Gemeenteblad van Dongen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dongen | Gemeenteblad 2024, 306716 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dongen | Gemeenteblad 2024, 306716 | beleidsregel |
Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Dongen mei 2024
Paragraaf 1: Inleiding bijzondere bijstand
Bijzondere bijstand wordt verstrekt, indien bijzondere omstandigheden in een individueel geval leiden tot noodzakelijke kosten waarin de algemene bijstand niet voorziet en waarvoor men zelf onvoldoende draagkracht heeft. De grondslag van bijzondere bijstand is te vinden in artikel 35 Participatiewet.
Het beoordelen van het recht op bijzondere bijstand is een kwestie van maatwerk. De bijzondere situatie waarin belanghebbende verkeert, is het uitgangspunt bij de bijzondere bijstandsverlening. Daarbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden waarin belanghebbende verkeert, de noodzaak van de kosten en de vraag of belanghebbende de kosten uit eigen middelen kan voldoen.
Toetsingskader aanvraag bijzondere bijstand
In artikel 35 Participatiewet staan de voorwaarden voor bijzondere bijstand. Ook gelden de algemene regels voor het recht op bijstandsverlening. Hoewel maatwerk het uitgangspunt is, dient het college ingevolge artikel 35 van de Participatiewet een dwingende volgorde aan te houden bij de beoordeling van een aanvraag om bijzondere bijstand:
Bovenstaand toetsingskader blijkt in sommige gevallen onvoldoende houvast te geven. Met name de begrippen “noodzakelijkheid” en “bijzondere omstandigheden” leiden soms tot onduidelijkheid en zijn voor velerlei uitleg vatbaar. Om die reden zijn er gemeentelijke beleidsregels opgesteld die aanvullend gelden op bovenstaande bepalingen van de Participatiewet.
De richtbedragen voor de diverse vormen van bijzondere bijstand zijn opgenomen in het Handboek Participatiewet van Schulinck. Uitgangspunt zijn de bedragen genoemd in de NIBUD-Prijzengids.
*Zijn er - buiten de bijstand om - voorzieningen waarop de persoon of het gezin aanspraak kan maken, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven? Zo ja, dan moet daar een beroep op worden gedaan. Indien bepaalde kosten uitdrukkelijk buiten de werkingssfeer van een voorliggende voorziening zijn gelaten, of hiervoor in het geheel geen vergoeding wordt toegekend, mag hiervoor geen bijstand worden toegekend, tenzij er zeer dringende redenen aanwezig zijn.
Artikel 1 – Draagkrachtperiode
2. In overige situaties (behoudens lid 3 van dit artikel) wordt de draagkracht in het inkomen vastgesteld over een periode van 12 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarop de aangevraagde kosten betrekking hebben. De draagkracht die is vastgesteld per maand, wordt toegerekend naar een periode van 12 maanden.
3. Indien de aanvrager(s) (beiden) de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en er geen draagkracht in inkomen en vermogen is vastgesteld, dan geldt dit ontbreken van draagkracht voor een periode van 36 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarop de aangevraagde kosten betrekking hebben.
5. In het geval van periodieke kosten wordt de (resterende) draagkracht toegerekend aan de toekenningsperiode van de periodieke bijstand en vervolgens omgerekend naar draagkracht per toekenningsmaand. De periodieke kosten worden in mindering gebracht op de draagkracht per toekenningsmaand. Bijzondere bijstand wordt toegekend indien de draagkracht in die maand is opgesoupeerd.
7. Indien het inkomen tijdens de draagkrachtperiode daalt tot onder 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, dan wordt de draagkracht in het inkomen opnieuw vastgesteld over een periode van 12 maanden (of 36 maanden conform lid 3), te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarop de daling van inkomen ingaat. Bij een stijging van het inkomen tijdens de draagkrachtperiode leidt niet tot herbeoordeling van de draagkracht.
Artikel 2 - Toekenningsperiode
5. In beginsel wordt de bijzondere bijstand voor de periode van maximaal één jaar toegekend. Dit is anders indien vooraf duidelijk is dat de noodzaak van de kosten zich langer dan één jaar voordoet én belanghebbende algemene bijstand ontvangt. Toekenningsperiode wordt dan afhankelijk gemaakt van ontvangst algemene bijstand.
2. Indien er sprake is van vermogen in de woning en de gevraagde (bijzondere) bijstand beperkt blijft tot een bedrag van twee keer de maandelijkse toepasselijke bijstandsnorm incl. VT op jaarbasis, dan kan deze bijstand ‘om niet’ worden verstrekt en blijft de vaststelling van het vermogen binnen de woning buiten beschouwing.
Paragraaf 3: Duurzame gebruiksgoederen
Artikel 6 – Duurzame gebruiksgoederen
2. Indien de aanvrager minder dan drie jaar een inkomen op bijstandsniveau heeft, verlenen we in principe geen bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen, omdat er vanuit wordt gegaan dat men hiervoor reserveert. Indien toch bijzondere bijstand wordt verstrekt is dit alleen voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen en gebeurt dit in de vorm van een geldlening, met inachtneming van de navolgende bepalingen:
c. Indien tenminste gedurende 36 maandelijkse termijnen volledig aan de aflossingsverplichtingen is voldaan, kan het resterende bedrag van de lening worden omgezet in bijstand om niet. Indien de verstrekking van de geldlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in de voorziening van het bestaan, dient de aflossingsduur tenminste 48 maanden te bedragen.
Artikel 12 – Inrichtingskosten
4. Indien de aanvrager minder dan drie jaar een inkomen op bijstandsniveau heeft, verlenen we in principe geen bijzondere bijstand voor inrichtingskosten, omdat er vanuit wordt gegaan dat men hiervoor reserveert. Indien toch bijzondere bijstand wordt verstrekt is dit alleen voor noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen en gebeurt dit in de vorm van een geldlening, met inachtneming van de navolgende bepalingen:
c. Indien tenminste gedurende 36 maandelijkse termijnen volledig aan de aflossingsverplichtingen is voldaan, kan het resterende bedrag van de lening worden omgezet in bijstand om niet. Indien de verstrekking van de geldlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in de voorziening van het bestaan, dient de aflossingsduur tenminste 48 maanden te bedragen.
4. De bijzondere bijstand wordt als een gift verstrekt, tenzij er sprake is van tekortschietend besef voor de voorziening in het bestaan. In dat geval wordt de bijzondere bijstand op grond van artikel 48 lid 2 onderdeel b Pw in de vorm van een lening verstrekt voor de noodzakelijke kostensoorten, met inachtneming van lid 5.
Artikel 20 – Aanvraagformulier bijzondere bijstand
Het indienen van een aanvraag bijzondere bijstand is mogelijk middels een door de gemeente
Artikel 21 – Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-306716.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.