Gemeenteblad van Lansingerland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lansingerland | Gemeenteblad 2024, 314385 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lansingerland | Gemeenteblad 2024, 314385 | beleidsregel |
Beleidsregels brede ondersteuning Wet hersteloperatie toeslagen gemeente Lansingerland
Alle inwoners van de gemeente Lansingerland die onder de personenkring van artikel 2.21, eerste en tweede lid, van de wet vallen, kunnen zich tot het college wenden voor brede ondersteuning.
Artikel 3. Doelstelling brede ondersteuning
Brede ondersteuning richt zich op het kunnen maken van een nieuwe start. Het college bepaalt op het moment van melden bij de gemeente wat de rechthebbende op dat moment nodig heeft voor het maken van een nieuwe start. Dat betekent dat in beginsel geen voorzieningen worden toegekend met terugwerkende kracht.
Artikel 4. Vaststellen hulpvra(a)g(en) en opstellen van het plan van aanpak
Het college toetst aan het gestelde kader van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het college kan zonder de reguliere inkomens- of andere voorwaarden voorzieningen toekennen om tijdig en adequaat een nieuwe start te kunnen bieden die gekoppeld is aan de individuele maatschappelijke doelstellingen, zoals opgenomen in het plan van aanpak;
Voorafgaand aan het vaststellen van het plan van aanpak wordt de huidige situatie op de vijf leefgebieden besproken met de rechthebbende en wordt de situatie getoetst aan de bovenstaande doelstellingen. Vervolgens wordt het te behalen doel en de naar het oordeel van het college benodigde ondersteuning via het plan van aanpak vastgesteld.
In aanvulling op de brede ondersteuning kan het college een vergoeding voor middelen verstrekken, mits dit een bijdrage levert aan de te behalen doelen en dit gemotiveerd is opgenomen in het plan van aanpak. Het recht op brede ondersteuning staat niet gelijk aan het recht op een vergoeding in middelen. Een vergoeding voor middelen worden alleen ingezet als dit nodig is voor én langdurig bijdraagt aan het gestelde doel in het plan van aanpak;
Indien het college de noodzaak en de omvang van de verstrekking van een voorziening onvoldoende kan vaststellen, kan een huisbezoek plaatsvinden. Een huisbezoek vindt in overleg met de rechthebbende en aangekondigd plaats. Een huisbezoek kan in overleg met de consulent ook digitaal plaats vinden in de vorm van videobellen. Als de rechthebbende het huisbezoek niet op prijs stelt, heeft deze het recht om het huisbezoek te weigeren. Weigering kan van invloed zijn op de brede ondersteuning indien weigering ertoe leidt dat het college onvoldoende in staat wordt gesteld om vast te stellen wat de rechthebbende nodig heeft voor het kunnen maken van een nieuwe start;
Terugkerende aanvragen voor voorzieningen of middelen worden getoetst aan de eerder vastgestelde doelstellingen. Behoudens de situatie dat er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die een wijziging van de eerder vastgestelde doelstellingen rechtvaardigt, kan het plan van aanpak alleen tussentijds worden aangepast indien dit in lijn is met de eerder vastgestelde doelstellingen op de vijf leefgebieden.
Artikel 5. Beëindiging brede ondersteuning en nazorg.
Het college biedt minimaal 12 maanden nazorg wanneer:
Het plan van aanpak beëindigd wordt met instemming van de rechthebbende omdat de gestelde doelen in het plan van aanpak behaald zijn. Dit houdt in dat rechthebbende zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en het college elk half jaar contact opneemt tot 24 maanden na beëindiging. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, wordt de nazorg binnen 30 dagen beëindigd. Waar nodig vindt een warme overdracht plaats naar het reguliere kader;
De (mogelijk) gedupeerde de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigd heeft. Dit houdt in dat rechthebbende zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en het college elk half jaar contact opneemt tot 24 maanden na beëindiging. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, wordt de nazorg binnen 30 dagen beëindigd en vindt waar nodig een warme overdracht plaats naar het reguliere kader.
Artikel 6. Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Met een vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Lansingerland
Mickel Beckers
Gemeentesecretaris
drs. Pieter van de Stadt
Burgemeester
In de periode tussen 2004 en 2019 heeft de Belastingdienst in voorkomende gevallen niet juist gehandeld bij de uitvoering van de Kinderopvangtoeslag. Ouders moesten daardoor onterecht veel geld terugbetalen en kwamen in grote problemen. Ouders die benadeeld zijn met kinderopvangtoeslag hebben recht op herstel.
In deze beleidsregels leggen we uit hoe een nieuwe start in het kader van herstel na de toeslagenaffaire wordt geïnterpreteerd, welke uitgangspunten wij daarbij hanteren en op welke wijze wij afwegen of, en zo ja welke, voorzieningen worden ingezet. Deze beleidsregels zijn een uitwerking van de landelijke wet- en regelgeving en een verankering van de bestaande praktijk bij gemeenten. Het vastleggen van beleid bevordert de uniformiteit van het gemeentelijk handelen. Bovendien draagt het bij aan de transparantie bij de uitvoering en de rechtszekerheid voor ouders, kinderen en nabestaanden.
Het vergoeden van geleden schade of gemiste kansen in het verleden, is onderdeel van het financieel herstel, zoals belegd bij de UHT, en niet van de brede ondersteuning.
Bij het bepalen welke voorzieningen worden ingezet voor de betrokkene, wordt onderscheid gemaakt tussen wens en noodzaak. De inzet van voorziening(en) en/of middelen moet redelijkerwijs nodig zijn om het gestelde doel te bereiken. Wordt het doel niet bereikt als het middel of de voorziening niet wordt ingezet, dan wordt vervolgens redelijkerwijs bekeken naar de meest adequate manier om dit doel te bereiken.
Echter, als toepassing van het beleid voor een belanghebbende wegens bijzondere omstandigheden onevenredige gevolgen zou hebben, kan het bestuursorgaan besluiten om niet overeenkomstig het beleid te handelen. Het beleid is dus sterk richtinggevend voor in individuele gevallen te nemen besluiten, maar niet allesbepalend. Een en ander volgt uit het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (art. 4:81 e.v. van de Awb).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-314385.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.