Besluit van burgemeester en wethouders van Eindhoven tot vaststelling van de Subsidieregeling gebiedsgericht werken in niet actiegebieden 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven;

Overwegende dat het gemeentebestuur activiteiten voor behoud en verbetering van de leefbaarheid wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

gelet op artikel 3 van de ASV Eindhoven;

 

en ter rechtvaardiging van eventuele staatssteun gelet op Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352)]

 

besluit vast te stellen de Subsidieregeling gebiedsgericht werken in niet actiegebieden 2024:

 

 

Artikel 1. Definities

In aanvulling op artikel 1 van de ASV Eindhoven wordt in deze subsidieregeling verstaan onder:

  • bewoner: inwoner van een statistische buurt die als zodanig staat ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP);

  • bewonersorganisatie: stichting of vereniging van vrijwillige bewoners binnen een statistische buurt die de belangen van de bewoners van die buurt vertegenwoordigt;

  • buurtpreventieteam: team bestaande uit minimaal acht vrijwilligers, die op eigen initiatief actief zorg dragen voor het informele toezicht in de eigen woon- en leefomgeving met als oogmerk vergroting van de subjectieve en objectieve veiligheid;

  • inwoneraantal: aantal bewoners in een statistische buurt op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar;

  • ondernemersorganisatie: rechtspersoon die de belangen van ondernemers op het niveau van een stadsdeel of statistische buurt vertegenwoordigt;

  • stadsdeelorganisatie: stichting of vereniging van vrijwillige bewoners voor meerdere statistische buurten die de belangen van bewoners in die buurten vertegenwoordigt;

  • statistische buurt: gebied, dat conform de statistische indeling van Eindhoven, als buurt betiteld wordt en dat niet behoort tot de gebieden die door het college zijn aangewezen vanuit het actiegebiedenbeleid;

  • steunpunt: kleinschalige voorziening die wordt geëxploiteerd voor het behoud en de verbetering van de leefbaarheid in de statistische buurt, waar bewoners kunnen vergaderen, ontmoeten, wijk- en buurtinformatie halen en leefbaarheidssignalen afgeven.

 

Artikel 2. Doelstelling

Het faciliteren van initiatieven voor, door en met bewoners ten behoeve van het behoud en verbetering van de leefbaarheid in de buurten van Eindhoven.

 

Artikel 3. Subsidieverlening

  • 1.

    Het college kan uitsluitend op aanvraag een jaarlijkse subsidie verstrekken:

    • a.

      aan een bewoner of een bewonersorganisatie voor de kosten van een buurtpreventieteam;

    • b.

      aan een bewonersorganisatie of rechtspersoon die zich primair bezighoudt met de leefbaarheid in de desbetreffende buurt voor de huisvestingskosten van een steunpunt, zijnde huur, gas, water, elektra, kosten voor klein onderhoud, lokale heffingen en verplichte verzekeringen;

    • c.

      aan een bewonersorganisatie, stadsdeelorganisatie, of ondernemersorganisatie voor activiteiten en voor organisatiekosten van de desbetreffende organisatie.

  • 2.

    Het college kan uitsluitend op aanvraag een eenmalige subsidie verstrekken:

    • a.

      aan een bewoner of een bewonersorganisatie voor activiteiten;

    • b.

      aan een bewonersorganisatie of ondernemersorganisatie in oprichting in het opstartjaar voor de kosten van het opstarten van een nieuwe bewonersorganisatie of ondernemersorganisatie.

  •  

Artikel 4. Subsidievereisten

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie is vereist dat:

    • a.

      de activiteiten gericht zijn op het behoud en verbetering van de leefbaarheid in de straat of buurt in Eindhoven;

    • b.

      de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, en tweede lid, onder a, toegankelijk zijn voor iedereen uit het gebied die behoort tot de doelgroep van de activiteit; en

    • c.

      de activiteiten worden uitgevoerd in gebieden die niet door het college zijn aangewezen vanuit het actiegebiedenbeleid.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid is voor subsidie voor activiteiten van een stadsdeelorganisatie vereist dat de activiteiten plaatsvinden in meerdere statistische buurten.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de kosten van een buurtpreventieteam is vereist dat:

    • a.

      de leden van het buurtpreventieteam met goed gevolg hebben deelgenomen aan een van gemeentewege georganiseerde training; en

    • b.

      de leden van het buurtpreventieteam zijn aangemeld bij het Vrijwilligerspunt Eindhoven op grond waarvan zij om niet verzekerd zijn bij de uitoefening van hun activiteiten.

