Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie ten behoeve van ontmoetingsactiviteiten en lichte ondersteuning van inwoners (Subsidieregeling stedelijke ontmoetingsactiviteiten en lichte ondersteuning)

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota Beleidskader Amersfoort Inclusieve Stad 2021-2026 d.d. 23 maart 2021;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat aan de bestuurder van de Stichting Beweging 3.0 de uitvoering van de Subsidieregeling stedelijke ontmoetingsactiviteiten en lichte ondersteuning van inwoners binnen het hierin vastgelegde kader zal worden gemandateerd;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die op stedelijk niveau – in aanvulling op de wijkgerichte activiteiten die worden gestimuleerd via de subsidieregelingen wijkgerichte activiteiten – bijdragen aan het realiseren van de doelen van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA);

overwegende dat het gewenst is het netwerk van formele en informele voorzieningen en verbanden in de stad (de sociale basisinfrastructuur) te versterken en vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen bij hun waardevolle inzet;

overwegende dat het gewenst is laagdrempelige activiteiten te stimuleren voor de inwoners van Amersfoort die invulling geven aan ontmoeting, informatie en advies of lichte vormen van ondersteuning voor inwoners;

overwegende dat het uitgangspunt is dat er altijd professionals aanwezig zijn in een wijk die zorg dragen voor de drie functies in de sociale basisinfrastructuur (advies en informatie, ontmoeting en lichte vormen van ondersteuning en toerusting) en het gewenst is activiteiten te ondersteunen, in aanvulling op (en in samenwerking met) de inzet van deze professionals;

overwegende dat het uitgangspunt is ‘wijkgericht, tenzij’, maar dat het voor een combinatie van thema en functie het stedelijke schaalniveau meer passend is, vanwege efficiency of de kenmerken van de doelgroep;

overwegende dat binnen het kader van deze subsidieregeling alle partijen in de stad samen zorgen voor een toegankelijke, inclusieve, discriminatievrije, diverse stad;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

• b. inloopvoorziening: een ruimte binnen een ontmoetingsplek waar inwoners elkaar vrij toegankelijk en laagdrempelig kunnen ontmoeten en waar inwoners informatie en advies kunnen krijgen. Dat zijn dus niet activiteiten waarvoor inwoners zich moeten opgeven of waar kosten aan verbonden zitten;

• c. kernpartners: Indebuurt033 (stichting Welzin), SRO, GGDrU, Sociaal Wijkteam Amersfoort, Stadsring 51 en ABC;

• d. lichte vormen van ondersteuning: het mensen helpen om hun leven op orde te krijgen of houden, uitgevoerd met behulp van inzet van vrijwilligers. In deze regeling wordt lichte ondersteuning ook aangeduid als ‘activiteit’;

• e. ontmoetingsactiviteiten: activiteiten ter bevordering van het contact met buurt- en lotgenoten;

• f. partij: de bestuurder van de Stichting Beweging 3.0;

• g. sociaal beheer: invulling van programmering van de ontmoetingsplek, faciliteren van vrijwilligers, onderhouden van netwerk in de wijk;

• h. stedelijk buurtbestuur: commissie voor de stad bestaand uit onafhankelijke inwoners en professionals in de stad die in opdracht van de gemeente wordt geraadpleegd over aanvragen onder deze regeling;

• i. stedelijke plan: het door burgemeester en wethouders vastgestelde document waarin benodigde ondersteuning op stedelijk niveau op het terrein van de sociale basisinfrastructuur wordt beschreven.

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Burgemeester en wethouders verstrekken uitsluitend subsidie voor activiteiten die geloofwaardig en duurzaam bijdragen aan de welzijnsdoelen van het Gezond en Actief Leven Akkoord en bijdragen aan het realiseren van de doelen in het stedelijke plan. Het zijn activiteiten op stedelijk niveau gericht op:

• a. het bevorderen van ontmoetingsactiviteiten;

• b. lichte vormen van ondersteuning.

Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag

Burgemeester en wethouders stellen bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 4. Eisen aan de aanvrager

• 1. Subsidie kan enkel worden aangevraagd door natuurlijke personen, rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, of rechtspersonen met beperkte rechtsbevoegdheid

• 2. Rechtspersonen met beperkte rechtsbevoegdheid moeten staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en in bezit zijn van een zakelijke bankrekeningnummer op naam van de rechtspersoon.

