Gemeenteblad van Zuidplas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuidplas | Gemeenteblad 2024, 309830 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuidplas | Gemeenteblad 2024, 309830 | beleidsregel |
Beleidsregel gevaarlijke en hinderlijke honden gemeente Zuidplas
De burgemeester van de gemeente Zuidplas,
Dit beleid onverlet laat dat de burgemeester naast de in deze beleidsregel uitgewerkte bevoegdheden op grond van artikel 172, derde lid, Gemeentewet bevoegd is bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan ervan, bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde en deze beleidsregels niet zien op die bevoegdheid;
Dit beleid slechts toeziet op het bestuursrechtelijke proces en daarbij behorende bevoegdheden en onverlet laat dat er ten aanzien van hinderlijke en gevaarlijke honden ook afzonderlijke civielrechtelijke (op grond van het Burgerlijk Wetboek) en strafrechtelijke mogelijkheden (op grond van het Wetboek van Strafrecht) bestaan;
de “Beleidsregel gevaarlijke en hinderlijke honden gemeente Zuidplas” vast te stellen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
als de hond anderszins overlast en/of ongemak veroorzaakt (bijvoorbeeld doordat een hond ontsnapt uit een woning, tuin of vanaf een erf en daarbij op enige wijze passanten en/of andere dieren lastigvalt, dan wel als een hond tijdens het uitlaten of anderszins losbreekt en passanten en/of andere dieren lastigvalt).
Artikel 4 – Duur opgelegde maatregel en gedragstest
Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde maatregel, na ommekomst van een jaar nadat een aanlijn- en /of muilkorfgebod als bedoeld in het eerste lid van artikel 2 en 3 is opgelegd, worden opgeheven wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest als bedoeld in artikel 4 lid 3 aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Vereist is dat er in de periode waarin een aanlijn en/of muilkorfgebod van kracht is geweest, geen incidenten met de hond hebben plaatsgevonden.
In opdracht van de eigenaar of houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De burgemeester gaat alleen tot heroverweging van zijn (voornemen tot het opleggen van een) maatregel over, indien deze gedragstest is afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de burgemeester goedgekeurde onderzoeker of faculteit. Een gedragstest is bijvoorbeeld een MAG-test (Maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag), agressietest (zoals ontwikkeld door de universiteit Utrecht) of een TOP-test (Toetsing Op Persoonlijkheid). De gemeente dient het rapport rechtstreeks van de toetsende instantie te ontvangen.
Artikel 5 – Niet naleven geboden
Wanneer het aanlijngebod en/of muilkorfgebod als bedoeld in artikel 2 niet wordt nageleefd en de opgelegde last onder dwangsom als bedoeld in het eerste lid maximaal is verbeurd, kan de burgemeester een last onder bestuursdwang opleggen. De in de last op te nemen bestuursdwang bestaat uit inbeslagname van de hond.
In spoedeisende gevallen waarin de eigenaar of houder van een hond die op grond van artikel 2 of 3 als hinderlijk of gevaarlijk kwalificeert in strijd handelt met een opgelegd aanlijngebod en/of muilkorfgebod en de hond een nieuw (ernstig) incident veroorzaakt, kan de burgemeester toepassing geven aan artikel 5:29 juncto 5:31 Awb en overgaan tot toepassing van (super)spoedbestuursdwang bestaande uit onmiddellijke inbeslagname van de hond.
Om overtreding van het gebod om de hond te chippen als bedoeld in artikelen 2 en 3 legt de burgemeester aan de eigenaar of houder van de hond een preventieve last onder dwangsom op. De hoogte van de dwangsom bedraagt €500,- per week dat de overtreding van het gebod voortduurt met een maximum van €5000,-.
Artikel 6 - Na inbeslagname van de hond
Bij de in artikel 5, tweede, derde en vierde lid bedoelde inbeslagname van de hond geeft de burgemeester de opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest. Een gedragstest is bijvoorbeeld een MAG-test (Maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag), agressietest (zoals ontwikkeld door de universiteit Utrecht) of een TOP-test (Toetsing Op Persoonlijkheid). De gedragstest dient te worden afgenomen door een professionele gedragsbeoordelaar (zoals een door de Raad van Beheer op kynologisch gebied Nederland benoemde gedragskeurmeester). Een gedragsbeoordelaar heeft de opleiding tot gedragskeurmeester of gedragsbeoordelaar met succes afgerond en beschikt over (voldoende recente) praktijkervaring.
Als uit de gedragstest blijkt dat de hond, eventueel onder te stellen (resocialisatie)voorwaarden, kan worden teruggeplaatst bij de houder of eigenaar, plaatst de burgemeester de hond terug mits uit onderzoek blijkt dat de eigenaar/ houder in staat is zich te houden aan de gestelde (resocialisatie)voorwaarden.
De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, een gedragstest, resocialisatie en eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventuele kosten voor het uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem of haar verhaald.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-309830.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.