Gemeenteblad van Zutphen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zutphen | Gemeenteblad 2024, 315539 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zutphen | Gemeenteblad 2024, 315539 | ander besluit van algemene strekking |
Reglement van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het verloop van de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zutphen (Reglement van Orde gemeenteraad Zutphen 2024)
De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van het Presidium van 6 juni 2024;
gelet op artikel(en) 16 van de Gemeentewet en 5.4a, eerste lid van de Wet open overheid;
Reglement van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het verloop van de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zutphen (Reglement van Orde gemeenteraad gemeente Zutphen 2024)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
oordeelsvormende vergadering: vergadering voor debat tussen de diverse fracties, het uitwisselen en doorvragen van argumenten met als doel om tot een goede belangenafweging te komen waarbij ook de voor- en nadelen van het betreffende vraagstuk, voorstel, ontwerpverordening of ontwerpbeslissing worden afgewogen;
presidium: besloten vergadering van door het fractievoorzittersoverleg aangewezen fractievoorzitters die de agenda voorbereidt van alle vergaderingen, werkbezoeken en dagelijkse activiteiten en waarin met de voorzitter van de raad en de gemeentesecretaris over de agendering van vraagstukken, voorstellen, ontwerpverordeningen en ontwerpbeslissingen en dergelijke wordt overlegd;
Paragraaf 2 De raad en zijn organen
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie uiterlijk in de eerste vergadering van de raad in zijn nieuwe samenstelling aan de voorzitter van de raad mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Als één of meer raadsleden van één of meer fracties voortaan als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter van de raad. De voorzitter van de raad bevestigt schriftelijk de ontvangst, waarna pas de feitelijke uittreding en herintreding wordt geacht voltooid te zijn. Tot die tijd behoort het lid of behoren de leden tot de oorspronkelijke fractie.
Artikel 1:4 Fractievertegenwoordigers
Indien en voor zover in een verordening wordt gesproken over commissielid, zijn de betreffende bepalingen zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op een fractievertegenwoordiger met uitzondering van de hoogte van de vaste vergoeding voor een fractievertegenwoordiger. Naast deze vaste vergoeding voor een fractievertegenwoordiger, kan een fractievertegenwoordiger alleen aanspraak maken op een vergoeding voor zware commissies als bedoeld in de geldende Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Zutphen.
Artikel 1:8 Het seniorenconvent
In het seniorenconvent wordt vertrouwelijk over onder meer integriteit, personele kwesties en openbare orde en veiligheid gesproken. Het seniorenconvent heeft tot taak:
het bespreken van en adviseren over alle aangelegenheden rondom integriteit, grensoverschrijdend gedrag, belangenverstrengeling of welke andere vorm van onwenselijkheden dan ook die (potentieel) schade kunnen toebrengen aan het aanzien van het gemeentebestuur door raadsleden en/ of fractievertegenwoordigers en/of leden van het college.
Het presidium streeft naar consensus bij de uitoefening van zijn taak. In voorkomende gevallen waarin geen consensus wordt bereikt, stuurt de griffie namens het presidium een bericht aan alle fractievoorzitters met de bij meerderheid gekozen oplossing. Wanneer fractievoorzitters deze oplossing willen corrigeren kunnen ze tot 12:00 uur op de dag na de bijeenkomst van het presidium schriftelijk reageren. Wanneer daarbij een meerderheid in de raad voor aanpassing blijkt, wordt deze doorgevoerd.
Artikel 1:10 Ondersteuning bij vorming nieuw college
Na verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad krijgt de grootste partij, naast ondersteuning door de griffie, desgewenst door de gemeentesecretaris hiertoe beschikbaar gestelde ambtelijke ondersteuning bij de vorming van een nieuw college. Deze ondersteuning eindigt als:
Artikel 1:11 Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid van de Gemeentewet. Van de kandidaat-wethouder wordt een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens geëist.
De burgemeester geeft voor aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat-wethouder aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over de benoembaarheid van de kandidaat-wethouder verslag uit aan de raad. Het rapport van de risicoanalyse en de eindconclusie zijn niet openbaar.
Paragraaf 4 Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en (besluitvormende) raadsvergadering
Artikel 1:12 Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en (besluitvormende) raadsvergadering
Artikel 1:13 Vergaderfrequentie en -plaats
Beeldvormende vergaderingen kunnen in het oude stadhuis plaatsvinden maar ook op een externe locatie binnen de gemeente. Oordeelsvormende vergaderingen en de (besluitvormende) raadsvergaderingen worden in de regel gehouden in het oude stadhuis. Het presidium kan bepalen dat op een andere locatie binnen de gemeente een beeldvormende vergadering wordt gehouden.
Beeldvormende vergaderingen worden in de regel gehouden op een donderdagavond. Oordeelsvormende vergaderingen in de regel op de maandagavond een maand na de beeldvormende vergaderingen over hetzelfde onderwerp. De besluitvormende raadsvergaderingen worden in de regel gehouden op de maandagavond twee weken na de oordeelsvormende vergaderingen.
Paragraaf 5 Aanwezigen en pers
Artikel 1:16 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die tijdens de beeldvormende of oordeelsvormende vergaderingen dan wel een (besluitvormende) raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, vragen hiervoor toestemming aan de voorzitter respectievelijk de voorzitter van de raad en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 1:17 Gebruik mobiele apparatuur
Als gebruik wordt gemaakt van mobiele communicatiemiddelen tijdens de beeldvormende of oordeelsvormende vergaderingen dan wel (besluitvormende) raadsvergaderingen, mogen deze naar het oordeel van de voorzitter respectievelijk de voorzitter van de raad de orde niet verstoren.
