Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 320401 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 320401 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 2024
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alkmaar, Bergen NH, Castricum, Den Helder, Dijk en Waard, Drechterland, Enkhuizen, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel, ieder voor zover de eigen gemeente bevoegd,
Wet veiligheidsregio’s, de Wet publieke gezondheid, de Wet ambulancezorgvoorzieningen, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet mede gelet op de door elk van de raden der zestien gemeenten in de regio Noord-Holland Noord verleende toestemming als bedoeld in het tweede lid van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
de toestemming van de gemeenteraden van Alkmaar, Bergen NH, Castricum, Den Helder, Dijk en Waard, Drechterland, Enkhuizen, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel, overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen,
de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord met ingang van 1 juli 2024 te wijzigen, waardoor deze komt te luiden als volgt:
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO NOORD-HOLLAND NOORD 2024
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio's wordt in deze regeling verstaan onder:
Doel van de regeling is het gezamenlijk behartigen van belangen, die de schaal van de individuele gemeenten te boven gaan, ten behoeve van de veiligheid van de bevolking in het samenwerkingsgebied.
De Veiligheidsregio sluit zich aan bij:
de stichting risicobeheer veiligheidsregio’s, die door de 25 veiligheidsregio's wordt opgericht en ten behoeve van de besturen van de veiligheidsregio’s activiteiten uitvoert op het thema risicobeheer, waaronder in ieder geval het adviseren rondom ongevallen en schade en het bemiddelen met betrekking tot verzekeringen, in ieder geval ongevallenverzekeringen, en het inkopen ervan;
Het aantal stemmen van een lid van het algemeen bestuur is gerelateerd aan de in de begroting van de Veiligheidsregio voor het betreffende kalenderjaar opgenomen bijdrage, welke is vastgesteld conform artikel 29, tweede tot en met zesde lid van deze regeling. Het percentage van de bijdrage van een deelnemer is dan het daadwerkelijke aantal stemmen dat door een lid van het algemeen bestuur wordt uitgebracht.
Het aantal stemmen per deelnemer, als bedoeld in het tweede lid, wordt jaarlijks door het algemeen bestuur op de eerste vergadering van het jaar vastgesteld aan de hand van de voor dat jaar vastgestelde begroting van de Veiligheidsregio, met dien verstande dat het stemrecht van een deelnemer altijd minder dan 50% van het totale stemrecht bedraagt. Het aantal stemmen wordt afgerond op twee cijfers achter de komma.
Het dagelijks bestuur vergadert jaarlijks tenminste twee maal en voorts zo vaak als de voorzitter dit nodig acht of wanneer een lid van het dagelijks bestuur hem dit schriftelijk verzoekt onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien een vergadering is gevraagd, wordt zij binnen twee weken gehouden.
Artikel 14 Inlichtingen en verantwoording dagelijks bestuur
Een verzoek om inlichtingen te verschaffen en/of verantwoording af te leggen kan uitsluitend worden geweigerd ten aanzien van zaken waaromtrent krachtens artikel 23 van de wet geheimhouding is opgelegd en, voor zover het stukken betreft die aan het algemeen bestuur dan welaan de leden van het algemeen bestuur zijn overgelegd, is bekrachtigd, behoudens na opheffing van de geheimhouding daarvan.
Artikel 16 Actieve informatieplicht van bestuur aan raden
Bij de informatieverstrekking geldt dat:
schriftelijke inlichtingen zendt het bestuur (dagelijks bestuur, dagelijks bestuur en/of voorzitter) rechtstreeks naar en gelijktijdig aan de raden en in cc aan de colleges van de deelnemers. Indien de informatie wordt verstrekt door dagelijks bestuur of voorzitter dan wordt het algemeen bestuur vooraf geïnformeerd.
HOOFDSTUK 3: BEVOEGDHEDEN BESTUURSORGANEN
Artikel 19 bevoegdheden dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is belast met en bevoegd tot:
HOOFDSTUK 4: PERSONEEL EN ORGANISATIE
Artikel 23 Bezoldiging ambtenaren en overig personeel
Het dagelijks bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet de rechtspositie en de bezoldiging van de ambtenaren en het overige personeel in dienst van de Veiligheidsregio, met uitzonding van het personeel dat werkzaam is bij de sector Ambulancezorg.
