college draagt ervoor zorg dat deze wordt uitgevoerd door de organisatie, of onder verantwoordelijkheid van die organisatie, die voor het college de jeugdgezondheidszorg, bedoeld in artikel 5, uitvoert.
Artikel 4 Wet op de lijkbezorging
Burgemeester en wethouders verschaffen gelegenheid tot het doen schouwen van lijken. Zij benoemen een of meer gemeentelijke lijkschouwers.
Artikel 5 Wet op de lijkbezorging
Uitsluitend artsen die als forensisch arts zijn ingeschreven in een daartoe gehouden register, worden benoemd als gemeentelijke lijkschouwer.
Artikelen 10 t/m 12 (Hoofdstuk 4)
In de artikelen 10 t/m 12 zijn de bevoegdheden geregeld. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van GGD Hollands Noorden. Het dagelijks bestuur mandateert een deel van zijn bevoegdheden binnen nadere voorwaarden aan de Directeur Publieke Gezondheid en houdt daarop toezicht. Accountancy en controlling verzekeren de bestuurlijke positie.
Op de mandaatverlening is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, die onder andere bepaalt dat de gemandateerde bevoegdheid wordt uitgeoefend namens het bestuursorgaan. De verantwoordelijkheid voor het in mandaat genomen besluit blijft dus bij het mandaterende orgaan.
Artikel 13 Vergaderingen van het algemeen bestuur
De vergaderfrequentie van het algemeen bestuur volgt de planning- en controlcyclus van GGD Hollands Noorden. Deze cyclus sluit aan bij de beleidscyclus van gemeenten en de spelregels die gemeenten daarvoor opgesteld hebben. Hierdoor kunnen gemeenten tijdig invloed uitoefenen op het beleid en de financiële kaders van GGD Hollands Noorden.
Het algemeen en dagelijks bestuur volgen het VNG-model van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CarUwo) en voor de Stichting Jeugdgezondheidszorg de CAO VVT (Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg).
Hoofdstuk 8 Financiële bepalingen (artikelen 23 t/m 31)
Op de financiële bepalingen zijn de artikel 186 t/m 213 van de Gemeentewet van toepasing. Van belang zijn vooral artikel 186 en de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet.
Artikel 186 van de Gemeentewet stelt dat ‘de begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, het jaarverslag en de jaarrekening ……. Voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven regels’. Voor GGD Hollands Noorden betreft dit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Artikel 212 van de Gemeentewet bespreekt de noodzakelijke verordeningen van het algemeen bestuur voor met name waardering en afschrijving van activa en voor de financieringsfunctie.
Artikel 213 van de Gemeentewet bespreekt vooral de controle op de jaarrekening en de rol van de door het algemeen bestuur benoemde accountant daarbij.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is leidend voor wat betreft de verplichte boekhoudkundige vereisten aan de begroting, meerjarenraming en jaarrekening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-322890.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.