Gemeenteblad van Apeldoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2024, 312212 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2024, 312212 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Apeldoorn
De raad van de gemeente Apeldoorn
gelezen het voorstel van het Presidium;
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 98, 99 van de Gemeentewet en artikel 3.1.1, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Apeldoorn 2024;
Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden vindt plaats conform artikel 3.1.1, eerste tot en met het vierde lid van het Rechtspositiebesluit. Van de in het vijfde lid geboden mogelijkheid om bij verordening de wijze van uitbetalen gedeeltelijk afhankelijk te maken van het aantal bijgewoonde vergaderingen wordt geen gebruik gemaakt.
Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie
De raad kan onderzoekscommissies instellen op grond van artikel 84 van de Gemeentewet. Het doel van deze commissies is het verrichten van onderzoek op basis van een door de raad geformuleerde onderzoeksopdracht. Deze onderzoekscommissies worden aangewezen als bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit. Een raadslid dat lid is van deze commissies ontvangt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage van € 139,90 per maand.
Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden
Ter uitvoering van artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit en artikel 3.1 van de Rechtspositieregeling stelt de gemeente het raadslid, in verband met de goede vervulling van het raadslidmaatschap, een parkeerfaciliteit ter beschikking. Het presidium kan nadere regels stellen ter effectuering hiervan.
Onder reizen buiten de gemeente als bedoeld in artikel 3.1.7, eerste lid, onder b, van het Rechtspositiebesluit vallen ook reizen en excursies naar het buitenland. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad toestemming daarvoor verlenen en voorwaarden hieraan verbinden. In ieder geval wordt zo’n excursie of reis door of vanwege de gemeente georganiseerd.
Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
Artikel 6. Vergoedingen commissieleden (niet-raadsleden)
Een commissielid, niet zijnde raadslid, ontvangt per bijgewoonde vergadering een vergoeding conform artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit, met uitzondering van leden van adviescommissies als genoemd in de bijlage bij deze Verordening. De vergoedingen voor laatstgenoemde commissies worden in de bijlage vermeld.
Artikel 7. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn werkzaamheden de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na opschoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.
Artikel 8. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 9. Betaling vaste vergoedingen van het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling
Tenzij het Rechtspositiebesluit of de Rechtspositieregeling anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 11. Intrekking oude verordening
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Apeldoorn 2019 vastgesteld door de raad op 18 juli 2019 wordt ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Apeldoorn, 4 juli 2024,
De voorzitter,
De griffier,
Toelichting Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Apeldoorn 2024
In de wet- en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van raads- en commissieleden alsmede de financiële voorzieningen moet worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nadere regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit. In de Rechtspositieregeling zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.
Hoofdlijnen gemeentelijke verordening
In deze verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van raadsleden en leden van gemeentelijke commissies zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling. Een aantal bepalingen voor decentrale politieke ambtsdragers is imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingendrechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal bij verordening van wettelijke regelingen af te wijken. Indien een gemeente besluit om bij verordening voorzieningen voor politieke ambtsdragers te regelen, zijn een aantal regels van belang.
In artikel 99 Gemeentewet is bepaald, dat ’buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend’ de leden van de raad en/of door de raad ingestelde commissie (in de zin van de artikelen 82, 83 of 84 Gemeentewet) als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente ontvangen. Deze verordening vormt een (nadere) uitwerking van de bij of krachtens de wet toegekende vergoedingen en tegemoetkomingen.
De arbeidsverhoudingen en fiscale positie
Raadsleden en commissieleden hebben geen dienstbetrekking bij de gemeente. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij voor zover het betreft het raadslidmaatschap niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking vallen raads- en commissieleden niet onder de Wet op de loonbelasting 1964 maar worden hun inkomsten belast in de Wet inkomstenbelasting 2001. Wel kunnen raads- en commissieleden opteren voor de loonbelasting als voorheffing door samen met de gemeente te kiezen voor het fictief werknemerschap, het zogenaamde opting-in. Het fictief werknemerschap kan worden aangevraagd met behulp van een opting-in verklaring bij de Belastingdienst.
Als de raads- en commissieleden en gemeente niet kiezen voor het fictief werknemerschap, dan geldt dat de onkostenvergoedingen en raadsvergoeding als inkomsten moeten worden verantwoord en mogen de (beroeps)kosten die worden gemaakt worden afgetrokken. Het resultaat zal het raads- of commissielid moeten verantwoorden in de aangifte inkomstenbelasting, onder de post inkomsten uit overige werkzaamheden. De gemeente dient jaarlijks alle betalingen en verstrekkingen voor de raads- en commissieleden die niet als fictief werknemerschap te kwalificeren zijn op grond van deze verordening aan de Belastingdienst door te geven middels een formulier IB-47. Omdat raads- en commissieleden op persoonlijke titel worden gekozen, zijn zij niet aan te merken als (fiscaal) ondernemer. Er hoeft dan ook geen Modelovereenkomst ZZP overgelegd te worden aan de gemeente.