HOOFDSTUK 5: FINANCIELE BEPALINGEN
Artikel 24 Financiële verantwoordelijkheid
De artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de Veiligheidsregio, voor zover daarvan niet bij of krachtens de wet is afgeweken.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen uiterlijk 25 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Bij het voorstel van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur voegt het dagelijks bestuur een reactienota, waarin gemotiveerd wordt aangegeven op welke wijze de zienswijze wel of niet is verwerkt in dit voorstel.
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling stelt de gemeenteraden voorafgaande aan het vaststellen van de begroting voor 15 juli van het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de begroting geldt schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het vijfde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen uiterlijk 25 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de concept bestemming van het rekeningresultaat naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-jaarrekening zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Artikel 29 Exploitatieresultaat
Bij het vaststellen van de jaarrekening neemt het algemeen bestuur een besluit over de bestemming van het exploitatieresultaat, met inachtneming van artikel 28. De artikelen 198, tweede lid, tot en met 201 Gemeentewet zijn voor zoveel nodig van overeenkomstige toepassing.
Artikel 30 Garantie deelnemers
Voor het betalen van rente en aflossing van geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden staan de deelnemers garant voor zover ter zake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding van de verdeelsystematiek zoals genoemd in artikel 31. Uit deze bepaling voortvloeiende betalingsverplichtingen worden met de deelnemers afgerekend.
Artikel 31 Verdeling der kosten
Voor de vaststelling van deze bijdragen geldt het volgende uitgangspunt: de bijdrage van een deelnemer wordt bepaald naar rato van het bedrag voor het sub cluster brandweer en rampenbestrijding in de algemene uitkering die elke gemeente ontvangt en naar rato van de aanwezige belastingcapaciteit per gemeente. De vaststelling van de bijdrage voor ambulancezorg wordt geregeld in het zevende lid.
De vaststelling van de bijdrage als bedoeld in het eerste lid onder a voor de lasten van ambulancezorg vindt plaats naar rato van het aantal inwoners per de artikel 4, tweede lid genoemde gemeente op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het aantal inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakt bevolkingscijfer aangehouden.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.
Artikel 35 Archiefbewaarplaats
Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.
Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.
HOOFDSTUK 7: WIJZIGING REGELING
Artikel 40 Toetreding of uittreding
Toetreding van gemeenten tot deze regeling of uittreding uit deze regeling is slechts mogelijk na wijziging van de indeling van gemeenten in regio’s zoals vastgelegd in de bijlage bij artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s of na gemeentelijke herindeling op basis van de Wet algemene herindeling (Wet Arhi).
Artikel 41 Voorwaarden uittreding
Een deelnemer kan, tenzij wet- en/of regelgeving zich hiertegen verzet, (geheel of gedeeltelijk) uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van de daartoe strekkende besluiten van de raad en het college van burgemeester en wethouders. De procedure voor uittreding vangt aan op de dag nadat het algemeen bestuur de betreffende besluiten heeft ontvangen.
Van gedeeltelijke uittreding is sprake indien de deelnemer slechts een deel van de door het samenwerkingsverband ten behoeve van alle deelnemers uitgevoerde taken, als bedoeld in artikel 4 van deze regeling, wenst terug te nemen.
Na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde besluiten, komen de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur, uiterlijk 6 maanden voor de datum van uittreding, een concept-uittredingsregeling overeen, welke door de deelnemers wordt vastgesteld, waarbij de belangen van de uittredende deelnemer en die van de achterblijvende deelnemers op reële en evenwichtige wijze worden afgewogen. In de concept-uittredingsregeling worden de personele, juridische, organisatorische en financiële gevolgen, waaronder de gevolgen voor het vermogen, van de uittreding geïnventariseerd, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan, de voorwaarden voor uittreding, de hoogte van de uittreedsom en de overname van personeel en/of overige verplichtingen door de uittredende deelnemer. Indien blijkt dat, als gevolg van een mogelijk verlies aan arbeidsplaatsen, een overleg met de bij de sector betrokken vakbonden noodzakelijk is ten behoeve van het opstellen van een sociaal plan, wordt de conclusie van dit overleg opgenomen in de concept-uittredingsregeling.
Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en de uittredende deelnemer zullen zich inspannen om de nadelige gevolgen van de uittreding voor het openbaar lichaam en de uittredende deelnemer zo veel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door personeel of andere verplichtingen over te nemen of anderszins in stand te doen houden.
Bij het vaststellen van de hoogte van de uittreedsom is het uitgangspunt dat de uittredende deelnemer de reële schade van het openbaar lichaam én de overblijvende deelnemers dient te vergoeden, die rechtstreeks gevolg is van het (gedeeltelijk) uittreden uit de gemeenschappelijke regeling, waarbij bij het bepalen van de hoogte van de schade in beginsel een afbouwperiode van 5 jaar wordt gehanteerd, te rekenen vanaf de datum van uittreding.
De hoogte van de uittreedsom als bedoeld in lid 7 wordt slechts verhoogd indien er sprake is van substantiële langlopende en niet te mitigeren financiële verplichtingen, indien vast staat dat deze zich zullen voor doen én in die becijferde omvang, waarbij de bijdrage in de kosten door de uittredende deelnemer naar rato wordt vastgesteld.
De uittreedsom bestaat uit de zakelijke gerechtvaardigde kosten, te weten de kosten die rechtstreeks ontstaan uit de uittreding (frictiekosten) en de bijdragen aan de overtollige kosten (desintegratiekosten) in de in lid 7 genoemde afbouwperiode, waarbij geen verrekening van het vermogen plaats vindt.
Op de uittreedsom wordt het aandeel van de uittredende deelnemer in de algemene reserve van het openbaar lichaam op de datum van uittreding in mindering gebracht, voor zover deze algemene reserve het benodigde weerstandsvermogen overschrijdt. Het aandeel in de algemene reserve wordt berekend naar rato van het inwoneraantal van de uittredende deelnemer. Indien er sprake is van een tekort in de algemene reserve ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen wordt de uittreedsom met dit tekort verhoogd overeenkomstig de hiervoor benoemde berekeningswijze.
Onder frictiekosten wordt verstaan alle incidentele kosten in verband met de uittreding van de deelnemer, zoals de kosten van inhuur externe dienstverlening, kosten onderzoek accountant, kosten boventallig primair personeel, kosten opstellen sociaal plan, kosten boventallig decentrale personele overhead, kosten afwaardering activa.
De frictiekosten komen volledig ten laste van de uittredende deelnemer.
Onder desintegratiekosten wordt verstaan alle doorbelaste kosten als gevolg van overcapaciteit in personele en materiele sfeer en andere verplichtingen, die ontstaan als direct gevolg van de uittreding gedurende de in lid 7 genoemde afbouwperiode.
De desintegratiekosten die direct aan de uittredende deelnemer kunnen worden toegerekend, komen integraal voor rekening van de uittredende deelnemer voor de duur van maximaal 5 jaar. Desintegratiekosten die niet direct aan de uittredende deelnemer kunnen worden toegerekend, zoals investeringskosten, afschrijvingskosten, kantoorhuur, salariskosten en inhuur van personeel etc. komen naar rato van de kostenverdeelsleutel als bedoel in artikel 31 van de regeling, voor rekening van de uittredende deelnemer bij algehele uittreding. Bij gedeeltelijke uittreding komen de desintegratiekosten voor rekening van de uittredende gemeente naar rato van uittreding.
De kosten als bedoeld in lid 11 en lid 12 worden door de accountant van het openbaar lichaam bepaald aan de hand van de jaarrekeningen over de afgelopen 3 jaar voorafgaand aan de datum van uittreding. De beoordeling van de kosten van uittreden wordt gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend zijn op het moment van de daadwerkelijke uittreding.
Met het oog op het vaststellen van de hoogte van de uittreedsom, als bedoeld in het achtste t/m tiende lid, vragen de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur gezamenlijk om een bindend advies aan een onafhankelijke externe deskundige. De kosten voor het inschakelen van de externe deskundige zijn, als onderdeel van de frictiekosten, voor rekening van de uittredende deelnemer.
