Beleidsregel Invorderingsrente

• 1.1 Het percentage.

  Wanneer de gemeente niet automatisch de percentages invorderingsrente van het rijk (lees: Belastingdienst) volgt dan moet het College een besluit nemen over de te hanteren rentepercentages. De hoogte van de percentages kan het College in beginsel zelf vaststellen.

  Vanwege de eenheid van beleid adviseren wij, samen met de VNG en Unie van Waterschappen, om de percentages invorderingsrente van het rijk te volgen.

  In de coronaperiode is het percentage van de te vorderen (te betalen) invorderingsrente vanaf 23 maart 2020 verlaagd van 4,00 naar 0,01. Op 1 juli 2022 is het percentage op 1,00 vastgesteld, op 1 januari 2023 op 2,00, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4,00 op 1 januari 2024

  Het percentage van de te vergoeden invorderingsrente is vanaf 1 juni 2020 gelijk aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een minimum van 4%. Vanaf 1 juni 2020 geldt het percentage van 4, op 1 juli 2023 is het percentage verhoogd naar 6.

  Noot:

  Staatssecretaris Van Rij van Financiën wil per 1 januari 2024 een nieuw systeem voor de invorderingsrente

  invoeren. Momenteel wordt onderzocht welk scenario beleidsmatig het meest wenselijk is. Het kabinet acht het wenselijk om de verschillen te verkleinen tussen het percentage belastingrente (niet van toepassing voor lokale belastingen) en het percentage invorderingsrente als ook tussen de verschillende belastingrente-percentages.

• 1.2 Drempelbedrag bij het vorderen van invorderingsrente

  Artikel 31 Invorderingswet 1990 geeft in combinatie met artikel 231 Gemeentewet aan het College de bevoegdheid om regels te stellen voor de bij de berekening van invorderingsrente toe te passen afrondingen en voor het niet in rekening brengen van invorderingsrente beneden een vastgesteld bedrag. Voorts is in artikel 31 de bevoegdheid opgenomen nadere regels te stellen met betrekking tot een doelmatige invordering van invorderingsrente. Het College moet hiertoe een apart besluit nemen.

  De gemeente Neder-Betuwe kiest er voor om het percentage van de Belastingdienst te volgen en bij het vorderen van invorderingsrente een drempelbedrag te hanteren bij iedere ontvangen betaling.

Het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe;

Gelet op artikel 29 en artikel 31 van de Invorderingswet 1990 en de artikelen 231 en 249 tot en met 257 van de Gemeentewet;

Besluit voor het invorderen van gemeentelijke belastingen:

• 1. dat het percentage van de invorderingsrente het percentage volgt dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 wordt vastgesteld voor verschuldigde rijksbelastingen.

• 2. dat de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing is.

• 3. dat in afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht indien het bedrag aan invorderingsrente per betaling € 30 niet te boven gaat.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.