Gemeenteblad van West Betuwe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Betuwe | Gemeenteblad 2024, 311906 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Betuwe | Gemeenteblad 2024, 311906 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Avri
De gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Culemborg, Maasdriel, Neder-Betuwe, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel, ieder voor zover voor de eigen gemeente bevoegd,
Hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht
De navolgende gemeenschappelijke regeling te treffen:
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
In deze regeling en de krachtens deze regeling vastgestelde verordeningen en reglementen wordt verstaan onder:
desintegratiekosten: alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door de Avri, die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de vermindering van taakuitvoering;
Hoofdstuk 2: Inrichting en samenstelling Bestuur
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 23, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Artikel 8b Participatie van ingezetenen en belanghebbenden
Het algemeen bestuur stelt in een participatieverordening vast ten aanzien van welke besluiten ingezetenen van de betrokken gemeenten en andere belanghebbenden bij de taakuitvoering door Avri betrokken worden bij de totstandkoming, uitvoering en evaluatie van het beleid op grond van deze regeling en de wijze waarop de participatie plaats vindt. Het algemeen bestuur kan in de verordening bepalen dat een andere procedure dan bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gevolgd.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
De leden van het bestuur van het openbaar lichaam en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 165, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering over hetgeen zij in de vergadering van het algemeen bestuur hebben gezegd of aan het algemeen bestuur schriftelijk hebben overlegd.
Hij kan het algemeen bestuur voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
§ 2.5 Commissies en deelnemingen
Artikel 18: Oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtsvormen
Het algemeen bestuur kan besluiten tot het oprichten van of deelnemen in een besloten of naamloze vennootschap, een stichting, een vereniging, coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij, onverminderd het bepaalde in artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 19: Treffen gemeenschappelijke regeling
Het voorstel tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling wordt ten minste acht weken voordat het algemeen bestuur besluit over het treffen, dan wel over de toestemming als bedoeld in het tweede lid, aan de raden gestuurd. De raden kunnen bij het algemeen bestuur hun wensen en bedenkingen naar voren brengen.
Hoofdstuk 3: Taken en bevoegdheden
De raden en colleges kunnen additionele taken aan Avri opdragen, voor zover deze binnen het belang van de regeling vallen. De additionele taken worden nader uitgewerkt in een dienstverleningsovereenkomst tussen Avri en de betreffende betrokken gemeente. De dienstverleningsovereenkomst regelt de financiële bijdrage van de betreffende betrokken gemeente, die kostendekkend moet zijn voor de uitvoering van de additionele taak.
Artikel 23: Overdracht aan dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur kan zijn bevoegdheden overdragen aan het dagelijks bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 33a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:
te besluiten namens Avri, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist, en
In de begroting wordt de raming van de verschuldigde bijdrage van elke betrokken gemeente opgenomen, met inachtneming van de bijdrageverordening, bedoeld in het vierde lid. In de jaarrekening wordt de werkelijk verschuldigde bijdrage van elke betrokken gemeente opgenomen, met inachtneming van de bijdrageverordening, bedoeld in het vierde lid.
Artikel 27: Kadernota en begroting
Het tweede, vierde, vijfde en zevende lid zijn van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, behoudens die wijzigingen die niet tot een verhoging van de gemeentelijke bijdragen leiden. Het achtste lid is van toepassing op besluit tot wijziging van de begroting, met dien verstande dat de wijziging niet voor 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient hoeft te worden ingezonden aan gedeputeerde staten.
Hoofdstuk 5: Verantwoordingsrelaties
Artikel 29: Verantwoordelijkheid dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Artikel 31: Verantwoordelijkheid algemeen bestuur
Het bestuur verstrekt onverminderd het bepaalde in lid 2 ongevraagd aan de raden door toezending alle relevante inlichtingen en informatie en de inlichtingen en informatie die nodig zijn voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde beleid. Het algemeen bestuur legt in een informatieprotocol vast welke informatie dit betreft en op welke wijze de betreffende informatie wordt gedeeld.
De raden kunnen gezamenlijk op voorstel van een van hen een onderzoek instellen naar het gevoerde bestuur en voor dat doeleinde een onderzoekscommissie instellen. De artikelen 155g en 155h van de Gemeentewet zijn van toepassing. Een en ander onverminderd de bevoegdheid van de rekenkamers van de deelnemers op grond van artikel 184 Gemeentewet.
Artikel 33: Platformbijeenkomsten en regionale initiatieven
Bij de oproeping tot de vergadering van het algemeen bestuur, bedoeld in artikel 8, derde lid, roept de voorzitter tevens alle raadsleden op voor één platformbijeenkomst die plaatsvindt niet eerder dan twee weken na de oproeping en niet later dan twee weken voor de vergadering van het algemeen bestuur.
De platformbijeenkomst staat open voor alle raadsleden van de betrokken gemeenten, alsmede voor eventuele leden van raadscommissies, bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet. Wethouders en burgemeesters van de betrokken gemeenten kunnen aan de beraadslagingen van de platformbijeenkomst deelnemen. Personen die wensen deel te nemen, melden zich hiertoe aan bij de voorzitter, of een hiertoe door de voorzitter gemachtigde.