Deze regeling kan slechts worden opgeheven na het vervallen van de verplichting tot samenwerking als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s, door een daartoe strekkend besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van tenminste tweederde van het aantal deelnemers, tenminste vertegenwoordigende tweederde van het aantal inwoners van het samenwerkingsgebied.
De geschillencommissie bestaat uit vertegenwoordigers, een aangewezen door elk van de bij het geschil betrokken partijen, alsmede een door deze vertegenwoordigers aangewezen onafhankelijke voorzitter. Partijen kunnen besluiten een reeds bestaande onafhankelijke geschillencommissie te verzoeken advies uit te brengen.
HOOFDSTUK 9: EVALUATIEBEPALING
Het dagelijks bestuur van de regeling zorgt er voor dat 1 jaar vóór het tijdstip waarop een evaluatie zal plaatsvinden een signaal uit gaat naar de deelnemers van de regeling, met daarbij een procesbeschrijving over het aandragen van de onderwerpen en, wanneer een stemverhouding ontbreekt, het stemmen daarover.
Toelichting Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 2024
De Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord wordt met deze wijziging in overeenstemming gebracht met de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De Wgr levert het bestuurlijk-juridisch frame op voor de samenwerking tussen de betrokken gemeenten. In de gemeenschappelijke regeling wordt uitdrukkelijk niet voorzien in het vastleggen van de volledige organisatie ter uitvoering van de ingebrachte samenwerkingstaken. Hiertoe dient een te maken organisatiebesluit.
In de aanhef zijn de colleges van burgemeester en wethouders opgenomen die zullen deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling. Zij zijn immers de besluitende bestuursorganen, welk besluit zij pas kunnen nemen na toestemming van hun gemeenteraad (art. 1 lid 2 Wgr).
De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord is in werking getreden op 1 januari 2004 en laatstelijk gewijzigd per ** datum ** .
In het algemeen bestuur van 13 oktober 2023 is besloten de samenstelling van het dagelijks bestuur te wijzigen van “de voorzitter en vier overige leden” naar “de voorzitter en ten minste twee overige leden”. Hiermee wordt de tekst van de Wgr gevolgd.
De Wgr is met ingang van 1 juli 2022 gewijzigd. Deze wijzigingen moeten met ingang van 1 juli 2024 zijn doorgevoerd in de gemeenschappelijke regeling.
Dit artikel verklaart de begripsbepalingen uit artikel 1 Wvr van toepassing op de gemeenschappelijke regeling. Op die manier wordt voorkomen dat er verschil van interpretatie ontstaat tussen de begrippen in de Wet veiligheidsregio’s en in deze gemeenschappelijke regeling. Daarnaast worden nog enkele andere veel in de gemeenschappelijke regeling voorkomende termen gedefinieerd.
Dit artikel voorziet in de instelling van de Veiligheidsregio, overeenkomstig artikel 9 Wvr. De Veiligheidsregio is een openbaar lichaam in de zin van artikel 8 lid 1 Wgr, en bezit zodoende rechtspersoonlijkheid. Dat betekent onder meer dat het openbaar lichaam privaatrechtelijke rechtshandelingen kan verrichten (art. 2:1 lid 2 en 3 jo. art. 2:5 jo. art. 3:32 BW). De Veiligheidsregio is gevestigd in de gemeente Alkmaar. Artikel 10 lid 3 Wgr schrijft voor dat de gemeenschappelijke regeling de vestigingsplaats van een openbaar lichaam moet aanwijzen. Dat bepaalt onder meer welke bestuursrechter bevoegd is kennis te nemen van beroep tegen besluiten van het bestuur van de Veiligheidsregio.
Conform artikel 10 Wet veiligheidsregio’s heeft de Veiligheidsregio uitvoering aan haar wettelijke taken.
De wettelijk omschreven taken en kwaliteitsnormen uit het Besluit veiligheidsregio’s vormen de basis. De Veiligheidsregio kan andere taken dan bedoeld in het eerste lid, uitoefenen voor of diensten verlenen aan één of meer gemeenten, indien deze daarom verzoeken en het algemeen bestuur daartoe besluit.