Hoofdstuk 2 Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Paragraaf 1 Aard, samenstelling en taken beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Artikel 2:1 Beeldvormende vergadering
Vergadering waarin technische en/ of informatieve vragen kunnen worden gesteld waarmee een vraagstuk wordt verkend en afgebakend, het maatschappelijk veld kan worden gehoord en de knelpunten en keuzes worden geïnventariseerd.
Artikel 2:2 Oordeelsvormende vergadering
Vergadering waarin de diverse fracties het onderlinge debat kunnen voeren, argumenten kunnen uitwisselen en politieke vragen kunnen stellen met als doel tot een goede belangenafweging te komen waarbij ook de voor- en nadelen van het betreffende vraagstuk of de ontwerpbeslissing worden afgewogen.
Artikel 2:3 De voorzitters van de beeldvormende en de oordeelsvormende vergaderingen
Artikel 2:4 Aanwezigheid van de raadsadviseur en de griffier
Ter ondersteuning van een beeldvormende en/ of een oordeelsvormende vergadering fungeert een raadsadviseur en/ of de griffier. De griffier en zijn door de raad aangewezen plaatsvervanger(s) kunnen in iedere beeldvormende en oordeelsvormende vergadering aanwezig zijn.
Artikel 2:5 Deelneming van de fracties aan de beeldvormende en oordeelsvormende vergadering
Artikel 2:6 Aanwezigheid van het college
Voor de leden van het college en de burgemeester geldt een doorlopende uitnodiging voor alle beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen om daarin aanwezig te zijn, en om in de oordeelsvormende vergaderingen informatie te verstrekken en aan de beraadslagingen deel te nemen, tenzij expliciet anders is aangegeven.
De leden van het college en de burgemeester kunnen in een oordeelsvormende vergadering aan de beraadslagingen deelnemen als het voorstel of onderwerp van het college afkomstig is. Op uitnodiging van het fractievoorzittersoverleg, het presidium of de voorzitter kan een lid van het college of de burgemeester ook aan andere beraadslagingen deelnemen.
Paragraaf 2 Voorbereiding en orde van de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
De griffie stuurt namens het presidium ten minste vijf dagen voor een beeldvormende en een oordeelsvormende vergadering een oproep aan alle raadsleden en fractievertegenwoordigers onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de beeldvormende en/ of de oordeelsvormende vergadering.
Artikel 2:9 Openbare kennisgeving
De beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en de agenda met bijbehorende stukken worden door plaatsing op de raadswebsite ter openbare kennis gebracht. Op de raadswebsite wordt ook de mogelijkheid tot inspreken toegelicht.
Artikel 2:11 Spreekregels in beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Een deelnemer, de burgemeester en leden van het college of ambtelijke ondersteuners die namens hen het woord voeren spreken vanaf hun zitplaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
Artikel 2:12 Vergaderprocedure
Voorafgaand aan de bespreking vormt de voorzitter zich een beeld van de door de deelnemers te leveren inbreng en geeft hij aan hoe hij de bespreking wil laten verlopen.
Artikel 2:14 Handhaving orde; schorsing
Als een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin dit gebeurt over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 2:15 Spreekrecht burgers en belanghebbenden in oordeelsvormende vergadering
Artikel 2:17 Verslaglegging van beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Verslaglegging van beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen die plaatsvinden in het oude stadhuis gebeurt door (het beschikbaar stellen van een) videoregistratie van de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen.
Paragraaf 3 Besloten beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Bij een besloten beeldvormende en/ of oordeelsvormende vergadering kunnen slechts aanwezig zijn de voorzitter, de griffier en/ of zijn door de raad aangewezen plaatsvervanger, de raadsadviseur, raadsleden, fractievertegenwoordigers, de burgemeester, de leden van het college, de gemeentesecretaris alsmede ambtenaren, voor zover de voorzitter hun daartoe toestemming geeft.
Wanneer er sprake is van verslaglegging van een besloten vergadering, wordt dit verslag zo spoedig mogelijk in een beeldvormende respectievelijk oordeelsvormende vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de beeldvormende respectievelijk oordeelsvormende vergadering een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het verslag. Als iemand hierover het woord wenst te voeren, dan gebeurt dit in een besloten beeldvormende of besloten oordeelsvormende vergadering.
Artikel 2:20 Opheffen geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de Gemeentewet van plan is de verplichting tot geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, gaat hij daartoe niet over dan nadat de beeldvormende vergadering respectievelijk de oordeelsvormende vergadering dat de verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd in de gelegenheid is gesteld in een besloten vergadering zijn gevoelen over dit voornemen aan de raad ter kennis te brengen.
Hoofdstuk 3 Raadsvergaderingen
Artikel 3:2 Afwijkende vergaderdag en -plaats
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of plaats aanwijzen om te vergaderen. Hij voert hierover, tenzij sprake is van een spoedeisende situatie, overleg in het fractievoorzittersoverleg.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken via de raadswebsite ontsloten, met uitzondering van die informatie waarop een verplichting tot geheimhouding rust.
Artikel 3:5 Publicatie van stukken
Vergaderstukken behorend bij de agenda worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder via de raadswebsite ontsloten. Als na het verzenden van de oproep aanvullende stukken via de raadswebsite worden ontsloten, wordt hiervan mededeling gedaan aan de raadsleden en wordt dit zo mogelijk ter openbare kennis gebracht.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Artikel 3:11 Primus bij hoofdelijke stemming
Voorafgaand aan de raadsvergadering trekt de voorzitter via loting een volgnummer. Bij het raadslid met het corresponderende nummer op de presentielijst begint een eventuele hoofdelijke stemming. De voorzitter deelt bij de opening van de vergadering mee welk volgnummer is geloot en met welk raadslid dit nummer correspondeert.
