Beleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Neder-Betuwe

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe;

 

gelezen het voorstel van 28 mei 2024

 

overwegende dat:

  • -

    de gemeenteraad van Neder-Betuwe op 4 juli 2024 de Wegsleepverordening Neder-Betuwe 2024 heeft vastgesteld;

  • -

    de Wegsleepverordening Neder-Betuwe 2024 per 1 augustus 2024 in werking treedt;

  • -

    het college van burgemeester en wethouders bevoegd is op grond van artikel 2 van de Wegsleepverordening Neder-Betuwe 2024 op de weg staande voertuigen weg te slepen

gelet op het bepaalde in afdeling 5.3.1. van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 170 en verder van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Beleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Neder-Betuwe.

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1.1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Bevoegde functionaris: de buitengewoon opsporingsambtenaar

  • b.

    Buitengewoon opsporingsambtenaar: ambtenaar in dienst van de gemeente Neder-Betuwe bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang met betrekking tot de wegsleepregeling

  • c.

    Executieve politieambtenaar: politieambtenaar bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang met betrekking tot wegsleepregeling

  • d.

    Berger: de directeur van het wegsleepbedrijf waarmee de overeenkomst is gesloten tot uitvoering van de Wegsleepverordening gemeente Neder-Betuwe; de berger is belast met zowel het wegslepen, bewaren als teruggave van voertuigen.

  • e.

    Rechthebbende: de eigenaar of houder van een voertuig

  • f.

    Bewaarder: de directeur van het wegsleepbedrijf waarmee de overeenkomst is gesloten tot uitvoering van de wegsleepverordening gemeente Neder-Betuwe.

Hoofdstuk 2 Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

Artikel 2.1 Algemeen

  • 1.

    Wegslepen is een bijzondere vorm van bestuursdwang, waarvoor de wettelijke regels voor bestuursdwang van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn.

     

    De procedure betreffende de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Onder “voertuigen” wordt naast de motorvoertuigen onder meer verstaan: bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen en aanhangwagens.

     

    Bij het aantreffen van een foutief geparkeerd voertuig dient de afweging te worden gemaakt of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Voertuigen zijn wegsleepwaardig, indien er een verkeersregel wordt overtreden én waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van:

    • 1.

      de veiligheid op de weg en/of

    • 2.

      de vrijheid van het verkeer en/of

    • 3.

      het vrijhouden van de wegen of weggedeelten, zoals aangewezen in het ‘Besluit wegslepen van voertuigen’ (Staatsblad 2001, nr.353) en waarop de gemeentelijke wegsleepverordening van toepassing is.

  • 2.

    Wegslepen kan dientengevolge:

    • a.

      op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

    • b.

      op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

    • c.

      op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:

      • het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

      • het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

      • het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

    • d.

      op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

    • e.

      op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:

      • tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;

      • tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;

      • die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;

    • f.

      op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

    • g.

      op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

    • h.

      op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

    • i.

      in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage;

    • j.

      op een beweegbare brug, nader aangeduid door bord J15 , voorzover het voertuig de vrije doorgang belemmert;

    • k.

      op een fietspad, nader aangeduid door bord G11,G1 2a of G13 van die bijlage;

    • l.

      op een fietsstrook, nader aangeduid door een doorgetrokken of onderbroken streep gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;

    • m.

      op een erf, nader aangeduid door bord G5 van die bijlage, voorzover het voertuig niet is geparkeerd op een parkeerplaats die als zodanig is aangeduid of aangegeven.

    • n.

      op een weg of weggedeelte waar een markt wordt gehouden, dan wel marktterreinen;

    • o.

      op een weg of weggedeelte waar een evenement wordt gehouden;

    • p.

      op een weg of weggedeelte waar een standplaatsvergunning is verstrekt;

    • q.

      voor een inrit of een uitrit

    • r.

      voor een (auto-)wrak

Artikel 2.2 Actie

Alleen een bevoegde functionaris is bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

Artikel 2.3 Waarnemingstijd

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen is allereerst een waarnemingstijd nodig.

