Beleidsregel wet inburgering 2021 Gemeente Hof van Twente

 

Burgemeester en wethouder van de gemeente Hof van Twente;

 

besluiten;

 

vast te stellen de Beleidsregel Wet inburgering 2021 gemeente Hof van Twente.

 

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Asielstatushouders: inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, Wet inburgering 2021;

  • c.

    AZC: asielzoekerscentrum;

  • d.

    B1-route: leerroute gericht op het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal op ten minste het niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen en het verwerven van de kennis van de Nederlandse maatschappij.

  • e.

    Brede intake: een onderzoek naar de mogelijkheden die de inburgeringsplichtige heeft om aan de inburgeringsplicht te voldoen onderdeel hiervan is de leerbaarheidstoets;

  • f.

    BRP: Basisregistratie Personen;

  • g.

    COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

  • h.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente;

  • i.

    DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs;

  • j.

    Gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen die verblijf hebben op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021;

  • k.

    Inburgeringsplichtigen: asielstatushouders en gezinsmigranten/overige migranten die door DUO de inburgeringsplicht opgelegd hebben gekregen;

  • l.

    Inburgeringstermijn: 3 jaar, start de dag na dagtekening PIP;

  • m.

    IND: Immigratie- en Naturalisatiedienst;

  • n.

    Inburgeringswetgeving: Wet inburgering 2021, Besluit inburgering 2021, Regeling inburgering 2021 en de op basis daarvan genomen besluiten van algemene strekking van het college;

  • o.

    ISI: Informatie Systeem Inburgering (Portal Inburgering van DUO, digitale uitwisseling van gegevens tussen gemeenten en DUO);

  • p.

    Leerroute: de B1-route, de onderwijsroute of de Z-route;

  • q.

    MAP: Module Arbeidsmarkt en Participatie;

  • r.

    NAW: naam-, adres-, en woonplaats;

  • s.

    Onderwijsroute: leerroute gericht op het behalen van een erkend diploma binnen het Nederlandse onderwijs;

  • t.

    PIP: Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie;

  • u.

    PVT: participatieverklaringstraject;

  • v.

    Taalschakeltrajectinstelling: instelling waar inburgeringsplichtige de onderwijsroute kan volgen;

  • w.

    Z-route: zelfredzaamheidsroute: leerroute gericht op het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal, zelfredzaamheid, activering en participatie in de Nederlandse maatschappij.

 

Artikel 2 Informatieverstrekking

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat inburgeringsplichtigen op adequate wijze informatie ontvangen over:

  • a.

    Hun rechten en plichten op grond van de inburgeringswetgeving;

  • b.

    De MAP;

  • c.

    Het PVT;

  • d.

    De leerroutes.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat asielstatushouders op adequate wijze informatie ontvangen over de maatschappelijke begeleiding.

  •  

 

Hoofdstuk 2 Brede intake inburgeringsplichtigen

 

Artikel 3 Brede intake

  • 1.

    Het college neemt voor inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning asiel de brede intake zo snel mogelijk af, nadat het COA hen aan de gemeente heeft gekoppeld. Het college neemt voor andere inburgeringsplichtigen de brede intake zo snel mogelijk af, nadat zij de DUO-kennisgeving over de inburgeringsplicht hebben ontvangen;

  • 2.

    Het college neemt de brede intake in ieder geval af binnen een termijn van 10 weken nadat de inburgeringsplichtige in de BRP van de gemeente is ingeschreven.

  • 3.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    a. Wat de brede intake inhoudt;

    b. Waar en wanneer de inburgeringsplichtige voor de brede intake moet verschijnen;

    c. Dat de inburgeringsplichtige recht heeft op gesprekken in het kader van de brede intake zonder dat daarbij andere mensen (bijvoorbeeld familieleden) aanwezig zijn dan professionals;

    d. Wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt, zoals bepaald in artikel 12.

  • 4.

    De uitnodigingsbrief wordt tenminste vijf werkdagen vóór de brede intake verzonden.

    a. Door het college wordt een verslag gemaakt van het besprokene tijdens de brede intake.

    b. De informatie uit de brede intake wordt gebruikt bij het opstellen van het PIP.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Onderdelen inburgeringsplicht

 

Artikel 4 Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushouders

  • 1.

    Het college beoordeelt op basis van de gegevens die het COA bij de eventuele voorinburgering heeft verkregen en ook op basis van de uitkomsten van de brede intake en de uitkomst van de leerbaarheidstoets welke leerroute voor de inburgeringsplichtige passend is.

  • 2.

    Het college is, voor de vaststelling van de leerroute, verantwoordelijk voor het afnemen van de leerbaarheidstoets. Het college neemt de resultaten van de intake bij de taalschool en de leerbaarheidstoets mee in de beoordeling van de leerroute.