Artikel 3:15 Brieven aan de raad, memo’s en collegevoorstellen ter informatie aan de raad, Lijst Toezeggingen, Moties en Schriftelijke Vragen en de Bestuurlijke Lange Termijn Agenda
Bij de raad ingekomen Brieven aan de raad, memo’s en collegevoorstellen ter informatie aan de raad, Lijst Toezeggingen, Moties en Schriftelijke Vragen en de Bestuurlijke Lange Termijn Agenda worden door het presidium voorzien van een afdoeningsadvies en op lijsten geplaatst die ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd.
Artikel 3:19 Handhaving orde; schorsing
Als een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de raadsvergadering waarin dit gebeurt over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een raadslid of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslagingen voor een door de voorzitter te bepalen tijd te schorsen, om de raadsleden of de leden van het college de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 3:24 Algemene bepalingen over stemming
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn hoofdelijke stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot de volgende stem is uitgebracht of, in het geval van de laatste stem, de stemming is gesloten. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas daarna, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 3:26 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal raadsleden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Paragraaf 4 Bevoegdheden, instrumenten van de raadsleden
Artikel 3:31 Voorstellen van orde
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde over de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de raadsvergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie wordt gehouden.
Artikel 3:35 Schriftelijke vragen aan het college en de burgemeester
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt zo mogelijk plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Als beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller en griffier hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij zo mogelijk de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
Paragraaf 5 Voorjaarsnota, begroting en jaarrekening
Artikel 3:39 Procedure voorjaarsnota en begroting
Met inachtneming van het bepaalde in de Gemeentewet stelt het presidium na advies van de auditcommissie de procedure van voorbereiding, onderzoek, behandeling en vaststelling van de voorjaarsnota en de begroting vast.
Paragraaf 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 3:42 Verslag, verantwoording
Een raadslid, een lid van het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de oordeelsvormende vergadering.
Paragraaf 7 Besloten raadsvergadering
Als overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, tweede lid van de Gemeentewet de deuren worden gesloten, verlaten de toehoorders en alle andere aanwezigen behalve de voorzitter, de griffier en de raadsleden, de raadsvergadering. Als de raad vervolgens besluit tot het houden van een besloten raadsvergadering, beslist hij tevens welke personen alsnog de beraadslagingen kunnen bijwonen.
Het verslag en de besluitenlijst worden zo spoedig mogelijk in een raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze raadsvergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde verslag en de besluitenlijst. Als niemand hierover het woord wenst te voeren, dan kan dit ook in een openbare raadsvergadering. Als de stukken aanleiding geven tot het maken van op- of aanmerkingen, wordt voor de behandeling van deze aangelegenheid tot een besloten zitting overgegaan.
Artikel 3:45 Opheffen geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid van de Gemeentewet van plan is de verplichting tot geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, gaat hij daartoe niet over dan nadat het orgaan dat de verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd in de gelegenheid is gesteld in een besloten vergadering zijn gevoelen over dit voornemen aan de raad ter kennis te brengen.
In de gevallen waarin dit reglement van orde niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement van orde, beslist de raad op voorstel van de voorzitter van de raad.
Artikel 4:2 Intrekking oude regeling
Het Reglement van Orde raad Zutphen 2019, zoals vastgesteld bij besluit van 23 september 2019, wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 8 juli 2024
De voorzitter, de griffier,
Het reglement van orde is opgesteld naar aanleiding van de per 18 augustus 2023 ingevoerde werkwijze van de raad van de gemeente Zutphen. Deze werkwijze maakt onderscheid tussen een beeldvormende, oordeelsvormende en een besluitvormende fase. Daarnaast biedt de werkwijze ruimte voor overleg en het uitwisselen van informatie met het college alsmede het geven van advies aan het college.
Het reglement van orde bestaat uit vier hoofdstukken, te weten:
Hierin staan de bepalingen die betrekking hebben op het gehele functioneren van de raad.
2. Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Hierin staan de bepalingen waarin beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen worden gereglementeerd.
Hierin staan de bepalingen die betrekking hebben op de werkwijze en vergaderingen van de raad.
In de actualisatie van 2024 worden de nu gewenste aanpassingen doorgevoerd en daarbij zijn ook andere benodigde aanpassingen en verduidelijkingen meegenomen, zoals de invoering van een seniorenconvent en de invoering van het zogeheten B.O.B.-model (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming). Daarnaast zijn enkele bepalingen (deels) geformuleerd zoals in het model Reglement van Orde van de VNG.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
Een aantal termen en begrippen dat in het reglement voorkomt wordt hier omschreven.
Paragraaf 2 De raad en zijn organen
Het begrip ‘organen’ moet hier in ruime zin worden opgevat, namelijk de te onderscheiden personen en groepen. Het betreft niet noodzakelijk bestuursorganen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 1:2 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
Dit artikel is gebaseerd op de Kieswet en de Gemeentewet. Het is ontleend aan het modelreglement van de VNG.
Dit artikel is gebaseerd op de Kieswet en de Gemeentewet. Het is ontleend aan het modelreglement van de VNG.
Artikel 1:4 Fractievertegenwoordigers
Fractievertegenwoordigers zijn door de raad benoemde personen. In Zutphen draaien de fractievertegenwoordigers zoveel mogelijk mee in het raadswerk, mits zij de eed of belofte afleggen. Zij worden dan ook op veel plaatsen in het reglement van orde genoemd. Zij zijn echter geen raadslid, en kunnen dus ook niet deelnemen aan de raadsvergaderingen.
