Mandaatregeling gemeente Kampen

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Kampen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel met kenmerk 35570-2024;

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 160 en 171 van de Gemeentewet;

gelet op het Organisatiestatuut gemeente Kampen, de Regeling budgetbeheer gemeente Kampen en het Functieboek HR21 Kampen;

besluiten de volgende regeling vast te stellen:

Mandaatregeling gemeente Kampen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

• afdelingshoofd: hoofd van een afdeling belast met de leiding en het beheer van zijn afdeling of de onderwerpen die hij als ambtelijk opdrachtgever onder zich heeft, in het HR21-functieboek aangeduid als Manager I. ;

• Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

• bestuursorgaan: in het kader van deze regeling betreft het het college en de burgemeester;

• burgemeester: de burgemeester van de gemeente Kampen als bestuursorgaan of als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte, als bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet;

• college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen;

• concernmanager: manager die lid is van de directie, of de onderwerpen die hij als ambtelijk opdrachtgever onder zich heeft, in het HR21-functieboek aangeduid als Directeur II;

• directie: de directie van de gemeente Kampen;

• gemeente: de gemeente Kampen als publiekrechtelijk lichaam of als rechtspersoon als bedoeld in boek 2, artikel 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;

• gemeentesecretaris: de gemeentesecretaris, tevens algemeen directeur, van de gemeente Kampen, in het HR21-functieboek aangeduid als Algemeen directeur/ (gemeente)secretaris;

• medewerker: medewerker die werkt onder verantwoordelijkheid van afdelingshoofd of de gemeentesecretaris;

• raad: de gemeenteraad van de gemeente Kampen;

• Regeling budgetbeheer: regeling die de bevoegdheden bepaalt voor het doen van uitgaven binnen een bepaald budget;

• specifieke functionaris: medewerker met wettelijk bepaalde taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 2 Mandaat, volmacht en machtiging

• 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen, als bedoeld in Afdeling 10.1.1 van de Awb;

  • b. volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Awb;

  • c. machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die geen besluit en ook geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

• 2. Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat, dient op grond van artikel 10:12 van de Awb hieronder tevens volmacht en machtiging te worden begrepen.

• 3. In deze regeling wordt de bevoegdheid verleend de daarin genoemde taken uit te oefenen in naam van de mandaatgever, de aangegeven besluiten te nemen in naam van de mandaatgever en deze besluiten ook in naam van de mandaatgever te ondertekenen. Dit met toepassing van de in de bijlagen aangegeven bijzonderheden.

Artikel 3 Structuur omgekeerd mandaat

• 1. Aan de medewerker wordt, voor zover het diens eigen werkterrein betreft, mandaat verleend ten aanzien van de tot zijn afdelingshoofd behorende aangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden genoemd in Bijlage 5.

• 2. Aan het afdelingshoofd wordt, voor zover het diens eigen werkterrein betreft, mandaat verleend ten aanzien van de tot zijn afdeling behorende aangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden genoemd in Bijlage 3 en 4.

• 3. Aan de concernmanager wordt, voor zover het diens eigen werkterrein betreft, mandaat verleend ten aanzien van de tot de directie behorende aangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden genoemd in Bijlage 2.

• 4. Aan de gemeentesecretaris wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden, met uitzondering van de aangelegenheden genoemd in Bijlage 1.

• 5. De in Bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college of de burgemeester.

• 6. Aan de in Bijlage 6 genoemde functies wordt mandaat verleend ten aanzien van de specifieke aangelegenheden benoemd in Bijlage 6.

• 7. Wat op medewerkersniveau in mandaat mag worden besloten, mag ook op management- of collegeniveau worden besloten.

• 8. Indien in een bijlage een specifieke bevoegdheid wordt verleend, gaat deze voor op een algemene bevoegdheid die verleend wordt in een andere of dezelfde bijlage.

Artikel 4 Vervanging gemandateerde bij afwezigheid

• 1. Bij afwezigheid van een medewerker kan een andere medewerker binnen de afdeling in plaats van de afwezige medewerker besluiten.

• 2. Bij afwezigheid van het afdelingshoofd neemt een afdelingshoofd in horizontale lijn de besluitvorming over en bij afwezigheid van laatstgenoemde de concernmanager.

• 3. Bij afwezigheid van de concernmanager neemt de andere concernmanager of de gemeentesecretaris de besluitvorming over.

Artikel 5 Mandaat medewerker

De kwaliteit van de besluiten moet zijn geborgd onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd.

Artikel 6 Specifieke functionaris

De specifieke functionaris heeft, wegens de aard van zijn functie, naast de bevoegdheden als medewerker ook wettelijk bepaalde taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 7 Mandaat externe medewerkers

Medewerkers die niet op grond van een arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam zijn, worden in deze regeling met medewerkers die op grond van een arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam zijn gelijkgesteld.

Artikel 8 Extern mandaat

Mandaten aan externen als bedoeld in artikel 10:9 van de Awb worden intern bijgehouden in een intern register.

Artikel 9 Voorschriften

Het mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming van het Organisatiestatuut gemeente Kampen en de Regeling budgetbeheer gemeente Kampen.

Artikel 10 Ondertekening

Als een bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend, blijkt uit de uitgaande stukken dat het een besluit betreft namens het college of de burgemeester van de gemeente Kampen.

Artikel 11 Slotbepalingen

1. Het Bevoegdhedenbesluit gemeente Kampen wordt ingetrokken.

2. Deze regeling treedt de dag na bekendmaking in werking.

3. Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling gemeente Kampen.

Aldus vastgesteld – ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft – op 18 juni 2024.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

N.J. Middelbos,

secretaris

S. de Rouwe,

burgemeester

De burgemeester van de gemeente Kampen,

S. de Rouwe

Toelichting bij de Mandaatregeling gemeente Kampen

Algemene toelichting

Op grond van de Awb en andere wetten kan een bestuursorgaan anderen opdragen respectievelijk mandateren om namens haar een besluit te nemen. Een besluit is een schriftelijke beslissing die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt, als bedoeld in artikel 1:3 Awb.