• 3. De aanvrager heeft geen winstoogmerk met de uitvoering van de activiteiten of met de besteding van de subsidie anderszins.

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

• 1. Een aanvraag wordt ingediend op het vastgestelde aanvraagformulier op de website van Indebuurt033.

• 2. In aanvulling op artikel 6 Asv, blijkt uit het bij de aanvraag overlegde activiteitenplan:

  • a. dat de activiteit aansluit op de doelen uit het stedelijk plan;

  • b. dat aannemelijk is dat de activiteit aansluit op de behoefte van inwoners uit de stad;

  • c. welke inwoners worden beoogd te bereiken en hoe dit wordt aangepakt;

  • d. met wie en hoe wordt samengewerkt.

• 3. In aanvulling op artikel 8 Asv staat in de begroting:

  • a. in het geval subsidie voor vrijwilligersvergoeding wordt aangevraagd, het aantal vrijwilligers dat wordt ingezet en de uren waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd;

  • b. in het geval subsidie voor loonkosten worden aangevraagd, het uurtarief en het aantal uren waarvoor de loonkosten worden aangevraagd.

• 4. Het aangevraagde subsidiebedrag is maximaal 5.000 euro per activiteit indien de aanvrager een natuurlijk persoon betreft en maximaal 100.000 euro per activiteit indien de aanvrager een rechtspersoon betreft.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

• 1. In aanvulling op artikel 10, eerste lid, Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:,

  • a. vrijwilligersvergoedingen;

  • b. kosten van een bestuurder of een medewerker van een subsidieaanvrager, of een daaraan gelieerde rechtspersoon tot een maximumuurtarief van € 65 exclusief btw;

  • c. kosten voor inhuur van derden tot een maximumuurtarief van € 65 exclusief btw;

  • d. kosten voor organisatie en materialen van promotie, pr en communicatie met een maximum van 10% van de totale subsidiabele kosten tot een maximum bedrag van € 2.500.

• 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekken burgemeester en wethouders in ieder geval geen subsidie voor:

  • a. kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

  • b. kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

  • c. kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

  • d. kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

  • e. kosten van activiteiten die redelijkerwijs kunnen worden gedekt uit de opbrengsten die met de activiteiten verband houden;

  • f. kosten van prijzen of prijzengeld;

  • g. kosten voor maaltijden voor deelnemers of catering voorafgaand, tijdens of na afloop van de activiteit;

  • h. kosten van een (afsluitend) feest;

  • i. kosten die worden gemaakt of zijn opgekomen na het verstrijken van het tijdvak waar de subsidie betrekking op heeft;

  • j. kosten voor een inloopvoorziening van een ontmoetingsplek;

  • k. kosten voor sociaal beheer van een ontmoetingsplek.

Artikel 7. Hoogte subsidie

• 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000 per activiteit indien de aanvrager een natuurlijk persoon betreft.

• 2. De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000 per activiteit indien de aanvrager een rechtspersoon betreft.

Artikel 8. Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond vast.

Artikel 9. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, onder d, van de Asv beslissen burgemeester en wethouders afwijzend op de aanvraag als:

• a. aan de aanvraag in totaal minder dan 50 punten worden toegekend van de 100 te behalen punten;

• b. niet wordt samengewerkt met andere partijen in de stad;

• c. door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;

• d. activiteiten die te maken hebben met opvoedondersteuning;

• e. activiteiten die te maken hebben met huiswerkbegeleiding.

• f. De aanvrager is niet gelieerd aan Stichting Welzin.

Artikel 10. Raadpleging stedelijk buurtbestuur

• a. Burgemeester en wethouders raadplegen het stedelijk buurtbestuur voor het beoordelen van aanvragen. De raadpleging gaat over de ingediende aanvragen op de punten opgenomen in artikel 9 en de wijze van verdeling als bedoeld in artikel 11.

• b. In het geval een lid van het stedelijk buurtbestuur een persoonlijke of zakelijke relatie heeft met betrekking tot de aanvraag of de aanvrager of anderszins een belang heeft bij de aanvraag of de aanvrager dan onthoudt dit lid zich van het (stem)advies over die aanvraag. Onder aanvrager wordt in dit artikel ook bedoeld een aan de aanvrager gelieerde onderneming.