Het zevende lid van dit artikel is opgenomen voor situaties dat in een verordening gesproken wordt over commissieleden en waar in de Zutphense situatie fractievertegenwoordigers wordt bedoeld. Commissieleden en fractievertegenwoordigers worden zo veel mogelijk gelijkgesteld, met uitzondering van de financiële vergoedingen, omdat daarvoor een aparte regeling is getroffen. In het in 2019 in werking getreden nieuwe Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers is onder andere geregeld dat raadsleden die deelnemen aan bijzondere commissies een (verplichte) extra vergoeding ontvangen. In het oude reglement van orde werden fractievertegenwoordigers uitgesloten van bepalingen in het rechtspositiebesluit, wanneer het aanvullende financiële vergoedingen betrof. In het nadien gewijzigde en ook in dit reglement is deze uitsluiting niet langer het geval. Het is daarmee nog steeds zo dat, als de gemeenteraad dat wenst, het mogelijk is om te regelen dat naast raadsleden ook fractievertegenwoordigers een financiële vergoeding ontvangen voor hun deelname aan zware commissies.
Artikel 1:5 De voorzitter van de raad
De burgemeester is voorzitter van de raad. Artikel 9 van de Gemeentewet schrijft dit dwingend voor. De raad heeft de mogelijkheid één of twee raadsleden te kiezen als waarnemend voorzitter van de raad.
De burgemeester heeft het recht op grond van artikel 21 van de Gemeentewet in de vergadering aan de beraadslaging deel te nemen. Als voorzitter zorgt hij onder andere voor de handhaving van de orde in de vergadering.
De Gemeentewet eist dat de raad de vervanging van de griffier regelt (artikel 107d, eerste lid). In het tweede lid is daarover een bepaling opgenomen.
In verband met artikel 22 Gemeentewet (verschoningsrecht) is in het derde lid een bepaling opgenomen met betrekking tot het deelnemen van de griffier aan de beraadslaging.
Artikelen 1:7 Het fractievoorzittersoverleg,1:8 Het seniorenconvent en 1:9 Het presidium
Deze artikelen geven de samenstelling, de aard en de taak van het fractievoorzittersoverleg, het seniorenconvent en het presidium aan. De taken van het fractievoorzittersoverleg en het presidium zijn limitatief opgesomd. Het fractievoorzittersoverleg, het seniorenconvent en het presidium hebben geen rol in de inhoudelijke besluitvorming van de raad of de inhoudelijke voorbereiding daarvan. Dat verdraagt zich niet met het besloten karakter. Het fractievoorzittersoverleg en het presidium vergaderen immers in beslotenheid. De te bespreken onderwerpen bestaan voor een deel uit vaste agendapunten. Beslotenheid biedt voor de griffie de ruimte om vanuit de ambtelijke rol al dan niet gevraagde adviezen te kunnen geven op voor de raad relevante zaken. Bespreking van dergelijke adviezen in de openbaarheid kan politiek gevoelig zijn en tast de veiligheid van het functioneren van de griffie aan. Beslotenheid biedt ook ruimte voor reflectie en de gelegenheid om over schaduwen heen te stappen. De agenda’s en (vastgestelde) besluitenlijsten van Presidium en Fractievoorzittersoverleg zijn digitaal beschikbaar voor raadsleden en fractievertegenwoordigers.
Ook het seniorenconvent vergadert in beslotenheid. Hier geldt ook dat beslotenheid de mogelijkheid biedt om op- en aanmerkingen te maken over kwesties van vertrouwelijke aard.
Artikelen 1:10 Ondersteuning bij vorming nieuw college en 1:11 Benoeming wethouders
Deze twee artikelen geven de ondersteuning weer bij de vorming van een nieuw college en de procedure van het benoemen van wethouders aan.
Paragraaf 4 –Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en (besluitvormende) raadsvergadering
Artikel 1:12 Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en (besluitvormende) raadsvergadering
Dit artikel geeft de kern van de werkzaamheden weer die in de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en de (besluitvormende) raadsvergadering worden gedaan, namelijk het ‘voorbereiden’ respectievelijk het ‘nemen’ van beslissingen. Het voorbereiden gebeurt in de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen, het nemen van de beslissingen in de (besluitvormende) raadsvergadering. Maar volgens het tweede lid kan de raad altijd beslissen om ook de voorbereiding van een beslissing in de (besluitvormende) raadsvergadering te laten plaatsvinden.
De voorbereiding van beslissingen door de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen wordt in hoofdstuk 2 uitgewerkt. Het nemen van beslissingen door de raad wordt in hoofdstuk 3 uitgewerkt.
Met opzet wordt er gesproken van ‘beslissingen’. Het begrip ‘besluit’ heeft een specifiekere betekenis, die daaraan door de Algemene wet bestuursrecht (artikel 1:3, eerste lid) wordt toegekend.
Artikelen 1:13 Vergaderfrequentie en -plaats en 1:14 Organisatie van beeldvormende en oordeelsvormende vergadering en (besluitvormende) raadsvergadering
In deze artikelen wordt geregeld dat vergaderingen van de beeldvormende vergaderingen op de donderdagavond plaatsvinden en de oordeelsvormende vergadering en raad op de maandagavond plaatsvinden.
De griffie is belast met de praktische organisatie. Het college is in de regel belast met het verzorgen van de inhoudelijke vergaderstukken.
Paragraaf 5 Aanwezigen en pers
Artikelen 1:15 Toehoorders en pers in vergaderingen, 1:16 Geluid- en beeldregistraties en 1:17 Gebruik mobiele apparatuur
Deze artikelen betreffen vrij gebruikelijke ordemaatregelen.
Hoofdstuk 2 Beeldvormende en Oordeelsvormende vergaderingen
Paragraaf 1 Aard, samenstelling en taken beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Artikel 2:1 Beeldvormende vergadering en 2:2 Oordeelsvormende vergadering
Deze artikelen regelen het bestaan van beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen. Het is de bedoeling dat iedereen precies weet waar hij qua tijdstippen en aard van de vergadering aan toe is. Beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen zijn dan ook strak in de tijd gepland. Als de taak van de vergadering nog niet was afgerond, dan zal er in een volgende beeldvormende vergadering of oordeelsvormende vergadering een vervolg moeten plaatsvinden.
