Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap Lingegebied

De raden, colleges en burgemeesters van de gemeenten Gorinchem, Molenlanden, Vijfheerenlanden, West Betuwe,

 

Gelezen het voorstel van het Algemeen Bestuur tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling,

 

  • -

    Overwegende dat de Wet gemeenschappelijke regeling per 1 juli 2022 is gewijzigd om de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen te versterken,

     

  • -

    gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap Lingegebied;

 

besluiten:

 

 

de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Natuur- en Recreatieschap Lingegebied, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 26 april 1989, goedgekeurd door gedeputeerde staten d.d. 8 december 1989 en sindsdien gewijzigd, te vervangen door de volgende tekst:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    regeling: Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap Lingegebied;

  • b.

    natuur- en recreatieschap: het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2 van de regeling;

  • c.

    deelnemende gemeente: een aan de regeling deelnemende gemeente;

  • d.

    deelnemers: de aan deze regeling deelnemende bestúursorganen: raden, colleges en burgemeesters;

  • e.

    gebied: het gezamenlijk grondgebied van de deelnemende gemeenten;

  • f.

    gedeputeerde staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland;

  • g.

    voorzitter: de voorzitter, bedoeld in artikel 16 van de regeling;

  • h.

    desintegratiekosten: alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied, die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de vermindering van taakuitvoering;

  • i.

    frictiekosten: alle incidentele kosten te maken door het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied die het directe gevolg van de beslissing tot vermindering van taakuitvoering van een deelnemer.

Artikel 2 Naam

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam genaamd: Natuur- en Recreatieschap Lingegebied.

  • 2.

    Het Natuur- en Recreatieschap is gevestigd te West Betuwe.

Artikel 3 Taak

Het Natuur- en Recreatieschap heeft tot taak de gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van recreatie en het toerisme in het gebied.

Artikel 4 Organen

Het bestuur van het Natuur- en Recreatieschap bestaat uit de volgende organen:

  • a.

    een algemeen bestuur;

  • b.

    een dagelijks bestuur;

  • c.

    een voorzitter.

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1.

    De bestuursorganen oefenen bevoegdheden van de regeling en bestuur uit die zij ter vervulling van hun taak nodig hebben, voortvloeiend uit:

    • a.

      de Gemeentewet;

    • b.

      de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • c.

      de artikelen 15 en 16 van de Wegenwet, voor wat betreft door het Natuur- en Recreatieschap aangelegde c.q. aan te leggen dan wel door een deelnemende gemeente in beheer en onderhoud aan het Natuur- en Recreatieschap overgedragen c.q. over te dragen recreatieve fietspaden.

  • 2.

    Voor zover uit deze regeling niet het tegendeel blijkt, is de verdeling van bevoegdheden tussen het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter gelijk aan die tussen de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zoals die is geregeld in de Gemeentewet, onverminderd de mogelijkheid tot overdracht van bevoegdheden overeenkomstig de in de Gemeentewet gegeven regelen.

Artikel 6 Verordeningen

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt geen door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordening vast dan nadat het ontwerp van een zodanige verordening door een zienswijze de instemming heeft verkregen van de gemeenteraden van tenminste drie van het aantal deelnemende gemeenten. De termijn voor het naar voren brengen van een zienswijze is tien weken.

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan slechts verordeningen vaststellen tot:

    • a.

      regeling van het gebruik van recreatieve voorzieningen voor zover deze zijn gelegen op het grondgebied van de aan de regeling deelnemende gemeenten; en

    • b.

      heffing van rechten en belastingen op grond van artikel 30, eerste lid, onder a, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid gegeven voorschriften zijn eveneens van toepassing op wijziging en intrekking van de desbetreffende verordeningen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur is bevoegd tot het vestigen van een alleenrecht op basis van de Europese en nationale aanbestedingswetgeving ten behoeve van de uitbesteding van werkzaamheden ter uitvoering van de publieke taken van het Natuur- en Recreatieschap.

Artikel 7 Ondertekening stukken

Alle stukken die uitgaan van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur worden door de voorzitter en secretaris ondertekend.

Hoofdstuk 2 Algemeen Bestuur

Artikel 8 Algemeen Bestuur

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit tweemaal zoveel leden als het aantal deelnemende gemeenten bedraagt, met dien verstande dat per deelnemende gemeente twee leden en twee plaatsvervangende leden worden aangewezen.

  • 2.

    De leden en plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur worden door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten uit hun midden, de burgemeesters en de wethouders en burgemeesters inbegrepen, aangewezen.

Artikel 9 Samenstelling

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor de zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 2.

    Hij die ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden opengevallen plaats tot lid van het algemeen bestuur is aangewezen, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is aangewezen, zou hebben moeten aftreden.