Artikel 11. Wijze van verdeling

• 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kent burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  • a. De mate waarin de aanvrager ervaring heeft met het aanbieden van de aangevraagde laagdrempelige, vrij toegankelijke informele ontmoetingsactiviteiten of met het aanbieden van lichte vormen van ondersteuning - maximaal 20 punten;

  • b. De mate waarin de activiteit aansluit op de behoefte van inwoners uit de stad - maximaal 20 punten;

  • c. De mate waarin de benodigde ondersteuning in de stad nog niet is ingevuld door kernpartners - maximaal 15 punten;

  • d. De aanvrager heeft aantoonbaar een netwerk in de stad dat relevant is voor de uitvoering van deze activiteit; dit betekent dat de aanvrager voor de uitvoering van de activiteit samenwerkt met minimaal twee andere partijen dan Indebuurt033 - 15 punten;

  • e. De mate waarin door samenwerking met andere partijen in de stad coördinatiekosten worden beperkt - maximaal 10 punten;

  • f. De mate waarin vrijwilligers worden ingezet bij de uitvoering van de activiteit - maximaal 10 punten.

  • g. De mate van cofinanciering en/of financiering vanuit eigen middelen - maximaal 10 punten.

• 3. Indien honorering van meerdere aanvragen die gelijk zijn gerangschikt, ertoe zou leiden dat het beschikbare deelsubsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt tussen deze aanvragen geloot.

Artikel 12. Bevoorschotting

Subsidies van meer dan € 5.000 worden binnen 6 weken na de verleningsbeschikking voor 80% bevoorschot.

Artikel 13. Verplichtingen

In aanvulling op Hoofdstuk 4 van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

• a. de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

• b. de activiteit pas uit te voeren na verkrijging van de vergunning, indien de activiteit in enig geval vergunningplichtig is;

• c. de activiteit pas uit te voeren na de verzekering van de activiteit, indien de activiteit in enig geval verzekeringsplichtig is;

• d. tijdens de uitvoering van de activiteit kenbaar te maken dat de activiteit wordt uitgevoerd (mede) met subsidie van de gemeente Amersfoort;

• e. bij een direct vastgestelde subsidie binnen vier weken na afloop van de activiteit een beknopt verslag in te dienen. Het verslag vermeldt ten minste hoeveel deelnemers hebben deelgenomen, wat goed is gegaan en waar leerpunten liggen. Waar mogelijk bevat het verslag beeldmateriaal van de activiteit. Beeldmateriaal wordt niet zonder toestemming gepubliceerd;

• f. de subsidiabele activiteiten, voor zover deze het werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar betreffen, uitsluitend te laten uitvoeren door personen die beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag;

• g. de in het kader van de uitvoering van de activiteiten gevoerde administratie te bewaren tot twee jaar na de datum van de subsidievaststelling indien de subsidieontvanger een natuurlijk persoon betreft;

• h. de in het kader van de uitvoering van de activiteiten gevoerde administratie te bewaren tot zeven jaar na de datum van de subsidievaststelling indien de subsidieontvanger een rechtspersoon betreft;

• i. de activiteit uit te voeren in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is aangevraagd;

• j. de subsidiabele activiteiten uitsluitend te laten uitvoeren door personen die beschikken over relevante diploma’s of certificaten;

• k. te stimuleren dat de activiteit toegankelijk is voor mensen met een beperking.

Artikel 14. Slotbepalingen

• 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

• 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stedelijke ontmoetingsactiviteiten en lichte ondersteuning.

• 3. Overeenkomstig artikel 3, derde lid, van de ASV, vervalt deze subsidieregeling op 31 december 2028.

• 4. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Vastgesteld in de vergadering van 9 juli 2024.

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een subsidieregeling zoals bedoeld in de Asv.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De meest recente versie van het stedelijk plan is te vinden op website www.amersfoort.nl/wijkplannen. De datum waarop het stedelijk plan in werking treedt, is ook de datum waarop het betreffende plan van toepassing is op deze regeling. Het is daarom van belang om bij het doen van een aanvraag de website met het actuele stedelijke plan te raadplegen.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De doelen van het Gezond en Actief Leven Akkoord zijn:

• Terugdringen gezondheidsachterstanden en kansrijke start

• Een gezonde fysieke en sociale leefomgeving

• Een gezonde leefstijl

• Versterking mentale weerbaarheid en mentale gezondheid

• Versterking van de sociale basis

• Vitaal ouder worden

• Bijdragen aan IZA doelen: uitstel en voorkomen van behoefte aan ondersteuning en zorg, bevordering samen/zelfredzaamheid

Ontmoetingsactiviteiten gaan over het (lotgenoten)contact tussen inwoners van Amersfoort.