Artikelen 2:3 De voorzitters van de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen, 2:4 Aanwezigheid van de raadsadviseur en de griffier, 2: 5 Deelneming van de fracties aan de beeldvormende en oordeelsvormende vergadering en 2:6 Aanwezigheid van het college
Deze artikelen geven voorschriften over het voorzitterschap, inclusief de taken van de voorzitter en regelen de ondersteuning van de raadsadviseur/ de griffier en de aanwezigheid van de fracties en het college.
Belangrijk is dat er één lid vanuit elke fractie - dat mag dus ook een fractievertegenwoordiger zijn - aanwezig is in een beeldvormende of oordeelsvormende vergadering, die namens de fractie spreekt. Een uitzondering hierop is echter mogelijk.
Het college kan zich in de vergaderingen ambtelijk laten ondersteunen door de gemeentesecretaris of andere ambtenaren.
Paragraaf 2 - Voorbereiding en orde van de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Artikelen 2:7 Oproep en agenda, 2:8 Beschikbaarheid vergaderstukken en 2:9 Openbare kennisgeving
Deze artikelen geven regels voor de voorbereiding van beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen. Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 2:8, tweede lid kan wellicht vragen oproepen. De inzage van geheime stukken bij de griffier, kan gebeuren door personen die een besloten beeldvormende en/ of oordeelsvormende vergadering bij mogen wonen, dus ongeacht of ze aanwezig zullen zijn. Dit zijn dus alle raadsleden en alle fractievertegenwoordigers, voor zover deze de eed of belofte hebben afgelegd.
Artikel 2:10 Opening beeldvormende of oordeelsvormende vergadering; quorum, 2:11 Spreekregels in beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen, 2:12 Vergaderprocedure, 2:13 Voorstellen van orde in beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen, 2:14 Handhaving orde; schorsing, 2:15 Spreekrecht burgers en belanghebbenden in oordeelsvormende vergadering, 2:16 Sprekersplein en 2:17 Verslaglegging van beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Deze artikelen regelen de orde van beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen.
Artikel 2:12 regelt dat de voorzitter een voorstel voor de wijze van bespreking kan doen in de vergadering. Het vaste stramien van twee termijnen is losgelaten. Wanneer deelnemers zich niet in de voorgestelde procedure kunnen vinden, opent artikel 2:13 de mogelijkheid de voorgestelde wijze van bespreken aan te passen.
Een belangrijk artikel is artikel 2:15, waarin het spreekrecht voor burgers en belanghebbenden wordt geregeld. Voor elk spreekrecht geldt dat burgers en belanghebbenden - die ook van buiten Zutphen afkomstig kunnen zijn - hun zienswijze kunnen geven en informatie kunnen verschaffen. Uitzonderingen hierop staan in het zesde en tiende lid.
Verslaglegging van een beeldvormende of oordeelsvormende vergadering gebeurt door het beschikbaar stellen van een videoregistratie van die vergadering.
Paragraaf 3 Besloten beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen
Een besloten vergadering is een officiële vergadering, waarbij de vergaderregels van het reglement in acht genomen moeten worden, voor zover de bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. Dit artikel spreekt verder voor zich.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2:20 Opheffen geheimhouding
In het aangehaalde artikel wordt aan de raad de mogelijkheid geboden de verplichting tot geheimhouding van informatie op te heffen, als de beeldvormende of oordeelsvormende vergadering de verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd. In dit artikel is ter zake een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.
Hoofdstuk 3 Raadsvergaderingen
Zowel de artikelen van dit hoofdstuk als de toelichtingen daarop zijn voor een belangrijk deel ontleend aan het modelreglement van de VNG.
Raadsleden horen op tijd op de hoogte te worden gebracht van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Tegelijkertijd worden ook de voorlopige agenda en de stukken ontsloten via de raadswebsite.
Artikel 3:2 Afwijkende vergaderdag en -plaats
In het vergadersysteem van de raad zijn de vergaderavonden op grond van artikel 1:13, tweede lid voor de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen en de raadsvergadering vastgelegd. De voorzitter is volgens dit artikel bevoegd om hierop in bijzondere gevallen uitzonderingen te maken, in overleg met het fractievoorzittersoverleg.
Het presidium bepaalt hoe de agenda’s eruit komen te zien. Dit is echter een voorlopige vaststelling van de raadsagenda, want de raad stelt deze in zijn vergadering pas definitief vast.
In de dagelijkse praktijk is het niet altijd mogelijk om ruim een week voor de vergadering een agenda op te stellen, die ook zicht heeft op de actualiteit van de dag. Het tweede lid maakt het mogelijk dat In een dergelijke situatie de voorzitter na het verzenden van de oproep zo nodig een aanvullende voorlopige raadsagenda kan opstellen. Dit kan echter niet tot op het laatste moment, maar tot uiterlijk twee dagen voor de aanvang van de vergadering. Het gaat hierbij om situaties waarbij in redelijkheid het presidium niet meer gekend kan worden en er grote belangen zijn en er stukken aan de voorlopige agenda worden toegevoegd. De raad kan bij het vaststellen van de agenda bepalen of dit wordt overgenomen.
Artikel 3:4 De portefeuillehouder
Dit artikel voorziet in de mogelijkheid dat portefeuillehouders (burgemeester of wethouder) en gemeentesecretaris door de raad worden uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn en door de voorzitter worden uitgenodigd aan de beraadslagingen deel te nemen. Dit laat onverlet dat voor hen een doorlopende uitnodiging geldt.
Artikel 3:5 Publicatie van stukken
In dit artikel gaat het enerzijds om de bijbehorende stukken waarvan in de raadsvoorstellen melding wordt gemaakt (ambtelijke adviezen, toelichtende nota's, etc.) en anderzijds om informatie waarop de verplichting tot geheimhouding rust.
