Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028

De raad van de gemeente Tholen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2024;

 

b e s l u i t :

 

  • Het Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028, welke in werking treedt op de dag na bekendmaking, vast te stellen;

  • Op de dag na bekendmaking van het Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028, het Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2020-2024 in te trekken.

Hoofdstuk 1: Inleiding

Het hebben van schulden veroorzaakt een hoop ellende, stress en problemen op allerlei levensgebieden. Landelijk, maar ook nadrukkelijk als gemeente Tholen willen we dit maatschappelijk probleem aanpakken.

 

De gemeente heeft een wettelijke taak om inwoners met schulden te helpen. In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is geregeld dat de gemeenteraad elke 4 jaar een geactualiseerd beleidsplan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening. Het beleidsplan bevat de hoofdlijnen van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. Nu de periode van het Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2020-2024 is verstreken wordt een nieuw geactualiseerd Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028 ter vaststelling voorgelegd. Na vaststelling treedt het Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028 in werking op de dag na bekendmaking.

 

De afgelopen jaren is er meer aandacht ontstaan voor schuldhulpverlening in Nederland, schuldhulpverlening is landelijk in beweging. Dat komt zowel door de coronacrisis als de inflatiecrisis. Dit heeft onder meer geresulteerd in nieuwe landelijke initiatieven en wetgeving, zoals de wettelijke taak van gemeenten op het gebied van vroegsignalering (sinds 2021), de eenmalige energietoeslag 2022 en 2023 en de halvering van de wettelijke termijn van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) van 36 naar 18 maanden. Als gevolg van deze halvering zal nazorg een belangrijk onderdeel worden van onze toekomstige dienstverlening op het gebied van schuldhulpverlening.

 

Tot 1 juli 2022 maakten we voor de dienstverlening van schuldhulpverlening gebruik van de systemen van GR de Bevelanden. Nadat GR de Bevelanden heeft aangegeven deze samenwerking te willen stopzetten, hebben we schuldhulpverlening vanaf genoemde datum zelf georganiseerd. Daarvoor zijn systemen aangeschaft. Het organiseren en inrichten van de lokale schuldhulpdienstverlening heeft veel aandacht en tijd gevraagd. Met betrekking tot de nieuwe beleidsperiode constateren we dat met name op de gebieden preventie en nazorg nog winst valt te behalen. De komende beleidsperiode willen we nadrukkelijk hierop investeren.

 

Er werd (mede door de nasleep van corona) een grotere instroom verwacht in de schuldhulpverlening, maar die toestroom bleef tot dusverre uit. Dit beeld is zowel lokaal als landelijk. Veel mensen zijn geholpen middels de energietoeslag en door de inzet van vroegsignalering. Zo proberen we voor Thoolse inwoners erger te voorkomen.

 

Tegen de achtergrond van oplopende inflatie en met het oog op toenemende geldzorgen bij inwoners met een laag inkomen heeft de raad in november 2022 ook besloten tot nieuwe maatregelen in het kader van het armoedebeleid. Met ingang van 1 januari 2023 is de inkomensgrens voor de minimaregelingen opgehoogd naar 130 %. Daarnaast zijn de bedragen van bestaande minimaregelingen verhoogd en zijn de activeringsregelingen voor volwassenen en kinderen verder uitgebreid.

 

De afgelopen beleidsperiode is aan het proces vroegsignalering verder vorm en inhoud gegeven. Het aantal meldingen van mensen met betalingsachterstanden is toegenomen. Deze inwoners hebben we in een vroegtijdig stadium kunnen helpen. Het aantal schuldhulptrajecten in Tholen is in de afgelopen jaren stabiel gebleven, maar de schuldenproblematiek is wel complexer van aard.

 

Inzet nieuw beleidsplan

De visie binnen het sociaal domein is ‘meedoen in de samenleving’. Het nieuwe Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028 sluit hierbij aan. Daarbij geven we, conform de wet, richting aan een integraal schuldhulpverleningsplan. Onderstaande doelstellingen en uitgangspunten zoals weergegeven in het Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2020-2024 zijn ook leidend voor het nieuwe Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Tholen 2024-2028.

 

  • Het voorkomen dat mensen in de schulden terecht komen;

  • Het ondersteunen van mensen met schulden, zodat hun problemen niet verergeren;

  • Het ondersteunen van mensen met problematische schulden door middel van schuldregeling, zodat zij uitzicht krijgen op een schuldenvrije toekomst;

  • Het voorkomen dat mensen na een schuldregeling opnieuw in de problemen komen, door een gerichte inzet van nazorg.

De uitganspunten hebben betrekking op een laagdrempelige en brede toegang en benadrukken inzet op vroegsignalering en preventieve activiteiten. We gaan uit van vertrouwen en passen de menselijke maat toe, aspecten die ook benadrukt worden in landelijke beleidsontwikkelingen. Het oplossen van schulden gaat gepaard met een integrale aanpak. De nazorg is indien mogelijk gericht op duurzame zelfredzaamheid. Sturen op kwaliteit van bewindvoering en budgetbeheer is daarbij van belang.

 

Leeswijzer

Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 starten we met de landelijke ontwikkelingen tijdens de beleidsperiode 2020-2024. In hoofdstuk 3 worden de lokale ontwikkelingen op het gebied van schuldhulpverlening toegelicht en wordt uitgelicht hoe het schuldhulpverleningsproces verloopt binnen de gemeente Tholen. Vervolgens komt in hoofdstuk 4 aan bod wat we gaan doen. Tot slot gaan we in hoofdstuk 5 in op de financiën.

Hoofdstuk 2: Landelijke ontwikkelingen beleidsperiode 2020-2024

In dit hoofdstuk kijken we terug op de landelijke ontwikkelingen die zich in de afgelopen beleidsperiode hebben voorgedaan en gaan we kort in op aankomende ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen en bevindingen vormen, samen met het lokale beeld, aanleiding voor wat we gaan doen in de beleidsperiode 2024-2028.

 

Uit de meest recente cijfers van het CBS blijkt dat er na een redelijk stabiele periode, vanaf 1 januari 2021 een toename van het aandeel huishoudens met geregistreerde problematische schulden te zien is: van 7,7 procent (618.090 huishoudens) op 1 januari 2021 naar 8,8 procent (726.210 huishoudens) op 1 januari 2023. Deze groei is volgens het CBS met name het gevolg van een stijging van problematische schulden bij de belastingdienst. Het vermoeden bestaat dat de oorzaak van deze stijging ligt in de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren, waaronder de opschorting van de invordering en de corona-uitstelregeling voor ondernemers.

 

Een probleem is dat niet alle ondernemers zich melden voor schuldhulpverlening en dus met oplopende schulden te maken krijgen. Onderzoek wijst uit dat specifieke doelgroepen zoals ondernemers, jongeren en werkende armen niet in beeld zijn bij de gemeente. Dit benadrukt het belang van goede informatievoorziening aan deze doelgroepen.

 

Maatregelen van het kabinet

Om de schuldenproblematiek tegen te gaan, heeft het kabinet de afgelopen jaren een aantal maatregelen genomen.

 

Zo is per 1 januari 2021 een wijziging in de Wgs doorgevoerd. Met deze wijziging is vroegsignalering van schulden een wettelijke taak geworden voor gemeenten en vaste-lasten-partners (energie, water, zorgverzekering en huur). Mensen met schulden komen bij betalingsachterstanden eerder in beeld en zo kan er eerder financiële begeleiding geboden worden. Als schulden toch uitmonden in problematische schulden, dan is schuldhulpverlening een doeltreffende manier om huishoudens uit de (problematische) schulden te helpen.