  • Verbod stil te staan: voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • Parkeerverboden: bij parkeerverboden is een waarnemingstijd van tien minuten reëel voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

  • Parkeren op laad- en loshavens: bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten gehanteerd, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

Hoofdstuk 3 Toepassing procedure

Artikel 3.1 Besluit bestuursdwang

  • a.

    De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie de berger in.

  • b.

    De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de berger.

  • c.

    De bevoegd functionaris en/of berger maakt een (digitale) foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto c.q. foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen.

  • d.

    De bevoegde functionaris vult een blanco exemplaar van het besluit tot toepassing van bestuursdwang in en overhandigt dat aan de berger. Een voorbeeld van dit besluit is als bijlage 1 bij dit besluit gevoegd.

  • e.

    De berger maakt zo snel mogelijk twee kopieën en stuurt één exemplaar naar de gemeente en neemt één exemplaar op in het bewaringsregister. Het origineel is bestemd voor de eigenaar/houder van het voertuig. Zie ook paragraaf 5.3

  • f.

    De berger vult alvorens de werkzaamheden voorafgaande aan het meevoeren te starten ter plaatse het proces-verbaal in. Op dit formulier wordt eventuele schade aan het voertuig genoteerd. Dit document wordt ondertekend door zowel een medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf) als de bevoegde functionaris. Een voorbeeld van dit proces-verbaal is als bijlage 2 bij deze beleidsregel gevoegd.

  • g.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert de berger het voertuig nogmaals op beschadigingen en maakt indien nodig een (digitale) foto. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het proces-verbaal van meevoeren en opslaan.

  • h.

    Het proces-verbaal van meevoeren en opslaan wordt opgenomen in het bewaringsregister.

Artikel 3.2 Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op reeds aanwezige schade. De schade wordt genoteerd in het proces-verbaal van meevoeren en opslaan en gefotografeerd. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd en gefotografeerd.

Artikel 3.3 Sleepfasen

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen:

 

FASE I:

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging indien de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.

Toelichting:

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding van de overbrenging van het voertuig, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed aan de berger. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

 

FASE II:

De takelwagen is ter plaatse en het voertuig bevindt zich op de lepel van de takelwagen en is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.

De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.

Toelichting:

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen. De kosten voor de volledige berging dienen ter plaatse te worden vergoed aan de berger. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig weggesleept en dienen de wegsleepkosten op de bewaarplaats worden betaald.

 

FASE III:

Het voertuig is/wordt weggesleept en in bewaring gesteld.

Toelichting:

Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring. Ook zal in een aantal gevallen eerst aan andere voorwaarden moeten worden voldaan, zoals beschreven in paragraaf 5.2.

Artikel 3.4 Kosten

De volgende kosten zijn verschuldigd, zodra de sleepdienst is gebeld.

* prijspeil 2024, de gemeente kan op het verzoek van het bergingsbedrijf jaarlijks de tarieven indexeren op basis van de consumentenprijsindex van het CBS

 

1. De voorrijkosten indien er geen versleping plaatsvindt bedragen voor voertuigen tot en met 3500 kg:

Tussen 08.00 uur en 18.00 uur

€ 115,-

Tussen 18.00 uur en 08.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen

€ 140,-

 

2. De voorrijkosten indien er geen versleping plaatsvindt bedragen voor voertuigen vanaf 3500 kg:

Tussen 08.00 uur en 18.00 uur

€ 330,-

Tussen 18.00 uur en 08.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen

€ 415,-

 

3. De kosten voor het overbrengen (inclusief de voorrijkosten) van een voertuig tot en met 3500 kg naar de bewaarplaats bedragen:

Tussen 08.00 uur en 18.00 uur

€ 165,-

Tussen 18.00 uur en 08.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen

€ 190,-

 

4. De kosten voor het overbrengen (inclusief de voorrijkosten) van een voertuig vanaf 3500 kg naar de bewaarplaats bedragen:

Tussen 08.00 uur en 18.00 uur

€ 590,-

Tussen 18.00 uur en 08.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen

€ 735,-

 

5. De kosten van het bewaren van een voertuig bedragen (inclusief de eerste 24 uur)

Voor voertuigen tot en met 3500 kg Per etmaal of een gedeelte daarvan

€ 12,-

Voor voertuigen vanaf 3500 kg

Per etmaal of een gedeelte daarvan

€ 40,-

 