Onder informatie en advies verstaan we: een activiteit waarbij mensen advies krijgen over thema’s, waar en bij wie ze terecht kunnen met hun vragen of hoe ze anderen mensen uit de wijk kunnen helpen. Dit advies kan persoonlijk of digitaal gegeven worden.

Lichte vormen van ondersteuning doen zich bijvoorbeeld voor op het gebied van het terugdringen van eenzaamheid, het langer zelfstandig kunnen blijven wonen, het bevorderen van mentale weerbaarheid en het bieden van informele steun aan inwoners van Amersfoort.

Alleen de activiteiten die in dit artikel zijn benoemd komen voor subsidiëring in aanmerking. Aanvragen die op andere activiteiten zien niet en worden afgewezen.

Het betreffen in deze regeling activiteiten die wijkoverstijgend zijn en/of een stadsbrede functie hebben. Een activiteit wordt aangemerkt als stedelijk als de beoogde doelgroep die deelneemt aan de activiteit Amersfoort breed is, en niet specifiek is gericht op inwoners van een bepaalde wijk of bepaalde wijken. Stel dat een organisatie voor activiteiten in twee wijken subsidie aanvraagt, dan kan hiervoor onder deze subsidieregeling worden aangevraagd wanneer beide activiteiten bedoeld zijn voor inwoners uit heel Amersfoort. Wanneer de activiteiten in beide wijken gericht zijn op de inwoners uit die betreffende wijken, dan worden deze gezien als wijkgerichte activiteiten en kan via een van de wijkgerichte activiteitenregelingen subsidie worden aangevraagd, mits wordt voldaan aan die voorwaarden.

Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag

Aanvragers kunnen gedurende de openstelling van de aanvraagronde een aanvraag doen.

Aanvragen buiten deze periode is niet mogelijk. Het college heeft de mogelijkheid om de regeling voor een tweede aanvraagperiode open te stellen en zal daar op dat moment ook een plafondbudget kan koppelen.

Gestreefd wordt om binnen twee maanden te beslissen op de aanvragen.

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

Volledige rechtsbevoegdheid wil zeggen dat de rechtspersoon dezelfde rechten en plichten heeft als een natuurlijk persoon. Een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid moet zijn opgericht bij de notaris, moet statuten hebben en moet zijn ingeschreven in het handelsregister. Bij beperkte rechtsbevoegdheid hoeft dit niet. Bij een rechtspersoon met beperkte rechtsbevoegdheid zijn bovendien de bestuurders met hun privévermogen persoonlijk aansprakelijk voor verplichtingen en schulden van de rechtspersoon.

Rechtspersonen mogen een winstoogmerk hebben. Echter, met het uitvoeren van de activiteit mag er geen winstoogmerk zijn. Met winstoogmerk wordt bedoeld dat de aanvrager met de uitvoer van de activiteit commerciële of financiële doelen nastreeft. Denk hierbij aan het doel om meer bekendheid te krijgen of met de uitvoer van de activiteit te voorzien in eigen inkomen.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

De gestelde eisen aan de aanvraag voorzien burgemeester en wethouders en het stedelijk buurtbestuur van de benodigde informatie om te komen tot een beoordeling. Mogelijk worden er naar aanleiding van de aanvraag aanvullende vragen en/of vragen ter verduidelijking gesteld.

Overeenkomstig artikel 8 Asv moet de ingediende begroting per activiteit een overzicht bevatten van de geraamde kosten en opbrengsten van de aanvrager, moet iedere begrotingspost zijn voorzien van een toelichting en moet de begroting sluitend zijn. Voor rechtspersonen betekent dit dat duidelijk moet zijn hoe de cofinanciering - per activiteit, per kalenderjaar - wordt vormgegeven. Onder cofinanciering verstaan we financiering vanuit andere subsidieregelingen die niet van de gemeente Amersfoort zijn, fondsen, giften of anderszins. Onder cofinanciering wordt niet verstaan het zelf verlagen van het uurtarief, het niet in rekening brengen van geleverde uren, of korting op het huurtarief van een locatie waarvan al een lager maatschappelijk huurtarief verwacht mag worden.