 

Wat ook is ingegaan per 1 januari 2021, is de mogelijkheid van gemeenten om de rechter te adviseren over oplossingen zoals schuldenbewind of gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Sinds 2022 is er de Wet kwaliteit incassodienstverlening. Dit houdt in dat incassobureaus en opkopers van vorderingen een verplichte registratie in een incassoregister voor incassowerkzaamheden ten aanzien van vorderingen op natuurlijke personen moeten doen. Inschrijving in het register is een voorwaarde om als incassobureau werkzaam te zijn. Er moet worden voldaan aan eisen met betrekking tot onder andere de kwaliteit van de werkzaamheden, de bedrijfsuitoefening en de omgang met schuldenaren.

 

De Rechtspraak heeft in 2022 besloten dat alle rechtbanken schuldenfunctionarissen gaan inzetten. De schuldenfunctionaris gaat in gesprek met de schuldenaar en brengt de schuldensituatie in kaart. Daarnaast zorgt de schuldenfunctionaris ervoor dat de betrokkene wordt uitgenodigd door de gemeentelijke schuldhulpverlening in de betreffende woonplaats als de inwoner dit wil. De schuldenfunctionaris heeft geen invloed op het rechterlijk proces.

 

Daarnaast is per 1 juli 2023 de duur van zowel een wettelijke schuldregeling (Wsnp) als een minnelijke schuldregeling (Msnp) van drie jaar naar anderhalf jaar verkort, inwoners zijn daarmee sneller uit problematische schulden. Het is de bedoeling dat de drempel om hulp te vragen verlaagd wordt, dat meer inwoners hulp krijgen en dat inwoners sneller van hun schulden af zijn. Bij loonbeslag kan de aflossingsperiode met maximaal vier maanden worden verlengd (tot 22 maanden in totaal). De looptijd van een schuldsanering of schuldregeling is sinds 1 juli 2023 dus korter, maar de schulden die er zijn en/of ontstaan worden wel steeds complexer. Steeds meer mensen hebben naast schulden ook problemen op andere levensdomeinen, zoals wonen, werk en relaties. Deze factoren ontregelen het leven en geven stress en hierdoor is de kans op recidive hoger. Daarom is het belangrijk om integrale hulp aan te bieden.

 

Wat ook per 1 juli 2023 is ingegaan, is de mogelijkheid om de Msnp over te slaan of versneld te verlaten en gelijk door te gaan naar de wettelijke schuldsanering (Wsnp). Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer een inwoner geen aflossingscapaciteit heeft of het onzeker is of een totaalbeeld van de schulden kan worden vastgesteld. Via deze route is iemand dan sneller uit de schulden.

 

Ook is er een landelijk verbeterplan voor de gemeentelijke schuldhulpverlening opgesteld, met daarin expliciet aandacht voor het bereiken van mensen in schulden en de kwaliteit van de dienstverlening waaronder de wijze waarop begeleiding en nazorg wordt vormgegeven. Verbeterpunten zijn:

  • Een intensievere samenwerking tussen verschillende hulpverleners;

  • Betere toegankelijkheid tot schuldhulpverlening;

  • Het toespitsen van hulpaanbod op specifieke groepen (zoals jongeren, ondernemers en werkende armen);

  • Het bieden van een compleet (integraal) plan van aanpak inclusief nazorg en begeleiding om recidive te voorkomen.

Het verbeterplan is gebaseerd op elementen basisdienstverlening op het gebied van schuldhulpverlening. Een verdere uitwerking van dit verbeterplan volgt naar verwachting medio 2024. Indien dit verbeterplan een wettelijke grondslag krijgt, zullen we de onderdelen oppakken indien we daar nog geen uitvoering aan geven. In ieder geval zal nazorg door dit plan anders ingevuld moeten worden. Het plan voor de basisdienstverlening is een samenwerking tussen het ministerie, de VNG, NVVK en Divosa.

 

Tot slot is er nog een nieuwe wet die het integraal werken bij complexe problematiek kan bevorderen. De Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) zou per 1 januari 2024 in werking treden maar deze wet is controversieel verklaard en is daarom nog niet ingegaan.

Hoofdstuk 3: Lokaal beeld in de gemeente Tholen beleidsperiode 2020-2024 en proces schuldhulpverlening

Na de landelijke ontwikkelingen in hoofdstuk 2 is in dit hoofdstuk beschreven wat we in de afgelopen beleidsperiode hebben gedaan en wat de ontwikkelingen zijn (geweest) in Tholen. In hoofdstuk 1 is vermeld dat per 1 juli 2022 de samenwerking met GR de Bevelanden op het gebied van schuldhulpverlening is beëindigd. Vanaf die datum voeren we alle taken rondom schuldhulpverlening zelf uit. De organisatie ervan heeft veel tijd en inspanning gekost, waardoor een aantal onderdelen, met name met betrekking tot preventie en nazorg, minder aandacht heeft gekregen dan gewenst.

 

Lokale cijfers

Volgens het CBS dasboard ‘Schuldenproblematiek in beeld’ heeft 7,3 % van de Thoolse huishoudens problematische schulden (peildatum 1 januari 2023). Dit zijn ongeveer 800 huishoudens. In sommige gemeenten, zoals Rotterdam, ligt dit percentage een stuk hoger. Ook zijn er gemeenten waar dit percentage een aantal procentpunten lager ligt, zoals bijvoorbeeld in het Zeeuwse Kapelle en Veere. Landelijk zijn er 8,8 % van de huishoudens geregistreerd met problematische schulden. In Tholen ligt dit percentage dus lager.

 

Proces schuldhulpverlening

In onderstaande flowchart is te zien hoe het proces van schuldhulpverlening is vormgegeven. Onder de flowchart staat per onderdeel uitgelegd hoe dit in Tholen wordt uitgevoerd en worden alle onderdelen die in de flowchart te zien zijn benoemd en toegelicht.

 

Er zijn twee onderdelen die in Tholen niet worden uitgevoerd. Het eerste onderdeel is de flankerende hulp. Dit is hulp waarbij niet direct iets wordt gedaan aan uitstaande schulden, maar waarbij iemand ondersteund wordt in relevante zaken hieromheen. In Tholen vinden we het juist belangrijk dat ook de schulden worden aangepakt.

 

Herfinanciering is een onderdeel wat bijna niet wordt gebruikt, maar de mogelijkheid bestaat wel. Bij een herfinanciering neemt of de gemeente, of de kredietbank de schuld op zich en spreekt een betalingsregeling af met de verschillende schuldeisers. Op deze manier heeft de schuldenaar slechts éen schuldeiser over. Herfinanciering kan plaatsvinden als blijkt dat de schulden niet problematisch zijn en dus in principe binnen 36 maanden voor 100 procent te zijn afbetalen.

 

Het onderdeel ‘beschermingsbewind’ wordt verder uitgelicht als bewindvoering.

 

 

Preventie

Om te voorkomen dat inwoners in schulden terecht komen, hebben we ons gericht op algemene voorlichting, informatie over gemeentelijke minimaregelingen en hulp bij schulden via de gemeentelijke website en diverse flyers. In de komende beleidsperiode willen we dit intensiveren, schulden hebben immers invloed op meerdere onderdelen in iemands leven. Als preventie domeinoverstijgend ingericht kan worden, kan het ontstaan van schulden waar mogelijk, op een zo breed mogelijk gebied, beperkt worden. Specifieke voorlichting aan doelgroepen heeft niet plaatsgevonden. Momenteel bereiken we ook niet iedereen, met name de werkende armen, zelfstandig ondernemers en jongeren zijn doelgroepen die moeilijk te bereiken zijn. Hier willen we meer op inzetten, de uitwerking hiervan volgt in hoofdstuk 4.