  • 3.

    De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten beslissen in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur. Zolang de leden deel uitmaken van de gemeenteraad die hen heeft aangewezen dan wel van het college van burgemeester en wethouders dan wel burgemeester zijn, behouden zij het lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4.

    Een lid kan te allen tijde door de gemeenteraad, die hem heeft aangewezen worden ontslagen, dan wel vrijwillig ontslag nemen. Van dit ontslag geeft de gemeenteraad, dan wel het betreffende lid binnen acht dagen kennis aan de voorzitter.

  • 5.

    De gemeenteraad wijst in zijn eerstvolgende vergadering, nadat zijn plaats door ontslag of anderszins is opengevallen, een nieuw lid aan.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter zulks nodig oordeelt, dan wel drie leden dat schriftelijk, met opgave van redenen, verlangt.

  • 2.

    In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een besluit worden genomen over het vaststellen, wijzigen of intrekken van belasting- en andere door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen en over de begroting, de wijzigingen daarvan en de jaarrekening.

  • 3.

    Elk lid van het algemeen bestuur heeft één stem. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid. Bij het staken van de stemmen, geeft de stem van de voorzitter de doorslag

  • 4.

    Het algemeen bestuur legt naast de verplichte besluiten die in de wet of in deze regeling worden genoemd, de besluiten die een aanzienlijk politiek of financieel belang hebben voor de deelnemers ter zienswijze voor aan de gemeenteraden van de deelnemers.

  • 5.

    Het algemeen bestuur stelt in een participatieverordening vast ten aanzien van welke besluiten ingezetenen van de betrokken gemeenten en andere belanghebbenden bij de taakuitvoering door het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied betrokken worden bij de totstandkoming, uitvoering en evaluatie van het beleid op grond van deze regeling en de wijze waarop de participatie plaats vindt. Het algemeen bestuur kan in de verordening bepalen dat een andere procedure dan bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gevolgd.

  • 6.

    De raden van de gemeenten kunnen gezamenlijk op voorstel van een van hen een onderzoek instellen naar het gevoerde bestuur en voor dat doeleinde een onderzoekscommissie instellen. De artikelen 155g en 155h van de Gemeentewet zijn van toepassing. Een en ander onverminderd de bevoegdheid van de rekenkamers van gemeentes op grond van artikel 184 Gemeentewet.

  • 7.

    Het algemeen bestuur maakt uit eigen beweging de vergaderstukken en verslagen van de vergaderingen openbaar, met inachtneming van hoofdstuk 5 van de Wet open overheid.

Artikel 11 Inlichtingen en verantwoording

  • 1.

    Het algemeen bestuur geeft de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren beleid nodig is en verstrekt de gemeenteraden alle inlichtingen die door een of meer leden van die gemeenteraden worden verlangd.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op elk van de leden van het algemeen bestuur, voor zover het de gemeenteraad betreft die het desbetreffende lid heeft aangewezen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur regelt in het reglement van orde de wijze waarop aan het bepaalde in het eerste en tweede lid toepassing wordt gegeven.

  • 4.

    De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten regelen op welke wijze verantwoording als bedoeld in artikel 16, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt afgelegd.

Artikel 12 Jaarverslag

  • 1.

    Het algemeen bestuur brengt jaarlijks voor 1 mei verslag uit van de werkzaamheden van het Natuur- en Recreatieschap over het afgelopen kalenderjaar.

  • 2.

    Dit verslag wordt gezonden aan de deelnemers.

Hoofdstuk 3 Dagelijks Bestuur

Artikel 13 Dagelijks Bestuur

Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee andere leden gevormd door de leden van het algemeen bestuur.

Artikel 14 Inlichtingen en verantwoording

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde beleid.

  • 2.

    Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 3.

    Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of één of meer leden daarvan hierom verzoekt c.q. verzoeken, alle gevraagde inlichtingen, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet.

  • 4.

    Op de leden van het dagelijks bestuur zijn de artikelen 46, 47, 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Het algemeen bestuur regelt nader de wijze waarop aan de vorige leden van dit artikel toepassing wordt gegeven. De desbetreffende regeling wordt niet vastgesteld dan nadat tenminste drie gemeenteraden van de deelnemende gemeenten daarmee heeft ingestemd.

Artikel 15 Werkwijze

  • 1.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 2.

    De artikelen 56, 58 en 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Elk lid van het dagelijks bestuur heeft één stem. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid. Bij het staken van de stemmen, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur legt naast de verplichte besluiten die in de wet of in deze regeling worden genoemd, geen besluiten ter zienswijze voor aan de raden van de deelnemers.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur maakt uit eigen beweging de agenda en de besluitenlijsten van vergaderingen openbaar met inachtneming van hoofdstuk 5 van de Wet open overheid.