In tegenstelling tot delegatie is bij mandaat geen sprake van het overdragen van bevoegdheden, maar van het in opdracht en in naam uitoefenen daarvan. Het bestuursorgaan blijft het bevoegd gezag en blijft over het besluit zeggenschap houden. Het bestuursorgaan is daarmee uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor het besluit.

De gemeente kent drie bestuursorganen: de raad, het college en de burgemeester. Deze mandaatregeling is van toepassing voor het college en voor de burgemeester. De burgemeester is vooral op het gebied van openbare orde en veiligheid als bestuursorgaan bevoegd besluiten te nemen.

Methodiek

De gemeente Kampen wil door verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen vertrouwen in de kwaliteit en de professionaliteit van de medewerker uitstralen. Daarbij gaat de gemeente Kampen er tevens vanuit dat de medewerker omgevingsbewust is. Ook vanuit praktisch oogpunt is het wenselijk om zoveel mogelijk uit te gaan van de autonomie van de medewerker. Dit houdt in dat de medewerker professioneel, deskundig en zelfstandig zijn functie uitoefent.

Om hier uitvoering aan te geven, hanteert deze mandaatregeling het zogenoemd omgekeerd mandaat. Bij omgekeerd mandaat worden alle bevoegdheden van het bestuursorgaan in principe zo laag mogelijk in de organisatie gelegd.

De gemeente Kampen heeft ervoor gekozen dat de medewerker bevoegd is een besluit te nemen als het besluit tot zijn werkterrein behoort. De uitzonderingen op deze algemene regel betreffen de bevoegdheden die niet, of niet verder, worden gemandateerd. Deze bevoegdheden blijven bij het bevoegd gezag of worden gemandateerd tot het niveau van de gemeentesecretaris, de concernmanager of het afdelingshoofd. Onder het bevoegd gezag wordt hier het college of de burgemeester verstaan.

Daarnaast zijn er uitgezonderde bevoegdheden voor extern mandaat en de specifieke functionaris. Bij extern mandaat worden externe organisaties rechtstreeks door het bevoegd gezag gemandateerd. De specifieke functionaris ontleent zijn taken en verantwoordelijkheden rechtstreeks uit de wet. Hieronder vallen in ieder geval medewerkers die als specifieke functionaris zijn aangewezen door het college.

De methodiek van omgekeerd mandaat is tevens van toepassing bij de volmacht en de machtiging. Een volmacht wordt verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals het namens de gemeente aangaan en ondertekenen van een koop- of huurovereenkomst. Een machtiging wordt verleend voor het verrichten van feitelijke handelingen die geen besluit en geen privaatrechtelijke rechtshandeling betreffen, zoals het ondertekenen van een ontvangstbevestiging of een informatieve brief.

Uitgangspunten mandaat

Bij het verlenen van mandaat wordt uitgegaan van het verlenen van bevoegdheden die passen binnen het bestaand beleid. Het vaststellen van nieuw beleid blijft voorbehouden aan het college en de burgemeester.

De gemandateerde maakt, in samenspraak met de portefeuillehouder, in bepaalde concrete gevallen de afweging of in mandaat kan worden besloten, dan wel dat het college of de burgemeester zelf het besluit nemen. Conform de interne werkwijze stemt de gemandateerde dit dan tevens af met zijn leidinggevende. Het zal daarbij vaak gaan om besluiten die politiek of bestuurlijk gevoelig liggen.

Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet (artikel 10:3 van de Awb).

Bij de uitoefening van mandaat door een medewerker geldt als uitgangspunt het vier-ogen-principe, waarbij een andere medewerker of het afdelingshoofd meekijkt met de besluiten die de medewerker neemt. Van dit principe kan worden afgezien bij sterk gestandaardiseerde werkprocessen, dit ter beoordeling van het afdelingshoofd.

Mandaat

Van mandaat is sprake als het bevoegd gezag mandaat verleent. Dit is bepaald in artikel 10:9 van de Awb.

Burgemeester als bestuursorgaan

De burgemeester is als bestuursorgaan bevoegd besluiten te nemen. Deze besluiten hebben vooral betrekking op openbare orde en veiligheid. De burgemeester kan deze bevoegdheden mandateren.

WNRA

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren is op 1 januari 2020 in werking getreden. Hierbij is de ambtenarenrechtspositieregeling CAR/UWO vervangen door een CAO met uitvoeringsregelingen. De consequentie hiervan is dat de eenzijdige bestuursrechtelijke aanstelling van ambtenaren is vervangen door een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst. Deze mandaten/volmachten zijn geïntegreerd in deze mandaatregeling.

Afkortingen van regelgeving

APV: Algemene plaatselijke verordening;

AVG: Algemene verordening gegevensbescherming;

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen;

Gemw.: Gemeentewet;

Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

Pw: Participatiewet

Wet BAG: Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

Wko: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

Woo: Wet open overheid;

Wsw: Wet sociale werkvoorziening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Dit artikel heeft geen toelichting nodig.

Artikel 2 Mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 2, lid 1, sub a.

Bij mandaat draagt het bestuursorgaan, dit is het college of de burgemeester, aan een ander op om namens deze bestuursorganen een bevoegdheid uit te oefenen en daarbij een besluit te nemen. Bij mandaat blijft het bestuursorgaan dat mandaat verleent verantwoordelijk voor het besluit en houdt zij ook zeggenschap over het besluit. Mandaat gaat altijd over het nemen van een bestuursrechtelijk besluit, bijvoorbeeld het verlenen of weigeren van een vergunning of van een subsidie.

Mandaat omvat ook de intrekking en wijziging van een besluit, inclusief de daarin te stellen voorwaarden en voorschriften. Dit tenzij anders aangegeven.

Artikel 2, lid 1, sub b.

Het college is bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente. Deze bevoegdheid staat in artikel 160, lid 1, sub e, van de Gemeentewet. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente als rechtspersoon in en buiten rechte op grond van artikel 171, lid 1, van de Gemeentewet.

De burgemeester kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door de burgemeester aan te wijzen persoon. Dit mag hij doen op grond van artikel 171, lid 2, van de Gemeentewet

Volmacht is het verlenen van bevoegdheid om namens de volmachtgever een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten, zie artikel 3:60, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek. Privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn bijvoorbeeld het aangaan van een onderhoudsovereenkomst, een overeenkomst tot het aanschaffen van boeken, een overeenkomst voor het kopen van grond of een arbeidsovereenkomst.

Artikel 2, lid 1, sub c.

Bij het verstrekken van een machtiging krijgt de gemachtigde de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten. Het ‘bevoegde bestuursorgaan’ is het college of de burgemeester. ‘Feitelijke handelingen’ zijn handelingen die geen besluit en ook geen privaatrechtelijke rechtshandeling betreffen. Een feitelijke handeling is bijvoorbeeld het vertegenwoordigen van het bestuursorgaan bij de bestuursrechter, het ondertekenen van een informatiebrief of het versturen van een ontvangstbevestiging.

Artikel 2, lid 2

Op grond van de schakelbepaling in artikel 10:12 van de Awb beschikt de gemandateerde die bevoegd is tot het verrichten van een bestuursrechtelijke rechtshandeling ook over een volmacht en daarnaast over een machtiging voor het uitvoeren van de betreffende bevoegdheid. De schakelbepaling geldt alleen voor gemandateerden die ondergeschikt zijn aan het college of de burgemeester.

Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat, wordt tevens volmacht en/of machtiging bedoeld.

Artikel 2, lid 3

De bevoegdheid die in deze regeling wordt verleend om besluiten te nemen in naam van de mandaatgever en deze besluiten ook in naam van de mandaatgever te ondertekenen, betreft het zogenoemde beslissingsmandaat. Dit met toepassing van de in de bijlagen aangegeven bijzonderheden.

De bevoegdheid om besluiten in naam van de mandaatgever te ondertekenen, terwijl het besluit door een andere functionaris is genomen, wordt ondertekeningsmandaat genoemd.

Artikel 3 Structuur omgekeerd mandaat

De uitwerking van de verschillende artikelleden gebeurt in de bijlagen bij de mandaatregeling. De functie van de bijlagen is om aan te geven welke bestuursbevoegdheden trapsgewijs bij de betreffende niveaus moeten blijven liggen. Omdat de mandaatgever ook bevoegd blijft het besluit te nemen, is het voor de gemandateerde mogelijk te escaleren naar een manager of het college als daar aanleiding voor is.

Artikel 4 Vervanging gemandateerde bij afwezigheid

Artikel 4, lid 1

De plaatsvervangend medewerker is bij voorkeur een medewerker met een soortgelijke functie of takenpakket.

Artikel 4, lid 2

Vervanging van het afdelingshoofd gebeurt volgens interne werkafspraken.

Artikel 5 Mandaat medewerker

Het afdelingshoofd mandateert alle bevoegdheden aan de medewerkers binnen zijn afdeling. Uitzondering op deze mandatering betreft de bevoegdheden die specifiek aan het afdelingshoofd zijn voorbehouden, welke zijn opgenomen in Bijlage 4 van deze regeling. Wegens de kwaliteitsborging genoemd in artikel 5 kan het afdelingshoofd instructies geven welke specifieke medewerkers bij een bepaalde bevoegdheid zijn gemandateerd, bijvoorbeeld alleen ervaren medewerkers.

Artikel 6 Specifieke functionaris

Deze medewerkers vervullen een specifieke functie en beschikken daarbij over bevoegdheden die rechtstreeks voortvloeien uit de wet. Naast deze bevoegdheden op grond van de wet kan de specifieke functionaris bevoegdheden hebben die aan hem zijn gemandateerd als medewerker.

Voor de gemeente zijn de specifieke functionarissen onder andere de heffings- en invorderingsambtenaar op grond van de Gemeentewet en de belastingwetgeving. Tevens betreft het de leerplichtambtenaar op grond van de Leerplichtwet. Daarnaast betreft het onder andere de BAG-beheerder, de BGT-beheerder, de WKPB-beheerder en de BRO-coördinator.

Artikel 7 Mandaat externe medewerkers

De bepalingen in deze regeling zijn van overeenkomstige toepassing op medewerkers die niet in dienst zijn van de gemeente op grond van een arbeidsovereenkomst, maar wel werken onder verantwoordelijkheid van de gemeente.

Artikel 8 Extern mandaat

Het verlenen van mandaat aan externen als bedoeld in artikel 10:9 van de Awb blijft voorbehouden aan het bevoegde bestuursorgaan, dit is het college of de burgemeester. Deze mandaten berusten op artikel 10:4 van de Awb.

Artikel 9 Voorschriften

In aanvulling op dit artikel volgt uit Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht dat de mandaatgever in alle gevallen voorwaarden kan stellen of instructies kan geven. De mandaatgever kan in voorkomende gevallen ook zelf besluiten. Tot slot kan de mandaatgever de gemandateerde vragen inlichtingen te verstrekken over de besluiten die hij op grond van zijn mandaat heeft genomen.

Artikel 10 Ondertekening

De formele beslissingssituatie en de mandaatverhouding moeten expliciet tot uitdrukking komen in de ondertekening van een in mandaat genomen besluit.

Artikel 11 Slotbepalingen

Dit artikel heeft geen toelichting nodig.

Bijlage 1

Aangelegenheden die blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester.

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publiekrecht

• 1. Het besluit tot het doen van voorstellen aan de raad, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft.

• 2. Het besluiten tot het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie als bedoeld in artikel 160, eerste lid, sub c., van de Gemeentewet (hierna: Gemw.).

• 3. Het besluiten tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en overige besluiten van algemene strekking. Voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

• 4. Indienen van een bezwaar- of beroepschrift namens de gemeente Kampen in een administratieve of gerechtelijke procedure of procedure hoger beroep.

• 5. Het nemen van besluiten op bezwaar op bezwaarschriften gericht aan het college of de burgemeester, als het primaire besluit is genomen door de concernmanager of gemeentesecretaris.

• 6. Het nemen van besluiten op bezwaar, waarbij wordt afgeweken van het advies van de commissie bezwaarschriften.

• 7. Het beslissen op een klacht die is behandeld volgens Afdeling 9.1.2. van de Awb, als de klacht betrekking heeft op de burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris.

• 8. Besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Woo, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s.

• 9. Het besluiten op een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 5, tweede lid en derde lid, van de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade Kampen of artikel 6, zevende lid, van de Verordening nadeelcompensatie gemeente Kampen.

• 10. Het besluiten op aanvragen om nadeelcompensatie of planschade. Voor zover zonder het advies van de adviseur of adviescommissie als het besluit iets anders inhoudt dan buiten behandeling stellen, kennelijke ongegrondheid of afwijzing i.v.m. bagatelschade. Of voor zover in afwijking van het advies van de adviseur of adviescommissie. Of voor zover het gaat om een besluit op een verzoek tot nadeelcompensatie op grond van de Avoi of Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen, indien de compensatie meer dan €100.000 bedraagt.

• 11. Het besluiten omtrent subsidie. Voor zover het besluit niet in overeenstemming is met de Algemene subsidieverordening dan wel beleidsregels en nadere regels die daarop zijn gebaseerd. Of voor zover het besluit niet in overeenstemming is met andere verordeningen, waaruit een aanspraak op subsidie kan voortvloeien.

• 12. Het besluiten tot het verlenen van mandaat aan externen als bedoeld in artikel 10:4 van de Awb.

• 13. Aan de burgemeester blijven voorbehouden het opleggen, intrekken of verlengen van een tijdelijk huisverbod en de lastgeving tot inbewaringstelling krachtens de Wet tijdelijk huisverbod en de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

• 14. Aan de burgemeester blijven voorbehouden de overige in de Gemw. aan hem toegekende bevoegdheden.

• 15. Procesbesluiten en –machtigingen blijven voorbehouden aan de burgemeester.

• 16. Het besluiten tot het kwijtschelden, buiten invordering stellen of oninbaar verklaren van publiekrechtelijke vorderingen.

• 17. Besluiten of en welke geluidwerende maatregelen aan een geluidgevoelig gebouw worden getroffen op basis van artikel 3.52 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

• 18. Het besluiten over het benoemen van een openbare ruimte, voor zover het een straatnaambesluit betreft.

Privaatrecht

Aanbestedingen

• 1. Het besluiten tot inkoop en contractmanagement voor (sociale en andere specifieke) diensten en leveringen boven het Europese drempelbedrag, op het gebied van bedrijfsvoering boven €3.000.000.

• 2. Het besluiten tot inkoop en contractmanagement voor werken en concessies dienstverlening/werken boven de €3.000.000. Alle bedragen excl. BTW.

Overeenkomsten en financiële verplichtingen

• 1. Het besluit tot het aangaan van publiekrechtelijke convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten. Met uitzondering van het besluit tot het aangaan van ‘convenanten vroegsignalering schulden’ met vaste lasten partners volgens het door het college vastgestelde model.

• 2. Het besluiten tot het aangaan van financiële verplichtingen en overeenkomsten buiten de kaders van de gemeentelijke regelgeving en de in de begroting vastgestelde budgetten.

• 3. Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als:

  • a. het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren op grond van de Gemw., omdat de raad daarom heeft gevraagd;

  • b. de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen op grond van de Gemw., omdat die ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

  • c. de raad voorafgaand aan het besluit om informatie daarover heeft gevraagd.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

• 1. Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

• 2. Het besluit tot de aanvaarding of afwijzing van erfstellingen, legaten en schenkingen.

• 3. Het besluit tot het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

• 4. Het besluit tot het kwijtschelden, buiten invordering stellen of oninbaar verklaren van privaatrechtelijke vorderingen.

• 5. Het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van overeenkomsten tot aankoop, verkoop of ruil van onroerende zaken: voor zover niet conform de grondprijzennota, of vanaf een bedrag van €250.000 indien voor de aankoop, verkoop of ruil van de onroerende zaak geen grondprijzennota is vastgesteld.

• 6. Het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van overeenkomsten tot uitgifte van erfpacht, dan wel opstalrecht van onroerende zaken: voor zover niet conform de grondprijzennota, of voor zover de jaarlijkse canon of retributie meer dan €20.000 bedraagt indien voor de uitgifte van erfpacht en opstalrecht van de onroerende zaken geen grondprijzennota is vastgesteld.

• 7. Het besluiten tot het aangaan van een anterieure overeenkomst met een plankostenbijdrage van meer dan €100.000.

• 8. Het besluiten tot erkenning van eigendom van grond door verjaring, voor zover niet passend binnen de kaders van de Nota aanpak oneigenlijk grondgebruik.

B. Personeelsaangelegenheden

• 1. Het nemen van besluiten tot privatisering of tot publiekrechtelijke taakoverheveling.

• 2. Het beslissen ten aanzien van de gemeentesecretaris op grond van de Cao Gemeenten en het Personeelshandboek.

• 3. Het benoemen en aanstellen van de gemeentesecretaris, inclusief het beslissen over arbeidsvoorwaarden en wijziging arbeidsduur.

• 4. Het nemen van reorganisatiebesluiten.

C. Overige aangelegenheden

• 1. Het besluit tot het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Kampen in bestuurlijke en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

• 2. Het besluit tot het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemw.

• 3. Het besluit tot het benoemen van personen in (advies)commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemw.

Bijlage 2

Aangelegenheden die wegens artikel 3, derde lid, van de Mandaatregeling Kampen blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publiekrecht

• 1. De vaststelling van nieuwe modellen van de standaard verwerkingsovereenkomst, model dataleveringsovereenkomst en model geheimhoudingsverklaring in het kader van de AVG.

• 2. Het beslissen op een klacht die is behandeld volgens Afdeling 9.1.2. van de Awb, als de klacht betrekking heeft op een gedraging van de concernmanager.