 

Vanaf medio 2020 is er mede met het oog op preventie en vroegsignalering na een raadsbesluit in het kader van het bestrijden van armoede een consulent netwerk en preventie aangesteld bij de gemeente. In de afgelopen beleidsperiode heeft de nadruk gelegen op vroegsignalering (sinds 2021 een wettelijke verplichting), de afwikkeling van de kinderopvang toeslagaffaire en de Corona gerelateerde regelingen voor ondernemers. Naast deze consulent werken we op het gebied van preventie met zorgloketten, jongerenwerk, het Instituut Midden- en Kleinbedrijf (IMK) (voor ondernemers) en de consulenten in het sociaal domein.

 

In preventieve zin is ook budgetbegeleiding en bewindvoering ingezet om ervoor te zorgen dat inwoners gezond omgaan met geld. Budgetbegeleiding wordt ingezet via vrijwilligers van het Leger des Heils (LdH) en onze voorzieningenconsulenten. Sinds 2023 krijgt SHV Zeeland, een speciaal onderdeel van het LdH gericht op schuldenproblematiek, een subsidie van gemeente Tholen voor de begeleiding en hulp die zij bieden aan inwoners in geldproblemen. Vanaf september 2021 hebben we al een samenwerking met SHV Zeeland. Zij helpen inwoners met financiën en schulden, maar bieden ook begeleiding en nazorg als inwoners uit de schulden zijn. Zo onderzoeken ze of een inwoner bijvoorbeeld recht heeft op gemeentelijke minimaregelingen, extra inkomsten of sociale voorzieningen. Het samenwerken met SHV Zeeland willen we intensiveren en we willen in het kader van preventie ook gaan samenwerken met een andere partij, Geldfit. Hierover in het volgende hoofdstuk meer informatie. Bewindvoering en budgetbeheer wordt door diverse bewindvoerderskantoren opgepakt. Inwoners zijn vrij om hun bewindvoerder uit te kiezen.

 

Vroegsignalering

In het kader van vroegsignalering zijn convenanten afgesloten met betrokken partijen. Er is momenteel 0,8 FTE beschikbaar voor vroegsignalering. De medewerkers die hiermee bezig zijn pakken alle signalen/meldingen op die binnenkomen van zorgverzekeraars, waterschappen, verhuurders en energiebedrijven over achterstallige betalingen. De medewerker vroegsignalering berekent voor de inwoner die hulp accepteert de beslagvrije voet. Dit om te voorkomen dat iemand onder het wettelijk vastgestelde sociaal minimum moet leven. De medewerkers hebben ook nauw contact met de woningverhuurder Stadlander, waar ze inwoners al proberen te bereiken vóordat er daadwerkelijk een melding gedaan wordt. Zo’n afspraak is er ook met een grote zorgverzekeraar waarbij inwoners al eerder benaderd worden, voordat er een melding binnenkomt. Ook benaderen de medewerkers sinds december 2023 inwoners die zijn opgenomen in de wanbetalersregeling van het CAK om inwoners te helpen met hun boete bovenop hun zorgpremie. Daarnaast verwijzen de praktijkondersteuners bij huisartsen ook door naar vroegsignalering. De medewerkers vroegsignalering nodigen de inwoner uit voor een gesprek en kunnen zo snel helpen om de financiën op orde te krijgen, voordat de situatie escaleert. Vroegsignalering wordt als een erg behulpzaam instrument ervaren, we gaan hierbij outreachend te werk.

 

In 2021 zijn er (van oktober tot en met december) 51 meldingen vanuit vaste-lasten-partners geweest. Over 2022 waren dit er 398 en in 2023 waren er 431 meldingen. Hier is dus een duidelijke stijging te zien. In 2023 hebben de klantmanagers 70,5 % van de meldingen bereikt. Landelijk lag dit percentage op 18,5 %. Van het totaal aantal meldingen heeft 16,9 % hulp aanvaard en deze inwoners zijn verder met financiële hulp ondersteund. Voor een gedetailleerd overzicht van 2023 wordt verwezen naar bijlage 1: Divosa monitor vroegsignalering 2023 .

 

Als er een melding van vroegsignalering binnenkomt, stuurt een medewerker een e-mail of brief naar de betreffende persoon. Indien er na een week geen reactie is, neemt de medewerker opnieuw contact op. Dit gebeurt totdat er daadwerkelijk contact gelegd is. Als een inwoner niet reageert maar de situatie wordt als dringend ingeschat, gaat een medewerker op huisbezoek. Een inwoner hoeft de hulp niet te accepteren en inwoners willen dit ook niet altijd. Soms omdat een betalingsachterstand al geregeld is en soms omdat een inwoner het zelf wil regelen of de noodzaak (nog) niet ziet. De medewerkers geven altijd aan dat als iemand later alsnog hulp wil, ze bereikbaar zijn. Als een inwoner wel hulp wil, ligt het aan de individuele situatie welke hulp het beste toegepast kan worden. De hulp kan eenmalig zijn, langer duren of er kan bijvoorbeeld worden doorverwezen naar schuldhulpverlening.

 

Crisismeldingen komen ook binnen via het systeem van vroegsignalering. Daarnaast komen deze meldingen ook via WijZijn binnen. De crisisinterventie die na zo’n melding volgt, bestaat uit het voorkomen van escalaties zoals uithuiszettingen en energieafsluitingen. Tijdens Corona zijn uithuiszettingen en energieafsluitingen tijdelijk niet uitgevoerd. Door de vroegsignalering en het hierbij treffen van eventuele betalingsregelingen zijn er nagenoeg geen uithuiszettingen en energieafsluitingen geweest.

 

Schuldhulpverleningstraject

Als een betalingsregeling niet mogelijk blijkt, wat vaak voorkomt bij problematische schulden, is het een mogelijkheid dat de inwoner wordt aangemeld voor een schuldhulpverleningstraject. Een aanmelding hiervoor kan ook vanuit een inwoner zelf komen.

 

Na een melding voor schuldhulpverlening vindt het intakegesprek binnen vier weken plaats, overeenkomstig de wetgeving. Als er sprake is van een bedreigende situatie moet dit gesprek binnen drie werkdagen plaatsvinden. Als er minderjarige kinderen in een huishouden wonen, worden uithuiszettingen zoveel mogelijk voorkomen. Er wordt geschakeld met de ketenpartners voor de juiste doorverwijzing en ondersteuning. Zeker als er sprake is van problematiek op verschillende levensdomeinen.

 

Er wordt als eerste voor iedereen de financiële situatie in kaart gebracht. Er wordt gekeken naar de inkomsten en uitgaven en de totale schuldenlast. Het kan zijn dat er beslag ligt op inkomsten of dat er sprake is van verrekening met inkomsten, deze kosten kunnen soms worden opgeschort of verlaagd. Daarnaast is het mogelijk dat de inwoner nog geen gebruik maakt van alle regelingen waar wel recht op is. Er wordt een integraal beeld geschetst. Na de aanmelding en intake is dus het mogelijk, als een betalingsregeling niet aan de orde is, om naar een minnelijk of een wettelijk traject door te stromen.