  • 3.

    Bij de vaststelling van de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 4.

    Het college neemt de leerroute op in het PIP.

  • 5.

    Het college registreert de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen in het ISI.

  • 6.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de geprefereerde leerroute met een aanmeldformulier.

  • 7.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 8.

    Als het aanbod uitblijft, dan registreert het college dat in het ISI.

  • 9.

    Het college registreert de deelname, voortgang van de leerroute, de aanwezigheid en geleverde inspanningen, en het taalniveau in het ISI.

 

 

Artikel 5 Participatieverklaringstraject (PVT) inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het PVT bestaat in ieder geval uit een workshop over de kernwaarden vrijheid, solidariteit, gelijkwaardigheid en participatie van minimaal twaalf uur inclusief een bezoek aan een culturele of een maatschappelijke instelling;

  • 2.

    De frequentie en duur kan in het PIP worden afgestemd op de individuele omstandigheden van de inburgeringsplichtige, met dien verstande dat het aantal uren voor het volgen van de workshops minimaal twaalf bedraagt.

  • 3.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake PVT-activiteiten heeft verricht, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van twaalf uren.

  • 4.

    Het college neemt het PVT op in het PIP.

  • 5.

    Het college biedt inburgeringsplichtigen binnen de inburgeringstermijn het PVT aan.

  • 6.

    Het college registreert de deelname aan het PVT in het ISI.

  • 7.

    Bij afronding van de in het eerste lid bedoelde activiteiten ontvangt de inburgeringsplichtige een uitnodiging voor de ondertekening van de participatieverklaring.

  • 8.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    a. Wat de ondertekening van de participatieverklaring inhoudt;

    b. Waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor ondertekening moet verschijnen;

    c. Wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet voor de ondertekening verschijnt.

  • 9.

    De uitnodigingsbrief wordt ten minste vijf werkdagen voor de ondertekening van de participatieverklaring verzonden.

  • 10.

    Het college registreert de ondertekende participatieverklaring in het ISI.

  •  

 

 

 

 

 

Artikel 6 Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) inburgerings- plichtigen

De MAP bestaat uit:

  • 1.

    Een cursus waarbij de volgende onderwerpen naar voren komen:

    a. beroepsoriëntatie, werknemerscompetenties, realistisch beroepsbeeld, beroepskansen, beroepscompetenties verwerven, netwerk opbouwen, werk vinden en werkcultuur ter voorbereiding op de Nederlandse arbeidsmarkt in klassikale vorm; en

    b. Een praktijkelement (stage en/of participatie activiteit) van minimaal veertig uren.

  • 2.

    Het college beoordeelt op basis van de uitkomsten van de brede intake welke stage voor de inburgeringsplichtige passend is.

  • 3.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake MAP-activiteiten heeft verricht, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van veertig uren als bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 4.

    Bij de vaststelling van de MAP houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 5.

    Het college neemt de MAP op in het PIP.

  • 6.

    Het college biedt de MAP aan.

  • 7.

    Het college registreert de deelname aan de MAP in het ISI.

  • 8.

    Na afronding van de MAP nodigt het college de inburgeringsplichtige uit voor het eindgesprek ter afronding van de MAP.

    9. Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

    a. Wat het gesprek inhoudt;

    b. Waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor het eindgesprek moet verschijnen;

    c. Wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet voor het eindgesprek verschijnt.

  • 10.

    De uitnodigingsbrief wordt ten minste vijf werkdagen voor het eindgesprek verzonden.

  • 11.

    Het college registreert de afronding van de MAP in het ISI en stuurt de inburgeringsplichtige een beschikking.

  • 12.

    Als de inburgeringsplichtige de onderwijsroute volgt is de MAP niet verplicht. Mocht inburgeringsplichtige de onderwijsroute niet succesvol afronden dan wordt door het college de verplichting van de MAP alsnog opgelegd.

  • 13.

    Als de inburgeringsplichtige minimaal 6 maanden betaald werk heeft, dan wordt de inburgeringsplichtige door het college vrijgesteld van de MAP.

 

 

 

Hoofdstuk 4 Voortgangsgesprekken inburgeringsplichtigen

Artikel 7 Voortgangsgesprekken

  • 1.

    De frequentie van de voortgangsgesprekken wordt vastgesteld op basis van de uitkomsten van de brede intake en afgestemd op de inburgeringsplichtige, met dien verstande dat in het eerste jaar minimaal twee voortgangsgesprekken plaatsvinden.

  • 2.

    Het college neemt de frequentie van de voortgangsgesprekken op in het PIP.

  • 3.

    Het college vermeldt in de uitnodiging:

    a. Wat het voortgangsgesprek inhoudt;

    b. Waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor het voortgangsgesprek moet verschijnen;

    c. Wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet voor het voortgangsgesprek verschijnt.