3.5 Geen kosten verschuldigd

De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd, indien:

  • a.

    niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn; of

  • c.

    aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen, bijvoorbeeld door een afschrift van een rechterlijke uitspraak. Indien de kosten voor wegslepen reeds voldaan zijn, maar niet verschuldigd, gaat het college over tot restitutie van de kosten. Op grond van artikel 172 lid 5 WVW betaalt het college indien niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, tevens een redelijke schadeloosstelling aan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

Hoofdstuk 4 Bewaren van voertuigen

Artikel 4.1 Aanvang van het bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn verhaalbare bewaarkosten verbonden.

Het tijdstip van bewaren van een weggesleept voertuig gaat in op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

Artikel 4.2 Plaats van het bewaren en openingstijden

  • 1.

    Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaatsen. Het college bepaalt op grond van artikel 4 Wegsleepverordening gemeente Neder-Betuwe 2024, dat de weggesleepte voertuigen worden bewaard op het terrein van Takel- en Bergingsbedrijf M.C. Gerritse, gevestigd aan de Franklinstraat 3a te Tiel.

  • 2.

    De reguliere openingstijden van de bewaarplaats zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur, zaterdag van 09.00 tot 12.00 uur, daarbuiten en op zondag en feestdagen na telefonisch overleg op telefoonnummer 0344-625050.

Artikel 4.3 Procedure

  • 1.

    Het voertuig wordt conform artikel 4.2 geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    De bewaarder draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden terug gegeven.

  • 3.

    De bewaarder is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken) in het bewaringsregister.

  • 4.

    Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt de berger een ‘proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ op.

Toelichting:

Indien ter zake het feit waardoor het voertuig in bewaring is gesteld proces-verbaal wordt opgemaakt, moet daarin de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld.

 

Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder. Indien in het bewaringsregister geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig dat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft onder de verantwoordelijkheid van de bewaarder.

Hoofdstuk 5 Teruggave van voertuigen

Artikel 5.1 Betaling kosten

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten, genoemd in artikel 3.4 betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk.

 

Voorwaarden tot teruggave

Buiten het betalen van de kosten, zoals hiervoor genoemd kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven.

Artikel 5.2 Teruggave weggesleept voertuig

Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. De eigenaar of houder moet aantonen dat hij rechthebbende is op het weggesleepte en in bewaring gestelde voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5 Wegenverkeerswet).

Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden, omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn (zie paragraaf 3.5)

Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld, moet worden teruggegeven indien alle kosten zijn betaald.

Artikel 5.3 Procedure teruggave

  • 1.

    De eigenaar/houder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs. (Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn. Indien de ‘wet Mulder’ gelijktijdig van toepassing is of er sprake is van een inbeslagname kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.)

  • 2.

    Door overhandiging van het origineel van het besluit tot toepassing van bestuursdwang wordt dit besluit aan de rechthebbende bekend gemaakt. Van de overhandiging wordt een aantekening gemaakt in het bewaringsregister.

  • 3.

    De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan de bewaarder voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van de bewaarder een kwitantie (origineel van de rekening).

  • 4.

    Een kopie rekening wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister.

  • 5.

    In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

  • 6.

    Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met de bewaarder.

Artikel 5.4 Niet afgehaalde voertuigen

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig.

Zodra die bekend is, stuurt het college aan de eigenaar/houder van het voertuig binnen 7 dagen, per aangetekend schrijven een kennisgeving van het besluit tot toepassen van bestuursdwang ex. paragraaf 3.1. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

 

Ingeval een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, dan wel indien de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, kan het voertuig worden verkocht, weggegeven e.d. vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving van dit besluit van het college aan de rechthebbende. De bewaarder draagt namens het college zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig. Een in bewaring gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

Hoofdstuk 6 Bewaringsregister

Artikel 6.1 Inschrijven in bewaringsregister

De directeur van het wegsleepbedrijf is bewaarder en beheert het bewaarregister. In het bewaringsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

 

Na de inbewaringstelling

  • het besluit tot toepassing van bestuursdwang;

  • een afschrift van het proces-verbaal (conform art. 5:29 lid 2 Algemene wet bestuursrecht);

  • datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

  • de voorwaarden tot teruggave;

  • ingeval het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken;

  • ingeval het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend is kunnen worden;

  • bij inbeslagname de naam van de verbalisant die het onderzoek doet of de naam van de opdrachtgever tot verplaatsing.