Er is in het vierde lid geen ondergrens opgenomen. Dit zodat ook kleine non-formele activiteiten subsidiabel zijn.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

De vrijwilliger die wordt ingezet voor het uitvoeren van de activiteit, is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de algemene regels en voorwaarden van de Belastingdienst omtrent de vrijwilligersvergoeding. Kijk hier voor wanneer vrijwilligersvergoeding als loon belast wordt.

De subsidiabele loonkosten van een bestuurder of een medewerker van een subsidieaanvrager, of een daaraan gelieerde rechtspersoon zijn gemaximeerd door het opnemen van een maximaal uurtarief van € 65 exclusief btw. Hetzelfde geldt voor de kosten voor de inhuur van derden. Bij het berekenen van de loonkosten gelden de voorwaarden uit artikel 9 van de Asv, waarbij wordt aangesloten bij de omvang van fte zoals deze bij gemeenten in de cao is opgenomen, te weten een 36-urige werkweek.

Voor de duidelijkheid staan in lid 2 enkele kostenposten opgesomd die niet subsidiabel zijn als deze in de kosten zouden worden opgevoerd. Voor wat betreft artikel 6, tweede lid, onder g, geldt dat als de kern van de activiteit is samen koken of samen eten, dat de kosten voor de ingrediënten subsidiabel kunnen zijn. Het gratis verstrekken van een maaltijd is echter niet mogelijk, dus hier zal altijd een redelijke vergoeding vanuit de deelnemer aan de activiteiten tegenover moeten staan.

Artikel 7 Hoogte subsidie

Er is in dit artikel geen ondergrens opgenomen. Dit zodat ook kleine non-formele activiteiten subsidiabel zijn.

Artikel 8 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast. Zij kunnen een subsidieplafond verlagen als het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd én de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd. In die situatie wordt bij de bekendmaking van het subsidieplafond gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Subsidieaanvragen worden afgewezen als zij voldoen aan één van de in dit artikel opgesomde weigeringsgronden. Deze gronden zijn een aanvulling op de weigeringsgronden uit de Asv.

Onder opvoedondersteuning in artikel 9, onder e, wordt verstaan: laagdrempelige, vrij toegankelijke activiteiten in de vorm van ontmoeting, informatie, advies en ondersteuning om ouders steun te bieden bij het opvoeden.

Op grond van artikel 9, onder g, mag de subsidieaanvrager niet gelieerd zijn met de Stichting Welzin. Dit houdt in dat een aanvrager of gerelateerde van de aanvrager niet betrokken mag zijn bij de beoordeling en toekenning van aanvragen onder deze subsidieregeling. Het gaat ook om indirect gelieerd, dus bijvoorbeeld als een manager van Welzin in de RvT van een aanvrager zitting heeft.

Als medewerkers van Welzin niet direct of indirect betrokken zijn bij de uitvoering van de regeling, is er geen sprake van deze weigeringsgrond als die medewerker ook in een bestuur zit van een aanvrager of bijvoorbeeld met een buurman een subsidie aanvraagt.

Artikel 10 Raadpleging stedelijk buurtbestuur

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 11 Wijze van verdeling

Subsidies worden verstrekt op volgorde van een kwalitatieve rangschikking. Dit betekent een ‘tendersysteem’, waarbij het beschikbare budget wordt verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking van de volledige, tijdig ingediende aanvragen. De onderlinge vergelijking vindt plaats op basis van de beoordelingscriteria uit het tweede lid. Voor de toekenning van de punten per beoordelingscriterium is een scoreformulier opgesteld. De aanvragen met minimaal 50 punten worden positief beoordeeld en komen bij voldoende budget in aanmerking voor subsidie.

