Gemeenteblad van Ede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2024, 305752 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2024, 305752 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling Voorschoolse Educatie Ede
Subsidie wordt uitsluitend verleend per bezette peuterplaats aan geregistreerde VVE-kindercentra die gevestigd zijn in de gemeente Ede.
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond vaststellen voor dit hoofdstuk. Zij regelen daarbij de verdeling.
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de ASV 2017 overlegt de aanvrager bij de aanvraag om verlening van de subsidie:
Artikel 10. Verantwoording en vaststelling
Hoofdstuk 3 Aanvullende activiteiten VVE-organisaties
Artikel 11. Doelgroep hoofdstuk 3
Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt alleen verleend een geregistreerde VVE-Kindcentra die voldoen aan de criteria van artikel 3 van deze regeling.
Artikel 12. Subsidieplafond hoofdstuk 3
Burgemeester en wethouders kunnen per paragraaf van dit hoofdstuk een subsidieplafond vaststellen voor zover dit niet reeds in deze regeling is bepaald. Zij regelen daarbij de verdeling.
Paragraaf 3.1 Opleiding en Scholing
Artikel 13. Subsidiabele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor de benodigde scholing van pedagogisch medewerkers in het kader van de basisopleiding VVE.
Subsidieverstrekking kan worden geweigerd indien bij de eerste aanvraag van een instelling sprake is van een handhavingsactie, zoals opgenomen in de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisenpeuterspeelzalen van de Gemeente Ede.
Paragraaf 3.2 Inzet pedagogisch beleidsmedewerker
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de ASV overlegt de aanvrager bij de aanvraag om verlening van de subsidie een beschrijving waaruit blijkt op welke wijze de HBO-geschoolde medewerker wordt ingezet in of rondom de VVE-groepen.
Artikel 23. Aanvullende verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht om wijzigingen ten aanzien van de inzet af te stemmen met burgemeester en wethouders.
Paragraaf 3.3 Groepen met hoge concentratie kinderen met een VVE-indicatie
Artikel 26. Subsidiabele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor VVE-peuteropvang waar in een groep per kwartaal gemiddeld meer dan acht kinderen opgevangen worden met een VVE-indicatie zoals geregistreerd in de peutermonitor.
Subsidie wordt slechts verleend indien uit de peutermonitor blijkt dat gemiddeld meer dan de helft van de kinderen in de groep een VVE-indicatie heeft.
Paragraaf 3.4 Ondersteuning VVE-Peuters/Tutoring
Artikel 29. Subsidiabele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor de inzet van een medewerker ten behoeve van extra ondersteuning voor VVE-peuters, individueel of in een kleine groep, die achterstand hebben opgelopen.
Artikel 31. Hoogte subsidie en subsidieplafond
De hoogte van de subsidie is gebaseerd op het procentueel aantal VVE peuters in de VVE opvangorganisatie in verhouding tot heel Ede. Subsidie wordt toegekend op basis van het aantal VVE peuters van de maand juni en december zoals opgenomen in de peutermonitor in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Hoofdstuk 4 Overige Peuteractiviteiten
Paragraaf 4.1 “Onafhankelijke VVE-toeleider(s)”
Het verhogen van het aantal geplaatste VVE-geïndiceerde peuters op kindercentra. Binnen de kindercentra ontvangen de peuters ondersteuning om hun taal- en of ontwikkelingsachterstand te verminderen en latere leerproblemen te voorkomen.
Subsidie wordt slechts verleend als de medewerkers die de activiteiten uitvoeren beschikken over een verklaring omtrent gedrag en een relevante opleiding op minimaal Hbo-niveau.
Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan samenwerkingsverbanden in de zin van de WPO en WVO.
De subsidieontvanger brengt elk half jaar verslag uit over de activiteiten van de toeleiders. Hierin wordt een specificatie gevraagd van aantallen kinderen, soort indicatie, reden van aanmelding, reden van weigering en resultaat van inzet van de toeleiders. Ook stellen de toeleiders jaarlijks een advies op over de verbetering van de toeleiding naar kindcentra.
Paragraaf 4.2 Doorgaande leerlijn
Artikel 40. Subsidiabele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor een samenwerking tussen scholen en kindcentra gericht op het bevorderen van een doorgaande leerlijn bij kinderen. Het betreft activiteiten die een soepele overgang van kindcentra naar scholen realiseren en daarmee goede leerprestaties van kinderen bevorderen. Subsidie wordt verstrekt voor de volgende activiteiten:
Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die gericht zijn op het structureel bevorderen van de samenwerking tussen kindcentra en scholen. Subsidie wordt uitsluitend verleend als de activiteiten passen binnen het Onderzoekskader voor het toezicht op de voorschoolse educatie van het primair onderwijs.