Bij teruggave

  • de datum en tijdstip van bekendmaking/overhandigen van het besluit tot toepassing bestuursdwang;

  • de datum en tijdstip waarop het voertuig is afgehaald;

  • de naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald evenals de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

  • het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald.

Bij niet afhalen

Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • De datum van de bekendmaking van het besluit tot toepassing bestuursdwang;

  • De naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt.

Bij verkoop/vernietiging

  • de datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandverklaring of de vernietiging;

  • ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd evenals gegeven waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was

  • ingeval van een afstandverklaring, de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

  • ingeval van vernietiging de geschatte sloopwaarde van het voertuig.

Indien restitutie wordt verleend

  • de datum waarop restitutie is verleend, het bedrag van de restitutie, de grond tot restitutieverlening en de naam en het adres van degene aan wie restitutie werd verleend.

Artikel 6.2 Bewaren gegevens

De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft terug gegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.

Artikel 6.3 Verstrekken gegevens

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister.

Artikel 6.4 De bewaarder

Het college van burgemeester en wethouders sluit een overeenkomst met het wegsleepbedrijf (veelal de directeur). Deze persoon vervult dan namens het college de functie van ‘bewaarder’. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet er op toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de artikelen, genoemd in deze beleidsregel, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring van voertuigen te verzekeren.

Artikel 6.5 Karakter bestuursdwang

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld door de bevoegde functionaris. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Hiervoor is een model ontwikkeld, dat als bijlage 1 is opgenomen in deze regeling.

Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is overtreden.

 

Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in artikel 7:1 Awb bezwaar openstaat. In het Besluit tot toepassing bestuursdwang, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen.

Artikel 6.6 Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Hiervoor is een model ontwikkeld, dat als bijlage 2 is opgenomen in deze regeling. Het woord proces-verbaal, heeft hier de betekenis van een verklaring krachtens artikel 5:29 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het opmaken van een proces-verbaal is vooral voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Met betrekking tot de zal dit proces-verbaal vooral een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders. Degene die het bezwaarschrift indient, kan daarbij een afschrift van het proces-verbaal voegen.

Artikel 6.6 Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casu de wegsleepregeling op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 – richten aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe. Tegen het besluit op bezwaar van het college staat beroep open bij de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Hoofdstuk 7 Overig

Artikel 7.1 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 augustus 2024.

Artikel 7.2 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Neder-Betuwe’.

Opheusden, 28 mei 2024

Burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe,

De gemeentesecretaris,

N. de Geus - de Bruijn

De burgemeester,

A.J. Kottelenberg

Bijlage 1 Besluit tot toepassing van bestuursdwang conform de Wegsleepverordening Neder-Betuwe 2024 en de Beleidsregel Wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Neder-Betuwe

 

Aan: mevrouw/de heer ,

 

Datum:

 

Onderwerp: Bestuursdwangbesluit in kader van wegsleepverordening gemeente Neder-Betuwe en Beleidsregel Wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Neder-Betuwe

 

Geachte mevrouw/heer,

 

Op ……………………. 20..…, om ………………. uur, is vastgesteld dat het voertuig:

 

□ met het kenteken …………………………………………………,

 

□ zoals nader beschreven in aangehecht proces-verbaal van meevoeren en opslaan,

 

in strijd met artikel ………………………………………….

 

□ van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

 

□ de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)

 

Op de weg ……………………………………………………… te……………………………………… in de gemeente Neder-Betuwe stond en dat verwijdering van dit voertuig bovendien noodzakelijk was in verband met :

 

□ het belang van de veiligheid op de weg, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden ……………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………….

 

□ het belang van de vrijheid van het verkeer, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden : ……………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………….