 

Een traject loopt meerdere jaren, dus zijn er voor de medewerkers schuldhulpverlening ook tijdens het traject taken die uitgevoerd worden in de verschillende fases om te komen tot een geslaagde regeling. Voor de lopende saneringskredieten hebben de medewerkers schuldhulpverlening jaarlijks contact en controleren ze of de cliënt nog volgens de aflostabel aflost. Voor de schuldbemiddelingen doen zij hercontroles, wat dit inhoudt wordt later in dit hoofdstuk toegelicht.

 

Cijfers lokale schuldhulpverlening

Omdat de gemeentelijke Kredietbank West-Brabant is gestopt met de diensten omtrent schuldhulpverlening voor andere gemeenten, met uitzondering van saneringskredieten, is vanaf 2020 tot medio 2022 schuldhulpverlening belegd bij GR de Bevelanden. Medewerkers van gemeente Tholen waren in deze periode bij de GR gedetacheerd. De uitvoering van schuldhulpverlening vond lokaal bij de gemeente Tholen plaats. In deze periode zijn zowel schuldbemiddelingstrajecten als saneringskredieten afgesloten. Vanaf 2022 hebben we als gemeente schuldhulpverlening volledig zelf opgepakt en registreren we via diverse systemen onderstaande gegevens (tabel 1):

  • Aanmelding ‘hulp bij financiën’

    • o

      Aantal klanten dat zich rechtstreeks bij gemeente voor hulp op dit gebied meldt of via een melding bij vroegsignalering komt.

  • Aanmelding ‘hulp bij schulden’

    • o

      Aantal klanten toegelaten tot een regeling binnen de schuldhulpverlening en gestart zijn met het proces schuldhulpverlening.

  • Toelichting ‘hulp bij schulden’

    • o

      Hoeveel mensen er zijn ingestroomd in een saneringskrediet, in een schuldbemiddeling en hoeveel aanmeldingen nog in behandeling zijn.

  • Nazorg

    • o

      Hoeveel mensen er in een nazorgtraject zitten.

  • Dwangakkoord/Wsnp verzoek

    • o

      Een dwangakkoord en verzoek tot een wettelijke schuldregeling (Wsnp verzoek, wat dit inhoudt wordt later in dit hoofdstuk toegelicht), wordt door de medewerker schuldhulpverlening in Tholen vaak gelijktijdig aangevraagd. Indien een dwangakkoord niet toegekend wordt, ligt er gelijk een verzoek tot een wettelijke schuldregeling klaar.

Jaar

Aantal aanmeldingen ‘hulp bij financiën’

Aantal aanmeldingen ‘hulp bij schulden’

Toelichting ‘hulp bij schulden’

Nazorg

Aanvraag dwangakkoord/Wsnp verzoek

2022

83

45

17 saneringskrediet;

24 schuldbemiddeling;

4 in behandeling

2

3

2023

90

23

5 saneringskrediet;

5 schuldbemiddeling;

13 in behandeling

15

4

2024 (tot 1 mei)

27

6

1 schuldbemiddeling;

5 in behandeling

4

6

Tabel 1

 

Stabilisatie

In een aantal gevallen is een stabilisatietraject vooraf noodzakelijk voor het starten van een schuldregeling. Deze fase duurt vier maanden en deze termijn kan nog met vier maanden worden verlengd. Stabilisatie heeft als doel het maximaliseren van de inkomsten, minimaliseren van de uitgaven en het bevriezen van de schulden. In geval van achterstanden in de vaste lasten zoals huur, energie, water en zorgverzekering wordt vaak ook budgetbeheer opgestart, om tijdige betaling van de vaste lasten gedurende het traject te garanderen en nieuwe schulden te voorkomen. Niet bij iedereen is een stabilisatietraject noodzakelijk. Sommige mensen kunnen meteen door naar het 120 dagen model.

 

Moratorium

Als één of meer schuldeisers de invordering niet tijdelijk willen opschorten tijdens de voorbereiding of opzet van een minnelijke regeling kan de schuldenaar de rechtbank verzoeken om een moratorium aan de schuldeiser(s) op te leggen voor de duur van maximaal 6 maanden. Er moet sprake zijn van één van de volgende bedreigende situaties: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of beëindiging van de zorgverzekering.

 

Het 120-dagen model

In het 120-dagen model brengt de schuldhulpverlener het aantal schuldeisers en de hoogte van de schuld in kaart. Daarna berekent de schuldhulpverlener de afloscapaciteit en vraagt hij de schuldeisers om akkoord te gaan met een voorstel tot regeling van de schuld. Voor de totstandkoming van de minnelijke regeling is de medewerking van alle schuldeisers nodig. Regelmatig komt het voor dat één of meer schuldeisers niet akkoord gaan. In die gevallen kan namens de schuldenaar de rechtbank gevraagd worden om een dwangmiddel (dwangakkoord of Wet sanering natuurlijke personen) toe te wijzen.

 

Dwangakkoord

Indien een schuldregeling niet tot stand kan komen doordat éen of meerdere schuldeisers niet akkoord gaan met het geboden aanbod, kan er een dwangakkoord worden aangevraagd. Dit houdt in dat een rechter uitspraak doet over of een schuldeiser akkoord moet gaan met de voorgestelde regeling en het daarbij behorende percentage van aflossing, of dit niet hoeft te doen.

 

Voorlopige voorziening

Indien er een dreigende situatie zich voordoet, waarbij iemand zijn huis dreigt te worden ontruimd, de levering van gas, elektra of water beëindigt dreigt te worden of de zorgverzekering wordt opgezegd, is het mogelijk een voorlopige voorziening aan te vragen om de periode tot de schuldregeling geregeld is te overbruggen. De rechtbank beslist hierover en er mag dan gedurende zes maanden geen ontruiming, beëindiging van gas, elektra of water of stopzetten van de zorgverzekering plaatsvinden. Een aanvraag voor een schuldregeling dient dan al wel te zijn ingediend en als bewijsstuk meegegeven te worden.

 

Minnelijke schuldregeling

Een minnelijke schuldregeling houdt in dat alle schuldeisers (vrijwillig) akkoord gaan met de betaling van een deel van de schuld en kwijtschelding verlenen voor de restschuld. Een percentage van de totale schuld wordt in 18 maanden terugbetaald aan de schuldeisers. Is de minnelijke schuldregeling voor 1 juli 2023 tot stand gekomen, dan bedraagt de termijn 36 maanden. Na succesvolle afronding van het traject volgt finale kwijting. Wel kan het zijn dat de schuldenaar niet saneerbare schulden heeft, ofwel schulden die niet worden kwijtgescholden. Dit kunnen boetes zijn, een te veel ontvangen uitkering of bijvoorbeeld een studieschuld. In het minnelijk traject bestaat er een saneringskrediet en een schuldbemiddeling. Uit de twee schuldregelingen, heeft in Tholen in principe het saneringskrediet de voorkeur. Deze regeling komt echter niet altijd rond, dit wordt in hoofdstuk 4 uitgelicht.

 

  • Bij een saneringskrediet biedt de gemeente de schuldeisers een totaalbedrag aan, wat vervolgens evenredig verdeeld wordt onder de schuldeisers. Dit totaalbedrag is de totale aflossingscapaciteit over 18 maanden. Schuldeisers zullen hier niet altijd het volledige bedrag mee krijgen. De schuldenaar betaalt vervolgens in 18 maanden de totale aflossingscapaciteit terug aan éen schuldeiser; de gemeente. De gemeente neemt daarmee de verantwoordelijkheid van de schuld op zich. Voor saneringskredieten werken we samen met de Gemeentelijke Kredietbank West-Brabant (GKWB). Indien een klant een saneringskrediet niet (volledig) aflost, kunnen we een beroep doen op het Waarborgfonds saneringskredieten waarbij we via de GWKB zijn aangesloten. Door het aansluiten bij dit waarborgfonds, loop je als gemeente minder financieel risico.