Hoofdstuk 4 Voorzitter

Artikel 16 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het algemeen en het dagelijks bestuur worden door het algemeen bestuur uit zijn midden gekozen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Artikel 273 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    De voorzitter vertegenwoordigt het Natuur- en Recreatieschap in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging buiten rechte opdragen aan een door hem daartoe aangewezen gemachtigde. Indien een rechtsgeding wordt gevoerd tussen het Natuur- en Recreatieschap en een gemeente, van het bestuur waarvan hij deel uitmaakt, wordt het Natuur- en Recreatieschap vertegenwoordigd door de plaatsvervangend voorzitter c.q. door degene die volgens de tweede volzin van dit lid de voorzitter vervangt.

  • 5.

    De voorzitter legt naast de verplichte besluiten die in de wet of in deze regeling worden genoemd, geen besluiten ter zienswijze voor aan de raden van de deelnemers.

Hoofdstuk 5 Commissies en deelnemingen

Artikel 17 Advies- en bestuurscommissies en deelnemingen

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan een commissie als bedoeld in artikel 24, eerste lid, of artikel 25, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen instellen.

  • 2.

    Op voorstel van de raden gezamenlijk stelt het algemeen bestuur overeenkomstig artikel 24a van de Wet gemeenschappelijke regelingen een gemeenschappelijke adviescommissie in.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan besluiten tot het oprichten van of deelnemen in een besloten of naamloze vennootschap, een stichting, een vereniging, coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij, onverminderd het bepaalde in artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Hoofdstuk 6 Personeel

Artikel 18 Secretaris

  • 1.

    De secretaris is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter behulpzaam bij de uitvoering van hun taken.

  • 2.

    De secretaris wordt door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. Voor de benoeming van de secretaris dient het dagelijks bestuur een aanbeveling in van zo mogelijk twee personen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur een instructie vast voor de secretaris.

Hoofdstuk 7 Financiën

Artikel 19 Begroting

  • 1.

    De gemeenteraden kunnen binnen 12 weken na toezending van de ontwerpbegroting door het dagelijks bestuur, een zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen bij het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur voegt deze zienswijzen, voorzien van zijn reactie, toe aan de ontwerpbegroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

  • 2.

    De ontwerpbegroting wordt door de deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en algemeen verkrijgbaar gesteld. Hiervan wordt openbaar kennis gegeven.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt de raden voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 4.

    In de begroting wordt het door elk van de deelnemers over het desbetreffende jaar verschuldigde bedrag opgenomen.

  • 5.

    Terstond na de vaststelling van de begroting zendt het algemeen bestuur de begroting aan de gemeenteraden, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 september aan gedeputeerde staten.

  • 7.

    Bij wijzigingen van de begroting wordt de procedure voor vaststelling van de begroting gevolgd.

Artikel 20 Jaarrekening

  • 1.

    De vaststelling van de jaarrekening geschiedt vóór 15 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zorgt voor de toezending van de voorlopige jaarrekening vergezeld van een behoorlijke toelichting aan de gemeenteraden en wel vóór 30 april van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.

  • 3.

    Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli aan de raden en gedeputeerde staten.

Hoofdstuk 8 Archief en klachten

Artikel 21 Archief

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen archiefregeling, die aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld.

  • 2.

    De zorg voor de archiefbescheiden die ontstaan uit hoofde van de door de deelnemende organen gemandateerde taken berust bij deze organen.

  • 3.

    Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden is aangewezen de archiefbewaarplaats van het Regionaal Archief Rivierenland.

  • 4.

    Nadat de in het derde lid bedoelde archiefbescheiden zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, worden deze beheerd door de archivaris van het Regionaal Archief Rivierenland.

  • 5.

    De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 6.

    Bij opheffing van het openbaar lichaam worden alle onder beheer van de directeur staande archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 7.

    De archivaris van het Regionaal Archief Rivierenland is belast met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Artikel 22 Klachten

Het Algemeen Bestuur stelt een klachtenregeling voor zowel de interne als de externe klachtenbehandeling vast.

Hoofdstuk 9 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 23 Toetreding

  • 1.

    Toetreding van een andere gemeente tot deze regeling kan geschieden bij een besluit van de gemeenteraad van die gemeente, met dien verstande dat tenminste de gemeenteraden, colleges en burgemeesters van drie van de deelnemende gemeenten daarin bewilligt.

  • 2.

    Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding.

Artikel 24 Uittreding

  • 1.

    Uittreding van een deelnemer van de gemeente kan per jaar, mits tenminste één jaar van tevoren het besluit tot uittreding aan het algemeen bestuur is gezonden.

  • 2.

