Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 320264 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 320264 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Zaffier
De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heiloo, Dijk en Waard en Uitgeest,
Genoemde gemeenten de mogelijkheden willen optimaliseren om mensen naar vermogen deel te laten nemen in de samenleving en perspectief te bieden op deelname
Genoemde gemeenten daartoe de Participatiewet gezamenlijk willen uitvoeren met behulp van één regionale uitvoeringsorganisatie en daartoe afspraken hebben gemaakt zoals vastgelegd in het Eindrapport Bouwen aan Zaffier 2021
De Gemeenschappelijke regeling Zaffier met ingang van 1 juli 2024 te wijzigen waardoor de tekst luidt als volgt:
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
De wetten: De Wet sociale werkvoorziening, de Participatiewet en het daarop gebaseerde Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Wet inburgering 2021, zoals deze wetten en regelingen nu luiden of gaan luiden in de toekomst; hieronder worden mede begrepen de op hiervoor genoemde Wetten gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, ministeriele besluiten en uitvoeringsvoorschriften evenals verordeningen, overige algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels van de gemeenten;
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, worden in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris onderscheidenlijk gelezen Zaffier, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter en de secretaris.
Zaffier heeft tot doel, met inachtneming van hetgeen hierover in de regeling is bepaald, om door een efficiënte en effectieve uitvoering van de Wetten en het gemeentelijke minimabeleid de belangen van de gemeenten gezamenlijk, en ieder afzonderlijk, te behartigen op het gebied van inburgering, arbeidsparticipatie, sociale werkvoorziening en beschut werk, het behoud, herstel en bevorderen van arbeidsbekwaamheid, alsmede voor het in dienst nemen van c.q. (bevorderen van) uitstroom naar arbeidsplaatsen bij andere werkgevers van personen met een arbeidsbeperking, arbeidsintegratie en, indien nodig, financiële inkomensondersteuning, schuldhulpverlening, bestrijding van armoede en het bevorderen van participatie in het maatschappelijk en sociale leven.
Artikel 4 Taken en overdracht bevoegdheden
Zaffier kan aan andere organen of rechtspersonen dan de deelnemende gemeenten (derden) diensten verlenen, binnen het belang en het doel van Zaffier als bedoeld in artikel 3, met dien verstande dat de omvang van deze taken niet meer mag bedragen dat toelaatbaar is op basis van de criteria voor inbesteding volgens het geldende aanbestedingsregime.
Artikel 7 Samenstelling Algemeen Bestuur
De colleges wijzen uit hun midden ieder twee leden van het Algemeen Bestuur aan. De colleges kunnen voor ieder lid tevens één plaatsvervangend lid uit hun midden aanwijzen, dat het lid bij verhindering of ontstentenis vervangt. Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het Algemeen Bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangend lid.
De aanwijzing van de leden van het Algemeen Bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van de colleges der gemeenten in de nieuwe samenstelling. Wanneer een college hieraan niet voldoet, blijft het lid uit het desbetreffende college zijn lidmaatschap van het Algemeen Bestuur vervullen totdat de opvolger is aangewezen.
De voorzitter is voorzitter van zowel het Algemeen Bestuur, als het en wordt door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aangewezen voor de duur van hun zittingsperiode. Hij blijft zijn functie waarnemen totdat in zijn opvolging is voorzien. Uit de overige leden van het Dagelijks Bestuur, zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, wordt een plaatsvervangend voorzitter aangewezen.
Artikel 9 Werkwijze van het Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en verder zo dikwijls de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt of indien dit door tenminste drie leden van het Algemeen Bestuur schriftelijk en onder opgave van redenen wordt gevraagd. In het laatste geval wordt de vergadering binnen drie weken gehouden.
Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter of de secretaris in het bestuur worden deze vervangen door de vicevoorzitter, respectievelijk de plaatsvervangend secretaris. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter, de (plaatsvervangend) secretaris en de vicevoorzitter wijst het Algemeen Bestuur één van zijn leden aan die de voorzitter vervangt.