  • Bij een schuldbemiddeling worden alle inkomsten die boven het vrij te laten bedrag liggen gedurende 18 maanden gereserveerd op een aparte rekening. De schuldenaar maakt in eerste instantie het volledige inkomen over naar de Kredietbank Nederland. Het geld boven het vrij te laten bedrag wordt 18 maanden lang gereserveerd. Aan het eind van deze periode, maakt de kredietbank dit bedrag naar verhouding over aan de schuldeisers. Dit betekent dat er tussentijds wordt beoordeeld of de schuldenaar zijn aflossingscapaciteit tijdens schuldbemiddeling is veranderd en dus of de aflossing van de schuld verandert. Dit is de hercontrole, die door de medewerker schuldhulpverlening wordt uitgevoerd.

Hercontrole

Als er een schuldbemiddeling loopt, wordt er bij trajecten die gestart zijn voor 1 juli 2023 na 12, 24 en 36 maanden en bij trajecten die gestart zijn na 1 juli 2023 na 6, 12 en 18 maanden gecontroleerd of de mate van afdracht nog passend is in de financiële situatie van de schuldenaar. Indien er wisseling in inkomen is, kan het zijn dat de afdracht voor het komend jaar hoger of lager zal worden. Ook wordt er gecontroleerd of een schuldenaar zich aan de afspraken heeft gehouden.

 

Wet schuldsanering natuurlijke personen

Als een minnelijk traject niet rondkomt, is er nog de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). De gemeente of een bevoegde bewindvoerder dient dan een verzoek tot een wettelijk schuldentraject in bij de rechtbank. Als de rechtbank het verzoek toewijst, legt hij deze regeling op aan de schuldenaar en aan de schuldeisers. De schuldenaar kan dit verzoek alleen indienen als hij een verklaring aan de rechtbank kan overleggen waarin de gemeente verklaart dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een minnelijk schuldregeling te komen.

 

Tijdens het Wsnp traject, krijgt de schuldenaar een Wsnp-bewindvoerder door de rechtbank toegewezen. De bewindvoerder beheert dan iemands geldzaken en zorgt ervoor dat de schuldeisers naar het vermogen van de schuldenaar betaald worden. Ook dit traject duurt sinds 1 juli 2023 18 maanden. Als iemand in deze 18 maanden zich aan alle plichten heeft gehouden, volgt finale kwijting.

 

Zoals in hoofdstuk 2 omschreven, is het mogelijk om als gemeente advies te geven in de rechtbank tijdens een uitspraak. Gemeente Tholen maakt hier op het moment geen gebruik van.

 

Nazorg

Nazorg wordt momenteel voor een deel door de medewerker schuldhulpverlening uitgevoerd, maar verdient meer aandacht. Het is belangrijk dat we als gemeente meer gaan inzetten op nazorg. Door de verkorte aflossingsperiode van een schuldentraject zijn mensen sneller uit de financiële problemen. Juist daarom is het van belang meer in te zetten op nazorg, omdat de schulden vaak complexer en domeinoverstijgend zijn. Wanneer een schuldentraject is afgerond, houdt dit niet altijd in dat iemand ook zelfstandig de financiën op orde kan houden. Door passende nazorg te bieden wordt de kans op recidive kleiner.

 

SHV Zeeland, waar we mee samenwerken, biedt ook al een vorm van nazorg aan de inwoners van Tholen. Ze kunnen budgetbeheer inzetten of iemand koppelen aan een budgetcoach die meekijkt met de financiën. Op deze manier wordt er balans gecreëerd in de financiële huishouding, worden recidieven voorkomen en kan er snel ingegrepen worden bij beginnende problemen. Naast SHV Zeeland kan er ook via bewindvoerders ondersteuning plaatsvinden.

 

Kwaliteit van bewindvoering

Bewindvoerders kunnen inwoners helpen met hun financiën, net als budgetbeheerders. Als er sprake is van bewindvoering, worden de financiën uitbesteed aan een bewindvoerder. Hiervoor is altijd een rechterlijke uitspraak nodig.

 

Het is erg belangrijk dat de kwaliteit van bewindvoering goed is. Vanwege de vele ontwikkelingen binnen schuldhulpverlening en het meer invulling geven aan nazorg, worden er momenteel Zeeuws breed convenanten opgesteld en uitgewerkt om de kwaliteit van bewindvoering te borgen. In tabel 2 is weergegeven hoeveel personen er onder bewindvoering stonden of in budgetbeheer zaten en wat de kosten hiervan zijn. De aantallen dalen wat. Dit is niet terug te zien in de kosten, die stijgen juist. Dit komt door de stijging van tarieven voor bewindvoering of budgetbeheer.

 

 

Aantal personen in bewindvoering of budgetbeheer

Kosten bewindvoering of budgetbeheer

2020

140

€ 160.332,11

2021

140

€ 172.600,20

2022

128

€ 166.395,85

2023

130

€ 184.943,62

Tabel 2

Hoofdstuk 4: Beleidsperiode 2024-2028: ‘wat gaan we doen’

In de inleiding zijn de volgende algemene doelstellingen genoemd:

  • Het voorkomen dat mensen in de schulden terecht komen;

  • Het ondersteunen van mensen met schulden, zodat hun problemen niet verergeren;

  • Het ondersteunen van mensen met problematische schulden door middel van schuldregeling, zodat zij uitzicht krijgen op een schuldenvrije toekomst;

  • Het voorkomen dat mensen na een schuldregeling opnieuw in de problemen komen, door een gerichte inzet van nazorg.

Naast deze algemene doelstellingen willen we een integraal schuldhulpverleningsplan opstellen, waarbij inwoners met schulden gebaad zijn. Het is hierbij belangrijk om uit te gaan van vertrouwen en de menselijke maat toe te passen.

 

Om meer mensen met schulden te kunnen helpen in de komende beleidsperiode en de doelstellingen te verwezenlijken, staat in onderstaande tabel, per thema, wat we willen bereiken en wat we er extra voor gaan doen.

 

Preventie en vroegsignalering

Wat willen we bereiken:

Inwoners met geldzorgen eerder vinden, bereiken en wijzen naar de juiste hulp.

 

Wat gaan we daarvoor doen:

  • 1.

    Toegankelijkheid gemeentelijke schuldhulpverlening vergroten (meer persoonlijke benadering, vormgeving zorgloketten en tweejarige samenwerking Geldfit met mogelijkheid tot verlening)

  • 2.

    Uitbreiding vroegsignalering

Toelichting:

 

  • 1.

    Toegankelijkheid gemeentelijke schuldhulpverlening vergroten (meer persoonlijke benadering, vormgeving zorgloketten en tweejarige samenwerking Geldfit met mogelijkheid tot verlening)

    • Om de schuldhulpverlening toegankelijker te maken, is en blijft het uitgangspunt contact met de inwoner te hebben via persoonlijke benadering. Er wordt zoveel mogelijk persoonlijk met de inwoner gesproken. Daarbij wordt er een totaalbeeld geschetst van de situatie en kan er waar nodig ook andere hulp worden ingeschakeld.

