Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2024, 309968 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2024, 309968 | beleidsregel |
Handhavingskader toezicht en naleving Pgb Wmo/Jeugdwet
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel artikel 2.1.1 en artikel 6.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.6 van de Jeugdwet,
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Handhavingskader toezicht en naleving Pgb Wmo /Jeugdwet
Voor u ligt het Handhavingskader pgb Wmo/Jeugdwet. Met dit document wordt een belangrijke stap gezet om handhaving betreffende pgb binnen de gemeente Amsterdam verder te ontwikkelen.
Dit Handhavingskader Pgb is het juridische instrument voor handhaving bij overtreding van de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens de Wmo en de Jeugdwet. Voor de Wmo heeft dit betrekking op de kwaliteit en rechtmatigheid van voorzieningen die door Pgb-aanbieders worden geleverd. Voor de Jeugdwet alleen op de rechtmatigheid.
Dit handhavingskader pgb is onderliggend aan het Beleidskader toezicht & handhaving Wmo/Jeugdwet waarin is vastgelegd hoe we als gemeente naar toezicht kijken, wat we daarbij belangrijk vinden en welke werkwijze we voor het toezicht en de handhaving aanhouden.
In dit kader wordt verstaan onder:
Alle begrippen die in dit kader worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 en Jeugdwet, daarop gebaseerde lagere regelgeving en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).
Hoofdstuk 2 Toezicht op de naleving
Alvorens het definitief rapport wordt opgemaakt, stelt de toezichthouder de Pgb-aanbieder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover overleg te voeren. Indien hierover overeenstemming is, worden feitelijke onjuistheden in het rapport aangepast. De Pgb-aanbieder wordt daarnaast in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na ontvangst van het conceptrapport een zienswijze te geven, die als bijlage bij het definitief rapport wordt gevoegd. Deze termijn kan door de toezichthouder worden verkort indien de inhoud van het rapport hiertoe aanleiding geeft.
Bij verscherpt toezicht krijgt de Pgb-aanbieder de mogelijkheid om binnen een bepaalde periode de geconstateerde tekortkomingen op te heffen en maatregelen te nemen om herhaling in de toekomst te voorkomen. De toezichthouder houdt in een periode van verscherpt toezicht nauw contact met de Pgb-aanbieder.
De Pgb-aanbieder wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het verscherpt toezicht. In de schriftelijke bevestiging vermeldt de toezichthouder welke maatregelen binnen welke termijn worden verwacht alsmede op welke wijze de Pgb-aanbieder de toezichthouder op de hoogte dient te brengen van de vorderingen.
Artikel 7 Verbeterplan na het onderzoek
Indien de toezichthouder na afronding van het onderzoek vaststelt dat een Pgb-aanbieder niet voldoet aan meerdere kwaliteits- of rechtmatigheidseisen van het bepaalde bij of krachtens de Wmo 2015 of Jeugdwet, kan de toezichthouder de Pgb-aanbieder om een verbeterplan vragen. In het verbeterplan moet in ieder geval worden vermeld:
Het college besluit over de openbaarmaking. De feitelijke openbaarmaking vindt plaats zes weken na de bekendmaking van het besluit aan de Pgb-aanbieder, tenzij in deze periode tegen dit besluit een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. In dat geval wordt pas tot openbaarmaking overgegaan nadat en met in achtneming daarvan, op het verzoek om voorlopige voorziening is beslist.
Artikel 10 Reactie Pgb-aanbieder op besluit openbaarmaking
De Pgb-aanbieder kan tot uiterlijk zes weken nadat het besluit tot openbaarmaking aan hem bekend is gemaakt, zijn reactie op de openbaar te maken informatie kenbaar maken. De reactie is schriftelijk en bevat maximaal 200 woorden. De reactie van de Pgb-aanbieder wordt samen met het rapport openbaar gemaakt.
Indien een Pgb-aanbieder niet voldoet aan één of meer kwaliteits- of rechtmatigheidseisen van het bepaalde bij of krachtens de Wmo 2015 of Jeugdwet kan het college een informeel traject starten. Het informeel traject omvat advies- en stimuleringsmaatregelen en/of corrigerende maatregelen zoals weergegeven in de bijlage 1, tabel 1.
Indien een Pgb-aanbieder niet voldoet aan één of meer kwaliteits- of rechtmatigheidseisen van het bepaalde bij of krachtens de Wmo 2015 en Jeugdwet kan het college een formeel traject starten. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding, voorkoming van herhaling van de overtreding of het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de onvoldoende geleverde kwaliteit en de onrechtmatigheid van de ondersteuning.
Het college kan preventief een last onder dwangsom opleggen, indien overtreding klaarblijkelijk dreigt. Dit moet blijken uit de feiten en omstandigheden van het geval.
Hoofdstuk 5 Samenloop - Verhouding tot Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd
Artikel 20 Verhouding tot instanties
Indien het college een kwaliteitsmelding ontvangt over een jeugdhulpaanbieder die zorg verleent op grond van de Jeugdwet in de leveringsvorm Pgb, zendt het college deze naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) die als landelijk toezichthouder belast is met het verrichten van onderzoek naar de kwaliteit van de voorzieningen op grond van de Jeugdwet.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 juni 2024.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Bijlage 1: Type Maatregelen, beoordelings- en wegingsfactoren
Type maatregelen, beoordelings- en wegingsfactoren
Het college onderscheidt een vijftal typen van maatregelen met bijbehorende instrumenten. Vaak gaat al een traject van afspraken vooraf aan het opleggen van maatregelen.