  • 4.

    De inburgeringsplichtige wordt tenminste drie werkdagen voor het voortgangsgesprek uitgenodigd.

  • 5.

    Ter voorbereiding op de voortgangsgesprekken beziet het college de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid en geleverde inspanningen van de inburgeringsplichtige.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders

 

Artikel 8 Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding wordt gegeven door medewerkers van Vluchtelingenwerk. De inburgeringsplichtige krijgt zo mogelijk een vaste begeleider toegewezen.

  • 2.

    De maatschappelijke begeleiding begint zo snel mogelijk nadat de asielstatushouder, eventueel na een eerder verblijf in het AZC, in de BRP van de gemeente Hof van Twente is ingeschreven.

  • 3.

    De maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders bevat in ieder geval:

    a. Ondersteuning en begeleiding bij het regelen van praktische zaken ten aanzien van voorzieningen zoals onder andere wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen, onderwijs en kennismaking met de lokale woonomgeving;

    b. Voorlichting over basisvoorzieningen en thema’s zoals onder andere wonen, inkomen, werk, zorg, onderwijs, opvoeding en kennismaking met maatschappelijke organisaties.

 

 

 

Hoofdstuk 6 Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) inburgeringsplichtigen

 

Artikel 9 PIP

  • 1.

    In het PIP worden vastgesteld:

    a. De te volgen leerroute;

    b. De daarvoor nodige ondersteuning en begeleiding (voortgangsgesprekken);

    c. De intensiteit van het PVT en de MAP;

    d. Voor zover van toepassing: de mogelijkheden van voor- of vroegschoolse educatie en/of kinderopvang; en

    e. Als het gaat om een asielstatushouder: de intensiteit van de leerroute.

  • 2.

    Bijstandsgerechtigde inburgeringsplichtigen ontvangen naast het PIP de beschikkingen op grond van de Participatiewet over opgelegde arbeids- en re- integratieverplichtingen (en/of ontheffingen) en over toegekende reïntegratievoorzieningen.

  • 3.

    Zo snel mogelijk na de afname van de brede intake wordt gesproken over de manier waarop de inburgeringsplichtige aan zijn inburgeringsplicht moet voldoen.

  • 4.

    Het college verzendt het PIP in ieder geval zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 10 weken na inschrijving in de BRP als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Het college registreert de datum van vaststelling van het PIP in het ISI.

  • 6.

    De inburgeringsplichtige heeft zijn inburgering afgerond, wanneer alle onderdelen van het PIP zijn voltooid.

  •  

 

Hoofdstuk 7 Overschakelen en afschalen

 

Artikel 10 Overschakelen naar een andere leerroute

  • 1.

    De termijn om over te schakelen van de ene naar de andere leerroute is maximaal anderhalf jaar vanaf de dag na dagtekening van het PIP met dien verstande dat gedurende het gehele inburgeringstraject de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1-route. Het college kan hierop in bijzondere gevallen van afwijken.

  • 2.

    De beoordeling van het college over de voortgang geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid en geleverde inspanningen van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    Als de beoordeling bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geeft, schakelt de inburgeringsplichtige over naar een andere leerroute en past het college het PIP aan.

  • 4.

    Het college registreert de wijziging van de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen in het ISI.

  • 5.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de nieuwe leerroute, waaronder de intensiteit en de termijn van de leerroute.

  • 6.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de nieuwe vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 7.

    Het college registreert vervolgens de deelname, de voortgang van de nieuwe leerroute, de aanwezigheid en geleverde inspanningen, en het taalniveau in het ISI.

     

Artikel 11 Afschalen

  • 1.

    Afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route is mogelijk na in totaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen.

  • 2.

    Als de inburgeringsplichtige ten tijde van de brede intake cursusuren Nederlands als tweede taal heeft gevolgd, waarvan alfabetiseringsonderwijs onderdeel kan zijn, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van 600 uren.

  • 3.

    De beoordeling of niveau B1 niet (op alle onderdelen) haalbaar is, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling en/of de taalschakeltrajectinstelling en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    Als de beoordeling bedoeld in het derde lid daartoe aanleiding geeft, schaalt het college (onderdelen van) de B1-route af naar A2-niveau en past het college het PIP aan.

  • 5.

    Het college registreert het afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in het ISI.

 

 

Hoofdstuk 8 Handhaving

 

Artikel 12 Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht brede intake

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, volgt een schriftelijke waarschuwing. In de schriftelijke waarschuwing wordt in ieder geval vermeld:

    a. Een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

    b. Wat de gevolgen zijn bij niet verschijnen op de brede intake of niet meewerkt aan de brede intake.

  • 2.

    Tussen de verzenddatum van de schriftelijke waarschuwing en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 3.