Artikel 3:6 Openbare kennisgeving
Met dit artikel wordt invulling gegeven aan artikel 19, tweede lid, van de Gemeentewet.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
De handtekeningen op de presentielijst zijn bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum aanwezig is. De lijst kan niet dienen om het stemquorum vast te stellen; daarvoor geldt artikel 29 van de Gemeentewet.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3:9 Opening van de vergadering; quorum
De vergadering kan beginnen, als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende raadsleden aanwezig is en de presentielijst heeft getekend. Artikel 20 van de Gemeentewet voorziet in een procedure voor een tweede vergadering, als het vereiste aantal leden niet op komt dagen.
Artikel 3:10 Vaststelling van de agenda
In dit artikel wordt expliciet vastgelegd, dat de raad bij aanvang van de vergadering de agenda vaststelt en ook elke wijziging in de agenda kan aanbrengen die hij nodig oordeelt. Dit gebeurt uiteraard bij meerderheid van stemmen.
Verder is in het derde lid vastgelegd dat de voorzitter na 23.00 uur een ordevoorstel doet over de verdere afhandeling van de agenda.
Artikel 3:11 Primus bij hoofdelijke stemming
Praktisch gezien verdient het aanbeveling de volgorde van hoofdelijk stemmen te bepalen aan het begin van de vergadering. Deze volgorde geldt dan voor de gehele vergadering, ook na een eventuele schorsing.
Artikel 3:12 Vragen over de actualiteit
Dit artikel stelt de regels voor het stellen van actuele vragen.
Dit artikel regelt de verslaglegging van de raadsvergadering en het opmaken en beschikbaar stellen van een wettelijk verplichte besluitenlijst. De vrijheid wordt gelaten om woordelijke verslaglegging los te laten en de mogelijkheid wordt geopend om videoverslaglegging in te zetten.
Artikel 3:14 Hamerstukken, stemverklaring
Om een raadsvergadering efficiënt te laten verlopen en de tijd zoveel mogelijk te besteden aan de politiek heikele onderwerpen wordt gewerkt met hamerstukken. Daarnaast is het de insteek dat discussies in de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen niet in de raadsvergadering worden overgedaan.
Artikel 3:15 Brieven aan de raad, memo’s en collegevoorstellen ter informatie aan de raad, Lijst Toezeggingen, Moties en Schriftelijke Vragen en de Bestuurlijke Lange Termijn Agenda
Over de brieven aan de raad, memo’s en collegevoorstellen, de Lijst Toezeggingen, Moties en Schriftelijke Vragen en de Bestuurlijke Lange Termijn Agenda worden alleen voorstellen gedaan en besluiten genomen van procedurele aard. Inhoudelijke discussie over de stukken kan de voorzitter buiten de orde verklaren. Wanneer een dergelijk stuk leidt tot inhoudelijke discussie en besluitvorming, dan kan dit onderwerp door tussenkomst van het Presidium worden behandeld via de beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen.
Dit artikel geeft de regels over het spreken in de raadsvergadering. Dit artikel behoeft daarmee geen verdere toelichting.
Artikel 3:17 Aantal spreektermijnen
In dit artikel worden de regels gegeven over het aantal spreektermijnen. Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3:19 Handhaving orde; schorsing
De bevoegdheid die in het tweede lid aan de voorzitter wordt gegeven om een spreker over een aanhangig onderwerp het woord te ontzeggen, gaat minder ver dan de mogelijkheid die artikel 26, derde lid van de Gemeentewet biedt om aan dat lid, dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, de toegang tot de vergadering te ontzeggen. De laatstgenoemde bevoegdheid van de voorzitter blijft echter onverlet. Dit artikel is slechts een aanvulling op de Gemeentewet.
Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar de artikelen 1:15 tot en met 1:17 van dit reglement.
Om de vergaderduur niet te zeer te verlengen wordt over een onderwerp of voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Als de schorsing als bedoeld in het tweede lid aan het einde van de tweede termijn plaatsvindt, zijn er vervolgens twee mogelijkheden: er wordt direct tot stemming overgegaan of aan de beraadslagingen wordt een derde termijn toegevoegd (zie artikel 3:17).
Artikel 3:21 Deelneming aan de beraadslaging door overige aanwezigen
Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 van de Gemeentewet geregelde verschoningsrecht.
Stemverklaringen moeten kort zijn en een toelichting betreffen op het stemgedrag en niet oproepen tot nieuwe reacties. Het verwoorden van een aanvullende inhoudelijke argumentatie is dus niet gepast. Ze mogen ook niet het karakter krijgen van een extra spreektermijn om daarmee een gelegenheid te hebben voor een laatste reactie op de vorige spreker. Inhoudelijke inbreng hoort thuis in de twee spreektermijnen. Stemverklaringen worden allemaal gegeven voorafgaand aan de stemming.
Deze bepaling beoogt niet meer dan vast te leggen dat ook nog een beslissing over het voorstel (als er een amendement is aangenomen, in zijn geamendeerde vorm) moet worden genomen.
Artikel 3:24 Algemene bepalingen over stemming
Als een lid te kennen geeft hoofdelijke stemming te wensen, moet de stemming plaatsvinden. De raad heeft niet de bevoegdheid om van deze bepaling van artikel 32 van de Gemeentewet af te wijken. Verlangt niemand stemming, dan wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
De regeling in het tweede lid kan toepassing krijgen, als de uitkomst van de stemming tevoren duidelijk is en slechts enkele leden zouden tegenstemmen. Bij wie de stemming begint, is geregeld in artikel 3:11.