    • Op dit moment zijn er twee zorgloketten (in Sint-Philipsland en in Sint-Annaland) waar mensen met financiële vraagstukken terecht kunnen. De komende periode gaan we verkennen of hieraan bij meer zorgloketten vorm en inhoud kan worden gegeven. Hiermee willen we het voor inwoners makkelijker maken om de eerste stap naar hulp te zetten. De vrijwilligers hebben een rol in het doorverwijzen naar de juiste vorm van hulp binnen de gemeente. Om te voorkomen dat inwoners vanuit schaamtegevoel geen hulp vragen, blijft het centraal afhandelen van het aanvragen van schuldhulpverlening op het gemeentehuis plaatsvinden bij de medewerkers schuldhulpverlening.

    • Voor het vergroten van de toegankelijkheid, gaan we contractuele samenwerking met Geldfit aan voor voorlopig twee jaar. Na evaluatie besluiten we eventueel tot verlening.

    • Dit is een digitaal platform waar inwoners terecht kunnen voor informatie en tools. Geldfit is een initiatief van Stichting Nederlandse Schuldhulproute (NSR). De NSR is een samenwerking tussen gemeenten, bedrijven en (hulp)organisaties. Door een samenwerking met Geldfit aan te gaan, wordt voor de inwoner duidelijk waar hij informatie over financiën kan vinden en laagdrempelig hulp kan krijgen. Geldfit biedt een ‘totaalconcept bij schuldhulpverlening voor gemeenten in alle fasen’ aan. Voor meer informatie over Geldfit, zie bijlage 2.

    • Om doelgroepen als jongeren en ondernemers te bereiken, overleggen we met Jij op Tholen en het IMK, in samenwerking met Geldfit, op welke wijze we deze doelgroepen beter kunnen bereiken.

    • In overleg met Geldfit gaan we kijken welke voorlichtingen en bewustwording campagnes we kunnen maken.

  • 2.

    Uitbreiding vroegsignalering

    • We gaan particuliere verhuurders benaderen om contact op te nemen met hun huurders over de mogelijkheden van vroegsignalering. In de praktijk komen particuliere huurders namelijk momenteel niet in beeld als er betalingsachterstanden zijn, terwijl dit wel een probleem is bij deze groep. De meeste mensen die zich tegenwoordig voor schuldhulpverlening aanmelden behoren tot een hogere inkomenscategorie en wonen dus niet altijd in sociale huurwoningen.

Schuldhulpverleningstraject

Wat willen we bereiken:

Het bieden van een passend schuldhulpverleningstraject (een minnelijke regeling of Wsnp). Het gaat om het stabiliseren en oplossen van (problematische) schulden. Een integrale schuldhulpverlening is hierbij het uitgangspunt.

 

Wat gaan we daarvoor doen:

  • 1.

    Saneringskredieten hebben in principe de voorkeur op schuldbemiddeling

  • 2.

    Schuldhulpverlening met integrale aanpak

  • 3.

    Stress-sensitieve dienstverlening (o.a. passende opleiding en verkenning naar het aanpassen van spreekkamers naar een stress-sensitieve omgeving)

  • 4.

    Vroegtijdige aandacht voor nazorgtraject

  • 5.

    We blijven sturen op het behalen van de wettelijke termijnen

Toelichting:

 

  • 1.

    Saneringskredieten hebben in principe de voorkeur op schuldbemiddeling

    • Bij een saneringskrediet biedt de gemeente de schuldeisers een totaalbedrag aan, wat vervolgens evenredig verdeeld wordt onder de schuldeisers. Dit is gebaseerd op de aflossingscapaciteit van de inwoner. Zo heeft de inwoner in éen keer duidelijkheid over wat hem te wachten staat de komende 18 maanden, wat rust kan bieden. In de praktijk blijkt echter dat schuldbemiddeling de voorkeur heeft bij schuldeisers. Bij dit traject wordt alles boven het vrij te laten bedrag aan schuldeisers uitbetaald. Dit betekent dus ook dat het bedrag kan variëren, terwijl bij een saneringskrediet meteen duidelijk is hoeveel geld een schuldeiser uiteindelijk betaald krijgt. Het is dus mogelijk dat een schuldbemiddeling uiteindelijk meer oplevert voor een schuldeiser.

       

    • Om een saneringskrediet af te sluiten, moeten alle schuldeisers hiermee akkoord gaan. Als een schuldeiser niet akkoord is, is het mogelijk een dwangakkoord aan te vragen bij de rechter. Dit is een tijdrovend proces, voor het verzamelen van de benodigde gegevens voor éen dwangakkoord is een medewerker schuldhulpverlening gemiddeld twee werkdagen bezig. Vervolgens moet er nog gewacht worden op de uitspraak van de rechter, wat vaak ook 6 weken duurt. Al met al draagt dit juist weer niet bij aan rust in de situatie voor de schuldenaar. Het is ook opvallend dat er tegenwoordig voornamelijk mensen uit de middenklasse inkomens en hogere inkomens in schuldhulpverlening instromen. Omdat schuldeisers waarschijnlijk de verwachting hebben dat deze schuldenaren een hogere aflossingscapaciteit hebben of zullen krijgen tijdens het schuldhulpverleningstraject, gaan zij niet akkoord met een saneringskrediet en willen zij een schuldbemiddeling.

  • 2.

    Schuldhulpverlening met integrale aanpak

    • We blijven inzetten op een integrale schuldenaanpak. In het contact van consulenten Jeugd/Wmo en klantmanagers met klanten wordt ook bekeken in hoeverre er een hulpvraag is wat betreft financiën. Indien de klant akkoord gaat wordt de hulpvraag doorgezet naar de medewerker schuldhulpverlening of een voorliggende voorziening zoals SHV Zeeland. Indien er sprake is van schulden bij ondernemers, zorgen we voor een warme overdacht tussen het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) en de medewerker schuldhulpverlening.

  • 3.

    Stress-sensitieve dienstverlening (o.a. passende opleiding en verkenning naar het aanpassen van spreekkamers naar een stress-sensitieve omgeving)

    • Om de medewerkers schuldhulpverlening nog meer stress-sensitief te kunnen laten werken, zoeken we naar een passende opleiding hiervoor. Het is belangrijk dat de inhoud hiervan gaat over coachend werken, maatwerk en persoonlijke benadering.

    • In het kader van stress-sensitief werken verkennen we de komende beleidsperiode tevens de mogelijkheid van het aanpassen van spreekkamers naar een stress-sensitieve omgeving.

    • Laaggeletterdheid is een probleem onder mensen met schulden. Om ervoor te zorgen dat het niet kunnen lezen en/of schrijven voor stress zorgt, gaan we meer rekening houden met laaggeletterdheid. Te denken valt aan het versimpelen van brieven en een voorleesfunctie op de website in te stellen.

    • Zoals eerder vernoemd worden uithuiszettingen zoveel mogelijk voorkomen, zeker als er minderjarige kinderen in een huishouden wonen. Dit zetten we zo voort. Ook blijven we schakelen met de ketenpartners voor de juiste doorverwijzing en ondersteuning, in het bijzonder bij problemen op verschillende levensdomeinen.

  • 4.

    Vroegtijdige aandacht voor nazorgtraject

    • De nazorg begint al tijdens het schuldhulpverleningstraject. Als een inwoner éen jaar in het traject zit, wordt contact opgenomen over hoe de persoon na het traject financieel verder denkt te gaan. Dit contact kan plaatsvinden door de medewerker schuldhulpverlening, de budgetcoach of de bewindvoerder.

  • 5.

    We blijven sturen op het behalen van de wettelijke termijnen

    • Dit doen we door meer inzicht in het proces te geven en door deze termijnen te monitoren via het systeem.