De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is niet van toepassing op raads- en commissieleden.
Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De hoogte van de raadsvergoeding is verplichtend bepaald op een vast bedrag per inwonersklasse. Vanaf de dag van beëdiging hebben de raadsleden recht op de vergoedingen die verbonden zijn aan hun functie. Wat betreft de vergoeding voor de werkzaamheden is dit geregeld in artikel 3.1.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit. De gemeenteraad kan op grond van het vijfde lid van artikel 3.1.1 van het Rechtspositiebesluit bij verordening bepalen dat een deel van de vergoeding voor de werkzaamheden wordt uitbetaald als presentiegeld. Het gaat om maximaal 20% van de vergoeding. In een dergelijke verordening mag geen onderscheid worden gemaakt tussen de raadsleden: een presentievergoeding geldt dan voor alle raadsleden. Deze bepaling kan bijvoorbeeld worden benut bij spookleden. Spookleden zijn volksvertegenwoordigers die wel zijn gekozen, maar die niet of nauwelijks aanwezig zijn bij de vergaderingen of activiteiten van de desbetreffende gemeenteraad.
Artikel 3. Toelage lid onderzoekscommissie en bijzondere commissie van raadsleden
Dit artikel betreft de toelagen voor de raadsleden die lid zijn van zogenaamde ‘zware commissies’, zoals deze in de Gemeentewet specifiek zijn omschreven. De vaststelling dat er sprake is van een dergelijke bijzondere commissie, met deze financiële gevolgen, moet bij verordening plaatsvinden. Daarbij moet gemotiveerd worden dat het lidmaatschap van deze commissies duidelijk meerwerk is naast het reguliere lidmaatschap van de gemeenteraad.
Voor de hoogte van de toelage voor het werk in de zware commissies wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de vertrouwenscommissie, en anderzijds de onderzoekscommissie. Wat betreft de hoogte van de toelagen voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie geldt een vast (belast) bedrag van € 139,90 per maand. Dat is in het Rechtspositiebesluit bepaald. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast. Zolang een commissie «slapend» is, althans niet actief, ontvangen de leden geen toelage: niet de duur van het lidmaatschap is van belang, maar de duur van de activiteiten. De hoogte van het bedrag voor een onderzoekscommissie of bijzondere commissie mag de raad binnen gegeven kaders zelf bepalen.
Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
Voor raads- en commissieleden is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. De raad stelt jaarlijks een budget beschikbaar voor deze collectieve scholing en individuele scholing.
Artikel 6. Vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen
De hoogte van de vergoeding voor leden van gemeentelijke commissies, die zijn ingesteld op basis van de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet zijn imperatief bepaald op een vast bedrag per inwonersklasse voor elke bijgewoonde vergadering van de commissie.
Conform deze verordening ontvangen de fractievertegenwoordigers een vergoeding voor deelname aan een PMA. Onder PMA worden dan de volgende bijeenkomsten verstaan: deelname aan een PMA (als geheel), IGMDR (In Gesprek Met De Raad), de Ontmoeting en aan door het presidium ingestelde werkgroepen en door de gemeente georganiseerde expertmeetings.
Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen
Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Ook commissieleden kunnen aanspraak maken op ICT-middelen op grond van art. 3.4.4 van het Rechtspositiebesluit. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Geadviseerd wordt te verstrekken op basis van een bruikleenovereenkomst. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer.
Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting af, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt. Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - zoals bedoeld in artikel 31a, lid 3 van de Wet op de Loonbelasting 1964 onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van de vrije ruimte wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.
Artikel 9 Betaling vaste vergoedingen
Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raads- en commissieleden. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kan dit artikel en het hieronder genoemde artikel 10 uitkomst bieden.
Artikel 10 Betaling en declaratie van onkosten
De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Raads- en commissieleden declareren in beginsel hun kosten bij de griffier.
BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, LID 2, VAN DE VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE APELDOORN 2024
De raad stelt de volgende vergoedingen vast:
De vergoedingen aan de Apeldoornse leden van de Adviesraad Sociaal Domein voor het bijwonen van de vergaderingen van de adviesraad alsmede voor de overige werkzaamheden die zij als vrijwilliger voor de Adviesraad verrichten bedragen maandelijks:
€ voor de functie van vicevoorzitter, penningmeester, secretaris of coördinator en
€ 300,- voor de voorzitter van de Adviesraad.
Reis- en verblijfskosten worden geacht onderdeel uit te maken van de vergoeding.
Onafhankelijke bezwarencommissie
De vergoedingen aan de leden en de voorzitter van de Onafhankelijke bezwarencommissie bedragen per vergadering:
Naast de hierboven genoemde vergoedingen ontvangen de leden en de voorzitter van de Onafhankelijke bezwarencommissie een reiskostenvergoeding van € 0,28 per gereden kilometer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-312212.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.