Wijziging gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Breda

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Altena, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Moerdijk, Oosterhout en Zundert de wijziging van de gemeenschappelijke regeling Beschermd Wonen regio Breda hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De wijziging van de gemeenschappelijke regeling treedt in werking met ingang van de dag na deze bekendmaking.

 

Bezwaar of beroep

Tegen het besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke regeling is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst gemeenschappelijke regeling

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Altena, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Moerdijk, Oosterhout en Zundert;

 

besluiten de Gemeenschappelijke Regeling Beschermd Wonen regio Breda te wijzigen als volgt:

 

A

 

Artikel 5, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 4.

    de colleges van de gemeenten verlenen de centrumgemeente mandaat om te besluiten op verzoeken in het kader van de Wet open overheid met betrekking tot beschermd wonen, voor zover deze informatie de taken als genoemd in artikel 4 betreft. De individuele gemeenten besluiten zelf over deze verzoeken voor zover deze informatie op de betreffende gemeente betrekking heeft.

B

 

Artikel 14 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 14 Toetreding

  • 1.

    Een college van een niet-deelnemende gemeente kan een verzoek doen om tot de regeling toe te treden door toezending van een daartoe strekkend besluit van dat college aan het college van de centrumgemeente.

  • 2.

    Toetreding is alleen mogelijk als de colleges van de gemeenten eensluidend instemmen met de toetreding.

  • 3.

    Het plenair overleg kan in voorkomende gevallen extra voorwaarden stellen aan de toetreding. De colleges van de gemeenten verlenen mandaat/volmacht aan het college van de centrumgemeente om in voorkomend geval over de praktische invulling van de toetreding voorwaarden aan de toetreding te verbinden.

  • 4.

    Tenzij bij het besluit tot toetreding anders is bepaald, gaat de toetreding in met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

C

 

Artikel 15 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 15 Uittreding

  • 1.

    Een college van een gemeente kan uittreden door toezending van een daartoe strekkend besluit van dat college aan het college van de centrumgemeente.

  • 2.

    Tenzij de colleges van de gemeenten, inclusief het college van de uittredende gemeente, eensluidend anders hebben besloten, vindt de uittreding plaats op 1 januari van het tweede jaar, volgend op dat waarin het besluit tot uittreding in het gemeenteblad is bekend gemaakt.

  • 3.

    De colleges van de gemeenten, exclusief het college van de uittredende gemeente, besluiten eensluidend over de gevolgen van de uittreding.

  • 4.

    De colleges van de gemeenten verlenen mandaat aan het college van de centrumgemeente om op basis van de uitkomsten van het derde lid, de hoogte van de uittredingskosten vast te stellen en bij beschikking bekend te maken aan het college van de uittredende gemeente.

  • 5.

    Het college van de centrumgemeente doet redelijkerwijs al het mogelijke om de kosten voor het uittredende college en de deelnemende colleges zoveel mogelijk te beperken.

  • 6.

    Het besluit van een gemeenten om het mandaat aan de centrumgemeente in te trekken wordt gezien als een besluit tot uittreding.

D

 

Artikel 17 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 17 Wijziging

  • 1.

    De regeling kan op voorstel van het plenair overleg gemeenten en op voorstel van het college van een gemeente worden gewijzigd bij eensluidende besluiten van de colleges van de gemeenten na verkregen toestemming van hun raden.

  • 2.

    Tenzij bij het besluit tot wijziging anders is bepaald, treedt de wijziging van de regeling in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

E

 

Artikel 18 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 18 Tussentijdse opheffing

  • 1.

    De regeling kan worden opgeheven bij eensluidende besluiten van de colleges van de gemeenten na verkregen toestemming van hun raden.

  • 2.

    Eventuele baten komen ten goede aan de gemeenten, naar rato van hun jaarlijkse bijdrage.

  • 3.

    Tenzij bij het besluit tot opheffing anders is bepaald, treedt de opheffing van de regeling in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

F

 

Artikel 20 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 20 Bekendmaking

Het college van de centrumgemeente wordt aangewezen als gemeentebestuur zoals bedoeld in artikel 26, eerste en tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

 

G

 

Artikel 22 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 22 Archivering

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda draagt zorg voor de archiefbescheiden van de centrumregeling.

  • 2.

    De secretaris van de gemeente Breda is belast met het beheer van de archiefbescheiden van de centrumregeling, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda stelt voorschriften vast voor het beheer van de archiefbescheiden van de centrumregeling, die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht.

  • 4.

    Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de centrumregeling wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Breda.

  • 5.

    Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de centrumregeling, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van de gemeente Breda.

  • 6.

    De archivaris van de gemeente Breda brengt jaarlijks aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda verslag uit over het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de centrumregeling die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 7.

    Het college van burgemeester en wethouders van Breda brengt jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad van de gemeente Breda over de uitoefening van de aan hen opgedragen zorg voor de archiefbescheiden en de uitvoering van het archiefbeheer van de centrumregeling.

  • 8.

    De deelnemers aan de centrumregeling stellen tijdig aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda de archiefbescheiden beschikbaar die nodig zijn voor de uitvoering van de gemandateerde taken.

  • 9.

    In een verklaring van terbeschikkingstelling worden de periode van terbeschikkingstelling en het toezicht op het beheer van de ter beschikking gestelde archiefbescheiden geregeld.

  • 10.

    In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan de terbeschikkingstelling.

Aldus vastgesteld door

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena op 23 april 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda op 28 mei 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen op 2 juli 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur op 2 juli 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg op 24 juni 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk op 9 juli 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout op 11 juni 2024;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert op 2 juli 2024.

Naar boven