Tabel 1: Type maatregelen en instrumenten
De kleuren van de maatregelen en instrumenten en de getraptheid van de tabel corresponderen met de zwaarte en proportionaliteit ervan. De getraptheid van de tabel impliceert geen volgorde van maatregelen. Een corrigerende maatregel gaat bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend vooraf aan een bestuursrechtelijke maatregel. Dat kan betekenen dat bij een eerste overtreding, naar het zwaarst mogelijke instrument wordt gegrepen al naar gelang van de ernst van de situatie. Bij de keuze van de maatregel speelt de effectiviteit ervan op korte en op langere termijn een rol. Actieve openbaarmaking is een stimulerende maatregel die ook een corrigerende werking kan hebben.
Om te komen tot de uiteindelijke beoordeling van de situatie en de in te zetten handhaving worden meerdere, gangbare afwegingen gemaakt om te bepalen of en zo ja welke actie nodig is: ernst van de situatie, de kans op herhaling en de organisatiegraad van de Pgb-aanbieder. Het college legt een casus langs de wegingsfactoren. Het college bepaalt zijn keuze aan de hand van het effect dat hij van de maatregel verwacht in relatie tot het doel dat hij wil bereiken binnen de context die bij de Pgb-aanbieder is aangetroffen.
Kans op herhaling van de gebeurtenis of niet verbeteren van de situatie
Bij het bepalen van de kans op herhaling spelen onderstaande factoren mee:
Wat is de aard van de overtreding?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen overtredingen die gelet op hun aard gemakkelijk op korte termijn herhaald kunnen worden en overtredingen die na herstel gewoon hersteld zijn. Bij overtredingen met een herhaalkans op korte termijn kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de dagelijkse inzet van beroepskrachten. Een voorbeeld van een overtreding waar na herstel weinig herhaalkans is op korte termijn, is een beleidsplan. Immers als het product eenmaal aangepast is, is de overtreding meteen “blijvend” verholpen en is er weinig risico op herhaling. Tot slot is het mogelijk dat een overtreding op korte termijn kan worden hersteld maar dat er na herstel een gemiddelde kans bestaat op herhaling. Een voorbeeld hiervan is dat er scholing plaatsvindt van het personeel, maar dat deze scholing van het personeel niet periodiek herhaald wordt.
Wat is de houding van de Pgb-aanbieder? (niet-weten, niet-kunnen, niet-willen)
Het inzetten van te weinig personeel heeft bijvoorbeeld een direct financieel voordeel voor de Pgb-aanbieder. Bij deze overtreding kan handhaving met een financiële component (last onder dwangsom) ervoor zorgen dat de Pgb-aanbieder een prikkel krijgt om daadwerkelijk over te gaan tot herstel van de kwaliteit.
Het college beseft dat er weleens sprake kan zijn van een overtreding, maar gaat er daarbij vanuit dat de Pgb-aanbieder direct maatregelen treft gericht op een zo spoedig mogelijk herstel van de overtreding. Het college is dan ook extra streng in geval van herhaalde overtreding van dezelfde eis (recidive). In geval van recidive zal het college zwaarder sanctioneren. Er zal een kortere hersteltermijn worden gehanteerd en/of een zwaardere handhavingsmaatregel worden ingezet.
Bovenstaande tabel geeft de houding van de aanbieder weer versus de mate van organisatie van de zorgverlening. Het beoordelen van de organisatie van de Pgb- aanbieder, gericht op zorgkwaliteit en -veiligheid en de houding van de aanbieder zijn essentieel voor het bepalen van het type maatregel.
De kleuren in dit ‘herhalingskansschema’ geven aan in welke mate de kans op herhaling aanwezig is of voortduring van een niet-verantwoorde situatie. Rood geeft aan dat die kans groot is, oranje dat de kans redelijk groot is en geel dat de kans niet groot is. Is er sprake van compliant gedrag, tegenwerking of zelfs crimineel gedrag? Niet (kunnen) weten is bijvoorbeeld aan de orde bij onbekendheid met recente wetenschappelijke inzichten. Niet willen weten daarentegen kan het gevolg zijn van een gebrek aan zelfreflectie. Niet-willers of kwaadwillers zitten in de gevarenzone en riskeren in alle gevallen ingrijpende maatregelen. Hier speelt ook de vraag of de geconstateerde schade vermijdbaar was en/of verwijtbaar is en hoe serieus het (feitelijk) bestuur van een Pgb-aanbieder of een beroepsbeoefenaar aan de verantwoordelijkheid voor het leveren van verantwoorde, rechtmatige ondersteuning en zorg invulling geeft.
Het college legt een casus langs de wegingsfactoren, waardoor het proces van bepaling van de mate van ernst en de kans op herhaling transparant worden.
Het college bepaalt zijn keuze aan de hand van het effect dat hij van de maatregel verwacht in relatie tot het doel dat hij wil bereiken en in de context die hij aantreft.
In ernstige gevallen zal het college in een multidisciplinair overleg tot een keuze voor een maatregel komen. Het college zorgt ervoor dat in zijn processen de beoordeling transparant, objectief en reproduceerbaar is.
Bij de afweging welk type maatregel wordt ingezet, hanteert het college als richtlijn onderstaande matrix:
Tabel 3: Maatregelmatrix: bepaling van het type maatregel op basis van ernst van de situatie x kans op herhaling
De kleuren in dit ‘maatregelmatrix’ geven een indicatie voor het type maatregel dat het college kan opleggen. De grenzen zijn niet altijd even scherp te trekken.
Als het type maatregel aldus is bepaald weegt het college op basis van de feiten van een zaak of deze passend is. Deze beoordelingssystematiek is een kader waarvan het college op basis van zijn ervaring gemotiveerd kan afwijken als de feiten daartoe aanleiding geven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-309968.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.