De Veiligheidsregio is belast met de uitvoering van alle taken die bij of krachtens de Wet veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid aan de Veiligheidsregio zijn overgedragen. Op grond van de Wet ambulancezorgvoorziening wordt in Veiligheidsregio Noord-Holland Noord in RAV verband ambulancezorg uitgevoerd voor de gemeenten Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel. Door het algemeen bestuur is besloten dat een Zorg- en Veiligheidshuis Noord-Holland Noord in stand wordt gehouden. De veiligheidsregio draagt zorg voor de wettelijke taken, zoals genoemd in artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s.
Artikel 10, tweede lid van de Wgr, bepaalt dat een regeling waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld aangeeft welke bevoegdheden de deelnemende gemeenten aan het openbaar lichaam toekennen; verder is bepaald dat de regeling bepalingen kan inhouden omtrent de wijze waarop verandering kan worden gebracht in de toegekende bevoegdheden.
Bevoegdheden kan een openbaar lichaam in de eerste plaats ontvangen van de deelnemende gemeenten (artikel 30 van de Wgr). Deze worden door de gemeenten overgedragen waarna zij zelf niet langer over deze bevoegdheden beschikken. Naast door gemeenten overgedragen bevoegdheden heeft het openbaar lichaam van rechtswege de bevoegdheid om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen (bijvoorbeeld het verwerven van goederen en het benoemen van personeel). Gemeenten kunnen in de regeling op deze bevoegdheid wel beperkingen aanbrengen (art. 31 van de Wgr).
Tot slot heeft een openbaar lichaam ook de bevoegdheden die annex zijn aan de bevoegdheden die door de gemeenten worden overgedragen, bijvoorbeeld het toepassen van bestuursdwang of het voeren van overleg met derden omtrent een overgedragen bevoegdheid. Ook aan deze annexe bevoegdheden kunnen door de gemeenten in de regeling beperkingen worden gesteld (artikel 31 van de Wgr). De bevoegdheden die de bestuursorganen van de veiligheidsregio toekomen om tot een goede uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 omschreven belangen en taken te kunnen komen, vloeien specifiek voort uit artikel 10 van de Wvr.
Omdat de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) per 1 januari 2020 maakt dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) geen werkgeversvertegenwoordiging voor de Veiligheidsregio kan zijn, is door de veiligheidsregio’s gekozen voor het oprichten van een werkgeversvereniging, die in de positie is om bindende afspraken te maken met de vakbonden over een rechtspositieregeling voor het personeel van de veiligheidsregio’s. De bevoegdheid tot deelname aan deze vereniging is opgenomen in de gemeenschappelijke regeling.
De veiligheidsregio’s hanteren in het kader van goed werkgeverschap een gezamenlijke lijn bij de afhandeling van schades na ongevallen en geven daarbij vorm aan de omslag ‘van verzekerings-denken naar risico-denken’ en ‘van verzekerings-denken naar het denken in aanspraken’. Zij bundelen in onderlinge samenwerking de expertise op het gebied van (ongevallen)verzekeringen en hebben gezamenlijk een krachtiger positie bij het inkopen ervan. Daarnaast hebben de veiligheidsregio’s de mogelijkheid om collectief te voorzien in onverzekerbare risico’s. De activiteiten van de stichtingen kunnen zich binnen het geheel van te verzekeren risico’s uitstrekken tot andere dan de genoemde. De keuze voor een privaatrechtelijke rechtsvorm vloeit mede voort uit de aard van de activiteiten van de stichting risicobeheer veiligheidsregio’s, waarvoor een vergunning nodig is van de Autoriteit Financiële Markten en mede uit de wens om voor de stichting waarborgfonds veiligheidsregio’s een vrijstelling te krijgen van de plicht tot vergunning door de Nederlandsche Bank, waartoe een op te richten rechtspersoon geen winstoogmerk mag hebben. De bevoegdheid tot deelname aan de stichtingen is opgenomen in
de gemeenschappelijke regeling.
