Wijziging van de Beleidsregels jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gemeente IJsselstein 2022

Het college van de gemeente IJsselstein;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit de Beleidsregels jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gemeente IJsselstein 2022 als volgt te wijzigen:

Artikel I  

In de tekst van hoofdstuk 3.2 Eigen kracht wordt de alinea De afbakening van financiële zelfredzaamheid verwijderd:

 

De afbakening van financiële zelfredzaamheid

In het geval van de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning zal bij het gesprek met de inwoner het Lokaal Team nagaan of de aanvrager zelf in een oplossing kan voorzien. Daarbij komt onder andere ook de financiële zelfredzaamheid en eigen financiële mogelijkheden aan de orde. Financiële zelfredzaamheid valt onder het oplossend vermogen. Er is een verband tussen de zelfredzaamheid van een persoon en diens financiële omstandigheden. Kortom, financiële redzaamheid is onderdeel van de algemene zelfredzaamheid en de eigen kracht. Hiertoe wordt bij de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning bij de beoordeling van de eigen kracht en eigen mogelijkheden tevens de eigen financiële mogelijkheden (zelfredzaamheid) meegewogen. Een inkomensgrens wordt gehanteerd voor huishoudens met een inkomen boven de 185% van het sociaal minimum. Heeft een huishouden een hoger sociaal minimum dan 185% dan is hij in principe financieel zelfredzaam, kan hij zelf in een oplossing voorzien en zal de aanvraag voor een maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning na afronding van het onderzoek worden afgewezen. Dit kan anders zijn wanneer er bijvoorbeeld sprake is van beslag op het gezinsinkomen of hoge schulden, aangezien de eigen financiële mogelijkheden dan aanzienlijk beperkt kunnen zijn. Kortom, er dient in alle gevallen een volledig onderzoek plaats te vinden naar de individuele omstandigheden van de inwoner. Een afwijzing puur het op inkomen zonder volledig onderzoek is niet toegestaan.

 

Alles hierna, vanaf de zin “De eigen kracht is geen statische situatie, maar afhankelijk van de leerbaarheid en veerkracht van de inwoner.” blijft ongewijzigd.

Artikel II  

De eerste alinea van Alinea 5.4 Voeren van een huishouden van Hoofdstuk 5 Maatwerkvoorzieningen Wmo, wordt als volgt gewijzigd:

 

5.4 Voeren van een huishouden

Huishoudelijke ondersteuning (HO) kan als maatwerkvoorziening worden ingezet als er beperkingen zijn bij het voeren van een huishouden of wanneer er sprake is van een (dreigend) disfunctioneren van het huishouden. De inzet van de maatwerkvoorziening ‘Huishoudelijke ondersteuning’ ondersteunt inwoners die problemen hebben bij het voeren van een huishouden. Deze ondersteuning kan bestaan uit het schoonmaken van het huis, wassen en/of strijken van kleding, doen van boodschappen of bereiden van een broodmaaltijd of warme maaltijd. Maar ook kan ondersteuning worden geboden bij de dagelijkse organisatie van het huishouden, het aanleren van of activeren tot het uitvoeren van huishoudelijke taken of tijdelijke verzorging van inwonende (minderjarige) kinderen. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat een maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning noodzakelijk is, wordt vervolgens de omvang van de maatwerkvoorziening bepaald om te komen tot een schoon en leefbaar huis. Het Lokaal Team maakt daarna wanneer nodig een afweging in prioritering. Een inwoner kan voorrang krijgen wanneer de inwoner niet meer thuis kan blijven wonen zonder huishoudelijke ondersteuning om bijvoorbeeld de volgende redenen:

  • -

    Inwoner heeft een medische indicatie met ernstige longklachten en kan geen stof verdragen.

  • -

    Inwoner heeft een ziektebeeld met groot risico op vervuiling.

  • -

    Inwoner heeft een medische indicatie met een ziektebeeld dat verergert zonder huishoudelijke ondersteuning omdat hygiëne van levensbelang is.

  • -

    Volledig ontbreken van een eigen netwerk, met groot risico op achteruitgang.

Door interne of externe omstandigheden kan als maximum indicatie 90 minuten per week worden gehanteerd. Hierbij wordt het HHM normenkader gebruikt, zie bijlage 2.

 

Alles hierna, vanaf de zin “Bij een melding van een ondersteuningsvraag op het gebied van het voeren van een huishouden oordeelt het Lokaal Team zoals gezegd in eerste instantie of de problemen eventueel op eigen kracht kunnen worden opgelost.” blijft ongewijzigd.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 01-08-2024.

Aldus vastgesteld op 04-06-2024

Het college van IJsselstein,

De burgemeester, mr. P.J.M. van Domburg

De secretaris, drs. W.M. van de Werken

Naar boven