Paragraaf 4.3 Bevorderen stimulerende thuissituatie
Artikel 44. Subsidiabele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor gezinsgerichte activiteiten zodat kinderen goed voorbereid hun start kunnen maken in het basisonderwijs. Deze activiteiten zijn gericht op kinderen tot 4 jaar, met en zonder VVE-indicatie, én hun ouders.
In aanvulling op artikel 6 van de ASV dient bij de aanvraag een toelichting te worden gegeven hoe de aanvrager de ouderbetrokkenheid/aanwezigheid organiseert bij de aangevraagde activiteiten.
Hoofdstuk 5 OVERIGE BEPALINGEN
In afwijking van artikel 7 van de ASV kan een aanvraag voor subsidie op grond van de deze regeling het gehele kalenderjaar worden ingediend doch uiterlijk 1 november van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
De Subsidieregeling peuteropvang Ede 2020 wordt ingetrokken per 1 januari 2025. Deze regeling blijft van toepassing op de afwikkeling van subsidies die voor de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verleend en op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van die subsidies. Deze regeling blijft eveneens van toepassing op aanvragen om subsidies waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.
Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 2 juli 2024, zaaknummer 452271.
Het college voornoemd,
drs. R.F. Groen MPA
de secretaris,
mr. L.J. Verhulst
de burgemeester.
Bijlage 1. Behorend bij artikel 8, eerste lid, onder b
Aanwijzing van gegevens die worden geregistreerd in de Peutermonitor:
Artikel 5. Omvang en looptijd subsidie
De hoogte van de subsidie is van een aantal factoren afhankelijk. Voor kinderen zonder VVE-indicatie geldt dat maximaal 8 uur kinderopvang wordt gesubsidieerd door de gemeente. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de vraag of de ouders van het kind recht hebben op kinderopvangtoeslag of niet. Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag betalen een ouderbijdrage voor het gebruik van kinderopvang. Voor het bepalen van de ouderbijdrage wordt de systematiek die op Rijksniveau is vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag op overeenkomstige wijze toegepast.
Voor kinderen met VVE-indicatie geldt dat maximaal 16 uur kinderopvang wordt gesubsidieerd door de gemeente. Tot en met de eerste 8 uur is de hoogte van de subsidie voor deze kinderen gelijk aan de subsidie voor kinderen zonder VVE-indicatie. Ook het bedrag dat ouders betalen is hier gelijk. Het meerdere aan uren bovenop de eerste 8 uur is voor ouders gratis. Burgemeester en wethouders verlenen hier subsidie van € 11,44 per uur.
Uitgangspunt is dat de subsidie per kalenderjaar wordt verstrekt. Voor nieuwe aanbieders van kinderopvang is het mogelijk om gedurende het jaar subsidie aan te vragen voor het resterende deel van het kalenderjaar (bijvoorbeeld voor een periode vanaf 1 september).
Artikel 8. Aanvullende verplichtingen
Voor een geregistreerd kindercentrum gelden kwaliteitsvereisten op basis van het bepaalde krachtens de Wet kinderopvang. Burgemeester en wethouders verbinden het voldoen aan deze wettelijke kwaliteitsvereisten als verplichting aan de verlening van subsidies op grond van deze regeling.
Burgemeester en wethouders achten het niet wenselijk dat een kinderopvangorganisatie die niet voldoet aan de wettelijke kwaliteitsvereisten wél subsidie ontvangt vanuit de gemeente Ede. Hier gaat een verkeerd signaal van uit.
Het voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen is een doelgebonden verplichting, in de zin van artikel 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Kwalitatief goede kinderopvang draagt bij aan het doel van deze subsidie: ervoor zorgdragen dat kinderen een goede start kunnen maken in het onderwijs en hun verdere leven evenals het voorkomen van eventuele leerachterstanden.
Indien er gegronde reden is om aan te nemen dat de aanvrager niet aan deze verplichting zal kunnen voldoen, dan kan de subsidie worden geweigerd (artikel 4:35, eerste lid, onder b van de Awb). Het niet voldoen aan deze verplichting kan daarnaast ook reden zijn om de subsidie lager vast te stellen (artikel 4:46, tweede lid, onder b van de Awb). Verder kan de subsidieverlening worden verlaagd of ingetrokken (artikel 4:48, eerste lid, onder b van de Awb).