Privaatrecht

Aanbestedingen

• 1. Het besluiten tot het afwijken van inkoop- en aanbestedingen op het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Kampen, onder andere het toestaan van een lichtere aanbestedingsprocedure dan voorgeschreven bij een opdracht onder de Europese drempels excl. BTW of een dienst ten behoeve van de bedrijfsvoering. Dit op basis van een deugdelijke motivering en advies van een inkoopadviseur.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

• 1. Het nemen van beslissingen en verrichten van (rechts)handelingen betreffende het melden van datalekken aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

B. Personeelsaangelegenheden

• 1. Het beslissen tot het vaststellen van personeelsregelingen, regelingen over de ambtelijke organisatie en het Personeelshandboek.

• 2. Het beslissen ten aanzien van concernmanagers op grond van de Cao Gemeenten en het Personeelshandboek.

• 3. Het beslissen ten aanzien van afdelingshoofden op grond van de Cao Gemeenten en het Personeelshandboek op basis van de taakverdeling met de concernmanagers als bedoeld in artikel 4, lid 6, van het Directiestatuut.

• 4. Het benoemen en aanstellen van concernmanagers, inclusief het beslissen over arbeidsvoorwaarden en wijziging arbeidsduur.

• 5. Het benoemen en aanstellen van afdelingshoofden, waaronder het beslissen over arbeidsvoorwaarden en wijziging arbeidsduur, op basis van de taakverdeling met de concernmanagers als bedoeld in artikel 4, lid 6, van het Directiestatuut.

• 6. Het beslissen ten aanzien van medewerkers over functies en functiewaardering.

• 7. Het beslissen over het opleggen van disciplinaire straffen.

• 8. Het beslissen tot een verbod tot het vervullen van een nevenfunctie.

• 9. Het beslissen over het terugbetalen van schade door een ambtenaar.

• 10. Het beslissen over formatiewijzigingen binnen de concerndirectie en bij de afdelingshoofden.

• 11. Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de Ondernemingsraden.

• 12. Het besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:670b van het BW.

• 13. Het opleggen van ordemaatregelen. Het betreft hierbij:

  • a. het ontzeggen van de toegang tot de kantoren, werkplaatsen of andere arbeidsterreinen, dan wel het verblijf daar;

  • b. het opleggen van een schorsing als bedoeld in artikel 11.4 van de Cao Gemeenten.

• 14. Het opdragen van andere werkzaamheden aan directeuren, in het geval van een GRIP 1 t/m 4 of daarmee vergelijkbare calamiteit.

• 15. Het besluiten over de vaststelling van een bedrijfshulpverleningsplan als bedoeld in artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet.

• 16. Het jaarlijks aanwijzen van verplichte vrije dagen (brugdagen).

Bijlage 3

Aangelegenheden die wegens artikel 3, derde lid, van de Mandaatregeling Kampen blijven voorbehouden aan de concernmanager.

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publiekrecht

• 1. Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten die het afdelingshoofd in mandaat heeft genomen, mits niet wordt afgeweken van het advies van de bezwaarschriftencommissie.

• 2. Het beslissen op een klacht die is behandeld volgens Afdeling 9.1.2. van de Awb, als de klacht betrekking heeft op een gedraging van het afdelingshoofd.

Privaatrecht

Aanbestedingen

• 1. Het besluiten tot inkoop en contractmanagement voor (sociale en andere specifieke) diensten en leveringen van €125.000 tot het Europese Drempelbedrag, op het gebied van bedrijfsvoering tot €3.000.000. Alle bedragen excl. BTW

• 2. Het besluiten tot inkoop en contractmanagement voor werken en concessies dienstverlening/werken van €125.000 tot €3.000.000. Alle bedragen excl. BTW.

B. Personeelsaangelegenheden

• 1. Het beslissen ten aanzien van afdelingshoofden op grond van de Cao Gemeenten en het Personeelshandboek, voor zover niet voorbehouden aan de gemeentesecretaris op basis van de taakverdeling als bedoeld in artikel 4, lid 6, van het Directiestatuut.

• 2. Het benoemen en aanstellen van afdelingshoofden, inclusief het beslissen over arbeidsvoorwaarden en wijziging arbeidsduur, voor zover niet voorbehouden aan de gemeentesecretaris op basis van de taakverdeling als bedoeld in artikel 4, lid 6, van het Directiestatuut.

Bijlage 4

Aangelegenheden die wegens artikel 3, derde lid, van de Mandaatregeling Kampen blijven voorbehouden aan de Directie.

Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Privaatrecht

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

• 1. Het beslissen tot het toekennen van budgetten (FCL) op grond van de Regeling budgetbeheer gemeente Kampen.

• 2. Het aanwijzen van budgethouders op grond van de Regeling budgetbeheer gemeente Kampen.

Bijlage 5

Aangelegenheden die wegens artikel 3, tweede lid, van de Mandaatregeling Kampen blijven voorbehouden aan het afdelingshoofd.

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publiekrecht

• 1. Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten die een medewerker in mandaat heeft genomen, mits niet wordt afgeweken van het advies van de bezwaarschriftencommissie.

• 2. Het vaststellen/indienen van een verweerschrift in een bezwaar- of beroepsprocedure of procedure hoger beroep.

• 3. Vaststellen/indienen van een bezwaar- of beroepschrift in een administratieve of gerechtelijke procedure of procedure hoger beroep.

• 4. Het besluiten over de verschuldigdheid en hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen.

• 5. Het besluiten tot het verrekenen van een geldschuld met een bestaande vordering.

• 6. Het besluiten tot het verlenen van uitstel van betaling.

• 7. Het besluiten een voorschot te verlenen vooruitlopend op de vaststelling van een verplichting tot betaling van een geldsom. Bij de afdelingen Beleid sociaal domein, Bestuursadvisering en Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein ligt deze bevoegdheid echter op medewerkersniveau in het kader van subsidies.

• 8. Het besluiten om op in een beschikking tot verlening van een voorschot een afwijkende termijn van betaling vast te stellen.

• 9. Het besluiten tot het stuiten van de verjaring.

• 10. Het besluiten tot het vaststellen van een subsidieplafond.

• 11. Het besluiten tot het vaststellen van de wijze van verdeling van een beschikbaar bedrag, gezien de vaststelling van een subsidieplafond.

• 12. Het besluiten over het verlenen van een subsidie of over het (ambtshalve) vaststellen van subsidie met de daarbij horende verplichtingen, voor zover van toepassing met in achtneming van een geldend subsidieplafond. Bij de afdeling Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein en de afdeling Beleid fysiek domein ligt deze bevoegdheid echter op medewerkersniveau.

• 13. Het besluiten tot het stellen van een begrotingsvoorbehoud.

• 14. Het besluiten tot het doen van een beroep op een begrotingsvoorbehoud.

• 15. Het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst ter uitvoering van een subsidieverleningsbeschikking. Bij de afdeling Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein en de afdeling Beleid fysiek domein ligt deze bevoegdheid echter op medewerkersniveau.

• 16. Het besluiten op een verzoek tot subsidievaststelling. Bij de afdeling Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein en de afdeling Beleid fysiek domein ligt deze bevoegdheid echter op medewerkersniveau.

• 17. Het besluiten tot intrekking en wijziging van besluiten tot verlening en vaststelling van subsidie.

• 18. Het besluiten tot het toekennen, intrekken of wijzigen van een voorschot van een verleende subsidie. Bij de afdelingen Beleid sociaal domein, Bestuursadvisering, Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein en Beleid fysiek domein ligt deze bevoegdheid echter op medewerkersniveau.

• 19. Het beslissen tot het terugvorderen van onverschuldigd betaalde voorschotten en subsidiebedragen.

• 20. Het schriftelijk kennisgeven van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat toepassing te geven aan de artikelen 4:48 (intrekken/wijzigen subsidieverlening) of 4:49 van de Awb (intrekken/wijzigen subsidievaststelling). Bij de afdeling Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein en de afdeling Beleid fysiek domein ligt deze bevoegdheid echter op medewerkersniveau.

• 21. Het besluiten tot het van toepassing verklaren van afdeling 4.2.8 van de Awb op per boekjaar verstrekte subsidies.

• 22. Het besluiten tot het verlenen van uitstel van betaling in verband met terugvordering van voorschotten en subsidiebedragen.

• 23. Het besluiten tot het indienen van subsidieverzoeken bij derden en de hieruit voortvloeiende of hiermee samenhangende handelingen, zoals het indienen van bezwaar en beroep en indienen van of verweren tegen hoger beroep.

• 24. Het besluiten tot het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten met IMpact op basis van artikel 2.24, sub a., van de Aanbestedingswet.

• 25. Het besluiten tot het aanwijzen van een monument als gemeentelijk monument op basis van de Erfgoedverordening.

• 26. Het besluiten tot het aanwijzen van een medewerker of buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) voor het vaststellen en uitvaardigen van naheffingsaanslagen parkeerbelasting op grond van artikel 231, lid 2, van de Gemeentewet.

• 27. Het op basis van een wettelijk voorschrift besluiten tot het aanwijzen van een toezichthouder.

• 28. Het besluiten tot het aanwijzen van een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa).

• 29. Het besluiten tot het aanwijzen van een havenmeester op basis van de artikel 1.9 van de Havenverordening en artikel 6.2 van de Algemene plaatselijke verordening Kampen.

• 30. Het besluiten tot het aanwijzen van een marktmeester op basis van artikel 12 van de Marktverordening en artikel 6.2. van de Algemene plaatselijke verordening Kampen.

• 31. Het aanwijzen van gemeenteambtenaren belast met heffing en invordering.

• 32. Het aanwijzen van personen op grond van artikel 30 Wet waardering onroerende zaken.

• 33. Het aanwijzen van gemeenteambtenaren als belastingdeurwaarder.

• 34. Het aanwijzen van een gerechtsdeurwaarder of taxateur in verband met de gemeentelijke belastingen en Wet onroerende zaken.

• 35. Het besluiten over de noodzaak van een milieueffectrapportage.

• 36. Het besluiten tot het honoreren of afwijzen van een verzoek tot handhaving.

• 37. Het besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet kinderopvang, de Participatiewet, het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, de Wet inburgering, de Leerplichtwet 1969, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Jeugdwet.

• 38. Het beslissen tot het doen van jaaropgave of het indienen van declaraties aan ministeries binnen het beleidsveld van de afdeling Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein.

• 39. Het beslissen tot het doen van fiscaal aangifte van verstrekte uitkeringen binnen het beleidsveld van de afdeling Inkomen en bedrijfsvoering sociaal domein.

• 40. Het doen van aangifte van sociale zekerheidsfraude en van de weigering tot het verstrekken van inlichtingen door natuurlijke personen en niet-publiekrechtelijke organen.

• 41. Het besluiten op grond van artikel 2.21 Wet hersteloperatie toeslagen.

• 42. Het beslissen om archiefbescheiden te vernietigen die niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht en zijn omschreven in lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden, na het verstrijken van de daarvoor geldende termijnen.

• 43. Het besluiten op grond van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Kampen.

• 44. Het besluiten tot het weigeren van een aanvraag om reisdocumenten.

• 45. Het beslissen tot het vaststellen van vergoedingen op basis van de Verordening vergoeding stembureauleden en -tellers.

• 46. Het beslissen tot benoemen van en verlenen van ontslag aan een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand.

• 47. Het besluiten tot het aanwijzen van een ambtenaar als bedoeld in artikel 2.8, tweede lid, onder e, van de Wet basisregistratie personen (BRP).

• 48. Het benoemen van leden van het centraal stembureau bij een volgende verkiezing en het benoemen van een eventuele vervanger voor die leden.

• 49. Het benoemen van tellers die de leden van het gemeentelijk stembureau bijstaan bij de centrale stemopneming bij een volgende verkiezing.

• 50. Het aanwijzen van de locatie en het bepalen van het aanvangstijdstip van centrale stemopneming bij een volgende verkiezing.

• 51. Het besluiten over het benoemen van een openbare ruimte (met uitzondering van straatnamen) en het toekennen van (huis)nummers.

Privaatrecht

Aanbestedingen

• 1. Het besluiten tot inkoop en contractmanagement voor alle (sociale en andere specifieke) diensten, leveringen, werken, concessies dienstverlening/ werken tot €125.000. Alle bedragen excl. BTW.

Overeenkomsten en financiële verplichtingen

• 1. Het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 160, eerste lid, sub d, van de Gemw.

• a. met uitzondering van:

  • privaatrechtelijke handelingen ten behoeve van bruikleenovereenkomsten voor bloemschalen en ten behoeve van toewijzing van een of meerdere rotonde(-s) aan een sponsor. Met inachtneming van de budgethouders

  • gemeentelijke binnensportacommodaties, voor zover conform de Algemene huurvoorwaarden binnensportaccommodaties gemeente Kampen.

  • de erkenning van verkrijging van eigendom van grond door verjaring, mits passend binnen de kaders van de Nota aanpak oneigenlijk grondgebruik.

• b. voor de volgende onderwerpen beperkt tot:

  • voor zover het gaat om aankoop, verkoop of ruil van onroerende zaken: alleen conform de grondprijzennota, of tot een bedrag van €250.000 indien voor de aankoop, verkoop of ruil van onroerende zaken geen grondprijzennota is vastgesteld.

  • voor de uitgifte van erfpacht en opstalrecht van onroerende zaken: alleen conform de grondprijzennota, of voor zover de jaarlijkse canon of retributie niet meer dan €20.000 bedraagt indien voor de uitgifte van erfpacht en opstalrecht van de onroerende zaken geen grondprijzennota is vastgesteld.

• 2. Het besluiten tot het aangaan van een anterieure overeenkomst, voor zover de overeengekomen plankostenbijdrage ten hoogste €100.000 bedraagt.

• 3. Het beslissen op verzoeken tot nadeelcompensatie op grond van de Avoi en Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Kampen, voor zover de compensatie meer dan €100.000 bedraagt.

• 4. Het in rekening brengen van kosten als bedoeld in artikel 13, derde lid, Avoi.

• 5. Het besluit tot het afwijken van de standaard verwerkingsovereenkomst, het model dataleveringsovereenkomst en het model geheimhoudingsverklaring in het kader van de AVG.

• 6. Het beslissen tot het aangaan van een bruikleenovereenkomst ter uitvoering van een beschikking Wmo.

• 7. Het beslissen tot het tijdelijk verhuren en in gebruik geven van het stadhuis en de Cellesbroederpoort.

Civiele procedures

• 1. Het beslissen om verweer te voeren tegen vorderingen in een civielrechtelijke procedure tegen de gemeente Kampen.

• 2. Het beslissen om eisend op te treden in een civielrechtelijke procedure tegen de gemeente Kampen.

• 3. Het beslissen om eisend en/of verwerend op te treden in hoger beroep en cassatie in vervolg op een civielrechtelijke procedure tegen de gemeente Kampen.

• 4. Het beslissen om last en volmacht te verlenen aan een advocaat om voor en namens de gemeente Kampen op te treden in een civielrechtelijke procedure tegen de gemeente Kampen.

• 5. Het beslissen om volmacht te verlenen aan een medewerker van de gemeente Kampen of een derde om de gemeente Kampen te vertegenwoordigen ter rechtszitting bij de behandeling van civielrechtelijke vorderingen tegen de gemeente Kampen.

• 6. Het beslissen om volmacht te verlenen aan een medewerker van de gemeente Kampen of een derde om de gemeente Kampen te vertegenwoordigen bij een mediation en een mediation- en vaststellingsovereenkomst aan te gaan.

• 7. Het indienen van een verzoek tot instelling van bewind.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

• 1. Het beslissen over het aansprakelijk stellen van derden bij schade aan gemeentelijke eigendommen.

B. Personeelsaangelegenheden

• 1. Het benoemen en aanstellen van medewerkers, inclusief het beslissen over arbeidsvoorwaarden en wijziging arbeidsduur.

• 2. Het beslissen ten aanzien van medewerkers op grond van de Cao Gemeenten en het Personeelshandboek. Bij deze bevoegdheid zijn de coördinator Projecten van de afdeling Bestuursadvisering (voor de duur dat het onderdeel Projecten als subafdeling van de afdeling Bestuursadvisering wordt aangestuurd door een coördinator Projecten), de directeur Stedelijk museum en de gemeentearchivaris met het afdelingshoofd gelijkgesteld.

• 3. Het beslissen over een arbeidsmarkttoelage binnen de in de Cao Gemeenten opgenomen grenzen.

• 4. Het verlenen van ontslag aan medewerkers, inclusief ontslag wegens reorganisatie.

• 5. Het beslissen tot het plaatsen in een functieschaal. Bij deze bevoegdheid zijn de coördinator Projecten van de afdeling Bestuursadvisering (voor de duur dat het onderdeel Projecten als subafdeling van de afdeling Bestuursadvisering wordt aangestuurd door een coördinator Projecten), de directeur Stedelijk museum en de gemeentearchivaris met het afdelingshoofd gelijkgesteld.

• 6. Het beslissen over stage-overeenkomsten. Bij deze bevoegdheid zijn de coördinator Projecten van de afdeling Bestuursadvisering (voor de duur dat het onderdeel Projecten als subafdeling van de afdeling Bestuursadvisering wordt aangestuurd door een coördinator Projecten), de directeur Stedelijk museum en de gemeentearchivaris met het afdelingshoofd gelijkgesteld.

• 7. Het beslissen over het inhuren van externen. Bij deze bevoegdheid zijn de coördinator Projecten van de afdeling Bestuursadvisering (voor de duur dat het onderdeel Projecten als subafdeling van de afdeling Bestuursadvisering wordt aangestuurd door een coördinator Projecten), de directeur Stedelijk museum en de gemeentearchivaris met het afdelingshoofd gelijkgesteld.

• 8. Het beslissen over formatiewijzigingen binnen de afdeling.

• 9. Het beslissen over dienstkleding. Bij deze bevoegdheid zijn de coördinator Projecten van de afdeling Bestuursadvisering (voor de duur dat het onderdeel Projecten als subafdeling van de afdeling Bestuursadvisering wordt aangestuurd door een coördinator Projecten), de directeur Stedelijk museum en de gemeentearchivaris met het afdelingshoofd gelijkgesteld.

Bijlage 6

Aangelegenheden die gemandateerd zijn in specifieke situaties.

Bevoegdheid	Grondslag	Door	Soort	Aan	Bijzonderheden
1. Het m.b.t. een grondexploitatie verstrekken van opdrachten of het besluiten tot aangaan van overeenkomsten voor diensten, leveringen en werken. Dit overeenkomstig de aan een afdelingshoofd verleende bevoegdheden betreffende inkoop en aanbesteding mits passend binnen het vastgestelde fasedocument (RAV GREX c.q. ACTUA GREX)	Artt. 160 en 171 Gemw.	B en w, Burgemeester	Mandaat, volmacht, machtiging	Directielid VOF Reeve namens college	Deze bevoegdheid geldt alleen voor besluiten en handelingen betreffende de VOF Reeve-Kampen.
2. Het m.b.t. een grondexploitatie verstrekken van opdrachten c.q. het besluiten tot aangaan van overeenkomsten voor diensten, leveringen en werken overeenkomstig de aan Directeur II verleende bevoegdheden betreffende inkoop en aanbesteding, mits passend binnen het vastgestelde fasedocument (RAV GREX c.q. ACTUA GREX) (VOF REEVE)	Artt. 160 en 171 Gemw.	B en w, Burgemeester	Mandaat, volmacht, machtiging	Concernmanager	Deze bevoegdheid geldt alleen voor besluiten en handelingen betreffende de VOF Reeve-Kampen.
3. Het vaststellen van grondprijzen voor kavels, mits passend binnen de vastgestelde grondexploitatie	Art. 160 en 171 Gemw	B en W, burgemeester	Mandaat, volmacht	Directielid VOF Reeve namens college	Deze bevoegdheid geldt alleen voor besluiten en handelingen betreffende de VOF Reeve-Kampen.
4. Het besluiten tot het aangaan van koopovereenkomsten van bouwkavels, mits passend binnen de grondexploitatie	art. 160 en 171 GemW	B en W, burgemeester	mandaat, volmacht	Directielid VOF Reeve namens college	Deze bevoegdheid geldt alleen voor besluiten en handelingen betreffende de VOF Reeve-Kampen.
5. Het besluiten tot het verlenen van volmachten voor de leveringen die voortvloeien uit de overeenkomsten genoemd in punt 4 4 (VOF Reeve)	art. 160 en 171 GemW	B en W, burgemeester	mandaat, volmacht	Directielid VOF Reeve namens college	Deze bevoegdheid geldt alleen voor besluiten en handelingen betreffende de VOF Reeve-Kampen.
6. Het besluiten tot het aangaan van: a. een overeenkomst tot aankoop, verkoop en ruil, uitgifte in erfpacht en uitgifte in opstal van onroerende zaken; b. een grondreserverings-overeenkomst; in gebieden waarvoor een grondexploitatie is vastgesteld en de transactie binnen de financiële kaders van de grond-exploitatie valt of conform de grondprijzennota.	art. 160 en 171 GemW, Omgevingswet	B en W, burgemeester	mandaat, volmacht	Programma-manager, in hoedanigheid van ambtelijk opdrachtgever	Onder vorenbedoelde overeenkomst wordt uitdrukkelijk niet begrepen een exploitatieovereen-komst en/of een andere soortgelijke overeenkomst.
7. Het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst tot: - aankoop, verkoop en ruil van onroerende zaken tot een bedrag van €100.000,--; - uitgifte van een erfpacht- dan wel opstalrecht van onroerende zaken, waarvan de waarde in het economisch verkeer ten hoogste €100.000,-- bedraagt; - verkoop en levering van snippergroen conform de grondprijsnota; - vestiging van een zakelijk recht ten behoeve van riolering, kabels en/of leidingen; - verhuur en ingebruikgeving van gemeentelijke woningen.	art. 160 en 171 GemW	B en w, B	mandaat, volmacht	Programma-manager, in hoedanigheid van ambtelijk opdrachtgever
8. Het m.b.t. een grondexploitatie verstrekken van opdrachten c.q. het besluiten tot aangaan van overeenkomsten voor diensten, leveringen en werken overeenkomstig de onder paragraaf 2.1.3 aan een afdelingshoofd verleende bevoegdheden en tot een maximum van € 5.000, mits passend binnen het vastgestelde fasedocument (RAV GREX c.q. ACTUA GREX)	Art. 160 en 171 Gemw	B en W, B	Mandaat, volmacht, machtiging	Projectleider	Deze bevoegdheid geldt alleen voor besluiten en handelingen betreffende de VOF Reeve-Kampen. Met mogelijkheid van vervanging, artikel 4, eerste lid Mandaatregeling.
9. Het namens de gemeente in haar rol van partner in het samen-werkingsverband De Thuisgevers besluiten tot het aangaan van samenwerkings-overeenkomsten met partijen in het werkveld van De Thuisgevers	Artikel 160 Gemw.	B en w	Mandaat	Concernmanager Sociaal Domein
10. Het ondertekenen van de onder 2. bedoelde samen-werkingsovereen-komsten	Artikel 171 Gemw.	Burgemeester	Volmacht	Concernmanager Sociaal Domein of Projectleider I en II van Project De Thuisgevers
11. Het besluiten tot inkoop en contractmanagement voor alle (sociale en andere specifieke) diensten, leveringen, werken, concessies dienstverlening/ werken tot €125.000. Alle bedragen excl. BTW.	Aanbestedingsbesluit en Gids proportionaliteit	B en W, B	Mandaat, volmacht, machtiging	Programmamanager