Een vergadering van het Algemeen Bestuur wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van de zitting hebbende leden aanwezig is. Indien dit niet het geval is, wordt door de voorzitter een nieuwe vergadering uitgeschreven binnen veertien dagen te houden tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping c.q. de oproeping per e‐mail is gelegen. Het Algemeen Bestuur kan alleen over andere zaken dan de in de eerste vergadering vermelde zaken beraadslagen en besluiten indien blijkens de presentielijst meer dan helft van de zitting hebbende leden aanwezig is.
Wanneer ten aanzien van zaken geen der leden stemming vraagt, wordt aangenomen dat conform het voorstel is besloten.
Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen dient steeds tot stemming te worden overgegaan, tenzij het Algemeen Bestuur unaniem besluit van stemming af te zien. Alsdan wordt, evenals ten aanzien van zaken, aangenomen dat conform het voorstel is besloten.
Indien tot stemming wordt overgegaan, worden alle zaken mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ondertekende briefjes.
Bij staking van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld. In deze vergadering wordt bij staking van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Bij staking van stemmen over personen wordt een herstemming gehouden, indien de stemmen bij herstemming staken, beslist terstond het lot.
Om de raden van de deelnemende gemeenten in staat te stellen tijdig hun zienswijzen over belangrijke besluiten te geven worden de concepten daarvan aangeboden tenminste acht weken voordat over deze besluiten in het Algemeen Bestuur wordt beraadslaagd of besloten. De vertegenwoordigende organen kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun gevoelens en bezwaren omtrent het voorstel indienen. Het Dagelijks Bestuur zendt de zienswijzen aan het Algemeen Bestuur, waarbij het Dagelijks Bestuur een advies omtrent de zienswijzen kan toevoegen.
Artikel 10 Openbaarheid vergaderingen
De deuren worden gesloten wanneer tenminste één vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of als de voorzitter dat nodig oordeelt. Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Omtrent de geheimhouding is het bepaalde in artikel 23 Wgr van toepassing. Alleen de leden van het Algemeen Bestuur zijn gerechtigd een besloten vergadering bij te wonen, tenzij door het Algemeen Bestuur in besloten vergadering anders wordt beslist. Van een besloten vergadering worden afzonderlijke notulen opgesteld.
Het Algemeen Bestuur stelt een Reglement van Orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden. Het reglement en eventuele besluiten ter zake daarin aan te brengen wijzigingen, brengt het Algemeen Bestuur zo spoedig mogelijk ter kennis van de gemeentebesturen.
Artikel 12 Samenstelling Dagelijks Bestuur
Naast de in het eerste lid bedoelde leden kunnen door het Algemeen Bestuur andere leden worden benoemd, indien vanwege kennis van, ervaring in en/of betrokkenheid bij het bedrijfsleven een waardevolle bijdrage tot de uitvoering van doel‐ en taakstelling van Zaffier mag worden verwacht. Deze leden worden aangewezen van buiten de kring van het Algemeen Bestuur.
De zittingsduur van de leden van het Dagelijks Bestuur is gelijk aan die van het Algemeen Bestuur. Artikel 7, vierde lid is op hen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan een op grond van dit artikel benoemd lid tussentijds ontslag wordt verleend indien hij de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij is benoemd.
Het Dagelijks Bestuur stelt een Reglement van Orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden. Het reglement en eventueel daarin aan te brengen wijzigingen, brengt het Dagelijks Bestuur zo spoedig mogelijk ter kennis van het Algemeen Bestuur en van de gemeentebesturen. Het reglement van orde voor de vergaderingen kan regels geven omtrent de openbaarheid van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 15 Verantwoording en informatieplicht
Relatie Dagelijks Bestuur – Algemeen Bestuur
Relatie Algemeen Bestuur – Colleges en Raden
Als onderdeel van de informatieplicht van het Algemeen Bestuur, als bedoeld in het tiende lid, stuurt het bestuur tweemaal per jaar een bestuursrapportage aan de raden van de deelnemende gemeenten. De bestuursrapportage is gebaseerd op de begroting en geeft een toelichting op de voortgang van de realisatie van de doelstellingen en een toelichting op de afwijkingen op de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. De rapportage gaat in op nieuwe ontwikkelingen, het financieel perspectief, de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de bedrijfsvoering.