    Na de in het eerste lid genoemde periode kan een deelnemer uittreden door toezending van de daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen aan het bestuur.

  • 3.

    De uittreding kan slechts plaatsvinden op 1 januari van een kalenderjaar.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt een voorstel op voor de financiële, personele en overige gevolgen van de voorgenomen uittreding voor het Natuur- en Recreatieschap. De deelnemer die voornemens is uit te treden neemt op basis van het voorstel een definitief besluit, onverminderd het bepaalde in artikel 1, tweede en derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De kosten voor het maken van het voorstel komen voor rekening van de deelnemer die voornemens is uit te treden.

  • 5.

    Ten behoeve van het voorstel voor de financiële, personele en overige gevolgen, bedoeld in het vorige lid, wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend de genoemde gevolgen in kaart te brengen. De opdracht wordt verstrekt door het dagelijks bestuur.

  • 6.

    Het voorstel bedoeld in het vierde lid wordt definitief vastgesteld door het algemeen bestuur nadat de uittredende deelnemer in de gelegenheid is gesteld een zienswijze te geven. Voor de zienswijze geldt een termijn van acht werken voor vaststelling. Alsdan zijn de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen bindend. Het definitieve voorstel wordt vastgesteld uiterlijk acht kalendermaanden nadat de deelnemer zijn voornemen tot uittreding overeenkomstig het vorige lid bekend heeft gemaakt.

  • 7.

    Het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied, de uittredende deelnemer en de blijvende deelnemers spannen zich gezamenlijk in om frictiekosten en desintegratiekosten zo laag mogelijk te houden.

  • 8.

    Het voorstel bedoeld in het vierde en zesde lid vermeldt de verdeling van desintegratiekosten en frictiekosten. Financieel uitgangspunt voor de bepaling van kosten en prijzen vormt de meest recente vastgestelde jaarrekening op dat moment. Bij de verdeling worden in ieder geval, maar niet uitsluitend, de volgende aspecten aan de orde gesteld:

    • a.

      overname door deelnemers van geactiveerde goederen dan wel vergoeding wegens niet overnemen;

    • b.

      overname van contractuele verplichtingen jegens leveranciers, dan wel vergoeding wegens niet overname;

    • c.

      overname door deelnemers van personeelsleden, dan wel vergoeding wegens niet overname;

    • d.

      eventuele nadelige financiële consequenties ten gevolge van de liquidatie;

    • e.

      eventuele fiscale consequenties in verband met omzetbelasting en/of vennootschapsbelasting.

  • 9.

    Nadat het voorstel overeenkomstig het zesde lid is vastgesteld, is de uittredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied te voldoen. Het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied stelt de uittredende deelnemer desgewenst in de gelegenheid door de overname van personeel, materieel, activa, passiva de hoogte van de desintegratiekosten te verminderen.

  • 10.

    De gevolgen van de uittreding worden, op basis van het definitieve voorstel, bedoeld in het zesde lid, bij gelijkluidend besluit vastgesteld door de deelnemende bestuursorganen.

Artikel 25 Wijziging en opheffing

  • 1.

    De regeling kan slechts worden gewijzigd of opgeheven als tenminste alle deelnemers van drie van de vier van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten.

  • 2.

    Ingeval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur een liquidatieplan vast.

  • 3.

    Vereffening van het vermogen bij liquidatie geschiedt door omslag over de deelnemende gemeenten naar het inwoneraantal.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 26 Evaluatie

Deze regeling wordt op verzoek van minimaal twee deelnemers geëvalueerd. Het algemeen bestuur beslist over de evaluatiecriteria en legt deze ter zienswijze voor aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het algemeen bestuur besluit over de inhoud, het proces en de werkwijze van een evaluatie.

Artikel 27 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking door de gemeente West Betuwe in haar Gemeenteblad.

  • 2.

    Het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied zorgt voor opneming van de gegevens in het landelijk register als bedoeld in artikel 26 van de Wet.

  • 3.

    Uitvoeringsregelingen die zijn genomen op grond van de gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatieschap Lingegebied, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 juni 1999 blijven van kracht totdat zij zijn ingetrokken c.q. door andere krachtens deze regeling zijn vervangen.

Artikel 28 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke Regeling Natuur- en Recreatieschap Lingegebied".

 

Aldus vastgesteld door:

Gemeente Gorinchem, besluit gemeenteraad 30 mei 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 11 juni 2024.

Gemeente Molenlanden, besluit gemeenteraad 28 mei 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 30 april 2024.

Gemeente Vijfheerenlanden, besluit gemeenteraad 5 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.

Gemeente West Betuwe, besluit gemeenteraad 18 juni 2024, besluit college van burgemeester en wethouders 24 juni 2024.

Naar boven