Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2024, 320359 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2024, 320359 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant 2024
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert de wijziging van de gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant hebben vastgesteld.
De wijziging van de gemeenschappelijke regeling treedt in werking met ingang van de dag na deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke regeling is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Tekst gemeenschappelijke regeling
Wijzigingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert houdende regels omtrent de GGD West-Brabant (Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant)
De colleges van burgemeesters en wethouders van de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht, en Zundert;
onder gelijktijdige intrekking van de huidige Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant vast te stellen, per 1 juli 2024, de
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Waar de regeling artikelen van de Gemeentewet of een andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing verklaart, wordt in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter'.
Hoofdstuk 3 De bestuursorganen
Artikel 6 Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat naast de leden genoemd in lid 1 van dit artikel uit twee leden die het algemeen bestuur aanwijst op grond van hun deskundigheid op het terrein van de publieke gezondheidszorg en/of financiën en bedrijfsvoering. Deze twee leden behoeven geen lid te zijn van het algemeen bestuur of het bestuur van een gemeente en kunnen, als het algemeen bestuur daartoe besluit, een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ontvangen.
Artikel 10 Verantwoording en inlichtingen
Ieder lid van het algemeen bestuur heeft een actieve en passieve informatieplicht. Het algemeen bestuur is verplicht de colleges en/of de raden desgevraagd en in ieder geval binnen zes weken te informeren en inlichtingen te geven over alle zaken over deze regeling. Zij informeert de raad na de vergadering van het algemeen bestuur over de besluiten. De GGD zal hierin de leden van het algemeen bestuur faciliteren;
Elk lid van het algemeen bestuur is aan het college en de raad van de gemeente waarvan het college hem als lid heeft aangewezen verantwoording schuldig voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Hij legt deze verantwoording zo spoedig mogelijk af nadat het college of de raad hem daarom heeft gevraagd.
Artikel 16 Meerjarenbeleidsplan, kaderbrief en begroting
Het algemeen bestuur stelt vierjaarlijks, bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode, een meerjarenbeleidsplan vast waarin de financiële en inhoudelijke vooruitzichten worden uiteengezet. Het stelt voorafgaand aan die vaststelling de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid hun zienswijze op het beleidsplan in te dienen. De jaarlijkse begroting dient te passen binnen deze kaders;
Jaarlijks vóór 1 februari zendt het dagelijks bestuur aan de raden van de deelnemende gemeenten een brief met daarin de algemene financiële en beleidsmatige kaders. In deze brief zijn de door de deelnemende gemeenten gegeven richtlijnen verwerkt. Afwijken van deze richtlijnen kan alleen als het algemeen bestuur hiertoe besluit. Daarnaast bevat de kaderbrief de belangrijkste opgaven voor het komende jaar. Voorstellen voor nieuw beleid, die niet door de deelnemende gemeenten zijn opgenomen in de richtlijnen, worden in deze kaderbrief gedaan en expliciet vermeld als nieuw beleid;
Jaarlijks uiterlijk 1 april zendt het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar, vergezeld van een toelichting, aan de leden van het algemeen bestuur en de raden van de deelnemende gemeenten met het verzoek aan de raden om hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren te brengen;
De zienswijzen van de raden dienen uiterlijk 1 juli door de gemeenschappelijke regeling te zijn ontvangen. Het dagelijks bestuur voegt deze zienswijzen bij de ontwerpbegroting zoals hij deze aanbiedt aan het algemeen bestuur. Daarna stelt het algemeen bestuur de begroting vast. Na de vaststelling door het algemeen bestuur dient de ontwerpbegroting uiterlijk 15 juli aangeboden te worden bij de provincie;
Hoofdstuk 7 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur kan het functioneren van de regeling desgewenst op ieder moment, bij voorkeur in het derde jaar van de AB-bestuursperiode, evalueren en betrekt de raden bij die evaluatie.
Het gemeentebestuur van de gemeente Breda draagt zorg voor bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de regeling, van de besluiten tot wijziging en opheffing van de regeling en van de besluiten tot toetreding en uittreding in de Staatscourant en stuurt deze besluiten naar gedeputeerde staten;
Aldus besloten door
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam, d.d. 3 april 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena d.d. 10 juli 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau d.d. 26 maart 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, d.d. 11 juni 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, d.d. 28 mei 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen, d.d. 2 juli 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur, d.d. 2 juli 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg, d.d. 24 juni 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge, d.d. 26 maart 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk, d.d. 9 juli 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout d.d. 11 juni 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, d.d. 25 juni 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen, d.d. 26 maart 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen, d.d. 11 juni 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht d.d. 24 juni 2024;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert, d.d. 2 juli 2024.