Naast de weigeringsgronden die gelden uit de ASV en de Algemene wet bestuursrecht is opgenomen dat burgemeester en wethouders subsidie kunnen weigeren indien er gegronde reden is om aan te nemen dat de aanvrager niet in staat zal zijn om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen gedurende de looptijd van de subsidie. Deze weigeringsgrond is bedoeld om het risico te verkleinen dat publiek geld verloren gaat, doordat een aanvrager failliet gaat. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de jaarstukken (jaarrekening + toelichting en accountantsverklaring). Hierin wordt gekeken naar zowel de liquiditeit als de solvabiliteit.
Ook bestaat de mogelijkheid om subsidie te weigeren indien bij een aanvrager (voorafgaand aan een eerste aanvraag) handhavend is op getreden op basis van de Wet op de Kinderopvang. Aan de hand van de aard van de overtreding wordt besloten of deze weigeringsgrond wordt toegepast.
Op de verantwoording van de subsidie wordt artikel 15 van de ASV van toepassing verklaard.
Subsidies op grond van deze subsidieregeling zijn eigenlijk altijd groter dan €50.000 per jaar. Daarmee vallen ze in de zwaarste categorie ten aanzien van de verantwoording.
In aanvulling op de algemene verantwoordingsplicht vanuit de ASV worden een aantal aanvullende gegevens gevraagd. Hiervan maakt deel uit een overzicht van het aantal bezette peuterplaatsen met specificatie naar regulier / VVE en of de ouders van de peuter recht hebben op kinderopvangtoeslag. De grondslag voor de subsidie is het aantal uren dat daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van de peuterplaats (zie artikel 4). Het overzicht moet daarom het aantal uren per jaar bevatten dat daadwerkelijk van de peuteropvang gebruikt wordt gemaakt.
Daarnaast moet de aanvrager beschikken over een aantal documenten die zijn opgenomen in het derde lid. De accountant betrekt deze gegevens bij zijn oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie, zoals bedoeld in artikel 15 van de ASV. De ASV schrijft voor dat de accountantscontrole moet worden verricht aan de hand van een controleprotocol, waarmee de getrouwheid en rechtmatigheid met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld. Hieraan is in ieder geval voldaan indien gebruikt wordt gemaakt van het Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Ede 2018.
De verantwoording is de basis voor het vaststellen van de subsidie. De vaststelling vindt plaats op basis van het daadwerkelijk gebruik van de peuteropvang tegen het daarvoor geldende uurtarief (p x q model). Er vindt dus nacalculatie plaats.
Paragraaf 3.1 Opleiding en Scholing
In deze paragraaf wordt subsidie verleend voor de basisscholing voor VVE en uitdrukkelijk niet voor (de structurele) bijscholing van medewerkers.
Paragraaf 3.3 Groepen met hoge concentratie kinderen met een VVE-indicatie
In deze paragraaf is voorzien in een aanvulling voor groepen waar gemiddeld acht of meer kinderen met een VVE-indicatie worden opgevangen. Deze kinderen hebben een grotere ondersteuningsvraag en doen daardoor een zwaarder beroep op de beschikbare bezetting. Daarom achten burgemeester en wethouders een aanvullende subsidie passend.
Het bedrag van € 7.000 per groep is een lumpsum bedrag. Kindcentra zijn vrij in de besteding van het bedrag, mits het bijdraagt aan de doelstelling van bevordering en behoud van de kwaliteit van VVE
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van bijvoorbeeld de leeftijdsgrens, het maximaal aantal uren of het uurtarief. Het moet daarbij gaan om situaties waarin de veiligheid, gezondheid of ontwikkeling van het kind op het spel staat. Beoogd is om toepassing te geven aan de hardheidsclausule in crisissituaties. Bijvoorbeeld als één van de ouders ernstig ziek is en daarom in de belang van de ontwikkeling van het kind het noodzakelijk is om tijdelijk voor meer uren kinderopvang te bieden.
Aan het artikel wordt alleen toepassing gegeven op voordracht van het Centrum voor Jeugd en Gezin of één van de Sociaal Teams die werkzaam is binnen de gemeente Ede. Door deze beperking wordt eraan bijgedragen dat het artikel alleen toepassing vindt in zeer uitzonderlijke situaties, in het belang van het kind.
Toepassing van dit artikel is altijd tijdelijk van aard. Het gaat hierbij om een maximale periode van negen maanden die niet kan worden verlengd. Wel is het mogelijk dat het college bijvoorbeeld eerst voor een periode van drie maanden tot afwijking besluit en daarop volgend nog eens voor een periode van zes maanden
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-305752.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.