Begeleiding en nazorg

Wat willen we bereiken:

Mensen blijven uit de schulden.

 

Wat gaan we daarvoor doen:

  • 1.

    Vanaf de start van het schuldhulpverleningstraject inzetten op duurzame gedragsverandering ten aanzien van een balans tussen inkomsten en uitgaven

  • 2.

    Gedurende het nazorgtraject indien nodig blijven inzetten op voornoemde duurzame gedragsverandering

Toelichting:

 

  • 1.

    Vanaf de start van het schuldhulpverleningstraject inzetten op duurzame gedragsverandering ten aanzien van een balans tussen inkomsten en uitgaven

    • Door nazorg en begeleiding te bieden om handvatten te geven voor gedragsverandering, wordt er balans in de financiële huisvoering gecreëerd.

    • Om dit te bereiken is het nodig om nazorg nadrukkelijk vorm en inhoud te geven in samenwerking met de klant, hun sociaal netwerk, de medewerker schuldhulpverlening en eventueel de ketenpartner(s), zoals bewindvoeringskantoren en SHV Zeeland. We gaan de samenwerking in het gehele proces intensiveren en duidelijke afspraken maken met ketenpartners.

  • 2.

    Gedurende het nazorgtraject indien nodig blijven inzetten op voornoemde duurzame gedragsverandering

    • Waar nodig blijven we inzetten op duurzame gedragsverandering.

Kwaliteit van bewindvoering, budgetbeheer en budgetcoaching

Wat willen we bereiken:

Het aanbieden van de meest passende hulp en ondersteuning. Specifiek niet meer of langer ondersteuning bieden dan nodig. We bieden perspectief op een schuldenvrij bestaan.

 

Wat gaan we daarvoor doen:

  • 1.

    Grip op de kwaliteit van bewindvoering, budgetbeheer en budgetcoaching

  • 2.

    Verkenning naar wenselijkheid en uitvoerbaarheid budgetbeheer/budgetcoaching zelf in eigen beheer uitvoeren

Toelichting:

 

  • 1.

    Grip op de kwaliteit van bewindvoering, budgetbeheer en budgetcoaching

    • Sturen op kwaliteit van de bewindvoering door afspraken vast te leggen met betrekking tot periodieke evaluaties op klantniveau. Daarin wordt besproken of bewindvoering nog nodig is of dat lichtere alternatieven van financiële begeleiding in de vorm van budgetbeheer of -coaching betere alternatieven zijn om uiteindelijk te komen tot financiële zelfredzaamheid.

    • We stellen Zeeuws breed een basisconvenant op, zodat we met meerdere gemeentes dezelfde zaken eisen van een bewindvoerder. Met een kwaliteitskader kunnen we meer sturen op kwaliteit en het nakomen van afspraken.

  • 2.

    Verkenning naar wenselijkheid en uitvoerbaarheid budgetbeheer/budgetcoaching zelf in eigen beheer uitvoeren

    • We verkennen de mogelijkheden om budgetbeheer en budgetcoaching ook zelf in eigen beheer uit te voeren, in plaats van dit alleen aan een externe partij uit te besteden. Als het extern wordt uitbesteed wordt er al snel bewindvoering ingezet, terwijl budgetbeheer of budgetcoaching vaak een betere optie is. Inwoners zijn ook eerder geneigd om sneller in te stemmen met budgetbeheer of budgetcoaching, dan met bewindvoering. Door budgetbeheer en budgetcoaching ook zelf in eigen beheer uit te voeren heb je als gemeente meer regie. Per situatie kan worden gekeken naar het best passende instrument. Het zelf in eigen beheer uitvoeren van budgetbeheer/budgetcoaching in plaats van bewindvoering brengt wel structurele kosten (inzet fte) met zich mee. Aan de andere kant kan het inzetten van budgetbeheer/budgetcoaching in plaats van bewindvoering leiden tot een besparing op de kostenpost bijzondere bijstand.

 

Monitoring

Om inzicht te krijgen in resultaten en wat we bereiken, zullen we periodiek de volgende thema’s evalueren:

  • Preventieve bereik (o.a. via informatie Geldfit)

  • De inzet van vroegsignalering (Divosa monitoring vroegsignalering)

  • Het aantal schuldhulpverleningstrajecten gedifferentieerd naar saneringskredieten, schuldbemiddelingen en Wsnp trajecten

  • Het aantal nazorgtrajecten gedifferentieerd naar korter dan 18 maanden en langer dan 18 maanden

  • Aantal personen in bewindvoering of budgetbeheer en bijbehorende kosten

Hoofdstuk 5: Financiën

Voor het zelfstandig uitvoeren van schuldhulpverlening is inzet van medewerkers nodig, maken we gebruik van verschillende systemen en aansluitingen en werken we samen met externe partijen. Hieronder op diverse onderdelen een overzicht van de wijze waarop de hiermee samenhangende kosten in de begroting zijn opgenomen en waaruit we de nieuwe samenwerking met Geldfit (nieuwe maatregel in het kader van preventie) bekostigen.

 

Ten aanzien van budgetbeheer/budgetcoaching zelf in eigen beheer uitvoeren en de inrichting van spreekkamers naar een stress-sensitieve omgeving vindt nog verkenning plaats. Aan de hand van de uitkomsten hiervan zal worden bepaald of hier separate voorstellen van worden voorgelegd. Daarbij zullen de eventuele kosten dan in beeld worden gebracht.

 

Inzet fte voor uitvoering schuldhulpverlening

Voor de uitvoering van schuldhulpverlening is momenteel in totaal 3,1 fte beschikbaar: 0,5 fte voor de consulent netwerk en preventie, 0,8 fte voor medewerkers vroegsignalering en 1,8 fte voor medewerkers schuldhulpverlening. We gaan ervan uit dat met de huidige formatie de nieuwe maatregelen kunnen worden uitgevoerd. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt dit in een separaat voorstel behandeld. De structurele kosten voor de uitvoering zijn in de begroting opgenomen.

 

Systemen en aansluitingen

Naast de inzet van genoemde fte en de daaraan gerelateerde uitvoeringskosten is er voor € 39.000,- aan kosten voor onderstaande systemen en aansluitingen structureel in de begroting opgenomen:

  • Kennisbank Schulinck;

  • Applicatie vroegsignalering (RIS);

  • Applicatie schuldhulpverlening (Stratech Perspectief);

  • Aansluiting schuldenknooppunt;

  • Lidmaatschap Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK).

Samenwerking externe partijen

In dit beleidsplan zijn diverse externe partijen aan bod gekomen. Aan de samenwerking met deze partijen zijn de volgende kosten verbonden. Deze kosten variëren op basis van aantallen en worden betaald vanuit het product armoedebeleid (structureel budget, productnummer 66350). Op basis van het aantal aanvragen en de tarieven in de huidige situatie gaan we er op dit moment vanuit dat er voldoende ruimte in de begroting is om de kosten te kunnen dekken.

 

SHV Zeeland

Sinds 2023 ontvangt SHV Zeeland een jaarlijkse subsidie van gemeente Tholen. Deze is voor 2024 € 13.450,-. SHV Zeeland biedt inwoners van Tholen onder andere budgetbegeleiding en door de subsidie te verstrekken en SHV Zeeland deze taken uit te laten voeren, wordt er bespaard op de uitgaven van bijzondere bijstand.

 

Kredietbank West-Brabant

De huidige werkafspraken voor saneringskredieten met de kredietbank blijven gehandhaafd. De kredietbank rekent € 153,- per saneringskrediet.