Gemeenschappelijke regeling GGD West-Brabant - toelichting
Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en/of de Gemeentewet. Waar die bepalingen verplicht zijn, staan ze meestal niet in deze regeling. Hieronder volgt een toelichting op enkele artikelen en nadere informatie over enkele punten nadere. Overal waar in de regeling 'hij' of 'zijn' staat, zou ook 'zij' of 'haar' kunnen staan.
De wet zegt dat gemeenten een gezondheidsdienst instellen en in stand houden voor de uitvoering van een aantal taken en dat ze dit doen samen met andere gemeenten. Daarom stellen de gemeenten deze gemeenschappelijke regeling vast. De regeling sluit aan bij de Wet publieke gezondheid (hierna: de wet), die in de plaats kwam van o.a. de Wet collectieve preventie volksgezondheid. De gemeente formuleert zijn gezondheidsbeleid en stuurt de GGD vanuit dat kader aan.
De uitgangspunten bij de vormgeving van de bestuurlijke structuur zijn:
De GGD moet dus genoeg keuzevrijheid bieden en flexibel aansluiten op de lokale wensen. Hij moet ook werken met een slagvaardige bedrijfsvoering, die leidt tot het behalen van de doelen. Daarbij kunnen de gemeenten, via het algemeen bestuur, inhoudelijke kaders stellen en toezichthouden op het beheer van de GGD. Het algemeen bestuur zal zich daarbij vooral richten op de beleidskaders, de begroting en de rekening. Het dagelijks bestuur richt zich vooral op het toezicht op de directie.
Artikel 4 van de regeling sluit aan bij de wettelijke taken en de bepalingen in artikel 14 van de wet:
Artikel 14, Wet Publieke Gezondheid
Ter uitvoering van bij of krachtens deze wet opgedragen taken dragen de colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s, via het treffen van een gemeenschappelijke regeling zorg voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst in die regio.
Met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels, staat het college van burgemeester en wethouders vrij om de uitvoering van de taken of onderdelen van taken, bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, onder h, en 5, tweede lid, onder a tot en met d, over te laten of mede over te laten aan een ander dan de gemeentelijke gezondheidsdienst.
Uit lid 4 van artikel 14 van de wet blijkt een gemeente de jeugdgezondheidszorg ook (mede) kan overlaten aan andere organisaties dan de gemeentelijke gezondheidsdienst. In West-Brabant gebeurt dit in een aantal gemeenten ook, voor de zorg voor de 0- tot 4-jarigen. Voor de andere wettelijke taken staat de koppeling met de GGD in lid 1 van artikel 14. Het algemeen bestuur bepaalt de omvang en de inhoud van het pakket bij de vaststelling van de basistaken en in de (jaarlijkse) begroting.
Daarnaast zijn onderstaande artikelen uit de wet van toepassing op de gemeenschappelijke regeling:
Artikel 2, Wet Publieke Gezondheid
Artikel 5, Wet Publieke Gezondheid
Artikel 6, Wet Publieke Gezondheid
Artikel 8 Het algemeen bestuur
Dit artikel beschrijft onder andere de besluitvorming in het algemeen bestuur. Het streven is: besluiten in consensus, maar toch is, als dat niet lukt, een nauwkeuriger beschrijving nodig. De algemene regel (in lid 2) is gelijk aan de besluitvorming in de gemeenteraad: het algemeen bestuur besluit met (absolute) meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Voor het vaststellen van de begroting moeten die stemmen daarnaast ook de meerderheid vertegenwoordigen van de inwoners van de gemeenten (waarvan de leden hun stem uitbrachten). Daardoor weegt in die besluiten ook het financieel belang van elke gemeente mee.
Artikel 12 Inwonerparticipatie
De inwonerparticipatie wordt voor het grootste deel weggelegd bij de deelnemende gemeenteraden. Deze optie voldoet het meest aan de wens om de inspraak te laten verlopen via het orgaan met de meeste democratische legitimiteit.
Artikel 194 en 195 van de Gemeentewet luiden:
Gedeputeerde staten dragen zo nodig aan de bevoegde gemeenteambtenaar de betaling op ten laste van de gemeente van hetgeen als verplichte uitgaaf op de begroting is gebracht.
Artikel 16 Meerjarenbeleidsplan, kaderbrief en begroting
Vóór de begroting stelt het algemeen bestuur een kadernota vast. Hierin staan de hoofdlijnen van het beleid voor de komende jaren en de globale financiële gevolgen daarvan. Het algemeen bestuur bespreekt deze nota in april. Gemeenten kunnen hierdoor tijdig invloed uitoefenen. Daarnaast stelt het dagelijks bestuur in december een beheersbegroting vast, die de middeleninzet beschrijft van personeel, huisvesting en kapitaallasten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-320359.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.