Nadere regels met betrekking tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water in de gemeente Opsterland, alsmede het beperken van het soort en aantal vaartuigen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland,

 

overwegende dat het wenselijk is om aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water nadere regels te stellen, alsmede beperkingen te stellen naar soort en aantal vaartuigen;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 1.1 en 5.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV.);

 

Besluiten

 

vast te stellen de navolgende nadere regels met betrekking tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water in de gemeente Opsterland, alsmede het beperken van het soort en aantal vaartuigen.

Artikel I. Definities

  • 1.

    Naast de in artikel 1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening genoemde definities wordt in deze regeling verstaan onder:

    • -

      bedrijfsvaartuig: elk vaartuig met inbegrip van drijvende werktuigen, dat is ingericht of bestemd voor de uitoefening van een bedrijf, met uitzondering van een vaartuig, waarop -al dan niet tegen betaling- aan groepen van personen de mogelijkheid wordt geboden ter ontspanning daarop te vertoeven en daarmee boottochten te maken;

    • -

      dag: kalenderdag

    • -

      ligplaats: plaats ingericht of gebruikt om er met een vaartuig ligplaats te hebben;

    • -

      ligplaats hebben: het voor anker liggen, het gemeerd hebben of op enigerlei andere wijze met de vaste grond verbonden hebben van een vaartuig;

    • -

      recreatievaartuig: elk vaartuig, niet zijnde een woonschip of een bedrijfsvaartuig met dien verstande, dat onder een recreatievaartuig ook wordt verstaan een vaartuig, waarop -al dan niet tegen betaling- aan groepen van personen de mogelijkheid wordt geboden ter ontspanning daarop te vertoeven en daarmee boottochten te maken;

    • -

      vaartuig : onder vaartuig wordt in ieder geval verstaan:

      • -

        een vaartuig dat tijdelijk of blijvend de mogelijkheid en/of geschiktheid om te varen of te drijven heeft verloren;

      • -

        wrakken van vaartuigen;

      • -

        een vaartuig, dat in aanbouw is, een casco, dat kan worden af- en opgebouwd tot vaartuig.

    • -

      woonschip: elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot, dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;

Artikel 2  

Als openbaar water waarvoor het verbod als bedoeld in artikel 5:25, lid 1 APV geldt om met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen, wijzen wij op grond van deze bepaling aan:

alle openbaar water, behalve:

  • a.

    te Nij Beets: voor de periode van 15 september tot 15 mei het verbrede gedeelte van de Nieuwe Vaart ter zijde en ter hoogte van de uitmonding van het Polderhoofdkanaal;

  • b.

    te Nij Beets: voor de periode van 15 september tot 15 mei de Nieuwe Vaart voor zover betreffende de zijde van de weg Polderdyk over een lengte van honderd meter, gerekend vanaf de brug in de weg Nij Beets - Tijnje (de Rolbrêge);

  • c.

    te Nij Beets: in het Polderhoofdkanaal aan door de gemeente vergunde steigers (niet zijnde de in art. 2 sub b bedoelde aanlegplaatsen) mits het innemen van de ligplaats de doorvaart van het kanaal niet belemmert;

  • d.

    te Terwispel: de Nieuwe Vaart voor zover betreffende de zijde van de wegen Alde Dyk en de Spaltenbrêge en voor zover zich uitstrekkende langs deze wegen binnen de bebouwde kom zoals begrensd op grond van de Wegenverkeerswet op 235 meter ten noorden van de as van de weg Smidte respectievelijk 398 meter ten zuiden van de as van de weg De Streek;

  • e.

    te Gorredijk: voor de periode van 15 september tot 15 mei de Opsterlandse Compagnonsvaart voor zover betreffende de zijde van en zich uitstrekkende langs de wegen De Kalkovens en Molenwal;

  • f.

    te Gorredijk: de Opsterlandse Compagnonsvaart voor zover betreft de zijde van en zich uitstrekkende langs de wegen:

    • -

      Kerkewal, voor zover gelegen tussen de brug in de weg Overtoom en de uitmonding van de Jan Eisengastrjitte en behoudens over een lengte van vijftig meter vanaf deze punten, met dien verstande dat dit alleen geldt voor vaartuigen van aanwonenden;

    • -

      Brouwerswal, voor zover gelegen ten oosten van de uitmonding van de Jodocus Heeringastraat hierop;

    • -

      Easterein;

  • g.

    te Lippenhuizen: de Opsterlandse Compagnonsvaart voor zover betreft de zijde van de weg Compagnonsfeart en voor zover zich uitstrekkende langs deze weg vanaf de kruising met de weg Slûsleane westwaarts over een lengte van tweehonderd meter en oostwaarts over een lengte van driehonderd meter;

  • h.

    te Hemrik: de Opsterlandse Compagnonsvaart voor zover betreft de zijde van de weg Compagnonsfeart en voor zover zich uitstrekkende langs deze weg over een lengte van 150 meter aan weerszijden van de uitmonding van de weg Fabryksleane hierop.

Artikel 3 Duur innemen ligplaats

  • a.

    de verblijfsduur voor een ligplaats bedraagt maximaal een aaneengesloten periode van 3 keer 24 uur;

  • b.

    het is verboden om met een vaartuig, nadat het is verplaatst, binnen drie dagen wederom ligplaats in te nemen op de in dit lid, sub a, bedoelde ligplaats;

  • c.

    wanneer een vaartuig wordt verplaatst naar een plaats liggende op minder dan 500 meter hemelsbreed gemeten van de oude ligplaats, wordt het geacht op dezelfde plaats te zijn blijven liggen;

  • d.

    een vaartuig wordt geacht voor maximaal een aanééngesloten periode van 3 keer 24 uur eenzelfde ligplaats te hebben ingenomen, indien dat vaartuig op enig tijdstip van deze periode op dezelfde ligplaats wordt aangetroffen.

Artikel 4. Lengte vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden:

    • a.

      ligplaats te hebben met een vaartuig met een lengte van 25 meter of meer;

    • b.

      als eigenaar van of rechthebbende op het water en de gronden, als bedoeld onder a, toe te staan dat een vaartuig met een lengte van 25 meter of meer, ligplaats heeft in dat water of aan die gronden;

  • 2.

    Het in lid 1, onder a, van dit artikel gestelde verbod geldt niet indien ligplaats wordt ingenomen met een bedrijfsvaartuig ter uitoefening van beheers- en onderhoudswerkzaamheden.

Artikel 5. Recreatievaartuig

Het is verboden een recreatievaartuig langer dan 24 uur onbemand te laten liggen en/of als eigenaar van of rechthebbende op water en gronden toe te staan, dat een recreatievaartuig langer dan 24 uur onbemand blijft liggen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 16 januari 2024 onder gelijktijdige intrekking van het besluit d.d. 25 juni 2015 van Burgemeester en Wethouders van Opsterland tot aanwijzing van Iig- en aanlegoevers.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland op 9 januari 2024,

de secretaris, de burgemeester,

Naar boven