 

□ het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen, ter plaatse van een

 

○ parkeerverbod (bord E1, bord E201)

 

○ parkeerverbod (onderbroken gele streep)

 

○ verbod stil te staan (bord E2)

 

○ verbod stil te staan (doorgetrokken gele streep)

 

○ parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven voertuigcategorie)

 

○ parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven groep voertuigen)

 

○ parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven wijze van parkeren)

 

○ parkeergelegenheid (bord E4 – op andere dan aangegeven dagen of uren)

 

○ betaald parkeergelegenheid (bord BW111o)

 

○ taxistandplaats (bord E5)

 

○ gehandicaptenparkeerplaats (bord E6)

 

○ gelegenheid voor onmiddellijk laden of lossen van goederen (bord E7)

 

○ parkeergelegenheid voor categorie of groep voertuigen (bord E8)

 

○ parkeergelegenheid voor vergunninghouders (bord E9)

 

○ voetgangersgebied (bord G7)

 

○ voetgangersgebied (bord C1)

 

onder de omstandigheden

……………………………………………………………………………………………………………..

 

Dit wegslepen van een voertuig is een vorm van bestuursdwang. Deze bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang wordt ontleend aan artikel 170, eerste lid, WVW 1994, juncto artikel 125 Gemeentewet en voor zover het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen betreft artikel 173 WVW 1994, artikel 2 van het Besluit wegsleepverordening van voertuigen en artikel 3 van de Wegsleepverordening Neder-Betuwe.

 

De uitoefening van bestuursdwang vindt plaats met inachtneming van de artikelen 170 t/m 173 WVW 1994, artikel 125 Gemeentewet, de artikelen 5:24, 5:25, 5:29, en 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor zover de laatstgenoemde artikelen niet gedeeltelijk buiten toepassing zijn verklaard of aangepast op grond van artikel 170, tweede lid WVW 1994, alsmede het Besluit wegslepen van voertuigen en de Wegsleepverordening Neder-Betuwe.

 

Vanwege de vereiste spoed bij de noodzaak tot het ongedaan maken van de hiervoor aangehaalde situatie is de geconstateerde overtreding met toepassing van artikel 4:11 Awb terstond ongedaan gemaakt. Hiertoe is het onderhavige voertuig ter overbrenging en inbewaringstelling weggesleept door:

 

Takel- en Bergingsbedrijf M.C. Gerritse, gevestigd aan de Franklinstraat 3a te Tiel.

 

De rechthebbende is de kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang verschuldigd. Het voertuig wordt uitsluitend afgegeven na betaling van deze kosten aan de berger. De kosten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 5 van de Wegsleepverordening Neder-Betuwe.

 

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig is proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift van dit proces-verbaal gaat hierbij.

 

Indien het overgebrachte en in bewaring gestelde voertuig niet binnen dertien weken na de meevoering is afgehaald c.q. niet kan worden teruggegeven, kan het voertuig worden verkocht, en indien verkoop niet mogelijk is, kan het voertuig om niet aan een derde in eigendom worden overgedragen of vernietigd. Gelijke bevoegdheid bestaat ook binnen deze termijn indien de kosten onevenredig hoog worden in verhouding tot de waarde van het voertuig.

 

Namens burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

 

……………………………………………………………………………………………(handtekening)

 

Buitengewoon opsporingsambtenaar

 

Bijlage : proces-verbaal

 

NB

Zinnen of zinsdelen waarvoor een “ □ of o” is geplaatst zijn niet van toepassing als het vakje niet is aangekruist.

 

Bezwaar

Bent u het niet eens met dit besluit, of is het besluit onduidelijk? Wij adviseren u eerst contact op te nemen met de gemeente. Dit kan voorkomen dat u een bezwaarschrift hoeft te schrijven.

Medewerkers van de gemeente nemen samen met u het besluit door. Komt u er samen niet uit, dan kunt u alsnog schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Geeft u hierin duidelijk aan waarom u het niet met het besluit eens bent. Geef ook duidelijk aan dat het om een bezwaarschrift gaat.

 

U moet uw bezwaarschrift binnen zes weken na verzending van dit besluit indienen. U kunt uw brief richten aan; Burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe, t.a.v. de commissie bezwaarschriften, Postbus 20, 4043 ZG OPHEUSDEN.