  •  

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal voor:

    • a.

      kosten van een buurtpreventieteam:

      • i.

        een bedrag van € 0,10 per bewoner in de desbetreffende statistische buurt met als peildatum 1 januari van voorgaand jaar; en

      • ii.

        een bedrag van € 10,- per buurtprevent met als peildatum 1 januari van voorgaand jaar,

  • waarbij voor onderdelen i en ii gezamenlijk in ieder geval € 450,- kan worden verleend;

    • b.

      huisvestingskosten van een steunpunt 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 6.000,-;

    • c.

      activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c:

      • i.

        voor een bewonersorganisatie € 3,- per bewoner vermenigvuldigd met het inwoneraantal dat wordt vertegenwoordigd door de desbetreffende bewonersorganisatie, waarbij in ieder geval € 1.000,- kan worden verleend;

      • ii.

        voor een stadsdeelorganisatie 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 7.000,-;

      • iii.

        voor een ondernemersorganisatie 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 3.000,-;

    • d.

      organisatiekosten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500,-;

    • e.

      activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000,-;

    • f.

      het opstarten van een nieuwe bewonersorganisatie of ondernemersorganisatie 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 1.000,-.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid, onderdeel c, onderdeel i, kan het college, indien binnen een statistische buurt meerdere bewonersorganisaties actief zijn, om het inwoneraantal dat door de bewonersorganisatie daadwerkelijk wordt vertegenwoordigd te bepalen, een bewonersorganisatie verplichten een wijkraadpleging te houden, op basis waarvan het draagvlak voor de bewonersorganisatie bepaald kan worden.

  •  

Artikel 6. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor aanvang van het tijdvak waar de activiteiten van deze subsidieregeling betrekking op hebben, het subsidieplafond vast binnen de door de raad vastgestelde begroting. Deelplafonds worden vastgesteld voor:

    • a.

      jaarlijkse subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid;

    • b.

      eenmalige subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 2.

    Indien het bedrag waarvoor op grond van deze regeling subsidie zou moeten worden verleend, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond, verdeelt het college het subsidieplafond:

    • a.

      voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder a, naar evenredigheid;

    • b.

      voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder b, op volgorde van ontvangst van volledige aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgesteld subsidieplafond is bereikt;

  • 3.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag door het college is ontvangen.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst en het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag door het college wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

  •  

Artikel 7. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie gaat, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV Eindhoven, en in aanvulling op artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht vergezeld van:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen. In het bijzonder hoe de activiteiten bijdragen aan de leefbaarheid van het gebied waarin de activiteiten plaatsvinden;

    • c.

      een begroting van de kosten van de activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van artikel 6, derde lid, van de ASV Eindhoven voegt een rechtspersoon die voor het eerst een subsidie aanvraagt een exemplaar van de oprichtingsakte en de statuten als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  •  

Artikel 8. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een eenmalige subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV Eindhoven, tenminste 1 week voor aanvang van de activiteiten ingediend.

 

Artikel 9. Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 8, tweede lid, van de ASV Eindhoven, op een aanvraag voor een eenmalige subsidie binnen vier weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ontvangen.

 

Artikel 10. Aanvullende weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 9 van de ASV Eindhoven weigert het college een aanvraag voor een eenmalige subsidie voor activiteiten indien de bewonersorganisatie een jaarlijkse subsidie ontvangt voor activiteiten in hetzelfde kalenderjaar.