Het bestuur van het openbaar lichaam verstrekt de raden van de deelnemers de inlichtingen die de raden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
Bij de informatieverstrekking geldt dat:
schriftelijke inlichtingen zendt het bestuur (Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur en/of voorzitter) rechtstreeks naar en gelijktijdig aan de raden (en staten) en in cc aan de colleges van de deelnemers. Indien de informatie wordt verstrekt door Dagelijks Bestuur of voorzitter dan wordt het Algemeen Bestuur vooraf geïnformeerd.
Artikel 16 Taken/bevoegdheden van het bestuur
Voor zover in deze regeling niet anders is bepaald, behoren aan het Dagelijks Bestuur de volgende taken en bevoegdheden:
te besluiten namens het openbaar lichaam, het Dagelijks Bestuur of het Algemeen Bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het Algemeen Bestuur, voor zover het Algemeen Bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
Hoofdstuk 3 Cliëntenraad, commissies en participatie
De raden van de gemeenten hebben cliëntenraden ingesteld, ten aanzien waarvan bij verordening regels worden, c.q. zijn gesteld.
Het Algemeen Bestuur kan commissies van advies instellen, alsmede commissies ter behartiging van bepaalde belangen. Het Algemeen Bestuur bepaalt daarbij welke bevoegdheden aan de commissies worden toegekend en op welke wijze deze worden samengesteld.
Het Algemeen Bestuur regelt de samenstelling van de commissie en kan een lid van het Dagelijks Bestuur aanwijzen dat voorzitter is van een commissie als bedoeld in dit artikellid.
Het Algemeen Bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie met het oog op de behartiging van bepaalde belangen, dan nadat de raden van de gemeenten van dit voornemen op de hoogte zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen.
Artikel 20a Gemeenschappelijke adviescommissie van raadsleden
Op voorstel van de raden van de deelnemende gemeenten gezamenlijk stelt het Algemeen Bestuur een gemeenschappelijke adviescommissie in die het Algemeen Bestuur van advies kan voorzien, de besluitvorming van de raden van de deelnemende gemeenten met betrekking tot de regeling kan voorbereiden of de raden van advies kan voorzien.
De leden van de gemeenschappelijke adviescommissie kunnen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen. De hoogte van de vergoeding staat in redelijke verhouding tot de aan het lidmaatschap van de gemeenschappelijke adviescommissie verbonden werkzaamheden, mede rekening houdende met de vergoeding voor werkzaamheden welke het lid ontvangt uit hoofde van zijn lidmaatschap van de raad. De artikelen 96, tweede en derde lid, tweede zin, 98 en 99 van de Gemeentewet, alsmede de op grond daarvan gestelde nadere regels, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Financiële bepalingen
Artikel 21 Voorschriften financieel beheer
De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien in de aanwijzing van één of meer accountants, belast met het onderzoek van jaarrekening alsmede met het ter zake uitbrengen van een verslag, dat - behalve de verklaring bij de jaarrekening - bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling stelt de raden voorafgaande aan het vaststellen van de algemene financiële en beleidsmatige kaders schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het tweede lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 22 Begroting en jaarrekening
Het Dagelijks Bestuur zendt uiterlijk 15 april voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient de conceptbegroting met toelichting en een meerjarenraming met toelichting voor tenminste drie op het begrotingsjaar volgende jaren voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het Dagelijks Bestuur zendt gelijktijdig met de conceptbegroting de conceptjaarrekening van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling stelt de gemeenteraden voorafgaande aan het vaststellen van de begroting voor 15 juli schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 23 Bijdragen gemeenten
Het Algemeen Bestuur stelt bij unanimiteit een bijdrageverordening vast, waarin in ieder geval wordt geregeld op welke wijze en in welke mate de gemeenten financieel bijdragen aan de middelen voor de instandhouding van Zaffier, overeenkomstig de inbreng van budgetten zoals overeengekomen in het Eindrapport Bouwen aan Zaffier.
Artikel 24 Samenstelling geldmiddelen en financieringsmiddelen
De gemeenten waarborgen de voldoening van de rente, aflossing en kosten van de door Zaffier te sluiten vaste geldleningen, alsmede van gelden die Zaffier in rekening‐courant of bij wijze van kasgeldleningen zal opnemen, naar evenredigheid van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar waarin de overeenkomst voor de desbetreffende transactie wordt gesloten.
Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het Dagelijks Bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 of nadien gewijzigd, de archivaris van het Regionaal Historisch Centrum Alkmaar belast. Met betrekking tot dit toezicht bevat de verordening bedoeld in het tweede lid de nodige bepalingen.
Een deelnemer kan (geheel of gedeeltelijk) uittreden door toezending aan het Algemeen Bestuur van de daartoe strekkende besluiten van de raad en het college van burgemeester en wethouders. De procedure voor uittreding vangt aan op de dag nadat het Algemeen Bestuur de betreffende besluiten heeft ontvangen.
Van gedeeltelijke uittreding is sprake indien de deelnemer slechts een deel van de door het samenwerkingsverband ten behoeve van alle deelnemers uitgevoerde taken, als bedoeld in artikel 4 van deze regeling, wenst terug te nemen.
Na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde besluiten, komen de uittredende deelnemer en het Dagelijks Bestuur, uiterlijk 6 maanden voor de datum van uittreding, een concept-uittredingsregeling overeen, welke door de deelnemers wordt vastgesteld, waarbij de belangen van de uittredende deelnemer en die van de achterblijvende deelnemers op reële en evenwichtige wijze worden afgewogen. In de concept-uittredingsregeling worden de personele, juridische, organisatorische en financiële gevolgen, waaronder de gevolgen voor het vermogen, van de uittreding geïnventariseerd, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan, de voorwaarden voor uittreding, de hoogte van de uittreedsom en de overname van personeel en/of overige verplichtingen door de uittredende deelnemer. Indien blijkt dat, als gevolg van een mogelijk verlies aan arbeidsplaatsen, een overleg met de bij de sector betrokken vakbonden noodzakelijk is ten behoeve van het opstellen van een sociaal plan, wordt de conclusie van dit overleg opgenomen in de concept-uittredingsregeling.
Indien het Algemeen Bestuur constateert dat de besluiten tot uittreding van de bestuursorganen van de deelnemer de vraag oproepen of continuering van de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling Zaffier redelijkerwijs nog wel mogelijk is, doet zij de deelnemers een voorstel tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Zaffier als bedoeld in artikel 31 van deze regeling.
Bij het vaststellen van de hoogte van de uittreedsom is het uitgangspunt dat de uittredende deelnemer de reële schade van het openbaar lichaam én de overblijvende deelnemers dient te vergoeden, die rechtstreeks gevolg is van het (gedeeltelijk) uittreden uit de gemeenschappelijke regeling, waarbij bij het bepalen van de hoogte van de schade in beginsel een afbouwperiode van 5 jaar wordt gehanteerd, te rekenen vanaf de datum van uittreding.
De hoogte van de uittreedsom als bedoeld in lid 8 wordt slechts verhoogd indien er sprake is van substantiële langlopende en niet te mitigeren financiële verplichtingen, indien vast staat dat deze zich zullen voor doen én in die becijferde omvang, waarbij de bijdrage in de kosten door de uittredende deelnemer naar rato wordt vastgesteld.
De uittreedsom bestaat uit de zakelijke gerechtvaardigde kosten, te weten de kosten die rechtstreeks ontstaan uit de uittreding (frictiekosten) en de bijdragen aan de overtollige kosten (desintegratiekosten) in de in lid 8 genoemde afbouwperiode, waarbij geen verrekening van het vermogen plaats vindt.
Op de uittreedsom wordt het aandeel van de uittredende deelnemer in de algemene reserve van het openbaar lichaam op de datum van uittreding in mindering gebracht, voor zover deze algemene reserve het benodigde weerstandsvermogen overschrijdt. Het aandeel in de algemene reserve wordt berekend naar rato van het inwoneraantal van de uittredende deelnemer. Indien er sprake is van een tekort in de algemene reserve ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen wordt de uittreedsom met dit tekort verhoogd overeenkomstig de hiervoor benoemde berekeningswijze.