 

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift schorst niet de werking van het besluit. Nadat u een bezwaarschrift hebt ingediend, kunt u, ingeval van een spoedeisend belang, de voorzieningenrechter vragen een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening kan inhouden dat het besluit wordt geschorst. Adres; Rechtbank Gelderland, t.a.v. de Voorzieningenrechter, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening aanvragen bij genoemde rechtbank via http;//loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlage 2 Proces-verbaal tot meevoeren en opslaan voertuig

 

Ex artikel 5:29, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

__________________________________________________________________________

 

1. Gegevens wegslepen

Op ………………. 20……, om ……... uur, is het voertuig (zie hieronder) door de ondertekenaars van dit besluit vanaf de openbare weg……………………………………………………………………

te ……………………… meegevoerd en opgeslagen bij Takel- en Bergingsbedrijf M.C. Gerritse, gevestigd aan de Franklinstraat 3a te Tiel. Het verwijderen van het voertuig was nodig omdat:

 

□ het in belang was van de veiligheid op de weg. Dit bleek uit het volgende:

……………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………

□ het in belang was van de vrijheid van het verkeer. Dit bleek uit het volgende:

……………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………

□ het in belang was van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen, in het bijzonder ter plaatse van een

□ parkeergelegenheid (bord E4)

□ gelegenheid voor onmiddellijk laden of lossen van goederen (bord E7)

□ parkeergelegenheid voor categorie of groep voertuigen (bord E8)

□ parkeergelegenheid voor vergunninghouders (bord E9)

□ taxistandplaats (bord E5)

□ gehandicaptenparkeerplaats (bord E6)

□ parkeerverbod (bord E1)

□ parkeerverbod (onderbroken gele streep)

□ verbod stil te staan (bord E2)

□ verbod stil te staan (doorgetrokken gele streep)

□ voetgangersgebied (bord G7)

□ geslotenverklaring (bord C1)

 

De noodzaak van verwijdering van het voertuig bleek uit het volgende:

……………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………….

 

De kosten voor de toepassing van bestuursdwang worden vastgesteld overeenkomstig artikel 5 van de Wegsleepverordening gemeente Neder-Betuwe en daarbij behorende beleidsregel en worden op u verhaald.

__________________________________________________________________________

 

2. Gegevens voertuig

Kenteken:……………………………Merk, type en kleur: ……………………………..………………………

 

Losse zichtbare voorwerpen in het voertuig:

□ nee

□ ja, namelijk…………………………………………………………………………………………….

..................................................................................................................................................................

 

Beschadiging(en) aanwezig:

□ nee

□ ja, zie tekening

 

X = deuk

-- = kras

O = gebroken

 

Van het voertuig zijn één of meerdere foto’s gemaakt, zodat de staat van het voertuig en de situatie waarin die is aangetroffen duidelijk zijn.

 

Eventuele beschrijving van het voertuig:

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

 

__________________________________________________________________________

 

Burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe Gerritse Takel- en Bergingsbedrijf

Namens hen, Namens bedrijf,

 

Naam: ……………………………………

Functie: ………………………….………

Handtekening: …. ……………………...

 

Naam: ……………………………………

Functie: ………………………………….

Handtekening: ………………………….

 

__________________________________________________________________________

 

4. Kostenberekening

 

  • -

    Kosten voor het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats, inclusief stalling voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan € ………………

  • -

    Bewaarkosten voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan:

    van ……………….…. 20….. t/m ……………….…. 20….. € ………………

Totaal te betalen € ………………

__________________________________________________________________________

 

5. Verklaring ontvangst weggesleept voertuig

 

Ondergetekende verklaart de auto met kenteken……………….. in ontvangst te hebben genomen.

De kosten voor het wegslepen en bewaren van het voertuig a €……...,……. zijn betaald.

Dhr./mevr.: .…………………………………….

Nummer legitimatiebewijs: ..……………………………………

(kopie toevoegen)

Ophaaldatum en tijdstip: .…………………………………….

 

Handtekening eigenaar/houder auto

Bergingsbedrijf

………………………………………..

 

Naam en handtekening medewerker

……………………………………………

Naar boven