 

Kredietbank Nederland

Voor schuldbemiddelingen werken we samen met de Kredietbank Nederland. Voor de werkzaamheden die zij uitvoeren, brengen zij € 755,- per bemiddeling in rekening.

 

Waarborgfonds saneringskredieten

Het Waarborgfonds saneringskredieten rekent 1 % van de som van een afgesloten saneringskrediet. Door dit bedrag te betalen, verzekeren we ons tegen financieel risico wanneer een schuldenaar niet aflost.

 

Nieuwe maatregelen

Voor de nieuwe maatregelen zijn er extra kosten. De kosten voor de samenwerking met Geldfit zijn bekend. Deze bedragen circa € 5.500,- per jaar. Dit is voorlopig voor een periode van twee jaar en kan ten laste worden gebracht van het product armoedebeleid. Andere kosten, met betrekking tot de onderdelen waar we een verkenning naar gaan doen, zijn nog onbekend.

 

Zoals bij de nieuwe maatregelen is aangegeven, gaan we een verkenning doen naar budgetbeheer/budgetcoaching zelf in eigen beheer uitvoeren. Indien we hiertoe willen overgaan, wordt dit in een separaat voorstel behandeld. De eventuele kosten die hiermee gepaard gaan en waar deze ten laste worden gebracht, worden dan inzichtelijk gemaakt. Dit geldt ook voor het eventueel aanpassen van spreekkamers naar een stress-sensitieve omgeving. In het kader van stress-sensitieve dienstverlening zoeken we ook naar een passende opleiding, deze kosten worden dan ten laste gebracht van het opleidingsbudget.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 27 juni 2024

w.g. M.L.P Sijbers, voorzitter

w.g. L. Vermeij, griffier

Bijlage 1: Divosa monitor Vroegsignalering 2023

 

* Bron: Dashboard Divosa Monitor Vroegsignalering schulden

 

Tholen

Meldingen

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Aantal meldingen

108

106

118

98

Enkelvoudige meldingen

93,5% (101)

88,7% (94)

91,5% (108)

94,9% (93)

Meervoudige meldingen

6,5% (7)

11,3% (12)

8,5% (10)

5,1% (5)

 

Tholen

Leeftijdscategorie

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Aantal meldingen

108

106

118

98

Leeftijdscategorie 18 - 25

6,0%

6,6%

9,3%

8,2%

Leeftijdscategorie 26 - 45

41,7%

50,9%

39,8%

50%

Leeftijdscategorie 45 - 65

30,6%

34,0%

39,0%

21,4%

Leeftijdscategorie 66+

2,8%

5,7%

4,7%

2%

18-

-

1,9%

1,8%

1%

Onbekend

18,9%

0,9%

4,4%

17,3%

 

In 2023 zijn in totaal 430 meldingen ontvangen en behandeling genomen. Daarvoor zijn 970 contactpogingen gedaan om de inwoner te bereiken.

Als een inwoner niet reageert op de eerste contactpoging, worden er 1 of meer volgende pogingen gedaan om contact te krijgen.

 

Van de inwoners met wie in 2023 contact is gelegd, hebben 73 inwoners daadwerkelijk hulp geaccepteerd. In de andere gevallen geeft de inwoner aan dat hulp niet nodig of gewenst is, of dat de situatie al is opgelost of wordt geregeld.

 

Tholen

Omschrijving diversen

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Aantal meldingen

108

106

118

98

Reactie na het leggen van contact.

80,6%

57,5%

70,3%

32,5%

Geen reactie ontvangen

19,4%

42,5%

29,7%

5,7%*

Recidive

19,4%

41,5%

44,1%

48%

 

In het 4de kwartaal is in het dashboard Monitor Vroegsignalering voor 61,8% van de meldingen niet bekend of reactie is ontvangen van de inwoner. Het is niet duidelijk waardoor dit onbekend is in de monitor.

 

Aantallen landelijk, Zeeland en Tholen over heel 2023

Meldingen

Landelijk

Zeeland

Tholen

Meldingen totaal 2023

519.777

6.260

431

Enkelvoudige meldingen

89,5%

92,9

91,9%

Meervoudige meldingen

10,5

7,1%

8,1

 

 

Meldingen

Landelijk

Zeeland

Tholen

Meldingen totaal 2023

519.777

6.260

431

Reactie na leggen van contact

18,5%

34,7%

70,5

Geen reactie ontvangen

81,5%

65,3%

30,4%

Recidive

39,2%

34,0%

38,3%

 

Type signalen

Landelijk *

Zeeland

Tholen

Meldingen totaal 2023

519.777

6.260

431

Energie

28,3%

29,8%

41,9%

Water

10,11%

3,6%

2,1%

Wonen (huur)

19,2%

23,1%

13,9%

Zorgverzekering

42,4%

43,5%

42,1%

*Landelijk signaal is er 1,03% gemeentebelastingen. Dit is officieel nog geen signaalpartner, de gemeente Tholen ontvangt hiervan geen signalen.

Bijlage 2: Geldfit

 

Geldfit is een initiatief van Stichting Nederlandse Schuldhulproute (NSR). De NSR is een samenwerking tussen gemeenten, bedrijven en (hulp)organisaties. Geldfit houdt bij in welke gebieden welke thema’s vaak worden bekeken op hun website en kunnen dit door middel van een warme overdracht doorgeven aan de betreffende gemeente. Inwoners kunnen voor informatie over financiën op verschillende gebieden bij Geldfit terecht. Via Geldfit kunnen zij ook hulp krijgen, door een online zelfhulp, de hulp van een (online) vrijwilliger of ze worden doorverwezen naar professionele schuldhulp via de gemeente.

 

Door de samenwerking aan te gaan, kunnen we als gemeente inzicht krijgen in welke kernen bepaalde financiële thema’s een zorg zijn. Met die informatie kunnen we dan kerngericht preventiemiddelen toepassen. Geldfit biedt daarnaast een overzicht met tips over de individuele financiële situatie en waar en hoe inwoners in de eigen buurt hulp kunnen krijgen.

 

Daarnaast maakt Geldfit gebruik van een multichannel aanpak en vindt zo mensen met geldzorgen, waaronder ook de onzichtbare doelgroep. Voor deze aanpak is ‘samen bereik je meer’ het uitgangspunt. Groepen inwoners kunnen via de multichannel aanpak gericht benaderd worden op basis van interesses en hun locatie. Via verzekeraars, woningcorporaties, werkgevers, energieleveranciers, banken, uitvoeringsorganisaties, telecomaanbieders, pers en media, gemeenten en de landelijke overheid krijgen ze informatie, en geven ze ook informatie aan deze organisaties terug. Inwoners kunnen ook zelf contact opnemen, een medewerker van Geldfit luistert naar het verhaal en zoekt passende hulp. Dit kan nog voordat er daadwerkelijk financiële problemen of schulden ontstaan.

 

Naast de algemene informatie biedt Geldfit ook informatie aan voor specifieke doelgroepen. Zo hebben ze een speciale gids en een sociale kaart voor jongeren en kunnen ondernemers ook bij Geldfit om hulp vragen. Geldfit Zakelijk is het kanaal waar ondernemers in Nederland terecht kunnen voor hulp bij hun financiële situatie, van schuldpreventie tot -hulpverlening. De ondernemers worden gevonden doordat bedrijven met zakelijke accounts ondernemers doorverwijzen naar Geldfit Zakelijk. Daarnaast zet NSR o.a. media en marketingcampagnes in om ondernemers te stimuleren naar Geldfit Zakelijk te gaan.

Naar boven