Hoofdstuk 7: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Een gemeenteraad en een college van burgemeester en wethouders van een gemeente kunnen een verzoek tot toetreding richten aan het algemeen bestuur. De voorzitter zendt het verzoek onverwijld door aan de raden en colleges. Het algemeen bestuur kan zijn eigen advies omtrent de toetreding meezenden aan de raden en colleges.
Het algemeen bestuur kan vooraf voorwaarden verbinden aan de toetreding. Deze voorwaarden worden bekendgemaakt aan de raden en colleges en aan de raad en het college van burgemeester en wethouders die wensen toe te treden, alvorens zij tot besluitvorming in de zin van het tweede lid kunnen overgaan.
In het derde lid wordt verstaan onder het aantal inwoners van een gemeente: het aantal inwoners volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfer per 1 januari. Voor de vaststelling van het inwonertal geldt als peildatum 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar van het besluit tot wijziging van de regeling.
Artikel 38a Procedure voor vaststelling uittredingsplan
Met het oog op het bepalen van de inhoud van het uittredingsplan wijst het algemeen bestuur een onafhankelijke registeraccountant aan die in opdracht van het algemeen bestuur het concept-uittredingsplan voorbereidt. De kosten voor het inschakelen van een onafhankelijke registeraccountant komen voor rekening van de uittredende deelnemer.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke registeraccountant aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke registeraccountant aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval de vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van de uittredende deelnemer.
Ten minste 12 maanden voorafgaand aan het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom vast. Voorafgaand aan de vaststelling van het uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom wordt de uittredende deelnemer in de gelegenheid gesteld een zienswijze te geven. Voor de zienswijze geldt een termijn van acht weken voor vaststelling. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het eerste lid en op de jaarrekening van het meest recent verstreken begrotingsjaar.
Uiterlijk 6 maanden na het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur de definitieve uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de definitieve uittreedsom op de systematiek als bedoeld in het eerste lid en op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding.
In aanvulling op de berekening van de kosten voor uittreding zoals bedoeld in het zesde lid, waarbij ook kosten berekend zijn om een afkoopsom van voorziene risico’s te bepalen, wordt een risico-opslag van 3% toegepast om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
Bij de voorbereiding van het concept uittredingsplan biedt het algemeen bestuur de uittredende deelnemer de keuze tussen een betaling van de uittreedsom in een aantal termijnen of voor betaling van de uittreedsom in een keer. In het uittredingsplan bepaalt het algemeen bestuur conform de voorkeur van de uittredende deelnemer of de uittredende deelnemer de uittreedsom in een daarbij te bepalen aantal termijnen of in een keer dient te betalen.
Artikel 38b Te vergoeden kosten
Avri brengt alle frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten, in rekening bij de uittredende deelnemer. De uittredende deelnemer is verplicht tot betaling van de definitieve uittreedsom, binnen drie maanden nadat het algemeen bestuur de definitieve uittreedsom, als bedoeld in artikel 38a, zesde lid, heeft vastgesteld, tenzij in het uittredingsplan overeenkomstig artikel 38a, achtste lid, anders is vastgelegd.
De raming en berekening van de kosten voor uittreding worden gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend waren op het moment van de daadwerkelijke uittreding. Beleidswijzigingen, wijziging van economische omstandigheden en wijziging van inzichten die zich voordoen of opkomen na het moment van de daadwerkelijke uittreding kunnen niet worden betrokken bij de bepaling van de hoogte van de uittreedsom.
Avri is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden. Het voorgaande behoeft niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
Artikel 38c Verplichtingen uittreder
De uittredende partij is gehouden zich in te spannen om de formatie van Avri die als gevolg van de uittreding boventallig is geworden met behoud van arbeidsvoorwaarden in dienst te nemen of anderszins in stand te doen houden. De waarde van de formatie die de uittredende partij overneemt van Avri wordt gekapitaliseerd en in mindering gebracht op de uittreedsom.
De regeling wordt opgeheven indien de raden en de colleges van ten minste twee derde van de gemeenten met de opheffing instemmen, en deze raden en colleges ook ten minste twee derde van het gezamenlijk aantal inwoners van de betrokken gemeenten vertegenwoordigen. Artikel 1 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 46: Overgangsbepalingen
De verordeningen en regelingen, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van de Regio Rivierenland blijven van kracht tot dat het algemeen bestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van Avri besluit deze verordeningen in te trekken of te wijzigen.
Aldus vastgesteld door:
Gemeente Buren, besluit gemeenteraad 18 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.
Gemeente Culemborg, besluit gemeenteraad 27 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 2 juli 2024.
Gemeente Maasdriel, besluit gemeenteraad 13 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.
Gemeente Neder-Betuwe, besluit gemeenteraad 13 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 21 mei 2024.
Gemeente Tiel, besluit gemeenteraad 12 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.
Gemeente West Betuwe, besluit gemeenteraad 18 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.
Gemeente West Maas en Waal, besluit gemeenteraad 30 mei 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 30 mei 2024.
Gemeente Zaltbommel, besluit gemeenteraad 13 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-311906.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.