 

Artikel 11. Verplichtingen

In aanvulling op de ASV Eindhoven is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    bij een subsidiebedrag hoger dan € 5.000 euro een zodanige boekhouding te voeren dat op basis daarvan een deugdelijke verantwoording mogelijk is en desgevraagd de verantwoording onverwijld te overleggen aan het college;

  • b.

    de met subsidie aangeschafte materialen ter beschikking van de bewonersorganisatie en bewonersinitiatieven gericht op het behoud en verbetering van de leefbaarheid in de statistische buurt te houden;

  • c.

    om desgevraagd samen met de gebiedscoördinator een tussentijdse evaluatie te houden van het lopende jaar, zowel financieel als inhoudelijk, waarbij op grond van de uitkomsten van deze evaluatie de bevoorschotting kan worden aangepast.

  •  

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan voor de subsidieaanvrager of -ontvanger leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling gebiedsgericht werken in niet actiegebieden (gemeenteblad 2014, 63) wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst. Ze is voor het eerst van toepassing op subsidies:

    • a.

      voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die in het jaar 2025 worden uitgevoerd;

    • b.

      voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, die in het jaar 2024 worden uitgevoerd.

  • 3.

    Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld blijft het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk vóór dat tijdstip.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling gebiedsgericht werken in niet actiegebieden 2024.

  •  

 

 

Eindhoven, 11 juni 2024.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Toelichting

 

Doel en aanleiding

Het doel van de Subsidieregeling gebiedsgericht werken in niet actiegebieden 2024 is activiteiten ondersteunen die bijdragen aan het behoud en de verbetering van de leefbaarheid in de buurten van Eindhoven. Het subsidiëren van dergelijke activiteiten en initiatieven is essentieel om de betrokkenheid en inzet van bewoners, bewonersorganisaties, buurtpreventieteams, ondernemersorganisaties en stadsdeelorganisaties mogelijk te maken en te stimuleren.

 

De achterliggende gedachte van deze regeling is dat bewonersorganisaties weten wat er in een buurt speelt, en de bewoners van hun buurt vertegenwoordigen. De bewonersorganisaties kunnen voor hun buurt jaarlijkse subsidie aanvragen. Hiermee kunnen ze zelf activiteiten ter bevordering en behoud van de leefbaarheid van hun buurt organiseren, of deze subsidie beschikbaar stellen aan buurtbewoners die zelf dergelijke activiteiten willen organiseren. Wanneer er geen bewonersorganisatie in een buurt aanwezig is, kunnen natuurlijke personen eenmalige subsidie aanvragen om de activiteiten te organiseren.

 

Activiteiten en subsidiabele kosten

De subsidieregeling voorziet in jaarlijkse en eenmalige subsidies voor het organiseren van activiteiten door en voor bewoners. De subsidie voor organisatiekosten is bedoeld voor kosten die bewonersorganisaties moeten maken om hun werk uit te kunnen voeren, zoals kosten van eHerkenning, bankkosten, communicatie, website, etc. Er is ook subsidie beschikbaar voor steunpunten die door bewonersorganisaties worden uitgebaat. Deze subsidie is niet bedoeld voor reguliere buurthuizen/vrije tijds accommodaties.

 

Subsidiehoogte en subsidieplafond

Jaarlijks worden subsidieplafonds vastgesteld, waarbij de verdeling afhangt van de aard van de activiteit. Voor buurtgerichte activiteiten wordt het beschikbare bedrag per statistische buurt bepaald door het aantal inwoners van de desbetreffende buurt. Voor andere onderdelen, zoals subsidie voor huisvesting, ondernemersorganisaties en stadsdeelorganisaties, zijn vaste maximale bedragen per subsidieaanvrager beschikbaar.

 

Subsidie gebiedsgericht werken

Deze regeling vervangt de regeling Gebiedsgericht werken in niet actiegebieden uit 2014. Belangrijke aanpassingen ten opzichte van de vorige versie zijn de toevoeging van subsidie voor buurtpreventieteams, het mogelijk maken van eenmalige aanvragen wanneer een bewonersorganisatie ontbreekt en het vernieuwen van de verantwoordingsmethodiek. Deze regeling is van toepassing op de buurten van Eindhoven die niet zijn aangewezen als actiegebieden. Voor actiegebieden is de Subsidieregeling Gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden gemeente Eindhoven van toepassing.

Naar boven