Rangschikking door weging op criteria	Weging
De mate waarin de aanvrager ervaring heeft met het aanbieden van laagdrempelige toegankelijke informele ontmoetingsactiviteiten, informatie en advies of met het aanbieden van lichte vormen van ondersteuning.	20
De aanvrager heeft geen ervaring	0
De aanvrager heeft ervaring van max 2 jaar	5
De aanvrager heeft 2-5 jaar ervaring	10
De aanvrager heeft 5-10 jaar ervaring	15
De aanvrager heeft > 10 jaar ervaring	20
De mate waarin de activiteit aansluit op de behoefte van inwoners uit de stad.	20
Uit de aanvraag blijkt niet dat de activiteit aansluit op de behoefte van inwoners.	0
Aannemelijk is gemaakt dat er behoefte lijkt te zijn bij inwoners	10
Er is aantoonbaar behoefte van inwoners, maar er is onvoldoende aangetoond dat deelnemers de activiteit waarderen en een positieve ervaring hebben	15
Er is aantoonbaar behoefte van inwoners en er is aangetoond dat deelnemers positief zijn over de activiteit	20
De mate waarin de benodigde ondersteuning in de stad nog niet is ingevuld door kernpartners. (Indebuurt033, SRO, GGDrU, Wijkteam, Stadsring 51, ABC)	15
Ondersteuning is al aanwezig voor de desbetreffende doelgroep.	0
Ondersteuning is in de stad aanwezig, maar is niet voldoende gebleken	5
Ondersteuning is in de stad aanwezig, alleen niet gericht op de gekozen doelgroep	10
Ondersteuning is niet in de stad aanwezig	15
De mate waarin de aanvrager aantoont een netwerk in de stad te hebben dat relevant is voor de uitvoering van deze activiteit; dit betekent dat aanvrager voor de uitvoering van de activiteit samenwerkt met minimaal twee andere partijen dan Indebuurt033.	15
Samenwerking met minder dan twee relevante partijen.	0
Samenwerking met twee relevante partijen	10
Samenwerking met meer dan twee relevante partijen	15
De mate waarin door samenwerking met andere partijen in de stad coördinatiekosten worden beperkt.	10
Coördinatiekosten worden niet aantoonbaar beperkt door samenwerking.	0
Coördinatiekosten worden aantoonbaar beperkt door samenwerking.	10
De mate waarin vrijwilligers worden ingezet bij de uitvoering van de activiteit.	10
Er worden geen vrijwilligers ingezet.	0
Er worden minimaal de helft van het aantal vrijwilligers ingezet	5
De activiteit wordt volledig uitgevoerd met inzet van vrijwilligers	10
De mate van cofinanciering en/of financiering vanuit eigen middelen.	10
Geen cofinanciering	0
Cofinanciering van minimaal 25% (rechtspersonen) of 10% (natuurlijke personen)	10

Loting vindt plaats door het op volgorde trekken van lootjes waarop de namen van de positief beoordeelde subsidieaanvragen staan. Het getrokken lootje komt steeds positief uit de loting totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 12 Bevoorschotting

Subsidies van meer dan € 5.000 worden na verlening voor 80% bevoorschot. Subsidies van ten hoogste € 5.000 worden direct vastgesteld en uitbetaald op grond van artikel 25, eerste lid, Asv.

Artikel 13 Verplichtingen

Subsidieontvangers moeten voldoen aan alle in dit artikel opgesomde verplichtingen. Deze verplichtingen zijn een aanvulling op de verplichtingen uit de artikelen 16 tot en met 19 van de Asv.

Op grond van artikel 13, onder c, mag de subsidieontvanger de activiteit pas uitvoeren na deze te hebben verzekerd. De verplichting voor een verzekering komt voort uit de aansprakelijkheid van de aanvrager voor eventuele schade tijdens de uitvoer van de activiteit. Denk hierbij aan materiele schade, financiële schade maar bijvoorbeeld ook letselschade. Letselschade met aansprakelijkheid kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer er een springkussen aanwezig is bij de activiteit die niet voldoet aan de gangbare veiligheidseisen.

Op grond van artikel 13, onder d, moet de subsidieontvanger tijdens de uitvoering van de activiteit kenbaar maken dat de activiteit wordt uitgevoerd (mede) met subsidie van de gemeente Amersfoort. Het kenbaar maken van de ontvangen subsidie door de gemeente Amersfoort heeft als doel om anderen te attenderen op de mogelijkheid voor het aanvragen van subsidie.

Op grond van artikel 13, onder e, is de subsidieontvanger verplicht om een beknopt verslag van de activiteit in te dienen, indien de subsidie direct is vastgesteld. Hiermee toont de subsidieontvanger aan dat de activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen. De verplichting tot het indienen van een beknopt verslag is opgenomen om te voorkomen dat ieder inzicht in de besteding van de verstrekte subsidie zou ontbreken. De ontvanger van een direct vastgestelde subsidie hoeft na afronding van de activiteiten immers geen aanvraag tot vaststelling met bijbehorende indieningsvereisten aan te leveren.

Op grond van artikel 13, onder f, moeten natuurlijke personen die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar, beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag. Deze verplichting geldt voor zowel professionals, stagiaires als vrijwilligers.

Artikel 14 Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.