Bij staking van stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing. Als de vergadering voltallig is, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Dit is overigens alleen mogelijk als er een vacature is of als een lid zich van stemming heeft moeten onthouden. Als de vergadering niet voltallig is, dan wordt het nemen van het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld. Als ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
Artikel 3:25 Volgorde stemming over amendementen en moties
Voor meer informatie over een amendement, subamendement of een motie (betekenis, indiening e.d.) wordt verwezen naar de artikelen 1:1, 3:29 en 3:30 van dit reglement. Voor alle duidelijkheid wordt hier een verschil in procedure aangegeven tussen een motie en een amendement. Een amendement komt in stemming voorafgaande aan de stemming over het voorstel. Een motie strekt niet tot wijziging van een voorgesteld besluit; over een motie wordt een apart besluit genomen, nadat de besluitvorming over het aanhangige voorstel is afgerond.
Bij een motie over een niet geagendeerd onderwerp (‘vreemd aan de orde van de dag’) geldt dit uiteraard niet en is het vierde lid niet van toepassing.
Artikel 3:26 Stemming over personen
De Gemeentewet geeft aan, dat over benoemingen (niet ontslag) van personen of het opstellen van een voordracht of aanbeveling schriftelijk moet worden gestemd (artikel 31 van de Gemeentewet).
Een voordracht is voor de raad bindend; de raad heeft slechts keus tussen degenen die op de voordracht zijn vermeld. Een aanbeveling is een voorstel waarvan de raad mag afwijken. Wanneer er veel benoemingen te doen zijn (bijvoorbeeld aan het begin van een nieuwe zittingsperiode) zou een gecombineerd stembiljet kunnen worden ontworpen.
In artikel 30, tweede lid van de Gemeentewet wordt bepaald dat een behoorlijk ingevuld stembriefje moet worden ingeleverd.
Artikel 3:27 Herstemming over personen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3:28 Beslissing door het lot bij stemming over personen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Paragraaf 4 Bevoegdheden, instrumenten van de raadsleden
Artikel 3:29 Amendementen en subamendementen
Leden van de raad kunnen aan de raad wijzigingen op een conceptbeslissing van het college of initiatiefvoorstel voorstellen, de zogenaamde amendementen. Wanneer een amendement is ingediend, kan dit voor een ander raadslid aanleiding zijn, op dit amendement nog weer een wijziging voor te stellen, het subamendement. Een (sub)amendement kan ingediend worden op een voorgesteld besluit, dat aanhangig is. De beraadslaging over het (sub)amendement vindt plaats in ten hoogste twee termijnen. Als (in uitzonderlijke situaties) een ingediend amendement verdere beraadslaging noodzakelijk maakt, kan de raad besluiten tot een derde termijn (artikel 3:17).
Voor wat betreft de stemming over amendementen wordt verwezen naar artikel 3:25. Voorstel tot splitsing van een voorgestelde beslissing kan, als dit is aangenomen, meebrengen, dat één onderdeel van een besluit wel en een ander niet wordt aanvaard.
Een motie is een voorstel tot het doen van een uitspraak door de raad. Het kan gaan om het uitspreken van een wens (van inhoudelijke, politieke, procedurele aard) of het uitspreken van instemming dan wel afkeuring over bepaalde ontwikkelingen. Een motie betreft dus niet een besluit dat op rechtsgevolg is gericht; een motie heeft geen juridische, maar een politieke betekenis. Daarom zijn burgemeester en wethouders formeel niet aan een motie gebonden of tot uitvoering ervan verplicht. Wel kan het naast zich neerleggen van een motie door het college leiden tot een vertrouwensbreuk tussen raad en college. Hieruit kan het college of een wethouder dan zijn consequentie trekken. Een wethouder kan zelfs door de raad ontslagen worden (artikel 49 Gemeentewet).
Voor wat betreft de besluitvormingsprocedure omtrent een motie wordt opgemerkt, dat over een motie een apart besluit wordt genomen.
Voor de beraadslaging over een motie over een aanhangig onderwerp in de raad geldt, dat deze kan worden aangekondigd in een beeldvormende en/ of oordeelsvormende vergadering waarin het onderwerp aan de orde is. Daar kan zij ook in voorbereidende zin worden besproken. Behandeling van een motie in de raad vindt niet plaats in afzonderlijke termijnen, maar gelijktijdig met de beraadslaging over het onderwerp, waarop de motie betrekking heeft.
De stemming over een motie van wantrouwen dient op grond van artikel 31 van de Gemeentewet geheim te verlopen. Bij een motie van wantrouwen moet de raad expliciet besluiten dat dit agendapunt aan de agenda wordt toegevoegd.
Een besluit over een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt aan het einde van de vergadering plaats. Dergelijke moties benaderen de in artikel 3:32 geregelde initiatiefvoorstellen.
Artikel 3:31 Voorstellen van orde
De voorzitter legt aan de raad ter beslissing voor of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raad.
Artikel 3:32 Initiatiefvoorstellen
Het behoort tot de taak van het college om aan de raad de nodige voorstellen te doen. Maar raadsleden kunnen ook zelf een voorstel voor een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing doen. Hiervoor is het recht van initiatief toegekend.
Een voorstel voor een ontwerpverordening moet de raad in behandeling nemen. Voor andere initiatiefvoorstellen is geen verplichte behandeling voorgeschreven. Dit betekent dat de raad (aanvullende) voorwaarden kan stellen aan het in behandeling nemen van een ander initiatiefvoorstel.
Een initiatief raadsvoorstel volgt dezelfde behandelwijze als voorstellen die afkomstig zijn van het college. Dit uiteraard voor zover de raad niet anders besluit. Het derde lid geeft invulling aan de wettelijke verplichting om het college de gelegenheid te geven wensen en bedenkingen kenbaar te maken alvorens de raad besluit. Deze gelegenheid geven betekent niet dat besluitvorming door de raad moet uitblijven zolang er geen reactie is ontvangen vanuit het college. Na verloop van de bepaalde redelijke termijn van drie weken kan de raad een besluit nemen.