In afwijking van artikel 13 lid 6 Wgr bestaat het algemeen bestuur verplicht uit de burgemeesters,
zoals artikel 11 lid 1 Wvr voorschrijft. De burgemeester zit in het algemeen bestuur als vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders, nu de gemeenschappelijke regeling een zogenoemde collegeregeling betreft (zie eerste deel van deze toelichting).
Indien een burgemeester verhinderd is aan de vergadering van het algemeen bestuur deel te nemen, dan kan de locoburgemeester hem overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet vervangen als lid van het algemeen bestuur. De locoburgemeester heeft dan volledig stemrecht in de vergadering van het algemeen bestuur.
De gemeenten binnen het gebied van Noord-Holland Noord zijn verplicht deel te nemen aan de Veiligheidsregio. Dat lidmaatschap niet gekoppeld is aan een persoon maar aan de gemeente zodat als burgemeester aftreedt het lidmaatschap overgaat op zijn opvolger.
In artikel 22, eerste lid van de Wgr is geregeld dat het algemeen bestuur een Reglement van Orde vaststelt. In het Reglement van Orde worden minimaal regels opgenomen met betrekking tot:
Het uitgangspunt is dat het algemeen bestuur ten minste tweemaal maal per jaar vergadert. De voorzitter roept de leden tot de vergadering op en doet hiervan tevens een openbare kennisgeving. Als het quorum (de helft van het aantal leden is aanwezig) bereikt is, kan de vergadering worden geopend.
Het uitgangspunt is dat het algemeen bestuur in het openbaar vergadert, tenzij het algemeen bestuur anders beslist. Dit artikel vloeit voort uit artikel 22 Wgr. In artikel 5, lid 4 van de regeling is de mogelijkheid genoemd dat het algemeen bestuur ook informele bijeenkomsten rond een bepaald thema belegd. Tijdens dergelijke bijeenkomsten vindt geen besluitvorming plaats. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of worden besloten over:
De vergaderingen van het algemeen bestuur worden bijgewoond door de secretaris en directie. De districtschef van de politie en de directeur publieke gezondheid zijn adviseur van het bestuur. Daarnaast worden voor de vergaderingen uitgenodigd de commissaris van de Koning, de hoofdofficier van justitie en de voorzitter van het waterschap binnen welks grondgebied de veiligheidsregio is gelegen.
Het gewicht van de stemmen van de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling verschilt en is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeenten. De verdeelsleutel is gebaseerd op het aandeel van de OOV component, subcluster brandweer en rampenbestrijding binnen de algemene uitkering van het gemeentefonds, en de belastingcapaciteit per gemeente Op deze wijze krijgt het beginsel belang, betaling, zeggenschap een plaats. Het algemeen bestuur stelt ieder jaar in de eerste vergadering het aantal stemmen per deelnemer vast. Het aandeel in percentage is gelijk aan het aantal stemmen.
Dit artikel regelt de samenstelling van het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat op grond van artikel 14 Wgr uit de voorzitter en twee of meer leden. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord heeft op 13 oktober 2023 besloten dat het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en ten minste twee overige leden (totaal zodoende van ten minste drie leden). De leden worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. De leden van het dagelijks bestuur mogen samen nooit de meerderheid in het algemeen bestuur uitmaken.
Een lid van het dagelijks bestuur moet te allen tijde lid van het algemeen bestuur zijn. Verliest hij het lidmaatschap van het algemeen bestuur, dan verliest hij automatisch ook het lidmaatschap van het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur kan een lid van het dagelijks bestuur ook tussentijds ontslag verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet langer bezit. Indien tussentijds een vacature ontstaat wordt door en uit het algemeen bestuur een nieuw lid voor het dagelijks bestuur aangewezen, voor de resterende termijn. Het lid van het algemeen bestuur dat wordt aangewezen als nieuw lid van het dagelijks bestuur hoeft niet van dezelfde gemeente afkomstig te zijn als het lid van het dagelijks bestuur dat tussentijds is opgestapt.
In artikel 22, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen is geregeld dat het dagelijks bestuur een Reglement van Orde vaststelt. In het Reglement van Orde worden minimaal regels opgenomen met betrekking tot:
De voorzitter kan niet geschorst en ontslagen worden door het algemeen bestuur omdat deze zijn positie ontleent aan artikel 11, lid 2 van de Wet veiligheidsregio’s. In dit wetsartikel is vastgelegd dat de voorzitter van een veiligheidsregio bij Koninklijk Besluit wordt benoemd, geschorst en ontslagen.