Onder frictiekosten wordt verstaan alle incidentele kosten in verband met de uittreding van de deelnemer, zoals de kosten van inhuur externe dienstverlening, kosten onderzoek accountant, kosten boventallig primair personeel, kosten opstellen sociaal plan, kosten boventallig decentrale personele overhead, kosten afwaardering activa.
De frictiekosten komen volledig ten laste van de uittredende deelnemer.
Onder desintegratiekosten wordt verstaan alle doorbelaste kosten als gevolg van overcapaciteit in personele en materiele sfeer en andere verplichtingen, die ontstaan als direct gevolg van de uittreding gedurende de in lid 8 genoemde afbouwperiode.
De desintegratiekosten die direct aan de uittredende deelnemer kunnen worden toegerekend, komen integraal voor rekening van de uittredende deelnemer voor de duur van maximaal 5 jaar. Desintegratiekosten die niet direct aan de uittredende deelnemer kunnen worden toegerekend, zoals investeringskosten, afschrijvingskosten, kantoorhuur, salariskosten en inhuur van personeel etc. komen naar rato van de kostenverdeelsleutel als bedoel in artikel 23 van de regeling, voor rekening van de uittredende deelnemer bij algehele uittreding. Bij gedeeltelijke uittreding komen de desintegratiekosten voor rekening van de uittredende gemeente naar rato van uittreding.
De kosten als bedoeld in lid 12 en lid 13 worden door de accountant van het openbaar lichaam bepaald aan de hand van de jaarrekeningen over de afgelopen 3 jaar voorafgaand aan de datum van uittreding. De beoordeling van de kosten van uittreden wordt gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend zijn op het moment van de daadwerkelijke uittreding.
Met het oog op het vaststellen van de hoogte van de uittreedsom, als bedoeld in het achtste tot en met tiende lid, vragen de uittredende deelnemer en het Dagelijks Bestuur gezamenlijk om een bindend advies aan een onafhankelijke externe deskundige. De kosten voor het inschakelen van de externe deskundige zijn, als onderdeel van de frictiekosten, voor rekening van de uittredende deelnemer.
Artikel 30 Evaluatie gemeenschappelijke regeling
Het Dagelijks Bestuur van de regeling zorgt er voor dat 1 jaar vóór het tijdstip waarop een evaluatie zal plaatsvinden een signaal uit gaat naar de deelnemers van de regeling, met daarbij een procesbeschrijving over het aandragen van de onderwerpen en, wanneer een stemverhouding ontbreekt, het stemmen daarover.
Artikel 31 Opheffing en liquidatie
Het Dagelijks Bestuur zal, nadat tot opheffing besloten is, overgaan tot de voorbereiding van de liquidatie van Zaffier en stelt daartoe zo spoedig mogelijk een ontwerp liquidatieplan op. Het liquidatieplan wordt ‐ nadat de raden van de gemeenten zijn gehoord ‐ vastgesteld door het Algemeen Bestuur. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.
De verordeningen en regelingen en de (onder)mandaatbesluiten zoals vastgesteld en genomen door het Algemeen Bestuur onderscheidenlijk het Dagelijks Bestuur, onderscheidenlijk de directie van het Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland blijven van kracht tot dat het Algemeen Bestuur onderscheidenlijk het Dagelijks Bestuur van Zaffier, onderscheidenlijk de directie besluit deze verordeningen en regelingen en de (onder)mandaatbesluiten in te trekken of te wijzigen.
De voor de deelnemers geldende gemeentelijke voorschriften en beleidsregels betreffende de bij deze regeling gedelegeerde bevoegdheden, gelegen op het werkgebied van de bedrijfsvoeringsorganisatie Halte werk en van de werkorganisatie BUCH behouden hun rechtskracht, totdat het Algemeen Bestuur onderscheidenlijk het Dagelijks Bestuur van Zaffier, deze voorschriften wijzigt of intrekt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-320264.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.