Artikel 3:33 Collegevoorstellen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel stelt nadere regels zoals bedoeld in artikel 155 van de Gemeentewet. Het interpellatierecht ligt in het verlengde van het mondelinge vragenrecht. Het gaat om een recht van een volksvertegenwoordiger om tijdens een vergadering over een niet-geagendeerd onderwerp inlichtingen aan het college of de burgemeester te vragen. Daarvoor is verlof van de raad nodig.
Artikel 3:35 Schriftelijke vragen aan het college en de burgemeester
Het vragenrecht geeft aan de leden van de raad het recht informatie te vragen over aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester behoren. Het karakter van deze vragen is primair van informatieve strekking.
In de hier aangegeven procedure wordt de vragensteller in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen over het antwoord te vragen aan het college of de burgemeester. Als de vragensteller van mening is, dat de beantwoording van de vragen tot een besluit van de raad moet leiden, kan hij het recht van initiatief of het interpellatierecht benutten om het onderwerp of het voorstel op de agenda van de raad te krijgen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3:38 In ontvangst nemen van petities
Het recht van petitie is een grondrecht, dat in artikel 5 van de Grondwet is vastgelegd. Dit artikel geeft daarop een gemeentelijke variant. Een petitie kan in de raadsvergadering in ontvangst worden genomen door de aangegeven personen.
Het recht van petitie gaat overigens niet zover, dat het gemeentebestuur ook verplicht is om iets met een aangeboden petitie te doen, tenzij deze moet worden beschouwd als een ‘klacht’ over een gedraging van een bestuurder of een ambtenaar in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht. Die moet wel in behandeling worden genomen. Dat is niet het geval met klachten over het vastgestelde beleid van het gemeentebestuur.
Paragraaf 5 Voorjaarsnota, begroting en rekening
Artikelen 3:39 Procedure voorjaarsnota en begroting en 3:41 Procedure jaarrekening
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting. De desbetreffende procedure kan óf jaarlijks óf in zijn algemeenheid voor een langere periode worden bepaald.
Artikel 3:40 Planning en Control - documenten
Om optimaal te kunnen sturen als raad, is het wenselijk dat expliciet momenten kunnen worden vastgesteld waarop Planning & Control-documenten, zoals bestuursrapportages (burap’s), beschikbaar moeten zijn. Uiteraard moet dit voor de organisatie werkbaar blijven en daartoe moet er afstemming zijn met het college.
Paragraaf 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 3:42 Verslag, verantwoording
Sinds de invoering van het dualisme komt het nauwelijks meer voor dat raadsleden bestuurstaken vervullen. Dit past niet goed bij de controlerende rol van de raad. Doorgaans worden dergelijke posities vervuld door de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris.
Voor leden van de raad die in voorkomende lid zijn van een algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling, is dit artikel opgenomen. Zij verrichten aldaar hun taak als leden van dat bestuur én als vertegenwoordiger van en in naam van de deelnemende gemeente. Voor de wijze waarop zij in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling functioneren, zijn zij verantwoording verschuldigd aan de raad, die hen heeft aangewezen. Ook de gemeenschappelijke regeling moet over deze verantwoordingsplicht en over de informatieverstrekking aan de raad bepalingen bevatten.
In het eerste lid van dit artikel is een regeling getroffen voor mondelinge verslaglegging (uiteraard kan ook een ander moment worden gekozen, bijvoorbeeld in een beeldvormende of oordeelsvormende vergadering).
In het tweede lid wordt de mogelijkheid tot het stellen van schriftelijke vragen aangegeven, uit te voeren overeenkomstig de regels, daarvoor gesteld in artikel 3:35.
Het derde lid bevat de procedure voor de ter verantwoording roeping, die aansluit bij de regels voor inlichtingen (artikel 3:36).
Het is zinvol de bepalingen van dit artikel ook van toepassing te verklaren op andere organisaties, waarin de raad een of meer van zijn leden heeft benoemd. Hierbij valt te denken aan privaatrechtelijke rechtspersonen en vennootschappen, zoals (een raad van commissarissen van) een Naamloze Vennootschap (NV) of een Besloten Vennootschap (BV). Hierin voorziet het vierde lid.
Paragraaf 7 Besloten raadsvergadering
Een besloten vergadering van de raad is een officiële vergadering, waarbij de vergaderregels van het reglement in acht genomen moeten worden, voor zover de bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. In artikel 23 van de Gemeentewet zijn procedurevoorschriften opgenomen voor ‘het sluiten van de deuren’, de wijze waarop een vergadering een besloten vergadering wordt. Het spreekt voor zich dat de voorzitter bij aanvang van een besloten raadsvergadering mededeling doet van de reden van de beslotenheid.
In dit artikel wordt een nadere uitwerking gegeven aan artikel 23, vierde lid van de Gemeentewet.
Artikel 3:45 Opheffen geheimhouding
In het aangehaalde artikel wordt aan de raad de mogelijkheid geboden de verplichting tot geheimhouding van informatie op te heffen. Dat behoeft niet noodzakelijk informatie te zijn die aan hem is overgelegd. Het kan dus (zie bijvoorbeeld artikel 86, tweede lid van de Gemeentewet) ook gaan om de situatie dat de burgemeester geheimhouding heeft opgelegd ten aanzien van stukken die hij aan een beeldvormende en/ of oordeelsvormende vergadering heeft overgelegd. De beeldvormende of oordeelsvormende vergadering kan dan aan de raad verzoeken de geheimhouding op te heffen (als de burgemeester daar niet toe bereid is). In dit artikel is ter zake een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 4:2 Intrekking oude regeling
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-315539.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.