De voorzitter is krachtens artikel 22 Wet gemeenschappelijk regelingen j° artikel 19 van de Gemeentewet belast met de oproeping voor vergaderingen en heeft zorg voor toezending van agenda en stukken. Ook is hij ervoor verantwoordelijk dat besluiten van beide colleges worden uitgevoerd. Waar het gaat om vertegenwoordiging van de regio, lijkt zijn functie op die van burgemeester bij een gemeente. Ook binnen de Veiligheidsregio is het de voorzitter die de regio vertegenwoordigt bij het voeren van rechtsgedingen of het sluiten van contracten. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemer die partij is in een geding waarbij het lichaam betrokken is, oefent een ander door het dagelijks bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid deze bevoegdheid uit. In eerste aanleg de plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter handhaaft de orde in de vergaderingen op grond van artikel 22 Wet gemeenschappelijke regelingen j° artikel 26 Gemeentewet.
De artikelen 16, 17, 18 en 19 van de Wgr schrijven voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het verstrekken van informatie en het afleggen van verantwoording. Daarbij gaat het zowel om de informatie- en verantwoordingsplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de informatie- en verantwoordingsplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de raden van de deelnemende gemeenten. Een verzoek om inlichtingen te verschaffen en/of verantwoording af te leggen kan uitsluitend worden geweigerd op de gronden vermeld in artikel 10 van de Wet open overheid.
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Binnen de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord wordt de positie van de secretaris vervuld door één van de directieleden. Beide directielieden zijn benoemd als secretaris. De secretaris is bij de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur aanwezig.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
De artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de Veiligheidsregio, voor zover daarvan niet bij of krachtens de wet is afgeweken. Ook het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is van toepassing.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
In deze artikelen zijn bepalingen opgenomen betreffende de kadernota, de begroting en de jaarrekening. Hiervoor gelden met de inwerkingtreding van de gewijzigde Wgr per 1 juli 2022 gewijzigde termijnen. Deze zijn opgenomen en nader uitgewerkt in de artikelen 26, 27 en 28.
Dit artikel behoeft geen toelichting
Voor de verrekening van de uitvoeringskosten geldt als uitgangspunt de verhouding conform de verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage voor het betreffende begrotingsjaar. De verdeelsleutel is gebaseerd op het aandeel van de OOV component, subcluster brandweer en rampenbestrijding binnen de algemene uitkering van het gemeentefonds, en de belastingcapaciteit per gemeente.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
De Wet veiligheidsregio’s bepaalt dat de colleges van de zestien gemeenten binnen de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord een gemeenschappelijke regeling moeten treffen waarbij een veiligheidsregio wordt ingesteld. Het aangaan van deze regeling is dan ook niet vrijwillig. Artikel 9 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat in de gemeenschappelijke regeling wordt vastgelegd hoe wijziging, opheffing, toe- en uittreden geregeld zijn. Toe- en uittreding uit de gemeenschappelijke regeling is alleen mogelijk wanneer bij algemene maatregel van bestuur de indeling van de veiligheidsregio zoals die is opgenomen in de bijlage bij artikel 8 Wet veiligheidsregio’s wordt gewijzigd.
De bedoeling van dit artikel is om geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen eerst op intergemeentelijk niveau te doen beslechten. Dit middels een bemiddelende rol van de Commissaris van de Koning. Mochten de partijen er op dit niveau niet uitkomen, dan staat de weg naar gedeputeerde staten op grond van artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen weer volledig open. Voor de behandeling van klachten is de Veiligheidsregio verplicht een voorziening te treffen.
In dit artikel is, indachtig de wensen van de raden van de 16 gemeenten van VRNHN, in overeenstemming met de Wgr een evaluatiebepaling opgenomen. Deze bepaling is generiek geformuleerd zodat er ruimte ontstaat voor de invulling die aan de evaluatie wordt gegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-320401.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.