    Bij niet verschijnen voor de brede intake of onvoldoende medewerking aan de brede intake wordt een boete opgelegd. Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb. In de boetebeschikking vermeldt het college in ieder geval:

    a. Een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

    b. Wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 4.

    Tussen de datum van het boetebesluit en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen en maximaal twee maanden.

  • 5.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na de boete niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt het college hem nogmaals een boete op en voltooit het college de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige. Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb.

  • 6.

    Het college legt met toepassing van artikel 5:5 Awb geen bestuurlijke boete op voor zover voor de overtreding een rechtvaardigingsgrond bestond.

  • 7.

    Het college legt met toepassing van artikel 5:41 Awb geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de inburgeringsplichtige kan worden verweten.

  • 8.

    Het college legt met toepassing van artikel 5:42, eerste lid, Awb geen bestuurlijke boete op als de inburgeringsplichtige is overleden.

  • 9.

    Het college legt met toepassing van artikel 5:43 Awb en artikel 5:50, tweede lid, onderdeel a, Awb geen bestuurlijke boete op als aan de inburgeringsplichtige wegens dezelfde overtreding al eerder een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel, nadat hij zijn zienswijze naar voren heeft gebracht, een kennisgeving is bekendgemaakt dat geen bestuurlijke boete zal worden opgelegd.

  • 10.

    Het college verlaagt de wettelijke boete met toepassing van artikel 5:46, derde lid, Awb als de inburgeringsplichtige aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.

  • 11.

    Het college registreert de boete in het ISI.

 

Artikel 13 Boete tijdens het inburgeringstraject

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige de verplichtingen uit het PIP niet of onvoldoende nakomt, legt het college hem een boete op.

  • 2.

    Voor inburgeringsplichtigen gaat het om de volgende verplichtingen:

    a. Deelnemen aan de voortgangsgesprekken;

    b. Deelnemen aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 3.

    Voor inburgeringsplichtige asielstatushouders is er ook de verplichting om deel te nemen aan de inburgeringslessen.

  • 4.

    Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb.

  • 5.

    Het college registreert de boete in het ISI.

  • 6.

    De boete wordt met toepassing van artikel 7.1, derde lid, Besluit inburgering 2021 steeds met 100 procent van het boetebedrag verhoogd tot een bedrag van ten hoogste € 800, als binnen een tijdvak van twaalf maanden voorafgaand aan de dag van constatering van het niet nakomen van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen een eerdere overtreding, bestaande uit het niet nakomen van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen is geconstateerd, en de boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.

  • 7.

    Bij het opleggen van de boete wegens het niet nakomen van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen, worden met toepassing van artikel 7.1, vierde lid, Besluit inburgering 2021 de volgende uitgangspunten in acht genomen:

    a. Als er sprake is van opzet, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 100 procent;

    b. Als er sprake is van grove schuld, wordt de boete vastgesteld op 75 procent;

    c. Als er geen sprake is van opzet of grove schuld wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 50 procent;

    d. Als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 25 procent. 7.

  • 8.

    Artikel 12, zesde tot en met elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 14 Samenloop inburgeringsboete en maatregel Participatiewet

Als voor dezelfde gedraging een boete op grond van de Wet inburgering 2021 kan worden opgelegd of de bijstand op grond van artikel 18 of 18b Participatiewet kan worden verlaagd, wordt de bijstand verlaagd.

 

 

Hoofdstuk 9 eLIP-groep

 

Artikel 15 Begeleiding ELIP-groep

  • 1.

    Het college biedt begeleiding aan asielstatushouders die inburgeringsplichtig zijn onder de Wet inburgering 2013 en:

    a. 95% van hun lening hebben verbruikt maar nog niet aan de inburgeringsplicht hebben voldaan; of

    b. Die in de laatste twaalf maanden vóór het aflopen van de inburgeringstermijn ten minste 75 procent van de sociale lening hebben verbruikt.

  • 2.

    Het college bepaalt welke begeleiding het meest passend en noodzakelijk is. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om:

    a. Advies of begeleiding over het te volgen traject;

    b. Een beperkte financiële bijdrage voor de bekostiging van extra inburgeringslessen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1 onderdeel b van deze beleidsregels worden met de term asielstatushouders in het eerste lid bedoeld: vreemdelingen die inburgeringsplichtig zijn als bedoeld in artikel 4.1a, derde lid, van het Besluit inburgering.

  •  

 

Hoofdstuk 10 – Slotbepalingen

 

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking de dag na de bekendmaking.

  • 2.

    De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Wet inburgering 2021 gemeente Hof van Twente.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente d.d. 9 april 2024

 

 

 

Burgemeester en wethouders van Hof van Twente,

de secretaris,

de burgemeester,

 

 

 

drs. D. Lacroix

 

 

 

drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven